Professional Documents
Culture Documents
1baserend op de Map of countries in Europe en de omliggende gebieden afgeleid van Europe countries map.png door
San Jose, gepubliceerd door San Jose (map) onder de licentie volgens GNU Free Documentation License, Versie 1.2 of
latere versies
Scheppingsverhalen
Het gebeurt niet vaak, dat ik iets echt nieuws vindt. Het nieuwe is niet zozeer de woordenschat der
persoonlijke voornaamwoorden zelf, die tot het oudste relict van onze taal behoren. Het nieuwe
bestaat in de mechanismen, waardoor de woorden uit een gemeenschappelijke kern zijn ontstaan.
Genesis
In het begin was het Woord, begint het evangelie van Johannes. In het begin was het Woord en
het Woord was met God. En het Woord was God. Neemt men dit proces letterlijk is de schepping
een fantasie.
Bij het maken van woorden en vormen van de taal ontstaat echter werkelijk iets nieuws, niet alleen
voor de woordenschat, maar ook in de gedachten van de toehoorders. De persoonlijke
voornaamwoorden van de eerste persoon enkelvoud zijn uit de naam voor de Hemelse God Dyaus
ontstaan. Als het waar is, dat dit principe algemeen geldig is, baseert de taal op een
gemeenschappelijke kern. Dit is niet nieuw, maar ook nog niet bewezen. Dit bewijs moet ik nu
leveren.
Brahma
Er zijn talloze scheppingslegendes en vaak vindt men merkwaardigerwijze vrijwel identieke
fundamenten, zoals Brahma's ontstaan uit het niets. Door het denken schiep hij wateren, waarin zijn
zaad werd gelegd. Het groeide uit tot een gouden ei, waaruit hij werd geboren. Zuiver in zijn
gedachten, halveerde hij het ei en maakte daaruit hemel en aarde. Daarna voelde hij zich eenzaam,
deelde zichzelf in tween en vormde daaruit man en vrouw.
Hu
In Egypte bestaat ook een soortgelijke legende, waarin het woord "Hu" als het grote
scheppingswoord wordt gedentificeerd, waarop de farao zijn macht over de waarheid en
rechtvaardigheid in de Twee Landen baseert2.
Klinkers
Godennamen, die uit klinkers bestaan
De reeks namen, die voor de naam van God (JHVH) in de loop der eeuwen zijn toegepast, bestaat
grotendeels uit klinkers3:
Yehua, Yawhanan (Yhanan), Ia-u-a (Ia-u), YHW, Yah, Jehovah, YH (Yah), Yahu
(Hebreeuws), (Iaho in Latijn), Ia & Ia (Grieks), IA, , Iaoue, IA (
in Grieks en [Iah] in Latijn), Iabe (voor Sameritanen), respectievelijk Aa voor de Joden,
IOA (), Ieue, Ieue, Yohoua, Yohouah, Ieoa, Ihehoua, Jehovah, Hiehouahi, Ihevhe, Ioua,
Iehoua ( Ioua /Ioue - Jupiter), Iohauah, Iehouah (in plaats van Ioua), Iehue,
Iaoouee, Iabe, Iouiee.
3
4
5
6
7
Ik-woorden8
In de volgende lijst ontbreken de pronomina uit de afgelegen bergregio's, die vaak alleen in speciale
woordenboeken worden vermeld. Toch kan men uit dit overzicht een classificatie in vier tot vijf
groepen onderscheiden:
Buiten de Europese grenzen onderscheidt men de ik-woorden adam9, aham10, man, die
wellicht op een gemeenschappelijk scheppingsverhaal duiden.
1. In de Schotse taal onderscheidt men het ik-woord A naast de oude Keltische oerversie mi,
die men ook kan terugvinden in het Aromanisch mine, mini, bij de Basken als ni, nik, in
Cornwall my, in Estland mina, ma, in het Etruskisch mi, in het Fins: min, in het Oudierse
m, in Romani me, in het Schotse Goidelisch mi.
2. De daaronder liggende laag woorden wordt door langere, nieuwere ik-woorden gevormd:
het Waalse dji, het Provenaalse ieu, het Mirandese you, het Aromanische (Macedonisch
romaanse) iou, het Oudfranse jou, het Reto-Romaanse jau, het Minigir11 iau, Oudduitse ih,
het Duitse ich, het Gotische ik, Hetittisch uk, Ladino yho, Umbrisch eho, Grieks , Latijn
ego, Bokml Noors jeg, Faerer jeg, Zweeds jag, Macedonisch (jas), Sloveens jaz.
3. Jongere lagen zijn door slijtage uit de oudere, bovenlagen overgebleven: het Galicische eu,
het Portugese eu, het Roemeense eu, in het Sardisch eo, het Siciliaanse i, i, iu, het
Spaanse yo, Italiaanse io, Aragonees yo, Asturische yo, Catalaanse jo, Franse je,
Tsjechische j, Poolse ja, Russische (ja), Dalmatische ju, Nynorske eg, IJslandse g, eg,
Nederlandse en Nederduitse ik.
4. De jongste lagen bestaan vaak uit slechts n klinker: in het Middel-engels i, in het
Napolitaans i, en in het Schots I.
Etruskisch: mi
Faerer: eg, jeg
Arabisch (Egypte): Fins: min,
(ana)
Oudfrans: jo, jou, je
Arabisch (Tunesi): Galicisch: eu
Oudhoogduits: ih, ihh
(masc.)
Duits: ich
Grieks: (eg)
Aragonees: yo
Aromaans: io, iou, mine, Gotisch: ### (ik)
Hebreeuws:
mini
Asturisch: yo
Hettitisch: uk
Baskisch: ni, nik
IJslands: g, eg
Belarussisch: (ja)
(archasch, potisch)
Catalaans: jo
Oudiers: m
Cornisch: my
Italiaans: io
Tsjechisch: j
Ladino: yho
Dalmatisch: ju
Latijn: ego
Ests: mina, ma
Arabisch: ( na)
8
9
10
11
Oudlitouws : a; e
Nederlands: ik
Macedonisch: (jas)
Middel-engels: i, ich
Minigir: iau
Mirandese: you
Napolitaans: i
Bokml Norsk: jeg
Nynorsk: eg
Occitaans: ieu, jo
Oudengels: ic
Oudnoors: ek
Oudpruisisch: as
Oudsaksisch: ik
Perzisch: ( /mn/)
Oudperzisch: # (adam)
Pools: ja
Portugees: eu
Romani: me
Roemeens: eu
Reto-Romaans: jau
Russisch: (ja)
Sanskriet: (aham)
Sardisch: eo
Schots: A, I emphatic
Schots Gaelic: mi
Siciliaans: i, i, iu
Slowaaks: ja
Sloveens: jaz
Sorbisch: ja
Spaans: yo
Zweeds: jag
Umbrisch: eho
Waals: dji
Bron: I (Translingual)
adam als ik-woord; nominatief enkelvoud <adam> 'Ik' (bron: Old Iranian Online: Lesson 9: Old Persian)
Sanskriet: (aham)- uit het Proto-Indo-Europees *h.
Minigir onduidelijke definitie in de bron: I (Translingual)
12 I (Translingual): ##Most common English words before 1923: and, to, in, I (#6), that, was, he
Fig. 2 Het Ik-woord (ie) in het woordenboek Roemeens Engels uit 1905
Omdat de afkortingen het lezen bemoeilijken voeg ik de ontbrekende informatie toe uit de lijst met
de afkortingsdefinities op pagina 253. Nu wordt ook duidelijk, dat de afkorting eng. niet Engels
maar Engadins betekent:
771. ie pronomen [aromunisch e, o, o, megleoitisch istrorumnisch o] ich" <
E[G]O: Albanees u(ne), vegliotisch. ju, italinisch io, sardisch eo, engadinisch iau,
franzsisch, je, provenzalisch ieu, spanisch yo, portugiesisch eu.
In Albanees reduceert het ik-woord zich tot u.
God (z)
Fig. 3 God als afleiding uit Zeus (z) in het woordenboek Roemeens Engels uit 1905
1929. z substantivum masculinum Gott" < DUS, -UM: italienisch Iddio, sardisch
galluresisch (Nordsardisch) deu, engadinisch provenzalisch franzsisch dieu, catalanisch
deu, (spanisch dios, portugisisch deus). Wie alt-trientinisch mad, alt-italinenisch mado,
made, bergamaskisch (italienisch) maid < MAGIS DUS, dient auch rumnisch z !
Interjekt (?) zur Verstrkung der Antwort.
Deze naamgeving is nogal ongebruikelijk en volgt een onduidelijk patroon. De hoofddag lijkt de
donderdag te zijn, die aan de godheid Diu is gewijd.
De goddelijke naam (Dyu)
Het Franse woordenboek met de Savoyse dialecten17 verraadt enige details, die tot de ontwikkeling
van de ikwoorden hebben bijgedragen. De hoofdtitel voor God (in het Frans DIEU) is DYU en de
locale varianten luiden:
djeu, dj, dj, djou, dju, djyu, d, dyeu, dye18, dyo, dyou, DYU, dz, dze, dzeu19, dzhyu,
dzou, dzu, gue.
Adieu
Adieu (adjeu, adjyu, adyeu, adye, ady, adyou, ADYU) zegt men in het Savoyse dialect,
genaamd Patois Savoyard, overigens als welkom vergelijkbaar met de Duitse groet Gr
Gott en niet alleen, zoals in het Frans, als afscheidsgroet20.
14
15
16
17
18
19
20
De varianten voor het Savoyse Ik-woord (in het Frans JE) worden in het woordenboek als volgt
gespecificeerd:
DE of deu, D, d of d, dji of dje, do, dye of dyeu, dze of dzeu, dz , dzou, n', zd, ze of
zeu, z, zhe of zheu, zh, zh, zhou, zou, zouhn, D', d(e), de of deu , d of d, zd, zh', zhe
of zheu, zh, ze, zou, z' , dye of dyeu, dz(eu), dzeu, dze of dzeu, dzou.
In tegenstelling tot het officile Franse ik-woord je en zelfs het Provenaalse ieu worden
bijna alle Savoyse ik-woorden met een D of Z geschreven, die als beginletter uit de naam
voor de Indo-Europese hemelse god Dyaus (respectievelijk de daaruit afgeleide Dieu of Zeus)
is overgenomen. Dit soort ik-woorden is dus duidelijk niet uit YHWH of Jupiter afgeleid.
Keuls
Luxemburg Vaals
ich
21
22
23
24
26 Ditzionariu Online
27 Dizionario universale della lingua di Sardegna, vol. 1 door Antoninu Rubattu (2006)
Babbu Mannu
In het Internet wordt Babbu Mannu ook wel in verbinding gebracht met de Heilige Geest, die in de
omstreken van Bitti door festiviteiten vereerd wordt:
Auf dem Land um Bitti befinden sich mehrere Kirchen (Santo Stefano und Babbu
Mannu, d.h der Heilige Geist), wo zu den jhrlichen Gedenktagen Feste gefeiert
werden28.
Het altaar van Babbu Mannu (in Bitti) wordt bijvoorbeeld op een foto29 afgebeeld.
Men kan ook het tweeslachtige beeld van de Hermes van Roquepertuse, dat in de nabijgelegen
omgeving van Marseille gevonden werd, als een androgyne afbeelding van Mannus of Tuisco
interpreteren. Uiteindelijk is Sardini vanuit Marseille door een bootreis te bereiken.
Augustinus
Opvallend is het Sardijnse Woordenboek het archasche woordgebruik in de vertaling van Deu,
Diu, Deu, Diu, waarin God ook nog vader n moeder tegelijkertijd is:
Dit komt overeen met de uitspraak van Augustinus, dat Jupiter Vader en Moeder van alle dingen is.
In Bijbel der natuur31 vindt men een passend citaat uit 1789, dat de in het Sardisch nog steeds
vastgehouden tweeslachtigheid van God met de naam Metropator bevestigt:
Ook bij de Heidenen wierd den hoogsten God de Vader- en Moeder-naam
toegeschreven, en beiden in den eenen naam Metropator begrepen, gelijk Orpheus dien,
bij Clem. Alexandr. Strom. L. V. gebruikte, over welken naam deeze Kerk-leeraar heeft
aangemerkt, dat daardoor de leer der H. Schriften word opgehelderd: zoo als, wanneer
God bij Jesaja zegt: Ik maak den donder, Ik schep den wind, mijne handen hebben het
heir des hemels voortgebragt: Of bij Moses. Ziet nu, dat Ik het ben, en 'er buiten mij
geen God is. Dus heeft ook Augustinus uit Valerius Soranus aangetekend, dat Jupiter
een vader en moeder van de overige Goden, ja van alle dingen, dewijl Hij derzelver
oorzaak is, genaamd word.
Mannus
In datzelfde Sardijnse Woordenboek wordt overigens in Babbu mannu en Mere Mannu wellicht
dezelfde Mannus vermeldt, die als eerste mensenkind en zoon van Tuisco in Tacitus' Germania
wordt genoemd. Het volgende citaat illustreert de betreffende passage in de Duitse vertaling:
Sie preisen in alten Liedern, der einzigen bei ihnen vorkommenden Art der
berlieferung und von Geschichtsquellen, den erdentsprossenen Gott Tuisto und seinen
Sohn Mannus als Stammvter und Grnder ihres Volkes. Dem Mannus schreiben sie
drei Shne zu, nach denen die zunchst am Weltmeer wohnenden Ingvonen, die in der
Mitte Herminonen, die brigen Istvonen heien sollen32.
28
29
30
31
Tuisco
Een godheid, die tegelijkertijd vader en moeder kan zijn, is tweeslachtig. En de vader/moeder
(Metropator) Tuisco van Mannus was immers ook een tweeslachtig wezen33:
Tusto zou zo duiden op een 'tweevoudig wezen' of een 'tweeling'. Uitgaande van deze
interpretatie heeft men Tuisto wel vergeleken met het Vedische godenpaar Yama en
Yami: de tweeling (broer en zus) die aan het begin van de Vedische kosmogonie staan.
Een andere opvatting is dat Tusto niet zozeer een tweevoudig wezen is, maar een
enkelvoudig wezen met de kenmerken van een hermafrodiet of androgyn (hybride
wordt ook wel gezegd). Dan wordt hij wel met de Romeinse god Janus vergeleken.
Deze god was tweevoudig van natuur (hij had twee gezichten) en stond volgens de
oudste godenlijsten aan de oorsprong van alle andere goden. Zijn bijnaam luidde dan
ook divom deus, de god der goden.
De door Tacitus gebruikte naam van de bron en oorsprong van alle Germaanse volken
"Mannus" vergelijkt men met Nederlands man, Engels man en Duits Mann. De
oorspronkelijk betekenis zal mens geweest zijn of hier: oermens of eerste mens.
De tweeslachtigheid was alle Indo-Europese goddelijke scheppers aangeboren. Dit duale karakter
moet een universeel idee geweest zijn. Ook het trema in de naam Tusto duidt op een symbolische
betekenis van de gesoleerde vocalen: U (vrouwelijk) en I (mannelijk)34.
Uit het Sardijnse Woordenboek kan men dus aflezen, dat de Sardijnse God althans plaatselijk als
vader en moeder van een (mythische ?), menselijke gestalte Mannus wordt beschouwd. Dit thema
brengt ook de gestalte van Mannus in Tacitus' Germania tot nieuw leven.
33 Bronvermelding: Tusto
34 Het Proto-Project en de Nederlandse taal
io pr. pers.[I, je, yo, ich] eo, deo, geo (lat. EGO) (L), ceo, deo, dego, ego, eo , geo, gieo,
ieo, jeo, zeo (N), deu, eu (C), iu, eu (S), eu, ghj (G)
In het overzicht kan men de woorden per dialect sorteren (De woorden met een D of Z worden
benadrukt):
Italiaanse Dialecten
Volgens de Swadesh list worden de ikwoorden als volgt geclassificeerd:
als Calabrische varianten: j, ji, jini, ija, jia, jee, eu, jiu, iu , ia j j eu, iu, ju, ju 39
Uit dit overzicht wordt duidelijk, dat de Italiaanse ik-woorden op reeksen vocalen berusten, die
alle klinkers omvatten. Analoog aan de Franse taal zijn er in enkele gevallen in het randbereik (bij
Sardinie) ook D of Z-woorden aanwijsbaar zoals deo, dego, deu, zeo. In de randzones vindt
men in grotere aantallen langere ik-woorden zoals eje, ghj, gieo, ju, ju, iu.
De ik-woorden werken als woordbrokken, die uit een exploderende kern van de godennamen
zoals Dyaus- of de reeks klinkers IAEHIOU is ontstaan...
Merkwaardigerwijze wijken vele varianten van de ik-woorden niet alleen sterk van het Romeinse
ego, maar ook van het standaard ik-woord io in Itali af. Bovendien heeft zich in Napels een
bijzonder korte woordvorm i als ik-woord ontwikkeld.
Turkse ik-woorden
Turkse ik-woorden baseren alle op Men ( Mannus)42:
, , , , , , , , , , men, men
44 for ternity
45 Landkarte mit der Verteilung der skandinavischen Ego-Pronomina
46 In many western, northern, and southwestern Norwegian dialects, and in the western Danish dialects of Thy and
Southern Jutland, has a significant meaning: the first person singular pronoun I,
47 Volgens de landkaart (Landkarte mit der Verteilung der skandinavischen Ego-Pronomina) bevindt zich Daelican op
de grens tussen Zweden en Noorwegen. The personal pronoun "I" in Scandinavian dialects
48 Etymologische Feldlinien
moderne ik-woorden oorspronkelijk op de naam van God gebaseerd werden, waarbij door
woordenslijtage bestanddelen verloren zijn gegaan. In het Frans werd het ik-woord in
eerste instantie uit Dieu afgeleid en vervolgens in bijvoorbeeld Dji (Waals) of in
Savoyse dialecten De veranderd, elders vanuit Dieu in het Provenaalse ieu,
respectievelijk in Nmes aus Diou in iou ingekort. Verdere inkortingen leidden
vervolgens in Noord-Frankrijk tot je, in Engeland tot I en in oostelijke richting in io
en in Napels in i.
de Slavische ik-woorden ja, jau, jac (jas) baseren op Dyaus, waarin de consonanten D
en s zijn weggevallen.
de Scandinavische ik-woorden , je, Ja(g), J(i), Je(i), Ji, Jeg, Ja(o), enzovoorts baseren
op Dyus, waarin de consonanten D en s verloren zijn gegaan.
Samenvatting
Uit de bestudering van de ikwoorden kan men aflezen, dat de oudste laag ik-woorden van de
eerste mens Adam (Turks: men, respectievelijk mn Mannus ofwel oudPerzisch adam) afgeleid zijn. De namen Adam en Mannus als ik-woorden en Mannu in
de Sardische naam Babbu Mannu voor God signaleren een intense samenhang tussen de ikwoorden, de godennamen en de scheppingslegende(n).
Modernere ik-woorden zoals bijvoorbeeld het Sardische DU stammen daarentegen (afgezien
van het accent) direct af van de naam van de Schepper DU. Nagenoeg alle ik-woorden bestaan
uit reeksen klinkers of brokstukken van de naam Dyaus, respectievelijk Deus of Zeus.
Uit de ikwoorden der randgebieden kan men de karakteristieke D- respectievelijk Zafleidingen aflezen, zoals bijvoorbeeld het Waalse dji, het Savoyse de, d', zheu, en de
Sardische ik-varianten dego, ego, zeu, en du.
De ik-woorden behoren tot de meestgebruikte woorden en neigen daarom met name in locale
dialecten voor zeevarende handelsnaties (zoals Engeland, Noorwegen, Veneti en Napels) tot
woordslijtage tot in het 1-letterige bereik. In Napels, West-Noorwegen, Schotland en Engeland
reduceert daarbij de woordlengte van het ik-woord af tot een minimale lengte van n letter: i,
in Veneti en Schotland tot a, in IJsland tot e en in Jutland, in Albani tot u, respectievelijk in
West-Noorwegen tot .
Inhoud
Scheppingsverhalen..............................................................................................................................2
Genesis.............................................................................................................................................2
Brahma.............................................................................................................................................2
Hu.....................................................................................................................................................2
Klinkers................................................................................................................................................3
Godennamen, die uit klinkers bestaan.............................................................................................3
Ik-woorden, die uit klinkers bestaan............................................................................................3
Hymnen door recitatie van klinkers beschreven door Demetrius.................................................3
Ik-woorden........................................................................................................................................4
De woordslijtage der ik-woorden.................................................................................................5
Roemeense ik-woorden en godennamen .....................................................................................6
Het Roemeense ik-woord (ie)............................................................................................6
God (z).................................................................................................................................6
Franse ik-woorden en godennamen..............................................................................................7
Het Savoyse Dialect....................................................................................................................7
De dag van Dius.....................................................................................................................7
De goddelijke naam (Dyu)..................................................................................................7
Adieu......................................................................................................................................7
Het Savoyse Ik-woord (De).............................................................................................8
Het Waalse Ik-woord Dji.....................................................................................................8
De Uerdinger scheidingslijn tussen ik en ich.......................................................................8
Het Ik-woord iu in Villar-St-Pancrace...............................................................................8
Het Ik-woord Yiou in Nmes................................................................................................9
Ik-woorden en godennamen in het Sardisch..............................................................................10
Het Sardijnse Woordenboek......................................................................................................10
Babbu Mannu.......................................................................................................................11
Augustinus............................................................................................................................11
Mannus.................................................................................................................................11
Tuisco........................................................................................................................................12
Het Sardische ik-woord.........................................................................................................13
Italiaanse Dialecten........................................................................................................................14
Classificaties voor Italiaanse ik-woorden..............................................................................15
Classificaties voor Zuid-Italiaanse ik-woorden.....................................................................15
Turkse ik-woorden.....................................................................................................................15
De basis voor de Indo-Europese ik-woorden.............................................................................15
Grafische overzicht van de ik-woorden..........................................................................................16
Overzicht voor de Franse ik-woorden .......................................................................................16
De slijtagecurven van de Franse ik-woorden........................................................................18
Scandinavische ik-woorden en godennamen.............................................................................19
De anomalie in de omgeving van de stad Chur.............................................................................19
Het lagenmodel der ik-woorden......................................................................................................20
De archasche laag der ik-woorden............................................................................................20
Moderne, op de godennamen baserende ik-woorden.................................................................20
Samenvatting......................................................................................................................................21