Professional Documents
Culture Documents
MUNT- EN PENNINGKUNDE
PENNINGKUNDE
R
S
= 710 ex.
= 1115 ex.
35
graad bij type en jaar, daar er meer verzamelaars zijn op type dan op
jaar, welke laatste ook de verschillende typen per jaar verzamelen.
D e zeldzaamheid van varianten speelt om de zelfde reden weer een
geringere rol.
Uit tabel II blijken tevens de totalen der gespecialiseerde collecties
R(ijnbende), V ( o t e ) en B ( e u t h ) . De totalen der collecties R. en V .
genoemd in het artikel van dr. v. Gelder zijn enigszins gewijzigd in
verband met het feit dat indertijd bij gebreke van systematische vergelijking en indeling elke, zij het nog zo geringe, stempelafwijking als
variant werd aangemerkt, waar op grond van de huidige indeling deze
als doubletten moeten worden aangemerkt. Uit de volgende tabel blijkt,
dat wanneer we de typen tellen er in totaal (varianten dus niet meegeteld) 35 hele en 39 halve G.R. bestaan. V o o r de hele brengt R. het
tot .32; V . tot 28 en B . 35; voor de halve: R: 35; V : 29; B : 3 5 . Als zeldzaamste G.R. zijn aan te merken die van West-Friesland 1749 en Overijsel 1761, elk in 2 exemplaren bekend; voor de halve G.R. zijn dit de
drie unica, t.w. West-Friesland 1749; Gelderland 1751 en 1761, alle
in Teyler's Museum te Haarlem.
In tabel II wordt een overzicht gegeven van de totalen der aangetroffen exemplaren, onderverdeeld naar provincie, jaar en type, echter
zonder onderscheid te maken in varianten.
Tabel I geeft een uittreksel uit Besier's opgave van de totaalgeslagen
aantallen omgerekend in Mark (1 Mark = 2 4 /
G . R . ) . D e waarde
van 1 Mark was te stellen op iets meer dan 3 4 5 . , zodat de in
totaal voor 106.182 mark geslagen hele en /i G.R. een waarde representeren van rond 36.630.000,.
W a a r blijkens ons onderzoek de totalen over de gehele periode
174964 van hele en halve G.R. elkaar niet ver ontlopen, mogen we
aannemen dat er globaal genomen. evenveel hele als halve G.R. zijn
geslagen, al geldt dit zeker niet voor alle jaren afzonderlijk noch voor
alle provincin. W a a r een hele plus een halve G.R. 2 1 , golden,
kunnen wij dus het aantal totaal geslagen exemplaren schatten op ruim
1.740.000 stuks voor de hele zowel als voor de halve G.R.'s. Door deling
door 630 komen wij vervolgens tot de conclusie, dat omstreeks op elke
2750 geslagen exemplaren een exemplaar bewaard is gebleven. Deze
conclusie is echter onjuist als wij de beide perioden 174951 en
176064 vergelijken. Immers uit tabel I blijkt dat in de I e periode
voor 41173 mark is geslagen, d.w.z. voor 14,2 millioen, waarvan over zijn 207 hele en 133 halve G.R. W a n n e e r wij uit deze verhouding mogen concluderen dat er in de Ie periode 1J/2 maal zoveel
8
1 3
36
LOD. S. BEUTH
hele als halve geslagen zijn, dan zijn er in deze periode (van de 14.2
millioen) voor 10.650.000 aan hele en voor 3.550.000 aan halve G.R.
geslagen, d.w.z. 760.000 hele en 510.000 aan halve G.R. zodat
er uit de Ie periode 1 op de 3750 geslagen ex. over is.
In de 2e periode is voor 65009 mark geslagen, d.i. voor 22,4
millioen, waarvan over zijn 423 hele en 515 halve, d.w.z. 1,2 maal
zoveel halve als hele. E r zijn dan van de 22,4 millioen voor
14.000.000, hele d.w.z. 1 millioen stuks hele en voor 8,4 millioen
halve, d.i. 1.200.000 stuks halve G.R.'s geslagen. Uit de 2e periode
zijn er naar verhouding meer ex. bewaard gebleven dan uit de Ie periode
n.1. 1 op de 2380 geslagen ex.
E r zou voor dit verschijnsel een plausibele verklaring zijn geweest,
wanneer de goudprijs in de jaren 17521759 dusdanig zou zijn geste
gen, dat de rijders meer waard werden dan de normale waarde. In dat
geval kon men aannemen dat van de Ie periode door omsmelting reeds
een aantal voor 1760 verloren zou zijn gegaan. Daar echter in die jaren
de zilverprijs stijgt en 't goud niet apprecieert, (het is juist het gebrek
aan zilver dat aanleiding gaf tot de hernieuwde aanmunting van rijders
in de jaren 176064!) tasten wij in het duister omtrent de oorzaak van
het naar verhouding geringer aantal bewaarde exemplaren der I e
periode.
Tabel I: Aantal hele en halve Gouden rijders tezamen geslagen volgens
de rekeningen.
Holland
Ie periode 174951
2e periode 1 7 6 0 6 3 ( 4 )
19875 Mark
8035 Mark
1714 Mark
5519 Mark
11116 Mark
Utrecht
(incl. Friesland en
Overijsel 176263)
14793 Mark
15778 Mark
4791 Mark
18786 Mark
Gelderland
(incl. Groningen 1761)
4061 Mark
Overijsel ( 1 7 6 0 6 1 )
41173 Mark
65009 Mark
37
Holland
W e s t Friesland
T. I
T . II
T . III
Zeeland
T. I
T . II
Utrecht
Gelderland
T . I/III
T . II
Overijsel
T. I
T . II
Gron. en Ommel.
17
36
28
11
12
37
147
11
21
4
29
2
44
40
29
44
31
22
47
19
31
9
35
31
59
190
10
20
23
.17
47
23
10
2 2
13
12
13
22
Jaartotalen
23
86
98
150
123
Halve rijders
Holland
W e s t Friesland
T. I
T . II
T . III
Zeeland
T. I
T . II
Utrecht
Gelderland
T . I/III
T . II
Overijsel
T. I
T . II
Gron. en Ommel.
20
30
Jaartotalen
16
111
35
630
49
15
142
16
14
3
14
40
19
29
29
3
57
17
14
2
7
3
19
29
33
136
10
49
45
57
49
25
25
75
50
11
75
24
78
31
228
164
65
50
648 '
38
LOD. S. BEUTH
1749
K M N
S
1750
K M N
1751
1760
S
S
M N
1761
S
S
M N
R2
1762
R2
1763
K M N
R V
B
B
B
R V
V
R V B
R V B
R V B
R V B
R V B
" a
b
K M N R V
V
V
V
V
B
B
B
B
B
B
R3
S
R2
R
S
R2
R
N
K
K
N
K M N
K M N
K
K
R
R
R
R
R
R
S
K M N R V
R4
b
II
R2
N R
II
R2
1751
R3
V
II kz. 1760 over 1 7 ? 9 ; G L
R2
a
1760
R3
N R
II normaal
b
N R V
II
a
1761
K
R2
b III kz. 1 lint aan pijlbundel
R4
R
1762
a III kz. 1762 over 1761 "
R2
N R
K
b III kz. 1 lint aan pijlbundel
R2
N
a III
1763
R
b III kz. geen lus en linten aan pijlbundel
R
K M
V
c III kz. id.; bovendien geen interpunctie
L
B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
1751
R3
I
I
II
II
II
II
II
III
III
CO
1749
1750
in
R4
R
R2
b
b
a
b
1761
1762
1763
a
b
kz. grotere G in G
kz. G L .
kz. interpunctie met :
kz. 1 lint aan pijlbundel
kz. 1 lint aan pijlbundel
R4
R2
R3
R2
R3
S
S
R3
R3
S .
R
V
R
R V
K
V
N
R V
K M
K M N R V
N
B
B
B
B
B
B
R
B
N R V B
39
Type
Type
1760
II
Vz.
Kz
Vz.
Kz.
M O . A U R . P R O . C O N F O E D . B E L G . Z E L A N D . Burcht
CONCORDIA. RES. PARVAE. C R E S C U N T
schuinaflopende grond onder paard met krulstaart;
blanke kroon met 7 juwelen in kroonband; 2 linten aan pijlbundel;
Romeinse I in jaartal; G
L
1761
1762
1763
R2
R
1764
R2
Vz.
a
b
c
d
e
f
g
Vz.
Kz.
Type
II
Vz.
Kz.
1760
R3
1763
1764
R3
R
B
V B
N
N R V B
B
N
B
B
N
R3
R2
R2
R4
S
R4
R3
R4
R2
R3
R
R2
R2
R3
R4
R3
B
V
V B
N
B
B
N
B
M
R
B
B
N
N R
B
N
B
N
K
N R V B
rijder
omschriften
Type
1761.
1762
R4
R3
a
b
c
d
e
I
I
I
I
I
f
g
h
I
I
I
II
II
II
II
II
II
II
II
a
b
K
R4
kz. Romeinse I; punt onder lint
R4
kz. geen lus aan pijlbundel; Romeinse I R3
K
kz. id.
R
M
B
B
R
B
N
N
B
B
B
B
B
B
N R V B
V
N R
N R
B
N R V B
40
LOD. S. BEUTH
Vz.
Kz.
Vz.
II
Vz.
Type
1749
1750
1751
1760
1761
1762
1763
stadswapen M O : A U R : P R O : C O N F O E D : B E L G : T R A I E C T .
CONCORDIA. RES. P A R V A E . C R E S C U N T
paard met krulstaart; kz. gespikkelde kroon;
Romeinse I in jaartal; recht stadswapen
paard met dunne staart; kroon als voren; Arabische 1 in jaartal;
ingebogen stadswapen
R2
I
I
I
II
II
R2
niet bekend
II
K
K
K
K
M
M
M
M
N
N
N
N
N
R
R
R
R
R
V
V
V
V
B
B
B
B
B
K M N R V B
I
II
R3
.
R
'
S
R
..
R3
R
S
R
K
K
K
K
K
K
K
N
N
N
N
N
N
M N
M
M
M
M
R
R
R
R
R
R
R
V B
V B
V B
V B
V B
V B
B
Vz.
II
Kz.
Vz.
M O : A U R : P R O : C O N F O E D : B E L G : D: G: X : C: Z . ;
C O N C O R D I A . R E S . P A R V A E : C R E S C U N T (dikwijls minder
punten)
hertogskroon boven provinciewapen; roos voor omschrift; valke
nier onderaan
jaartal meelopend in omschrift; G_L 1 lint aan pijlbundel
gravenkroon boven provinciewapen; boompje voor omschrift;
G E L D R I A i.p.v. D G C Z ; kz. jaartal horizontaal; G
2 linten
aan pijlbundel
hertogskroon boven provinciewapen: boompje voor omschrift
jaartal horizontaal; G i i 1 lint aan pijlbundel
niet bekend
R V
III
S
K
III kz. zonder interpunctie
R2
N
L
III
1749
1750
1751
Vz.
Kz.
a
b
a
b
c
d
e
f
1760
1761
1762
a
b
a
b
41
1751
1760
1761
1762
a
b
c
niet
kz.
kz.
kz.
vz.
I
I
R4
a
b
R4
a
b
II
II
III
III
III
bekend
GL
gesloten 5 in jaartal
Gi
interpunctie;
R4
R3
R
R4
kz. G L
R
R4
kz. G L
K
V
N R V
R
K M N R V
R
B
B
B
B
K M N R V
V
B
B
Type
II
1760
1761
1762
1763
R
R3
boompje M: A U R : P R O : C O N F O E D : B E L G : T R A N S I S A L :
CONCORDIA. RES. P A R V A E . C R E S C U N T
(geslagen te Harderwijk): vz. paard met krulstaart;
boompje voor omschrift; leeuw in provinciewapen naar links;
Romeinse I in jaartal
(geslagen te Utrecht): vz. paard met dunne staart; ster voor
omschrift; leeuw naar rechts (foutief); kz. zonder interpunctie;
Arabische 1 in jaartal
I
I
R K M N R V B
R3
V B
S
K M N R V B
niet bekend
II
R2
R
I
I
II kz. 1 lint aan pijlbundel
II kz. 1 lint aan pijlbundel
R2
R
K M N R V
K
N R V
R
K
N R V
B
B
B
B
boompje MO: A U R : P R O : C O N F O E D : B E L G : G R O N : 6 : O M L .
C O N C O R D I A . R E S . P A R V A E . C R E S C U N T . (soms minder
punten)
Geen typen te onderscheiden (geslagen in Harderwijk)
1761
a
kz. G L
b
kz. G L zonder interpunctie
c
kz. G L
d
kz. G
zonder interpunctie
L
Verzamelingen: K =
N.V.; R
Kon. Penningkabinet; M =
R
R2
R2
Rijksmunt; N =
K M N R V B
M N R V
R V
M
B
B
B
V B
Nederlandsche Bank
SUMMARY
18th century gold riders T h e author has visited all public collections
in the Netherlands and about 90 private collections, several Belgian col
lections and about 12 foreign coin-dealers. In this way he has examined
42
LOD. S. BEUTH
630 gold riders and 648 half riders of the 18th century. T h e results o f
this examination are listed in three tables.
Table I shows the number of coins which has been struck according
to the accounts, calculated in marks (1 mark = 2 4 / i 3 G.R., about
Fl. 3 4 5 ) .
Tabie II gives a survey of all specimens subdivided as to province,
date and type.
Table III lists all types and variations, their rarity and the main col
lections where they are present.
8