The Romans suffered heavy losses in a forest called Baduhenna (Tacitus, Ann. IV, 72-74). Where is Baduhenna? The author F.N. Heinsius found the Baaium battlefield. Semafoor 10.1, 2009, February, Albert Delahaye Series.
The Romans suffered heavy losses in a forest called Baduhenna (Tacitus, Ann. IV, 72-74). Where is Baduhenna? The author F.N. Heinsius found the Baaium battlefield. Semafoor 10.1, 2009, February, Albert Delahaye Series.
The Romans suffered heavy losses in a forest called Baduhenna (Tacitus, Ann. IV, 72-74). Where is Baduhenna? The author F.N. Heinsius found the Baaium battlefield. Semafoor 10.1, 2009, February, Albert Delahaye Series.
De locatie van de veldslag bij Baduhenna 28 n.Chr.
Fred Heinsius, Hoogland
Waar lag Baduhenna? Een cenvoudige vraag dic nu echter al twee millennia lang geinteresseerden heeft
beziggchouden. De bewijsvoering komt maar niet rond. Ons erfgoed bestaat uit een summier verslag in de
Romeinse kroniek van Tacitus.' De beroemde historicus schreef bociende samenvattingen, maar zadel
het nageslacht wel met allerlci vragen op. Gelukkig worden er sporadisch ontdckkingen gedaan die zi
teksten ondersteunen. Helaas ontbreken echter meestal de archcologische vondsten. Desondanks ocfent
het mistige verleden cen grote aantrekkingskracht uit, Iedere historische ontdeekingsreiziger kan immers
con poging docn om het verdwenen landschap terug te vinden.
Op een kaart van Oud-Friesland gemaakt in 1718 komt een plaats voor met de naam Baduhenne,’ Ten
‘westen hiervan, tussen Harlingen en Engelum, is een bos afgebeeld. De kaart is gemaakt door Bemardus
‘Schotanus Sterringa en Franciscus Halma. Rond Herlingen is op de kaart te lezen: "Burdo sive Burdimus
sive Bidurgus (Middelzce), Adelen (Friso?), Civ. Exiensis alias ‘t Uitkom quib. Siatutanda (Berlikum),
Badegom (Beeigum), Engelheym (Engelum), Lucus (bos) Baduhenna (Baaium?), Mantinga (Manigum),
Ooster Wierum (Oosterwienum), Bodelsweerd (Bolsward), Harlinge, Almenum en Villa Cruptoricis (Rop-
ij12)". Ervan uitgaande dat de kaart historisch correct is, lag Baduhenna op de locatie van Baaium en het
bos noordwestelijk van Baard en Hennaard rond buurtschap 't Hecchhout. De villa van Cruptorix zou dan
bij een stroom near zee gelegen mocten hebben, bij Roptazijl. De satellictfoto gceft con indruk van het
oude landschap, want de zandplaten in de Waddenzee zijn goed te zien.
De kaartmaker Schotanus heeft gebruik gemaakt van oud bronmateriaal. Zo is de plaatsnaam 'Siatutands’
afkomstig van de Griek Ptolemacus en lijkt "Burdo' cen typisch Fries-Griekse Friso-naamvanant’ (vijf
letters, twee letterzrepen, eindigend op 'o’) en waarschijnlijk zeer oud. Voor de door Schotanuis opgezeven
locatie van Badubenna pleit vooral de overeenstemming met huidige namen. Baduhenna is via Badeheim
verworden tot Bazium en Ropta kan cen verbastering zijn van Romein(se) Cruptorix Villa. Het heilige bos
moct redelijk: in gctuige de velc Badchcim-varianten in de omgeving: Baaium, Monnike-
baijum en Herbaijum. Bossen kwamen in het oude Friesland algemeen voor en de Waddenzee bestond nog
amper. De Slechtedijk is wellicht genocmd naar de veldstag en Winsum naar de omgeving van de over-
winning, Bard en Heanaard zijn relatief kleine en dicht bij elkaar gelegen plaatsen. Toch vonden de Fric-
34zen dic gewichtig genoeg om er hele gebieden naar te noemen: Baarderadec! en Hennaarderadecl. Verdcr
lijkt Bazium als geografische locatic redelijk goed aan te sluiten bij de historische bronnen en beschreven
gebeurtcaissen. Bemocdizend zijn ook de archcologische vondsten gedaan in 1997 bij opgravingen in de
‘terp Bruggeburen bij Winsum. Deze dateren uit de Romeinse periode tussen 12 v.Chr. en 28 n.Chr.*
Hoe raakten de Romeinen zo verzcild in Noord-Nederiand? De Rijn was lange tijd de belangrijkste noord-
grens van het rijk. Dit was echter goen statisch gegeven. De Romeinen waren er vooridurend op uit hun
grenzen uit te breiden. De hele noordocver van de Rijn in Nederland en Duitsland wilde men veroveren tot
aan de rivicr de Elbe, Daar waren de Romcinen in 28 n.Chr. mec bezig toen de Friezen in opstand kwa-
‘men, Het gebied van de Friezen en Chauken was crucial voor de Elbepolitick. De gebiedsuitbreiding
werd ingezet onder de Romeinse veldheer Drusus en voltrok zich in twee fasen langs rivieren vanuit de
Rijngrens: 1.Vecht-UJ-grens langs Velsen met cen monding in zee bij Camperduin; 2.UJssel-Vliestroom-
‘gens met een monding in zee tussen Vlieland en Terschelling. De route langs Velsen kenmerkte zich door
cen te sterke en nadelige getijdenwerking. * Drusus wilde in cen tangbeweging Germanié veroveren. De
ems vormde de dende grensrivier.
Langs de grensrivieren sionden castella: Romeinse forten. De castclla in Vechten en Velsen zijn gclokali-
seerd en er zijn archeologische vondsten bekend uit Velserbroek waar flink gestreden is. In Noord-
Nederland stonden meerdere Romeinse forten, maar de locatie is niet zeker. Het waren geen kasiclen,
maar houten uitkijktorens gelegen op strategische plaatscn langs de grensrivieren bij plaaisen als Docs-
tung, Kampen, Sevaren (westajSs Vise) a op Victnd. Dc Fiicoen bein ia opeland gen con bien
sporige belastingverhoging en maakten de gebicdsuitbreiding boven de Rijn uiteindelijk weer helemaal
‘ongedaan door de Romeinse aanvalslinies op te breken. ° Hicr zijn de Friezen dertig jaar mee bezig ge-
weest. erst langs de Vliestroom en daama langs het Oer-IJ. In 47 n.Chr, zag het er voor de Romeinen al
0 beroerd uit dat general Corbulo werd teruggeroepen naar de linker Rijnoever uit het vijandelijke ye-
bied, bezet door de Friezen. Na de terugirekking van Corbulo stopten de Romeinen met de verovering van
Duitsland om vervolgens Groot-Brittanié te gaan sanvallen. In 58 n.Chr. hebben de Friezen het grondge-
bied weer helemaal teruggewonnen. Tacitus noemt dit “het bezeucn van de noordelijke Rijnoever’ door de
oes: Ds vermin ras G2 bees ce 2 4 Debnes Fe ee e
Romeinse veroveringsgeschiedenis. De archeologische vondsten in Velserbrock zijn vermoedelijk te datc-
ren na de verovering van het castcllum Flevam (28 n.Chr.) en voor de totale bezetting van de noordelijke
Rijnoever (58 n.Chr.) door de Friezen.
Op meerdere kaarten is de plaatenaam Siatutanda afgebeeld (Ortelius, Schotanus). De naam is afkomsti
van de Grick Ptolemacus (87-150 n.Chr.) en verwijst naar Tacitus’ Annalen met een passage wearin de
Friezen zich terugtrekken in hun woonplaats om hun eigendommen te beschemen: ‘sua tutanda’.' Deze
plaats ligt in de (ruime) omgeving van het slagveld. Ptolemscus heeft de geografische positic bepzald van
Flevum hierna ‘het fort’, waarschijnlijk het castellum, Vlieland of de Vliemond, en Siatutanda, ’ Zijn coor-
dinaten corresponderen nict met onze graden, omdat hij uitging van de meridiaan van Alexandrié. Uit
vergelijking van zijn geografische getallen van resp. 54° 45° NB en 54° 20° NB blijkt dat het fort cn Siatu-
tands op dezelfde brosdtegraad lagen. Anno 2008 ligt Vietand op 3°28 NB en Berlikum op 53° 14° NB.
Een kaart van Ptolemacus’ waarnemingen® plaatst de Friezen op de rechteroever van de Vlicstroom tussen
Portus Marian (haven bij Mariéngaarde) en Mediolanu (ingang Middenleck naar Middelzee). De grensri-
vier is genaamd ‘Indrus-Flu’ naar de ingang van Drusus voor Doesburg of Drususburg. Dc rivicr loupt op
éc kart langs de Oude Ussel en de Issel via Bocholt vanaf Coesfeid (Minster). De Drusasgracht loopt van
Hamminkein (D) naar Ulfi (NL) en siuit aan op een passage van de oude Rhein bij Galaystralle maar de
Issel bij Romerrast. De aanvoeriijn van Drusus leverde de kortste vaarroute op van Xanten naar Vlicland
met con voordelige siroomrichting.
De Vliestroom mondde uit in de Noondzee tussen Vlicland en Terschelling. Het castellum Flevum lag
waarschijnlijk inderdaad op Vlieland. Destijds cen groot eiland bestaande uit Vlieland en Texel, stratc-
gisch gelegen op de noordwestflank van Nederland waaruit zowcl de Nederlandse als de Duitse kust ge-
controleerd kon worden. De satcllictfoto geeft een indruk van de grootte van het oude ciland als Vlicland
denkbceldig wordt teruggeduwd naar het vastcland. Op het fort bewaakte een niet onaanzienlijke menigte
Romeinen de kust van de ‘Oceaan’.' Terschelling was tocn relatief klein en minder geschikt voor cen gro-
tere legerbasis. De extra trocpen uit het vijfde legioen trokken uit de thuisbasis Xanten naar Viicland via
de route GalaystraBe, Romerrast, Issclburg, Doesburg en vandaar Ussel en Vlicstroom. Aanvankclijk
lingen gelegen landtong (Langerzand of Brecbank) waama ze oprukten naar Berlikum. De strijd eindigde
de volgende dag uiteindclijk in het bes bij Baaium en bij Roptazijl. Daarbij verloren in totaal 1.300 Ro-
32meinse soldaten het leven. De verliezen aan Friese zijde zijn onbekend, Rerlikum hebben de Romeinen
‘waarschijnlijk nooit bereikt. De streatnamen Fortweg en Kampweg op Vlieland vormen nog een duideliike
verwijzing naar de Romeinse geschiedenis van het ciland,
Samenvattend zijn de volgende locatics ontstaan: Baduhenna: bos bij Baaium, Monnikebaijum en Herbai-
jum noordwestelijk van Lions, Baard en Hennsard tot Franeker. Buurtschap ‘t Heechhout (Littenseradiel)
‘vornt het leatstc overblijfsel van dit oude bos, Villa van Cruptorix: ingang naar zee gelegen naast een
verdwenen lanctong bij Roptazijl; Castellum Flevum: op Vliclend bij de Fortweg of Kampweg, westzijde
monding Vliestroom tussen Vlicland en Terschelling; Siatutanda (Gricks, Ptolemaeus) sua tutanda (La-
tijn, Tacitus): Berlikum; Veldslag: vanuit Vlieland, via de landtong naar Harlingen-Roptaziil, to Baaium.
Lange tijd overheerste de algemene opinie dat het heilige Baduhennawoud vanwege de archeologische
vondsten gezocht moet worden in de omgeving van Velsen. Vooral Velserbroek” en Heiloo” zijn regelma-
tig genoemd. Om meerdere redenen ben ik echter van mening dat het castellum Fievum en Baduhenna niet
bij Velsen lagen. De Friese opstand verschoof namelijk van noord naar zuid en niet andersom. Een fun-
damentbalk in Velsen 2 wordt dendrochronologisch gedateerd in de winter van 42-43 n.Chr. "' Dit betreft
dan waarschijnlijk de legerplaats dic generaal Corbulo in 47 n.Chr, met vecl inspanning aan het bouwen
‘was, tocn hij gesommeerd werd om zich terug te trekken op de linker Rijnoever. " De afgang van Corbulo
was mogelijk het gevolg van de dramatische nederlaag in de slag bij Velserbroek. Velsen I valt volgens
mij af als locatie van castellum Flevum, omdat er aan de legerplaats geen cenduidige cinddatum wordt
toegeschreven"’ dic echter rond 28 n.Chr. zou mocten liggen. Ook de archeologische vondsten van de
Westfriese stichting Baduhenna leiden tot dusver nict tot andere inzichtcn. In Heiloo zijn latere Romeinse
sporen aangetroffen van tussen 100 en 300 n.Chr.'® Een goed alternatief voor het castcllum bij Velsen op
grond van naam, ligging en functie vormt het nautische scheepskamp castra Navalia.'*
Mijn eindconclusic is dat de veldslag bij Baduhenna in 28 n.Chr. gelokaliseerd moet worden tussen Vlic-
land en Baaium, en beslist nict in West-Friesland. De Friese overwinning bij Baaium vormde achteraf
bezien cen keerpunt in de Romeinse veroveringsgeschicdenis. Nict Noord-Germanié, maar Groot-Brittanié
werd ingcliifd. Het strijdtoneel verplaatste zich na de Romeinse strategiewijziging via Velsen meer en
meer naar de Rijngrens. De strijdlustige adolescenten van de Friezen speelden daarbij een steeds promi-
nenter rol. Het leidde uiteindelijk tot de bezetting van de Romeinse grenszone op de noordelijke Rijnoever
door de Frisii Minores. Rond 58 n.Chr. kwam aan de Friese opstand een einde met het bezock van Verri-
tus en Malorix aan keizer Nero, De historische opstand gedurende dertig jaar bijna twee millennia geleden
moet een belangrijk ingrediént zijn in het Friese recht op vrijheid.
' Tacitus, Publius Comelius Annales, IV 72-74
2 Kaart oud.Friesland http./images tresoar.nV/kaarterVindex.php?doc~stlassen/3227%200%20kIuis/081
* Heinsius, F. Prins Friso: eerste koning van de Friezen Heinsius Hoogland 2008, p. 20
“Bos, J_M., M.J.L.Th, Niekus & J. Scheffer, "Romeinen in Friesland’ in: Noorderbreedie jg 21 nr. 5, 1997, p. 2-5
5 Jung, ELF.& J.W.Vorrink (vert.) De Germanen: bloci en neergang van de bedwingers van het Romeinse Rijk Tition
Baam 1996 *, p. 195
* Deze ontwikkclingsgang baseer ik vooral op Tacitus Annales (XI 18) die een continue Friese opstand suggereert
gerst tegen Lucius Apronius en vervolgens tegen generaal Corbulo.
" Byvanck, A.W. Excerpta Romana De Bronnen der Romeinsche (eschiedenis van Nederland. Deel 1 Grote Serie
73 Nijhoff 's-Gravenhage, p. 318
:(/arww inghist al/etrobocken/excempta/#1:335
* Ptolemaeus, Claudius De 'Geographia’ van Ptolemaeus: vijfliende-eewwse kaarten uit de 'Cosmographia’. Alphen
aan den Rijn: Atrium 1990. Tabulae V, linker deel.
* Breakman, W.A. 'Baduhenna. Godin van het slagveld! in: Westerheem: nwcemaandelijis orgaan van de Archeologi-
sche Werkgemeenschap voor Westelijk Nederland, jg 50 nr. 1 (feb) 2001, p. 2-12
bttp:/theo| eldoc.ub.rug.nl FILES /root/BraakmanW A/Baduhenns, Godinvanhe/Baduhenn’_péf (zonder plaatjes)
" Stichting Baduhenna. Stichting Regionale Archeologie Baduherma te Heiloo
hhttpy/vww_badubenns.nl/page id=20
"' Weerd, M.D. de 'Archiologische Beobachtungen anhand der Fundminzen aus Kalkriese und aus den tiberisehen
Lagem Vechten und Velsea' in: Grinewald, T. Kontinuitat und Diskontinuitdt 2003 p.189
9 fbocks.google.com/books?hi=aléetr=&id=1CJOxv2JiVOC&oi=fnd&epe=PATR9
* Tacitus, Publius Comelius Annales, XT20
'° Bron: bttpy/www mediterrances,net/civilisation/Rich/Articles/Armee_romgine/Cemp/Castra,html
33UEM elm a8
Welkom bij SEM
(Terue naar boofdowsind [Contartersevens]
SEMafoor 10.1 (ebruari 2009)
Inhoud
1 Van deredictie
2 Ben Viuamse lerer reageert op Ruud van Veen K. Wayenberg
6 DeGallische mil op het internet! van Veen
7 Milipalen Carsvalla in Nadesland weevalat voorgesteld H. Wijfels
10 Ratnelnse heerbanen in Nederland: mijlen en leugae P_Volmes
1 Alle wegen leiden maar Noviamagus K. Zagt
23 Archeo-logiea lj Tollhamer R ven Veen
25 Varus in Wost en Oost A. Mass
go Pax Romana. De Romeinse vrede in de Lage Landen P.van Overbeek
1 Deloraide van de veldelog bij Baduheana 28 nthe. F. Helnshus
4 Geschiedenis van Groniagen van Veen
gp Johannes Braadsted ~ Ean tweede lering K. Wayenberg
40 Tentoonstellingen en SEMaloortjes Resactia
Van de redactie
Voor u ligt het eerste nummer van al weer de tiende janegang.
fe oproep aan one lesers In Belgien Noord-Franksljk heeft een boven verwachting
grote respons upgdeverd. We antvlagen bijdragen van dacques Formaui en Hans
Wififels, maar ook van Frans Volmer en Kurt Wayenberg die nog siet eerder in SEMafonr
publiceerden,
Maar ookzliner bijdragen van alewwe SEMafoor-auieurs uit Nederdand en wel-van Fred
Heingius en Kirsten Zagt,
Er biijlt daaruit dat er kwantitatie en kwalitatie! voor SEMafoar geen sprake bs vin een
secessle. We moges hopen dat zovee nieuwe auteurs ook gaan leiden tot aleuwe
abonnees,