You are on page 1of 5

Begrippen hoofdstuk 10 en 11

Klassieke oudheid/periode
De Klassieke periode is een periode in de geschiedenis van Griekenland tussen ca. 500323(30) v. Chr. Als begin worden de Perzische Oorlogen aangemerkt, het einde wordt gelegd bij de Peloponnesische Oorlog.

Perzische oorlogen
De Perzen hadden de Griekse kolonin in Ioni op de westkust van Klein-Azi veroverd. In het jaar 500 v.Chr. kwamen de kolonin in opstand en kregen steun van Athene en van de stad Eretria (op het eiland Euboea, nu via). Koning Darius I van Perzi onderdrukte de Ionische opstand en wilde daarna Athene en Eretria straffen en tevens Europees Griekenland veroveren. In 492 v.Chr. werd het Perzische gevaar afgewend, omdat de Perzische vloot in een storm bij de berg Athos werd vernietigd, waarna ook het Perzische leger naar huis terugkeerde. In 490 v.Chr. volgde een tweede Perzische aanval, nu alleen over zee. Eretria werd verwoest en daarna ontscheepten zich de Perzen in de vlakte van Marathon (nu Marathnas) aan de oostkust van Attika, maar daar werden ze door Atheense troepen onder Miltiades op de vlucht gedreven. Weer keerden de Perzen zonder resultaat naar huis terug. in 480 v.Chr. stuurde Xerxes, Darius' zoon en opvolger,opnieuw een leger en een vloot naar Griekenland. Na raadpleging van het orakel van Delphi had de Atheense staatsman Themistocles een grote vloot laten bouwen met de inkomsten van de zilvermijnen van Laurion (nu Lvrio). In de pas van Thermopylae hield de Spartaanse koning Leonidas met een klein leger de Perzen enkele dagen tegen, maar toen een verrader (Ephialtes) de Perzen de weg wees door het gebergte, stootte het vijandelijke leger door naar het zuiden. Athene werd in brand gestoken, maar de bevolking was op voorhand gevlucht naar de eilanden Aegina en Salamis (nu yina en Salmina). In de baai van Salamis leed de Perzische vloot een nederlaag en in 479 v.Chr. werd het Perzische landleger bij Plataeae (nu Plates) verslagen door koning Pausanias van Sparta. Spoedig daarna werden ook de Ionische steden en eilanden van de Perzen bevrijd. Slag bij marathon De Slag bij Marathon was de beslissende veldslag die de Eerste Perzische Oorlog eindigde en de eerste poging van de Perzen om de Griekse stadstaten bij het rijk te voegen. De Slag bij Salamis was een zeeslag tijdens de Tweede Perzische Oorlog tussen de Griekse stadstaten en Perzi onder Xerxes die plaatsvond in september 480 v.Chr. in de zee-engte tussen Piraeus en Salamis. Het was een keerpunt van de oorlog waarmee de Perzische opmars gestuit werd. De Atheense generaal Themistocles kon ondanks de grote Perzische overmacht de Griekse bondgenoten overtuigen de strijd nogmaals aan te gaan na de onbesliste Slag bij Artemisium. De Perzen stonden onder druk vanwege de naderende winter die het moeilijk zou maken het invasieleger te bevoorraden. Om niet op te hoeven trekken tegen de ingegraven positie van de Peloponnesische legers die de Isthmus van Korinthe verdedigden, besloot men met de vloot een omtrekkende beweging te maken en de dreiging van de Griekse vloot te elimineren, ondanks waarschuwingen van koningin Artemisia van Cari, die bepleitte om de Griekse vloot in toom te houden met een klein deel van de Perzische vloot, terwijl de rest troepen zou kunnen aanvoeren.

Door de beperkte manoeuvreerruimte in de zeestraat werkte de numerieke overmacht van de Perzen in hun nadeel en de Grieken wisten minstens 200 schepen te veroveren. Slechts een klein eskader wist zich zonder verliezen door vaardigheid en tegenwoordigheid van geest te redden 5 schepen onder bevel van admiraal-koningin Artemisia. In het nauw gedreven door de Grieken viel zij een Perzisch schip aan. De Grieken hielden haar daardoor voor een bondgenoot en lieten haar gaan. De sluwheid van de koningin was Xerxes' enige succes. Xerxes trok zich daarop terug en liet zijn veldheer Mardonius achter. Deze werd het jaar daarop beslissend verslagen in de Slag bij Plataeae. Een andere grote veldslag, de slag bij Mycale aan de kust van Klein-Azi, beindigde de Tweede Perzische Oorlog in het voordeel van de Grieken. Slag bij salamis Slag bij SalamisSlag bij Salamis Onderdeel van de Tweede Perzische Oorlog Slag bij Salamis. De Slag bij Salamis was een zeeslag tijdens de Tweede Perzische Oorlog tussen de Griekse stadstaten en Perzi onder Xerxes die plaatsvond in september 480 v.Chr. in de zee-engte tussen Piraeus en Salamis. Het was een keerpunt van de oorlog waarmee de Perzische opmars gestuit werd. De Atheense generaal Themistocles kon ondanks de grote Perzische overmacht de Griekse bondgenoten overtuigen de strijd nogmaals aan te gaan na de onbesliste Slag bij Artemisium. De Perzen stonden onder druk vanwege de naderende winter die het moeilijk zou maken het invasieleger te bevoorraden. Om niet op te hoeven trekken tegen de ingegraven positie van de Peloponnesische legers die de Isthmus van Korinthe verdedigden, besloot men met de vloot een omtrekkende beweging te maken en de dreiging van de Griekse vloot te elimineren, ondanks waarschuwingen van koningin Artemisia van Cari, die bepleitte om de Griekse vloot in toom te houden met een klein deel van de Perzische vloot, terwijl de rest troepen zou kunnen aanvoeren. Door de beperkte manoeuvreerruimte in de zeestraat werkte de numerieke overmacht van de Perzen in hun nadeel en de Grieken wisten minstens 200 schepen te veroveren. Slechts een klein eskader wist zich zonder verliezen door vaardigheid en tegenwoordigheid van geest te redden 5 schepen onder bevel van admiraal-koningin Artemisia. In het nauw gedreven door de Grieken viel zij een Perzisch schip aan. De Grieken hielden haar daardoor voor een bondgenoot en lieten haar gaan. De sluwheid van de koningin was Xerxes' enige succes. Xerxes trok zich daarop terug en liet zijn veldheer Mardonius achter. Deze werd het jaar daarop beslissend verslagen in de Slag bij Plataeae. Een andere grote veldslag, de slag bij Mycale aan de kust van Klein-Azi, beindigde de Tweede Perzische Oorlog in het voordeel van de Grieken. In augustus 490 v.Chr. landde een Perzische expeditieleger op advies van Hippias aan de oostkust van Attika, ter hoogte van het dorp Marathon, op 42 km en 195 m ten noordoosten van Athene. Onder de charismatische leiding van Miltiades wisten de Atheners deze poging te verijdelen. Volgens hoge ramingen verloren de Perzen 6000 7000 man. Daartegenover sneuvelden er "slechts" 192 Atheense burgers, wier stoffelijk overschot ter plaatse werd bijgezet in een nu nog bestaande grafheuvel. Leonidas Themistocles

Peleponnesische oorlog
De Peloponnesische Oorlog (431 - 404 v.Chr.) was een strijd tussen de oude stadstaten Athene en Sparta, de twee grootmachten van het Griekenland van die tijd.

Het was een lange en afmattende oorlog (met onderbrekingen af en toe) tussen beide Griekse grootmachten, de aristocratische oligarchische landmacht Sparta en de democratische zeemogendheid Athene, elk met haar bondgenoten. Omdat geen enkele Griekse stadstaat in deze oorlog neutraal en afzijdig kon blijven, kan men dit conflict gerust een kleine "(Griekse) wereldoorlog" noemen. Na afloop van de oorlog kwamen beide partijen zo verzwakt uit de strijd, dat zij geen van beide ooit nog hun vroegere grootheid konden terugwinnen.

Delisch-attische zeebond
Na afloop van de Perzische oorlogen kwamen de staten die door de Perzische expansiepolitiek bedreigd waren, in 477 v.Chr. samen op Delos om als tegenhanger van de Peloponnesische Bond een militair samenwerkingsverbond te sluiten met het doel onderlinge hulp te verstrekken tegen de dreiging van de Perzen. De leiding van de Delische Bond werd toevertrouwd aan Athene, omdat het de machtigste vloot bezat. Het eiland Delos werd gekozen als centrum en zetel van de vergaderingen, waarbij Athene evenals de andere lidstaten (spoedig meer dan 150!) slechts n stem had. De lidstaten verplichtten zich ertoe schepen ter beschikking stellen ofwel een evenredige financile bijdrage te leveren. In de praktijk was het toch Athene die de dienst uit maakte en werd de Delische Bond geleidelijk aan misbruikt als instrument voor de uitbouw van een Atheens imperium. De kleinere lidstaten bleef doorgaans geen andere keuze dan het machtige Athene in alles te volgen. Oppositie en afvalligheid werd niet geduld, en zelfs als verraad afgestraft. Toen Athene in 454 v.Chr. onder impuls van Pericles eenzijdig besloot de bondsschat binnen haar eigen stadsmuren in veiligheid te brengen, werd het duidelijk dat de "supermacht" Athene de leiding had overgenomen. Lidstaten die zich hiertegen verzetten, verloren hun zelfstandigheid. Athene kon het zich permitteren eenzijdig de bondsbijdrage te verhogen en de contributie aan te wenden voor eigen doeleinden (o.m. voor de realisatie van grootscheepse bouwwerken op de Acropolis, en andere infrastructuurwerken). Dit arrogante imperialisme van Athene was de hoofdoorzaak van de Peloponnesische oorlog, die in 404 v.Chr. eindigde met de volledige nederlaag van Athene, dat daarbij zijn controle over Delos verloor vanwege de opheffing van de Attisch-Delisch Bond.

Tweede attische zeebond


In 377 v. Chr. werd de Tweede Delisch-Attische Zeebond opgericht, die aanvankelijk tegen Sparta was gericht. Hij was minder uitgebreid dan de eerste Delische Attische Bond en gaf meer rechten aan de bondgenoten van Athene. Door de steeds toenemende dominantie van Athene in de bond kwamen Byzantium en de eilandstaten Chios, Rhodos en Cos in opstand, gesteund door koning Mausolus van Cari. De bond viel uiteen in 355 v. Chr.

Philippus 2
Philippos II van Macedoni was koning van Macedoni van 359 tot 336 v.Chr. De onderlinge oorlogen hadden de Grieken uitgeput. Toen het ten noorden van Griekenland gelegen Macedoni - door de spotlustige Grieken niet voor volwaardige Grieken aangezien - zich tot een belangrijke militaire macht ontwikkelde, betekende dat al spoedig de ondergang van de onafhankelijke, elkaar steeds bestrijdende, Griekse stadstaatjes. Van de verzwakking en verdeeldheid maakte Koning Philippus II van Macedoni (359-336 v.Chr.) gebruik door met zijn uitmuntende leger steeds verder in Griekenland door te dringen. Demosthenes riep de Grieken op hun vrijheid te verdedigen. Enkele Griekse steden verenigden zich, maar in 338 v.Chr. leden ze tegen Macedoni de nederlaag bij Chaeronea (nu Hernia). Dat was het einde van de onafhankelijke Griekse stadstaten; de macht verschoof naar het tot dan toe onbelangrijke Macedoni. Philippus verbood de Grieken alle onderlinge oorlogen en verbonden, werd zelf de leider van de Griekse staatjes en liet zich kiezen tot opperbevelhebber tegen de Perzen. Maar voor hij de grote veldtocht kon beginnen, werd hij vermoord. Zijn zoon Alexander de Grote volgde hem op.

Pericles

Het attische drama


Dit is waarschijnlijk ontstaan uit beurtzang tussen koor en voorzanger tijdens de processies die deel uitmaakten van de feesten ter ere van de wijngod Dionysus. In de meeste tragedies stond de verhouding tussen de mens en de goden centraal. Onderwerpen werden vaak gekozen uit de oude sagen en mythen. Een komedie had in de begintijd(vijfde eeuw) trekken van een politiek cabaret ingekleed in een toneelspel. Bij beide gevallen speelde het koor een rol begeleid door muziek. Rijke burgers en metoiken betaalden de voorstellingen.

De sofisten
In de tweede helft van de vijfde eeuw begonnen rondtrekkende leraren tegen betaling les te geven in welsprekendheid. Deze leraren werden sofisten genoemd. Zij dachten ook na over staat en maatschappij over de taal en over de normen voor het menselijk gedrag.

Socrates
Socrates (Athene, ca. 470 v.Chr. -399 v.Chr.) was de eerste van de drie invloedrijkste filosofen (naast Plato en Aristoteles) uit de Griekse oudheid, vooral bekend als uitvinder van de socratische methode. Hij was de eerste die het handelen van de mens centraal stelde in zijn wereldbeschouwing vanuit de vraag: hoe moeten wij zo verantwoord mogelijk leven? In 399 werd hij veroordeeld door de volksrechtbank tot het drinken van de gifbeker omdat hij de jeugd bedorven zou hebben.

Plato
Plato (Athene, ca. 427 347 v.Chr.) was een Grieks filosoof en schrijver. leerling van Socrates en leraar van Aristoteles, is een van de meest invloedrijke denkers in de westerse filosofie. In 390 stichtte hij de Atheense Academie, het eerste instituut voor hoger onderwijs in het westen. Plato geloofde dat alles op aarde een afschaduwing was van prototypen en grondvormen in een hogere wereld, de wereld der ideai(grondvormen). Slechts door grondige studie van ale aspecten van de werkelijkheid kon de mens zich herinneren wat zijn ziel vroeger geweten had.

Aristoteles
Aristoteles(384-322) was platos voornaamste leerling. Hij geloofde niet in de ideai en dacht dat alles op aarde logisch te ordenen was.

Herodotus
In de vijfde eeuw ontstond de geschiedschrijving. Herodotus(485-425) schreef de historn over de Perzische oorlogen. Hij probeerde de waarheid te achterhalen en vertelde geen mythische verhalen.

Alexander de grote
(P 356 v.Chr. 323 v.Chr.[2]) was een koning van Macedoni. In 336 v.Chr. volgde hij zijn vader Philippus II van Macedoni op op de troon. Na de dood van Philippus erfde Alexander een sterk koninkrijk en een ervaren leger. In 334 v.Chr. viel hij het door Perzen beheerste Anatoli binnen en begon een reeks van campagnes die tien jaar lang duurde. Alexander brak de macht van Perzi in een reeks van beslissende veldslagen, met name de veldslagen van Issos en Gaugamela. Vervolgens wierp hij die Perzische koning Darius III omver en veroverde het gehele Perzische Rijk. Het Macedonische Rijk strekte zich nu uit van de Adriatische Zee tot de Indus. Naar aanleiding van zijn wens om "het einde van de wereld en de Grote Buitenste Zee" te bereiken, viel hij India binnen in 326 v.Chr., maar werd uiteindelijk gedwongen om terug te keren door de bijna-muiterij van zijn troepen. Alexander stierf in Babylon in 323 v.Chr. In de jaren na de dood van

Alexander verscheurde een reeks van burgeroorlogen zijn rijk wat resulteerde in de vorming van een aantal staten die werden geregeerd door de Diadochen, Alexanders overlevende generalen. Hoewel hij vooral bekend is door zijn grote veroveringen, was de blijvende erfenis van Alexander niet zijn bewind, maar de culturele diffusie die zijn veroveringen veroorzaakten. Alexanders nederzetting van Griekse kolonisten en cultuur in het oosten resulteerden in een nieuwe Hellenistische cultuur, waarvan bepaalde aspecten nog duidelijk in de traditie waren in het Byzantijnse Rijk tot het midden van de 15de eeuw. Alexander werd legendarisch als een klassieke held in de vorm van Achilles en speelde een grote rol in de geschiedenis en mythe van Griekse en niet-Griekse culturen. Hij werd de maatstaf waarmee generaals, zelfs vandaag nog, zichzelf vergelijken en militaire academies over de hele wereld onderwijzen nog steeds zijn tactische heldendaden

Aetolische en achaeische bonden


Deze bonden hadden zich ontwikkeld in de gebieden waar de ethnos domineerde. Niet n polis had de leiding en er was dus sprake van een bondstaat. Burgers hadden dubbel burgerrecht een stem voor hun eigen polis en een stem voor de bond. Ook deze bonden konden de romeinse overmacht niet aan. Antiochus 3 Ptolemeische rijk -ptolemaeus 1 en 2 Mysteriegodsdienst

Hellenisme
De periode waarin het hellenisme overheerste begon na de veroveringen van Alexander de Grote, die naar het oosten en zuiden toe een groot rijk stichtte (ca. 334 - 323 v.Chr.) dat grotendeels bestond uit het vroegere Perzische Rijk en waarin de Griekse taal de lingua franca werd; van Macedoni tot in Egypte en van Zuid-Itali tot in het noordwesten van India werd het zogeheten koin-Grieks gesproken, wat "algemeen Grieks" betekent. De belangrijkste rijken in het hellenistisch cultuurgebied waren het rijk der Seleuciden in Syri en dat der Ptolemaen in Egypte. Als eindpunt wordt de Romeinse verovering, in het bijzonder van Egypte, genomen (30 v.Chr.), al bleef het Grieks ook nadien in de oostelijke helft van het Romeinse Rijk de overheersende taal. Ofschoon de zelfstandige politiek van de hellenistische koninkrijken hiermee ten einde was, was ondertussen het hellenisme de overheersende cultuur onder de besturende elite van het Romeinse Rijk geworden. Men kan dus zeggen dat de Romeinen de Grieken politiek overwonnen terwijl tegelijkertijd de Grieken de Romeinen cultureel overwonnen door middel van het hellenisme. Hellenistische invloeden strekten zich uit tot handel en verkeer, literatuur, wetenschap, filosofie en de kunst, waaronder bouwkunst en beeldhouwkunst. Kenmerken van het hellenisme waren, behalve het eerder beschreven syncretisme, onder meer internationalisering (onder meer in handel en verkeer), systematisering (stedenbouw), realisme (algemeen in de kunst) en individualisme (portretkunst).

You might also like