You are on page 1of 6

Verantwoording 0.1 Wat is het onderwerp van deze les en hoe maak je dat betekenisvol?

Het onderwerp van de les is De Atheense democratie. Bij de les heb ik de volgende hoofdvraag geformuleerd: Hoe democratisch kan een samenleving zijn? Dit is tevens de betekenisvolle vraag. In de les(sen) wordt behandeld wat het nieuwe systeem inhield, en waarom dit systeem, een eerste vorm van democratie, werd ingevoerd in Athene. En hoe het systeem werkte en in elkaar zat. Ik maak het betekenisvol, door de grote tegenhanger van de democratie (Sparta, traditie cultuur) uit te leggen, en de waarde van een democratie goed en duidelijk uit te leggen/duidelijk te maken. Het leert de leerlingen iets over de (soort) samenleving waarin ze leven. Ook heb ik twee deelvragen geformuleerd: - Wie in het volk krijgt de macht? - Aan welke criteria moest men/het volk voldoen om de macht te krijgen? Basisinzicht Het basisinzicht wat bij deze les hoort is: Als Athene geen democratie heeft gehad, zouden wij deze bestuursvorm tegenwoordig ook niet kennen.

0.2 Wat zijn de leerdoelen voor de les? - Aan het eind van de les kunnen de leerlingen aan de hand van het schema uitleggen hoe de Atheense democratie werkt. - Aan het eind van de les kunnen de leerlingen twee verschillen noemen tussen de stadstaat Athene en de stadstaat Sparta. - Aan het eind van de les kunnen de leerlingen uitleggen waarom iemand in Athene de leiding had en waarom iemand de leiding had in Sparta. 1. INTRODUCTIE (tijdsduur: ..........) 1.1 Wat gebruik je als aandachtrichter/aansluiter voorkennis? Als aandachtrichter gebruik ik een praktisch voorbeeld van democratie. Ik vertel de leerlingen dat ik een Snickers heb gekregen, maar die dat ik die zelf niet wil opeten. Ik vraag de leerlingen of zij iemand willen kiezen die de Snickers verdient en mag hebben. Ik zet in de klas een tafel apart laat en leg daar een klassenlijst op. Ik laat de leerlingen n voor n naar de tafel toegaan en een kruisje/vinkje achter de naam van de persoon zetten, die hij/zij de Snickers zou geven. De leerlingen mogen niet op zichzelf stemmen. Ik doe het bewust op deze manier, zodat de leerlingen niet weten wie de leerling voor hem of haar heeft aangekruist. Voordat ik de leerlingen naar de tafel laat gaan, laat ik ze een 2 minuten nadenken, over de persoon aan wie ze de Snickers gunnen. Als iedereen geweest is, kijk ik welke leerling de meeste kruisjes heeft, en de Snickers krijgt. Ik heb de leerlingen democratisch laten kiezen. Aan de hand van dit praktische voorbeeld leg ik de link naar de eerste democratische systeem dat ontstond in Athene. Ik vraag de leerlingen op welke manier ik bovenstaand voorbeeld heb kunnen doen als het niet democratisch was. Het antwoord hierop is dus dat ik gewoon iemand had gekozen. Ik vraag de leerlingen wat het (grote) verschil is met de democratie. En welke manier zij eerlijker vinden. Aan de hand van het antwoord stap ik over op de instructie. 1.2 welke informatie geef je aan de leerlingen over de inrichting van de les? Aan het begin van de les geef ik nog geen informatie, maar laat ik ze eerst stemmen (zie 1.1). Na de stemming vraag ik ze of ze enig idee hebben wat voor systeem ik heb laten zien. En wat het

onderwerp van de les(sen) is. 2. INSTRUCTIE (tijdsduur: .) 2.1 Waaruit bestaat de instructie? In de instructie ga ik dieper in op het onderwerp Atheense democratie. Aan de hand van een schema geef ik structuur aan het onderwerp, en maak ik het concreet. Waarom hebben mensen invloed op het bestuur?

Atheense democratie

Tegenhanger Sparta

Bron 9 Atheense Democratie

50 personen Dagelijkse Leiding (regeerders) Leiders/vloot/regels (10) Raad van 500 kiezen kiezen Volksvergadering - 40x per jaar - mannen met burgerrecht* Bron 9 * Burgerrecht had men als beide ouders Athener zijn, en land in bezit had. Loten

Rechters

Volksvergadering: Alle mannen met burgerrecht kwamen 40 keer per jaar bij elkaar en gingen vergaderen en overleggen welke mannen er in de Raad van 500 moesten komen. De Raad van 500 was erg belangrijk, en bestond uit 500 mannen met burgerrecht. De mannen in de Raad van 500 hadden een belangrijke taak: Ze kozen namelijk 50 mannen uit die de dagelijkse leiding hebben. Deze mannen maakten de wetten en de regels in Athene.

Volksvergadering Deze 50 mannen kan je vergelijken met de Tweede Kamer: De mensen in de Tweede Kamer maken wetten en regels, en overleggen samen hoe ze het land willen besturen. Deze mensen zijn gekozen door het volk: De volksvergadering. In de volksvergadering werden nog meer zaken overlegd en bepaald: bijvoorbeeld welke mannen rechters zouden worden. Dit werd bepaald door een loting. Een andere belangrijke taak van de mannen in de volksvergadering was het kiezen van de 10 mannen die de leiding krijgen over de vloot: over de (oorlog)schepen. Deze 10 mannen mochten ook eigen regels maken.

Spartaanse oligarchie

Koningen Magistraten
Gerousia; Raad van 28 oude mannen (60+) Adviseerden
Volksvergadering. Alleen mannen van 30 jaar en ouder. Komen soms bijeen. Om in te stemmen met wat bovenstaanden besproken hebben Perioiken; Tweederangs burgers. Wel vrij, geen politieke rechten

Heloten; volkomen rechteloos, tot slavernij gebrachte mensen.

De koningen en de magistraten, de belangrijkste ambtsdragers, hadden de meeste macht in Sparta. Zij waren de baas. Na de koningen en de magistraten had de Gerousia, de Raad van 28 de meeste macht. In de Raad van 28 zaten alleen maar oude mannen, die 60 jaar en ouder waren. De taak van deze oude mannen was de koningen en magistraten advies geven over bijvoorbeeld nieuwe wetten of hoe ze moesten regeren. Zij hadden deze taak omdat ze al heel lang in Sparta waren, en al heel sterk waren geworden door een strenge en harde opvoeding; ze wisten al heel veel. De volkvergadering kwam, in tegenstelling tot Athene, soms bij elkaar. De mannen in de volksvergadering in Sparta waren allemaal 30 jaar en ouder. Mannen van 30 jaar kregen toegang tot de volksvergadering. De volksvergadering had niet zo veel macht. De mannen moest instemmen met de zaken die de koningen, magistraten en de gerousia besloten hebben. De volksvergadering had dus een hele andere functie dan in Athene! De perioiken; de burgers die een ambt hadden, en aan het werk waren, mochten niet bij de volksvergadering. Ze hadden wel politieke rechten en waren vrij. De mensen in Sparta die geen rechten hadden en ook niet vrij waren, waren de heloten. Dit waren mensen die gedwongen moesten werken zonder loon; ook wel slaven genoemd.

Athene Democratie Politiek hoofdzaak

Sparta Oligarchie Politiek bijzaak; Vechten, strijden was de hoofdzaak.

2.2 Welke voorbeelden gebruik je eventueel? Als concreet voorbeeld laat ik de leerlingen een vergelijking maken naar de hedendaagse staatsinrichting. De bedoeling is, is dat de 50 personen (de regeerders) en de Raad van 500, die de Dagelijkse Leiding hadden in Athene, bijvoorbeeld vergeleken wordt met de huidige regering (eerste, tweede kamer), die de wetten en regels maakt in Nederland en een controlerende functie heeft. Verder stel ik de vraag waarmee de Volksvergadering vergeleken kan worden. Het antwoord hierop laat ik uitkomen op de Nederlandse bevolking, vanaf 18 jaar. Bij de Spartaanse oligarchie gebruik ik het voorbeeld van de Spartaanse opvoeding. Ik leg uit hoe die opvoeding globaal in elkaar zat, en waar het spreekwoord dus vandaan kwam. 2.3 Welke controlevragen gebruik ik eventueel meteen na de instructie? Als controlevragen vraag ik onderwerpen terug die in de les duidelijk naar voren zijn gekomen: - Wanneer heeft iemand in Athene burgerrecht? - Wie had er in Sparta toegang tot de Volksvergadering? - Welke staatsvorm had Sparta, en welke Athene? - Hoe vaak kwam de volksvergadering bijeen in Athene? 3. VERWERKING (tijdsduur: .) 3.1 Wat zijn de verwerkingsopdrachten? De verwerkingsopdracht zal bestaan uit Verboden te zeggen. Ik schrijf 6 verschillende begrippen, die kenmerkend zijn voor Athene en Sparta op papiertjes. Op 1 papiertje staat 1 begrip. Ik verdeel de klas in ongeveer. 5 6 groepjes, zodat er ongeveer 5 6 leerlingen in een groepje zitten. Ik deel de papiertjes waarop een begrip staat, uit aan de leerlingen. De leerlingen mogen niet aan elkaar vertellen welk begrip er op hun papiertje staat. De bedoeling van verboden te zeggen is dat de leerlingen om de beurt hun begrip gaan omschrijven. Het begrip, of delen van het begrip mag niet genoemd worden. De taak aan de overige leerlingen in het groepje is het begrip te raden uit de omschrijving van de leerling die het begrip omschrijft. Ik zorg ervoor dat er niet twee keer hetzelfde begrip in een groepje zit. 1. Oligarchie 2. Democratie 3. Volksvergadering 4. Perioiken 5. Burgerrecht 6. Raad van 500 Oligarchie: Een staatsvorm waarbij de macht is verdeeld onder twee koningen/magistraten en het volk weinig tot niks te zeggen heeft. Democratie: Een staatsvorm waarbij het volk inspraak heeft in het bestuur. Volksvergadering: De vergadering van mannen met burgerrecht die met elkaar beslisten welke mannen er in de Raad van 500 zouden komen. Perioiken: Burgers in Sparta die een ambt beoefenden, maar geen poltieke rechten hadden. Tweede rangs burgers. Burgerrecht: Het recht om mee te mogen beslissen over de samenstelling van het bestuurd. Werd

gegeven aan vrije mensen die in de polis werkte en leefde. Raad van 500: Een raad die bestond uit 500 vrije mannen met burgerrecht die de Dagelijkse leiding kozen.

Oligarchie
Volksvergadering

Democratie
Perioiken

Burgerrecht

Raad van 500

3.2 Wat doe ik met leerlingen die eerder klaar zijn? Leerlingen die eerder klaar zijn met de opdracht, laat ik alvast een antwoord verzinnen op de hoofdvraag die ik in het begin van de les heb verteld. Dit mogen ze in hun eigen groepje waarmee ze de verwerkingsopdracht hebben gedaan doen. 4.0 Afsluiting Als afsluiting haal ik de bet. Volle vraag nog eens naar voren: Hoe democratisch kan een samenleving zijn? Was Athene democratisch, waarom wel/niet? Wat Sparta democratisch, waarom wel/niet? Is Nederland democratisch, waarom wel/niet? Welk land is het meest democratisch, en waarom? 4.1 Huiswerk Als huiswerk wil ik dat de leerlingen opdracht 1 t/m 6, 10 en 11. Ik heb voor deze opdrachten gekozen, omdat deze het meest aansluiten bij de theorie die ik heb behandeld in de les.

You might also like