Professional Documents
Culture Documents
Nr
COLOFON Organisatie eco.mo.mo seminar Frank Foole Bianca Eikhoudt Charlotte van Emstede Janneke Bierman Bestuur Stichting DOCOMOMO Nederland Janneke Bierman (voorzitter) Charlotte van Emstede (secretaris) Wido Quist (penningmeester) Harrin van Dijk Bianca Eikhoudt Frank Foole Jacqueline de Graauw Johan de Haan Sander Nelissen Sara Stroux Stichting DOCOMOMO Nederland p/a TU Delft, Faculteit Bouwkunde, RMIT Postbus 5043 2600 GA Delft info@docomomo.nl www.docomomo.nl Uitgave Delft Digital Press info@delftdigitalpress.com Ontwerp & opmaak: Studio Lampro karen@lampro.nl ISBN: 9789052693972 Nummer 1, april 2010
ii
Inhoudsopgave
Vernieuwing en restauratie van zes hoven op basis van originele bouwsysteem ........................................... 32 Tuindorp Frankendaal/Jeruzalem
Jeroen Schilt
Het Justus van Effenblok .................................................................. 36 Integrale aanpak voor een duurzame toekomst van een monument voor de volkshuisvesting
Rudie Hoogerland, Arjan Hebly, Joris Molenaar en Siem Goede
InleIdIng
eco.mo.mo: hoe duurzaam is Modern erfgoed?
Docomomo Nederland wil de conflictueuze relatie tussen modern erfgoed en duurzaamheid aan de orde stellen. De noodzaak van verduurzaming is onomstreden. Restauratie, renovatie en herbestemming van modern erfgoed vragen echter om specifieke technieken en onorthodoxe werkwijzen, maar zeker ook inzicht in de aspiraties van de architecten van de Moderne Beweging. Als het om duurzaamheid gaat lijkt het moderne bouwen het af te leggen tegen de traditionele bouwwerken. De erfenis van de Moderne Beweging is niet duurzaam op het gebied van energiegebruik, niet duurzaam op het gebied van materiaaltoepassing en repareerbaarheid en niet altijd duurzaam op het gebied van aanpasbaarheid en langdurig gebruik. Duurzaamheid en modern erfgoed lijken daarom tegenstrijdig. Maar is dat zo?
Janneke Bierman en Charlotte van Emstede
De architectuur van de moderne beweging was radicaal antitraditioneel. Bestaande bouwkundige kennis en ervaring werden verworpen, nieuwe technieken en materialen werden ingezet in het streven naar een ideale leefomgeving. Licht en lucht, hygine, comfort, moderne technieken en economie moesten samengaan ten gunste van een nieuwe architectuur.
less Is More
Gebouwen moesten licht en luchtig worden. Grote glasvlakken werden toegepast. De beroemde uitspraak van Ludwig Mies van der Rohe: less is more, drukte het streven van de architectuur uit om met minimale middelen het maximale te bereiken. Het minimalistische materiaalgebruik en nieuwe bouwtechnieken zorgden voor een nieuwe beeldtaal in de architectuur. Het streven naar efficint materiaalgebruik is nog steeds een mooi streven en is nog toepasbaar in de huidige tijd. Maar het heeft ook erfgoed opgeleverd dat volgens de huidige normen een hoog energieverbruik en laag comfort kent.
Figuur 2 & 3 Academie beeldende kunst Rietveld voor en na renovatie. Fotos Hans Vroege
vooruItgang
De architecten van de Moderne Beweging waren van mening dat architectuur vergankelijk was, bestaande gebouwen zouden op den duur weer worden vervangen door nieuwe gebouwen. Vooruitgang was belangrijk, de nieuwste materialen en technieken moesten worden ingezet ten gunste van een nieuwe architectuur. Nu hebben we te maken met een grote voorraad gebouwen uit de vorige eeuw die uiteindelijk niet wordt vervangen omdat ze inmiddels gewaardeerd erfgoed is geworden. Vanuit de vooruitgangsgedachte van de architecten van de moderne beweging zouden nieuwe technieken moeten worden ingezet om tegemoet te komen aan de eisen van deze tijd. Vanuit het denken over erfgoed willen we zoveel mogelijk het oorspronkelijke idee, materiaal en beeld van het erfgoed behouden. Hoe moeten we te werk gaan?
levensduur
In vergelijking met nieuwere gebouwen en traditionele monumenten presteert Modern erfgoed slecht als het gaat om energiezuinigheid en comfort. Daarnaast heeft een gedeelte van dit erfgoed te maken met een detaillering die onderhoudsgevoelig is. Om de levensduur van deze gebouwen te vergroten moet er op de langere termijn iets aan deze problemen worden gedaan.
MenselIjk gedrag
Een belangrijke factor in het gebruik van bestaande gebouwen is het menselijk gedrag. In jonge monumenten kan prima worden gewoond of gewerkt als je rekening houdt met haar specifieke kenmerken. Door enkele simpele maatregelen zoals het wat vaker een trui aantrekken en verder van het glas zitten in de winter, en door niet altijd alle ruimten warm te stoken en te zorgen voor goede kierdichting, kan men zuiniger omgaan met energie. Echter, in de huidige tijd wordt deze vorm van bouwkundige imperfectie niet altijd meer geaccepteerd. Dit drijft de eisen op die worden gesteld aan gebouwen. Duurzaamheid is ook het verminderen van de steeds hogere eisen die aan gebouwen worden gesteld. Bertus Mulder gaat in op het verduurzamen van de gebouwen van Rietveld. Volgens hem gaat het daarbij om het optimaal duurzaam maken van de detaillering, zodat met normale onderhoudscycli volstaan kan worden. De gebouwen worden verder niet of nauwelijks aangepast aan de huidige comforteisen.
Wet- en regelgevIng
Figuur 4 Geslaagde transformatie fabriekshal tot schoolgebouw IAA architecten. Foto Henket & partners architecten
De eisen ten aanzien van energiezuinigheid van nieuwe gebouwen zijn de laatste decennia drastisch opgeschroefd. Hoewel deze grote voorraad bestaande gebouwen van voor de energiecrisis nu nog niet hoeven te voldoen aan deze energieprestatie-eisen, kunnen we hiervoor in de nabije toekomst wel regels verwachten ten aanzien van hun energieverbruik. Om de duurzaamheid van gebouwen te kunnen meten worden er allerlei meetinstrumenten doorontwikkeld,
waaronder benchmark BREEAM van de Dutch Green Building Council en Toolkits duurzaam bouwen. Moeten deze meetinstrumenten ook gaan gelden voor bestaande gebouwen? Tom Haartsen pleit hiervoor. Het is de vraag in hoeverre hergebruik van bestaand materiaal en culturele en monumentale waarde in de toekomst in deze meetinstrumenten kunnen worden gentegreerd, opdat de essentile kwaliteiten van het erfgoed bewaard blijven. Naast de technische ontwikkelingen blijft het de vraag of regelgeving voor het erfgoed juist nodig of eerder onwenselijk is. Het handboek Duurzame monumentenzorg van SBR pleit voor een genuanceerde aanpak waarbij er een balans moet zijn tussen monumentale waarde en duurzaamheid. Zij pleiten voor een dumo label waarin deze balans is uitgedrukt in een getal dat vergelijking mogelijk maakt tussen verschillende duurzame monumenten. Het handboek pleit voor een strategie die onder andere gebaseerd is op minimale ingrepen, reversibiliteit, passend gebruik en aangepaste comforteisen. Feit is dat de renovatie van ieder gebouw zijn eigen aanpak kent, gebaseerd op monumentale waarde versus gebruikskwaliteit en aanpasbaarheid versus de authenticiteit van het materiaal. Hoe maken we het begrip duurzaam modern erfgoed meetbaar? En moeten we dat wel willen? Jan van den Burg betoogt dat de enorme hoeveelheid bouwregelgeving niet heeft bijgedragen tot een verbeterde gebouwde omgeving.
renovatIetechnIek en InnovatIe
Welke bouwtechnische, installatietechnische en functionele maatregelen kunnen worden getroffen om modern erfgoed duurzamer te maken? Er wordt op dit moment op vele fronten gezocht naar oplossingen om de gebouwen duurzamer te maken door het toepassen van duurzame energie en het ontwikkelen van speciale isolatietechnieken. Installatietechniek, specifiek ontwikkeld met het oog op duurzaamheid, moet er voor zorgen dat gebouwen (zoveel mogelijk) kunnen gaan voldoen aan de huidige comforteisen zonder afbreuk te doen aan de architectonische kwaliteit. En er worden speciale materialen en producten ontwikkeld voor jong erfgoed. Michel Trompert gaat in op de ontwikkeling van speciale glassoorten die de transparantie van de gebouwen kunnen blijven garanderen. Andr van Stigt is van mening dat nieuw beschikbare technieken zeker moeten worden benut, het vooruitgangsdenken van de architecten van de moderne beweging moet ook nu worden ingezet.