Professional Documents
Culture Documents
17
Afgelopen zaterdag
Freek de Jonge en Wim Helsen over taalgevoeligheden
Vandaag
Groepstalen: waarom we anders zijn op een zelfde manier
Morgen
Nederlands en Vlaams: zoek de talloze verschillen
Woensdag
Goed of fout, beschaafd en onbeschaafd Nederlands
Donderdag
De verengelsing van de Nederlandse taal: so what?
Vrijdag
Taal & hersenen: over taalverwerking en -verwerving
die jongerentaal
af van hoe we vroeger op school vreemde talen leerden. Op school ligt de nadruk op de volledige beheersing en vooral op het uit elkaar houden van twee of meer vreemde talen. Maar buiten, en ook binnen de school, spreken jongeren Nederlands met elementen uit andere talen die ze om zich heen horen om zo duidelijk te maken met wie zij zich wel en niet identificeren. Hun taalkeuzes zijn betekenisvol, net zoals voorkeuren op het gebied van kleding, haardracht, en muziek: het zijn allemaal manieren om te laten zien bij wie je wel en niet wilt horen. Taal is daarvoor uitermate geschikt, omdat het extreem flexibel is: van moment tot moment kunnen sprekers, door het variren van uitspraak of woordkeus, zichzelf profileren tegenover anderen. Hoewel jongerentaal van alle tijden is, besteedden opvoeders, onderzoekers en journalisten er voor 1990 nauwelijks aandacht aan. Daar kwam vrij plotseling verandering in toen migratie en integratie hete hangijzers werden in het politieke en maatschappelijke debat. Veel politici en beleidsmakers zagen in een veronderstelde slechte beheersing van het Nederlands onder minderheden de belangrijkste oorzaak van lage rapportcijfers, zittenblijven op school en werkloosheid. En omdat jongerentaal vaak gezien wordt als een verloederde en verarmde variant van het Nederlands speelt de taal nu ook een belangrijke rol in dat integratiedebat. Het gebruik van vreemde woorden in het Nederlands en afwijkingen in uitspraak en grammatica van het Algemeen Nederlands worden simpelweg gezien als tekenen van het onvermogen die taal te spreken. Dat is een denkfout. Want het gebruik van vreemde woorden in het Nederlands, evenals andere zinsbouw en afwijkingen in uitspraak en grammatica, hoeven geen tekenen van een dergelijk onvermogen te zijn. Jongeren beheersen, net als andere taalgebruikers, niet slechts n wijze van spreken: ze kunnen putten uit een groot arsenaal van taalmiddelen, waarvan vaak ook het Algemeen Nederlands deel uitmaakt. Er is nog weinig bekend over hoe jongerentaal zich ontwikkelt, omdat diepgaand onderzoek naar hun dagelijks taalgebruik ontbreekt. Zolang dat onderzoek er nog niet is, zal het beeld van jongerentaal als teken van gebrekkige taalbeheersing en oorzaak van sociale problemen wel omarmd blijven.
Coachinees
Een coach helpt mensen die iets voor elkaar willen krijgen. Hij stelt zich dienend op: we maken een zoektocht over een weg die we samen bewandelen. Vanzelfsprekend geeft hij geen kritiek, hoogstens koppelt hij iets terug. Daarbij heeft hij natuurlijk veel aandacht voor het effect van zijn woorden: Is de impact van mijn feedback al bij je geland? Het gaat erom dat de coachee in zijn kracht staat. Het vocabulaire van de coach bevat verder allerlei woorden die de gecoachte moeten helpen in contact te komen met zichzelf: beleven, bewustzijn, ervaren, verbinding maken, voelen. Met woorden als groei, wijsheid, respect, schoonheid en verdieping schetst hij lonkende perspectieven. En vrees niet samen met de coach weg te zweven, want hij vindt het ook belangrijk goed te aarden. authentiek: natuurlijk, dus goed comfortzone: situatie waarin je je prettig en veilig voelt samen iets delen: iets bespreken energie: fut, (geest)kracht ervoor gaan: zich ervoor inzetten focus: accent, aandacht inspiratie: gedrevenheid, elan intutie: dat wat je gevoel je ingeeft sparren: discussiren spiegelen: iemand een spiegel voorhouden het verschil maken: iets bijzonders tot stand brengen even zitten: iets bespreken
Geleerds
Hoewel groepstaal zijn doel voorbijschiet in een omgeving waarin niet iedereen tot de groep behoort, en zelfs ergerlijk is wanneer hij wordt gebruikt om te imponeren, te verhullen of buiten te sluiten, kan jargon natuurlijk ook functioneel zijn. Wat zou een psycholoog zijn zonder affect, conversie en deprivatie? Of een fysicus zonder spin, athermaan of meniscus? Met vaktaal kunnen deskundigen zonder omwegen doordringen tot de kern van een onderwerp. Daarmee bereiken zij met een minimaal aantal woorden een maximaal effect (geheel volgens het minimaxprincipe, zou een taalkundige zeggen). Helaas doen de geleerden dat voordeel vaak weer teniet met lange, ingewikkelde zinnen, omdat zij denken dat die een keurmerk zijn van wetenschappelijke teksten. affect: emotie of gevoel voor een specifieke toestand of gebeurtenis apocope van de sjwa: wegval van de toonloze e (?) aan het eind van een woord (eind?-eind) athermaan: geen warmtestralen doorlatend conversie: verschijnsel dat nietgeuite gevoelens omgezet worden in lichamelijke verschijnselen deprivatie: tekort aan affect, aan bepaalde zintuiglijke ervaringen of aan slaap; het onbevredigd blijven van behoeften die van belang zijn voor iemands ontwikkeling en functioneren
Door Leonie Cornips en Vincent de Rooij e fascinatie voor jongerentaal, met name die van jongeren in de grote steden, heeft te maken met hoe wij denken over afwijkend taalgebruik. Dat levert meestal een stereotiep beeld op, zowel van het taalgebruik zelf als van de jongeren die het spreken: Het is de taal van de straat en de sprekers zullen dus ook wel nooit verder komen dan die straat. Dat beeld wordt gevoed door stemmen uit het onderwijs en van onderzoekers en beleidsmakers die zich laten leiden door ouderwetse ideen over wat goed
en zuiver Nederlands is. De media nuanceren deze ideen niet. Ze dragen juist bij aan verdere stereotypering, omdat ze alles zo simpel mogelijk willen vertellen en opschrijven. De wereld van vandaag is dynamischer dan ooit. Producten, ideen, meningen alles is voortdurend in beweging. Dat geldt ook voor taal en cultuur. Meertaligheid is in onze samenleving een alledaags verschijnsel geworden. Jongeren raken daarmee van kinds af aan vertrouwd, omdat ze veel meer en vanzelfsprekender dan ouderen met al die talen en culturen in contact komen en er dagelijks mee te dealen hebben. Zij maken zich woorden en uitdrukkingen uit allerlei talen eigen, vooral
uit het Marokkaans-Arabisch, Berbers, Engels en Sranan (Surinaams). Ze maken er hun eigen jongerenvariant van het Nederlands van. In de ene stad of wijk zus, in de andere zo. Jongerentaal is extreem dynamisch en kent enorm veel variatie. Vooral door het gebruik van de vele vreemde woorden heeft bij velen de gedachte postgevat dat deze jongerentaal een gebrekkig soort Nederlands is. Buurtvader Brian (pseudoniem) in Amsterdam geeft voorbeelden van dergelijke woorden: Die is gek of law, dat zeggen ze hier. Die is grappig wordt dan: Nooooh, die kill is echt law. Een dergelijke omgang met taal wijkt sterk
Managementspeak
Op scholen, in ziekenhuizen, bij uitgeverijen je kunt het zo gek niet bedenken of er is een managementlaag gecreerd. Managers hebben er dan ook een dagtaak aan om te managen. En dat is best lastig als medewerkers toch al doen waarvoor ze zijn ingehuurd. In talloze managementboeken zoekt de manager daarom naar zingeving. De leegte die daarmee pijnlijk duidelijk wordt, vult hij met wollige, nietszeggende taal, die ook zijn onzekerheid weerspiegelt. Alles wordt uit de kast getrokken om te benadrukken hoe onmisbaar hij en zijn werk zijn. Hij doet zich graag interessanter voor dan hij is door te veel woorden te gebruiken en (zogenaamd) Engelse woorden, waarmee hij zich een internationale allure probeert aan te meten. En dan zijn er nog de woorden waaraan hij een zelfverzonnen betekenis geeft. aanvliegen: aanpakken adresseren: aanpakken cascaderen: doorschuiven (naar een lager niveau) escaleren: doorschuiven (naar een hoger niveau) doorontwikkelen: ontwikkelen hands-on: praktisch leadership: leiderschap oppakken: aanpakken sturen op: zich richten op suboptimaal: niet goed genoeg wisselen: bespreken uitrollen: invoeren, ontplooien wisselen: bespreken