You are on page 1of 92

J\lfrr illnsrnbrrgs

:!lyt4r
MARC VAN LIMBERGEN
MIMIR
' : .i
I
i ( )
i I
: i l
I
(
" I j t
. )
' )
i )
1'
!
)
y
N ~ 1- y t:; / ' .
MARC VAN LIMBERGEN
Samenvatting en K ~ e k
MIMIR
AntweJc.pen
l ,.-- (
l - '-
C.I.P. KONINKLIJKE (346219)
-------------------
Ro6enbe.Jt.gh mythe. I MalLe. Van t.imbe.Jt.gen.
- Antwe.Jt.pen :
MIMIR, c.a. jan 1981. - 118 p. ; 21 c.m.
ISBN 90-11698-02-5 : Bf. 380 ; 23.
SISO : 358.8
UGI : 614
uvc : 329. J8
OndeJuAJe.Jt.pen : Ide.otog.ie..n ; Rohe.nbe.Jt.g, A.
Mot6 6uje.t6 : Zdotog.iu ; Ro6enbehg, A.
ISBN 90-11698-02-5
NUGI 614
o I 1981 I 4124 I I
Copylt.ight Uitge.ve.Jt..ij MIMIR - H.R. 251021
Ita.U.Ue.i. 99 BI - 2000-Antwe.Jt.pen.
N.ie.t6 uU de.ze. uUgave. mag woJt.den . ve.Jt.ve.e.tvoudigd
en/

openbaaJt. gemaakt woJt.den middel van dJw.k,


op welke. ando/Le. ook, de.


ke. en 6 ke. .tou.tenwru.ng van
de. uUge.ve.Jt..
INLEIDING
Alfred Rosenbergs hoofdlerk " Der Mythus des 20.
Jahrhunderts " ("De Mythe van de Twintigste EeUJ ")
heeft vanaf zijn verschijnen ophef gemaakt. Heelwat
heilige huisjes kregen het zwaar te verduren. Voor-
namelijk de Rooms-katholieke kerk het humanisme
en het kapitalisme moesten het ontgelden. Ondanks
de groeiende tegenstand werd dit boek een
seller. Negen herdrukken met een totaaloplage van
n miljoen en honderd duizend exemplaren waren no-
dig om aan de vraag te kunnen voldoen. Veertig jaar
na de terechtstelling van Rosenberg verschijnt dit
boek. Hopelijk is dit een lange tijd genoeg om zon-
der passie een objektieve samenvatting en kritische
evaluatie van zijn "Mythe" te kunnen publiceren. In
Frankrijk is men blijkbaar nog niet zo ver. Het op
de markt brengen van de door Ava7..on (*) voor begin
'86 aangekondigde vertaling van de "Mythe" moest
uitgesteld worden. Want de eerst drukker had voor
de opdracht bedankt. Hier volgt een citaat uit
Avalons brief van 16 juni '86:
" En l'imprimeur que nous avions pressenti
pour l'impression de l'ouvrage a subi des pres-
sions de La part d'un lobby trs puissant en
France et finalement refus de faire 7..e travail
auquel i1, s'tait engag.".
Uiteindelijk werd een andere drukker bereid gevon-
den en midden december '86 was de Franse "Mythe" op
de markt.
Daarom wil ik nu nadrukkelijk stellen dat dit boek
naast de samenvatting van de ook de nodige
kritiek erop bevat.
(*) Editions 75228 Paris Cedex 1
-1-
-8-
De nadruk echter ligt op de samenvatting, die zo
objektief mogelijk opgemaakt is, opdat ieder voor
zich een oordeel over de "Mythe" zou kunnen vormen.
Objektief betekent: zo getrouw mogelijk de gedach-
ten van Rosenberg weergeven, zonder er nuances of
bedenkingen aan toe te voegen.
Van belang is ook te weten dat Rosenberg zijn
"Mythe" beschouude als een weergave van strikt
persoonlijke opvattingen, die op geen enkele wijze
bindend waren voor de partij. Het nationaal-socia-
lisme had binnen haar partij een programma
opgesteld dat de basisprincipes van de beweging be-
vatte. De "Mythe" moet hier los van gezien worden.
De "Mythe" belicht natuurlijk wel de achtergronden
van waaruit het nationaal-socialisme ontstaan is;
dit valt niet te loochenen. Maar met dit verschil
dat Alfred Rosenberg veel gematigder was dan de
meeste van zijn partijgenoten.
De "Mythe" is gn vlotte lektuur. Vandaar dat Ro-
senbergs opvattingen niet ruim verspreid z ~ J n . De
uitgever van de Franse vertaling (*) schrijft in
dit verband het volgende:
" Certes le texte est d'une facture austre,
parfois difficile de comprhension
Rosenberg aura peut-etre t l'un des hommes les
plus mystrieux de ee siele. Le voile mettra du
temps se sou!ever.".
Daar de "Mythe" aan de basis heeft gelegen van ons
reeent oorlogsverleden, is ze het bestuderen waard.
(*) verkoopprijs 285 FF te bekomen langs de exclu-
sieve verdeler:
Ogmios, 10, rue de Pyramides, ?5001 Paris.
DANKBETUIGING
------------
-------------
Sedert geruime tijd ben ik in het bezit van een
exemplaar van de "Mythe". Vanaf het begin vlotte
het lezen ervan niet, daar ik dit trachtte te kom-
bineren met het maken van notities. Het lag in mijn
bedoeling om zodoende een gedetailleerde samenvat-
ting te maken. Maar deze manier van werken vergde
zoveel tijd, dat ik rond bladzijde vijftig, ermede
gestopt ben. Ik was ondertussen wel onder de indruk
gekomen van de omvangrijke historische kennis die
in de "Mythe" uitgestald wordt.
In april 1983 verscheen, in het sedert de zomer van
' 86 verdlenen opinieblad "De NieU'IJJe", een recensie
van Karel Elno, waarin de "Mythe" ongenuanceerd
afgeschilderd wordt als zijnde "seheldproza" en een
boek waarvan "de royaal voorhanden kwaadaardigheid
overtroffen" wordt "door de stupiditeiten en bot-
zinnigheden". Dit 'lovend' artikel stimuleerde mij
om mijn onderbroken lektuur van de "Mythe" terug op
te nemen. Nu kon ik met nieU'IJJe moed starten, want
ik was het oneens met deze ongenuanceerde afWij-
zing.
Ondanks het feit dat de "Mythe" geen eenvoudige
lektuur is, heb ik ze met blijvende interesse vol-
ledig uitgelezen en samengevat. Voor de benodigde
stimulans, die ik vermoedelijk ongewild van Karel
Elno ontvangen heb, wil ik hem langs deze weg har-
telijk danken.
Enkele uittreksels uit bovenvermeld artikel,
verschenen in "De NieU'IJJe" 19de jaargang,nummer 986,
donderdag ? april 198 3, N. V. De NieU'IJJe Pers,
Zolalaan 31, 1030 - Brussel (=toenmalig adres);
-3-
-4-
bladzijde 18, rubriek: "Herlezen boeken":
"NA ONS DE SINTFLUT" - Karel Elno
"Neen, 't was in feite geen herlezen, 'k heb er
ooit alteen maar in gegrasduind met ontzag
(voor) een karrevracht van encyclopedische re-
ferenties
Dus opnieuw gegrasduind (samen met een vriend)
We hebben onze pret gehad, afWissetend met
gevoelens van weerzin en meewarigheid om aoveet
onzin. In dit boek wordt de royaal voorhanden
kwaadaardigheid overtroffen door de stupiditeiten
en botzinnigheden
Schetdproza, waarin het vleugje ironie ontbreekt,
moet, om genietbaar te zijn, de exuberantie met
alture ontvouwen en deze hoedanigheid mist onder-
havig teutoons gewrocht ten ene mate
Alterlei uit hun kontekst geplekte uitlatingen van
en kunstenaars die ons dierbaar zijn,
liggen in de detirische betoogtrant rondgestrooid
als argumenten
Waarom dan zutk een boek "herlezen" ?
Doemdenken is in de mode, Daartoe kan wat gras-
duinen in de brooddronken neerslag van het meest
chiliasme(*) aner tijden een beetje bijdragen."
(*) chiliasme: (afgeleid van het Griekse 'chilias'
= duizendta7,J
=de teer van een komend vredevol dui-
zendjarig rijk op deze aarde.
GEVOLGDE WERK.fiiJZE
==================
1. Moeilijkheden
--------
De is geen boek dat vlot te lezen valt. De
taat Rosenberg hanteert is kleurrijk. Maar het
lezen van de ingewikkelde zinnen eist veel aan-
zodanig veet dat de boodschap niet
duidelijk overkomt. Dan zit er
anders op dan de zin of desnoods de gehele
te herlezen. Dus vluchtig doorlezen is
Waarschijnlijk is dit de reden 'W<Za'I'om
.tezers er niet toe komen om de "Mythe" vol-
te lezen.
De struktuur van de "Mythe" is als volgt:
INLEIDING
I.
II.
DE STRIJD TUSSEN LEVENSWAARDEN
1. ras en rasziel
2. liefde en eer
3. mystiek en daad
HET WEZEN VAN DE GERMAANSE KUNST
1. het rassische schoonheidsideaal
2. wil en drift
3. persoonlijkheidsstijl versus
zakelijke stijl
4.de esthetische wil
-5-
III. HET KOMENDE RIJK
-6-
1. mythe en type
2. de staat en de
3. volk en staat
4. het Noords-Duits reeht
5. de Duitse en school
6. een nieuw staatssysteem
?. de eenheid van de mens
Op het eerste zicht is de "Mythe" goed gestruktu-
reerd ondanks zijn omvang van ongeveer zevenhonderd

Deze eerste indruk van gestruktureerdheid is
voorbarig, want de auteur af, verandert van
onderwerp, in en nuanceert vroeger
gedane uitspraken. Soms verdiept hij zich zo in de-
tailP dat de aandachtige zich begint af vra-
gen waartoe deze dienen. Op
merkt de lezer duidelijk dat Rosenberg een
kend redenaar moet geweest zijn, maar
minder is. Want het van
komstigheden is een techniek die meer geschikt
voor een geladen toespraak, dan voor een
boek dat pretendeert een filosofisch te
zijn.
2. Samenvatting
Uit het voorgaande blijkt, dat het een niet zo een-
voudig opgave is, om in de "Mythe" het essentile
van het bijkomstige te scheiden en om de basisge-
dachten doorheen de tekst te kunnen blijven volgen.
Want de veel voorkomende afdwalingen en herhalingen
bemoeilijken het maken van een gestruktureerde sa-
menvatting in belangrijke mate. Vandaar dat deze
samenvatting in drie stappen tot stand gekomen is.
Eerste stap,
maken van een getrouwe samenvatting van
de tekst tijdens het lezen ervan;
Tweede stap,
met behulp van een eigen voorlopige
struktuur de samenvatting herindelen;
Derde stap,
deze voorlopige struktuur herwerken en
aanpassen om tot een sluitend geheel te
kunnen komen.
3. Synthese
De kerngedachten uit de samenvatting worden gebun-
deld tot n boodschap.
4. Uitgangspunten
Met behulp van de samenvatting en de synthese wor-
den de uitgangspunten van Rosenberg achterhaald.
-?-
5. K!"itiek
De uitgangspunten worden systematisch onderzocht op
hun betrouwbaarheid; dit gebeurt met behutp van
recente ontdekkingen op het gebied van erfteer en
psychotogie.
6. statbeschouwing
De positieve en negatieve punten van de "Mythe"
worden naar voren gebracht en de tot op heden on-
beantwoord gebteven vragen worden geformuteerd.
-8-
BIBLIOGRAFIE
-----------
------------
Atfred Rosenberg werd op 12 janua!"i 1893 in Esttand
(Riga) uit Duitse ouders geboren. Esttand waarvan
het huidige de hoofdstad maakte
sedert 1?21 deet uit van het Russische tsarenrijk.
Zijn vader had zich opgewerkt tot fitiaatdirekteur
van een Duitse firma. Zijn Etfriede
was van Franse (Hugonotische ?) afkomst. Zij stierf
kort na zijn geboorte.
Hij votgt in Riga het gymnasium (= middetbaar on-
derwijs van moderne niet ktassieke richting). Zijn
t iteraire betangstetting gaat uit naar
Putchin en Gogot. Maar het zijn voorat
de werken van Dostojewski die hij verstindt. Door
zijn passie voor het tekenen begint hij
na zijn architektuur te studeren aan de
hogere potytechnische schoot van Riga. Daar krijgt
hij door het tezen van H.St.
Chambertain en Nietzsche betangstetting voor fito-
sofische vraagstukken. In de studentenvereniging
Rubonia teert hij meer over het probteem van zijn
totgenoten: de Battduitsers. Deze zijn officieet
Russische maar ze voeten zich sterk
verbonden met hun echt vadertand dat Duitstand is.
Door dit gevoet van verbondenheid gedreven onder-
neemt hij in de zomer van 1911 een reis naar Zuid-
Duitstand. Hij bezoekt ondermeer Mnchen en Wei-
mar.
In de zomer van 1914 is hij op bezoek bij ver-
toofde die in Parijs verbtijft. Daar worden ze door
het uitbreken van de oortog verrast. Het jonge paar
bestuit onmiddettijk naar Esttand terug te keren.
-9-
Daar aangekomen ae. Ze worden verplicht van
naar Rustand te verhuiaen. Zijn bekomt
betrekking als danslerares in Sint-Petersburg, .
kan aijn architektuurstudies verderaetten
Moskou. In 1917 behaalt hij aijn diploma . Maar
ondertussen is aijn aiek geworden, de
se tuidt: tuberculose. Zij moet weg uit de
naar het platteland toe. Daardoor .dat
het uitbreken van de
en hij in de Krim wonen. Zij witten naar Esttand
vluchten. Deae vlucht dwingt hen van dwars het
revolutionaire Rustand te trekken. Onderweg ae
getuigen van allerhande gepleegd door
de revolutionairen. Het valt hem op, op vete
plaatsen de revolutionaire groepen worden
door joden. Deae gruweltocht maakt van een
rig anti-kommunist en tevens een
semiet. In Esttand aangekomen, dat on-
der Duits militair geaag staat, wordt
aijn Russische nationaliteit ats
tiger geweigerd. Hij wordt tekenleraar. Om
rig inkomen een beetje aan te vutten, verkoopt
aelfgemaakte akwaretten.
De Duits-Russische vrede (Brest-Litovsk, maart
garandeert de onafhankelijkheid van . de drw
Baltische staten (Letland, Esttand en
wanneer hij merkt dat begin november de
troepen hun afreis voorbereiden, . met
hen mee naar Duitstand te gaan.
ger aijn teven op het spet te aetten om
dertand, Estland, te .tegen
invatten van Russische voelt
aich in de altereerste plaats 30
ber bekomen ae hun "taissea-passea en
-10- .
aelfde avond nog stuiten ae aich aan bij een Duits
militair konvooi dat Riga verlaat.
In Berlijn toegekomen, blijft hij daar,
reist om geaondheidsredenen (tuberculose) door naar
het Zwarte Woud. In Berlijn, is hij getuige van het
grote verdriet dat aich meester maakt van de
terugkerende troepen. Ze voeten aich door het
thuisfront verraden. Dit maakt op hem ao een diepe
indruk dat hij besluit van aich in de politiek te
begeven, hij aet definitief een punt achter aijn
artistieke aspiraties als architekt.
In 1919 reist hij naar Mnchen, waar hij aich
aanbiedt bij Oekratnse hoofdman, Skoropadsky, maar
deae kan hem geen materile steun verlenen, Hij
blijft aangeweaen op de gaarkeukens en op de ver-
koop van aijn akwaretten. Maar wegens de enorm gro-
te konkurrentie valt het hem moeilijk om aijn werk-
jes verkocht te krijgen.
Door bemiddeling van een vriendin van
komt hij in kontakt met Dietrich Eckart, een bekend
bon-vivant en goed toneetschrijver van historische
stukken. Zijn "Henri IV", maar voorat aijn verta-
ling van Ibsens "Peer Gynt", hebben Eekart beroemd
gemaakt. De Duitse nederlaag treft hem diep, hij
hoopt op een wederopstanding. Als lid van het Thute
genootschap, vraagt hij hiervoor hulp bij de lei-
der: Rudolf von Sebottendorf. Het Thute genoot-
schap bestudeert en verspreidt het Germaans erfgoed
en is gegroeid uit de Beierse afdeling van de Ger-
manenorden. Eekart krijgt aijn eigen periodiek:
"Auf gut Deutsch". Op 7 december 1918 verschijnt
het eerste nummer, waarvan gratis meer dan twintig
duiaend exemptaren verspreid worden.
-11-
Rosenberg wordt onmiddellijk ats medewerker van
"Auf gut Deutsch" specialiteit Rusland.
Langs Eekart om teert hij
toenmatige leider van een
Rosenberg treedt direkt toe tot deze (1919).
In 1920 pubticeert hij zijn eerste boek: "Die Spur
des Juden im Lebenswandet der Zeiten". In 1921
wordt hij redakteur van de partijkrant de
"Vtkischer Beobachter". In 1922 verschijnt Z?,Jn
toelichting bij het partijprogramma:
Grundsatze und Ziele der N.S.D.A.P." In 1923 wordt
hij bevorderd tot hoofdredakteur. In datzelfde jaar
krijgt na het mistukken van de putch op 9 no-
tijdetijk de partijleiding toevertrouwd.
In 1924 richt het tijdschrift "Der Wettkampf" op.
In de periode 1924-'28 pubticeert hij vier boeken:
-"Die Hochfinanz ats Herrin der Arbeiterbewegung
in alten Lndern" - 1924;
-"der Zukunftstweg einer
deutschen Aussenpotitik" - 1926;
-"Dreizig Novemberkopfe"- 192'1;
-"H.St. Chambertain ats Verknder und Begrnder
einer deutschen Zukunft"
- 1928.
In 1929 sticht hij de
" Kampfbund fr Deutsche Kuttur "
-12-
Ondertussen werkt hij verder aan zijn tevensboek:
"Mythus der 20.Jahrhunderts". Begin 1930 verschijnt
dit op de markt. Dit werk wordt onmiddellijk door
de katholieke kerk op de index omdat
het de raswaarden op de voorgrond stelt en tot een
individueet los van bestaande kerke-
lijke oproept.
Om aan aan de vraag naar een officieel partij-ideo-
logisch tijdschrift te kunnen brengt hij
in 1930 de "Nationaatsoaiatistischen Monatshefte"
op de markt. In dataelfde jaar wordt hij tot
volksvertegenwoordiger in de Rijksdag en tot par-
voor Buitenlandse Politiek verko---
zen.
Na de machtsovername in 1933 wordt hij diensthoofd
van het partijbureau voor Buitenlandse Politiek.
Daar hij als DE-patijidioloog van het nationaal-
socialisme wordt bestaat er veel belang-
stelling voor zijn boeken en opvattingen. Thilo von
Trotha verzamelt artikels en spreekbeurten in een
driedelig "Blut und Ehre" genaamd.
In 1934 wordt hem het toezicht op de het filoso-
fisch vormingswerk binnen de partij toevertrouwd.
De hevige kritieken op zijn "Mythe" tracht hij
ondermeer met volgende boeken te ontzenuwen:
-"An den Dunketmnnr unserer Zeit" - 1935 ...
-" Protestantische Rompilger" - 193'1
-"Weltanschauung und Glaubenslehr_e" - 1939
-13-
Op 17 november 1941 hij benoemd tot rijksmi-
nister voor de bezette gebieden in het Oosten.
Op 28 februari 1942 protesteert hij, in een lange
brief gericht aan generaal Keitel, de chef van het
OKW (Opper Kommando van de Weermacht), tegen de
slechte behandeling van de Russische krijgsgevan-
gen. Dit protest op een moeilijk moment,
de Duitse troepen ver van de as
en in dat middenfront zaten ze ge-
deeltelijk omsingeld door Russische troepen. Vol-
gende fragmenten uit deze brief tonen aan dat Ro-
senberg met kennis van zaken spreekt en terecht
protest aantekent.
-14-
"Het lot van de Russische krijgsgevangenen is een
tragedie van het grootste formaat. Van de
3.600.000 man zijn er nog slechts een paar honderd
duizend in staat om behoorlijk te Een
groot aantal is verhongerd of als gevolg van
onfortuinlijke overleden
In de meeste gevalen hebben de kampkommandanten
echter verboden rantsoenen voor de gevangenen
beschikbaar te stellen; zij hebben er de voorkeur
aan gegeven hen te laten verhongeren. Zelf tijdens
de marsen naar de kampen mocht de burgerbevolking
de gevangenen geen eten geven. Als zij door honger
of uitputting de mars niet konden voortzetten zijn
de gevangenen in vele gevallen voor de ogen van de
ontzet toekijkende burgers doodgeschoten,
men de lijken liet liggen. In tal van kampen
helemaal geen onderdak voor de krijsgevangenen. Ze
lagen bij regen of onder de blote hemel
Tenslotte moet er nog iets gezegd over het
doodschieten van gevangenen deze getuigen
van totaal gebrek aan politiek begrip. Zo zijn in
verschillende kampen alle 'Aziaten' doodgescho-
ten " ( I, blz. 1017) (*)
van dit is hij niet langer
laatste persoonlijk onderhoud
met dateert van begin 1943.
Op 18 mei 1945 hij door de Engelsen
aangehouden. Hij is een van de hoofdaangeklaagden
op het proces van Neurenberg.
De zoektocht door de Amerikanen naar
is zijn geval erg suksevol
Want persoonlijke en officile kor-
plus dagboekaantekeningen ge-
vonden. Ze zaten verborgen achter een valse muur in
een Oost-Beiers kasteel. (II/blz.107)
I : WiUiam SHIRER "Opkomst en ondergang van het
Derde Rijk"
H.J.W. Becht - Amsterdam
" The Rise and Fall of
the - A of Nazi Germany "
(*) Deze brief door Rosenbergs verdediger
Thoma, naar voren gebracht als
dat Rosenberg de vernietingingsplannen
het Oosten vanaf het begin afgekeurd heeft.
II : Werner MASER, " Tribunaal van Neurenberg"
Uitgeverij Het Spectrum '80
oorspronkelijke titel: "A Nation on trial"
-15-
De aanklacht tegen Rosenberg bevat naast de algeme-
ne beschuldiging van samenzwering tegen de wereld-
vrede, twee speciefieke:
-deportatie voor dwangarbeid en terreur in
het Oosten (aanklacht van DoddJ;
-deportatie en neerschieten van Franse joden
plus stelen van hun bezittingen.
(aanklacht van Monneray)
De reakties van Rosenberg op deze aanklachten zijn
hevig afwijzend:
"Ik acht mij in de zin van de aanklacht niet
schuldig Ik moet de ene aanklacht
ring van de hand wijzen. De
beweging was slechts een veiligheidsmaatregel."
Tijdens het proces, na vertoning van een gruwelfilm
(*) reageert hij nerveus:
" Het is iets afschuwelijk, ook al hebben de
sen hetzelfde gedaan. Verschrikkelijk /!!
Rus-
Ver-
schrikkelijk 111 ";
" men kan dit NIET op basis van rassenpolitiek
omdat er ook zoveel Duitsers gedood
(*)
-16-
Duitse film over koncentratiekampen _(door de
Amerikanen in beslag genomen)
gestapelde lijken en
met kampartsen verwerkt
werden. Daardoor wordt onze hele verdediging
krachteloos gemaakt 1 " (III/ blz.4'1)
Verdere reakties:
"Ik kan U verzekeren dat wij er in het begin niet
aan dachten iemand te vermoorden. Ik was altijd
voor een vredelievende oplossing. Ik hield voor
tienduizend mensen een redevoering, die naderhand
gedrukt en in grote hoeveelheid verspreid werd;
daarin verdedigde ik een vredelievende regeling.
De joden moesten alleen uit hun invloedrijke po-
sities verwijderd worden - dat was alles. In
plaats dat er onder de Berlijnse artsen 90 % joden
waren wilde wij 30 %, wat ook nog veel was Ik
wilde levensruimte voor de Duitsers, maar ik was
tevens van mening dat de joden hun eigen levens-
III : G.M. GILBERT " Dagboek Neurenberg 1945/'46."
Strengholt's Boeken - Naarden.
Dit boek werd oorspronkelijk uitgegeven in 1947
door Farrar-Straus in New York, onder de titel:
" Nuremberg Diary".
De auteur Gilbert, is professor in de psychologie
aan de universiteit van Long-Island. Hij was in
1945 kapitein in het Amerikaanse leger en was de
officile gevangenispsycholoog.
Tijdens het proces tegen Adolf Eichmann, werd be-
roep gedaan op zijn oorspronkelijke dagboeken, die
aanmerkelijk vollediger waren dan zijn gepubliceerd
dagboek. De aanklager kwalificeerde Gilbert als een
deskundige bij uitstek.
In Neurenberg had hij als gerechtelijk psycholoog
vrije toegang tot de gevangenen. Hij maakte nooit
aantekeningen in hun aanwezigheid, maar wel onmid-
dellijk na elk gesprek.
-17-
Bl
ruimte dienden te hebben - buiten Duitsland in
het Oosten In het begin hield de partij zich
niet met harde maatregeten op. Maar toen vonden
gebeurtenissen plaats, die mij eenvoudig de zaak
uit de hand scheurden. De buitenlandse joods-demo-
kratische pers begon tegen de partij te stoken en
verhaastte daarmede de tragische ontwikkeling. En
dan er nog de moord op von Rath (Duits
diptomaat in Parijs, die op 7 november 1938 door
een Poolse jood doodgeschoten werd) .
de vergeldingsmaatregelen. In had
met de Wetten van Neurenberg (rasbescherming)
niets te maken. Ik tas ze alleen, toen ze de
Rijksdag voorgelegd werden en ik kon natuurliJK
niet opstaan en zeggen, dat ik er tegen protes-
teerde. Daar was gn kwestie van." (III" btz.68J;
" De Franse :revolutie gMjd aan het denkbeeld
van de broederschap, maar het werd eerst in een
bl oedbad bereikt - en daaraan denkt heden niemand
meer. De katholieke ke:rk predikte de tee:r van vre-
de op aarde en wetbehagen onder de mensen. Maar
kijk eens naar de massamoorden van .r
Luther wenste een verlichte maa:r
naar de bloedige dertigjarige oorlog" waarin pro-
testanten en katholieken elkaar in de naam van
God afmaakten ! Zou U Luther de oorlog
verantwoordetijk stelten ? kunnen ons
niet voo:r schanddaden , die plaats gehad hebben,
te:r verantwoording :roepen. Die lagen niet
oorspronkelijk in de bedoeling . ..
-18-
In werkelijkheid is Himmler de ge-
bruikte de oortogsmaat:regelen om zijn macht over
teven en dood uit veiligheidsoverwegingen uit te
buiten. En hij ging daarmee veel te ve:r."
(III, btz.88);
" De Russen hebben de brutaliteit ove:r ons te oor-
delen. Dertig miljoen mensenlevens hebben ze op
hun ! En zij spreken ove:r vervolging van
de kerk ! Zijzelf zijn toch zeker de grootste
experts daarin ! Tijdens hun :revolutie vermoordden
ze de priesters bij duizenden ! Zij goten koud
water over hen uit en lieten hen bevriezen.
Tsarische generaals trokken ze de huid van de
benen om hun rode strepen na te bootsen ! De
kerkvervolging is een groot probleem dat ver in de
eeuwen teruggaat en er zijn verscheidene kanten
aan. God alteen weet hoeveel bloed door de kerk en
terwille van de kerk vergoten is ! Ik maak
er de Russen in het geheel geen verwijt van, dat
zij zich bevrijden witden uit de wurgende greep
van het klerikale monster ! Ik was altijd tegen
het katholicisme ! Maar waar halen ze brutaliteit
vandaan om over ons rechter te speten als aankla-
gers van de kerk ? " (III" blz.103);
" Men kan de geestelijke vader van van een ideolo-
gie niet voor haar gevolgen aansprakelijk stellen.
Strijd voeren ligt nu eenmaat in de natuur van de
mens." (III" blz.214).
Het vonnis werd op 1 oktober bekendgemaakt:
" Rosenberg is verantwoordelijk voor een systeem
van georganiseerde plundering van openbaar en
partikulier eigendom in alle overvallen landen van
Europa. Op grond van de bevelen van Hitter van
januari 1940 om de Hohe Schule te stichten,
organiseerde en leidde hij de Einsatzstab Ro-
senberg die muzea en bibliotheken plunderde,
kunstschatten en kollekties in bestag nam en par-
-19-
-20-
huizen leegroofde. Uit eigen rap-
poPten de omvang van deze
In het kadeP van Aktion-M (M van meubel) waar hij
in decembeP 1941 de stoot toe had gegeven,
eP in het Westen 69919 joodse
- in PaPijs al 38.000; ep waren 26984
spoorwagons nodig om de in bestag genomen kunst-
voorwePpen naap Duitsland te tPanspoPteren. Tot 14
juli 1944 had de Einsatastab in het Westen meer
dan 21.903 kunstvoorwePpen, bePoemde
schidePijen en muzeumstukken, gekonfiskeePd
DooP zijn benoeming tot PijksministeP vooP - de
bezette gebieden in het Oosten op 1? juli 1941
hij bekteed met het hoogste gezag in deze
gebieden.
Hij hielp mee bij het formulePen van de politiek
van GermanisePing, uitbuiting, dwangaPbeid, uit-
Poeiing van de joden en van de tegenstandePs van
de naai-heePschappij en hij kPeePde het appaPaat
dat deze politiek uitvoePde
RosenbePg op de hoogte van de bPUte behande-
ling en de tePPeUP de volken in het Oosten
onderworpen Hij vePklaaPde dat de Haagse
Pegets vooP de niet van toepassing
zouden zijn op de bezette gebieden in het Oosten.
Hij op de hoogte van en een aktieve
pol in het bepoven van de gebieden van
gPondstoffen en voedingsmiddelen, alle naaP
vePaonden Hij gaf opdracht tot
het afzondePen van de joden, uiteindelijk in
getto's. Zijn ondePgeschikten maakten zich
schuldig aan mooPdpaPtijen op joden en
zijn waPen van mening dat het Oosten
van joden gezuiverd moest woPden. In decembeP 1941
deed hij HitleP het VOOPSt l
neergeschoten , toden hondePd
joden v WOP en, daaP
zijn De ambtenaPen van
naar het R. "k g g f op hoeveel arbeiders
wi . d worden gestuurd; op welke
ni;:: verzameld werden deed
Heu-Aktion ( van 14 juni 1944 voor de
40.000 tot 50 000 . - gevangenneming van
tot 14 . JOngeren de leeftijd van 10
. . JaaP voor transport naar het R. "k
handtekening " (II b7
2
) - draagt
, 55 (*J;

hiljdde nationaal-
de aanval
0
N J spee e een rol bij
apPil 1941 P oorwegen. was door Hitler op 2
aanval op de geplande
uitbuitin e. ee genomen aan de
van van en de uitroeiing
regime. en andere tegenstanders van het
Schuldig bevonden op alle punten van
klacht, veroordeeld tot de dood door de
(*)
(III, bla.291)
de om deze jongeren
te zetten, ter vervanging,
erg soldaten.
als
van
-21-
Het oordeet van Hitters opvolger, mede-aangeklaag-
de admiraal Donitz, is mild:
" Deze Rosenberg is een echte dromer. Ik geloof
onmiddellijk, dat hij zelfs nog geen vlieg
kwaad doen kan, maar er. bestaat geen twijfel
aan dat het deze propagandisten waren, die de
weg, baanden voor die verschrikkelijke anti-
semitische maatregelen." (III, btz.BBJ
Eeen andere aangeklaagde, Atbert Speer, beschreef
Rosenberg weinig vleiend in zijn dagboeknotiti e van
13 oktober 1946:
"Alfred Rosenberg, de verward
soof waarover iedereen, met van
gtimachend de schouders ophaalde " (IV, btz.16)
IV Atbert SPEER " Speer in Spandau - Dagboeken "
In den Toren - Baarn 1976
oorspronkelijke titel " Spandauer Tagebcher"
-22-
Na het vonnis te hebben vernomen is Rosenberg
rustig beheerst. Hij maakt voor zijn dochtertje
met motieven uit zijn Baltische
geboortestreek. Hij is ervan overtuigd dat hij
st erft als voor een ideologie die volgens
hem ongetwiJfeld de overhand krijgen zal.
(II, blz. 2'17)
Op 16 oktober 1946 wordt hij samen met elf andere
veroordeelden opgehangen. Diezelfde dag nog worden
hun lijken verbrand en de asse verstrooid. Dit
l aatste gebeurt in de niet overdekte Conwentz beek
t e Mnchen-Solln, Heilmannstrasze 25. Daar was het
dodenhuis van het Amerikaans leger gevestigd. Deze
gebeurde .onder de grootste geheimhou-
vrees dat er later op die plaats een
gedenkteken zou opgericht worden. In Japan is deze
vrees gegrond gebleken. Want na de overdracht in
1952 van de gevangenis van Soegamo, is op de plaats
waar eens de gatgen hadden gestaan, een gedenktuin
met eiken en theestruiken aangelegd geworden.
(II, blz.2)
-23-
Hierna volgt de beoordeling van Rosenberg door twee
bekende historiei.
De bekende historieus van het Derde William
heeft gn enkel lofWoord over voor Rosen-
berg. Hij noemt hem :
" de &Jaze Balt de ve'J!I.Varde unJsgeer
(met) een onzinnige filosofie "
blz 723)
De bekende Hitler-biograaf Alan geeft een
objektiever beeld van Rosenberg:
" In de eerste jaren hadden Rosenberg en Eokert
waarsehijnlijk de grootste invloed op Hitl er. Het
feit dat Rosenberg tot arehitekt was opgel eid
maakte indruk zijn sehoolmeesteraehtige en
omslachtige bespreking van rassen- en kulturele
kwesties (later in " Der Mythus des 20.Jahrhun-
derts" gepubliceerd) " blz. 49);
" Ofsehoon hij eens grote invloed op Hitler gehad
oos Rosenberg gn man van de daad Als
leider was hij daar hij het moeilijk
vond tot een besluit te komen of zijn gezag te
doen gelden. " blz. 77).
V Alan BULLOCK " Hitler. A Study in Tyranny "
-24-
in het Nederlands vertaald door John Vandenberg
bij Bruna en Zoon - Utrecht:
" Hitler - Leven en Ondergang van een Tiran "
Deel I : SAMENVATTING
1. INLEIDING
-----------
------------
Nu begint er een nieuwe levensvisie gestalte te
krijgen die in het diepste van ons inwerken zal.
Het fanatiek kristelijk idealisme dat ten koste
van alles zegevieren heeft nu afgedaan. Deze
afkeer van het fanatisme is een eerste tijds-
kenmerk. Een tweede tijdskenmerk is het verdwijnen
van de universele humaniseringsgedaehte.
Het en het positivisme waren de eerste
reakties tegen dat fanatieke geloof. Het humanisme
en het kristendom misaehtten de grote invloed van
het bloed. Zij degenereerden het tot een louter
materile stof. Nu pas begint men in te zien dat
het bloed de drager is van het onderbewuste en als
zodanig bepalend is voor het religieus en maat-
sohappelijk denken van elk individu. De samenhang
tussen natuur (=bloed) en besehaving is een
natuurlijk gegeven. Naargelang in het verleden het
intellekt meer en meer aan bod de
seheppende spanning tussen ras en kultuur en er
ontstond tweespalt. De intellektuelen verloren het
kontakt met hun natuurlijke zij werden
het slaehtoffer van hun eigen abstrakt zij
vermengden zieh met vreemden. De moderne steden
zijn een symbool van deze waarin de
jood zieh thuisvoelt als een vis in het water. Dit
komt goed tot uiting in de moderne joodse kunst die
dikwijls de stad of haar 've1!1.Vorvenheden' tot
- 25-
onderwerp heeft. Door deze rasveP<menging (=voP<m van
bloedschande) stierf de beschaving zelf. Aan deze
wraak van het bloed is in het verleden gn enkele
beschaving ontsnapt. Deze wraak zal ook Noord-Euro-
pa treffen als wij nu niet tijdig ingrijpen. Wij
moeten afstand nemen van bloedloze opvattingen en
terugkeren tot onze originele levensvisie. De
bloedloze opvattingen propageren een materialisme
dat de offerzin van de mensen verkeerd richt.
Aa;. de ene kant is er het demokratisch denken dat
met de steun van de humanisten de nadruk legt op
de zogenaamde universele waarden; met als gevolg
dat de gepropageerde vrijheid leidt tot rasver-
menging en tot de overheersing door geldmachten.
Een demokratie die geleid wordt door de vervlochten
industrile en machten wordt het Frans-
joods ziekteverschijnsel genoemd. De bevrijding uit
deze wurggreep moet gezocht worden in de omgekeerde
richting die Spengler voorstaat, geen aanvaarding
maar wel een heropstanding. Ook Engeland beschikt
nog over voldoende hoeveelheden Noormannenbloed om
deze stap te kunnen zetten. Aan de andere kant zijn
er de marxisten die met behulp van joods geld
trachten de klassenstrijd te doen ontbranden.
De huidige tijd wordt verder gekenmerkt door een
doorgedreven neiging om alles te relativeren. Het
modern individualisme en universalisme
uitlopers van deze houding. Ze worden beide met me-
kaar in verbinding gebracht door de volgende
redenering: een reeks individuen vormen samen een
volk en alle volkeren samen, voP<men de mensheid.
Het materialistisch individualisme is met
sukses afgewezen door de universalistische school
-26-
van o. Spann. Maar deze propageert een zuiver op
het intellekt berustende rangorde: mensheid -
kultuurkringen - volkeren - volk - stam - streek -
individu. Door te stellen dat de enige geor-
ganiseerde religie uit de kerk stamt, onthult deze
school haar theokratisch uitgangspunt.
Een nieuwe kijk op de wereldgeschiedenis met het
bloed als vertrekbasis dringt zich op. De strijd
tussen volkeren (=bloedgroepen) zijn het gevolg van
botsende levensvisies. Dit is het bewijs van de
samenhang die bestaat tussen ras (=het volk) en de
rasziel (= de volkseigen levensvisie). Het ras en
de rasziel vormen samen de raswaarde. Wanneer we de
rasziel als uitgangspunt van de geschiedschrijving
nemen, dan onderzoeken we in feite veranderingen
die opgetreden zijn in de levensvisie van elk volk
afzonderlijk. We kunnen deze geschiedschrijving
, van opkomst en ondergang van volkeren, verrich-
ten door van elk volk de helden, denkers, uitvin-
ders en kunstenaars te bestuderen.
Een belangrijk inzicht in de mens is dat hij er-
naar streeft om de wereld te veranderen. Hij
bekijkt de wereld als zijnde n geheel. Hij tracht
zijn innerlijke (gevoelens, opvattingen) te
projekteren in hetgeen hij verwezenlijkt. Deze
realisaties situeren zich op vijf vlakken:
1. de ontwikkeling van een symboliek voor
het bovennatuurlijke (=religie);
2. de vormgeving van de materie (=kunst);
3. het opstellen van leefregels (=moraal);
-2?-
4.
.s.
het zoeken naar een waarheid die de .na-
tuurwetten respekteert (=
het bekomen van een overeenstemmming
tussen retigie en . . )
(=
. . b" den heeft etke kuttuur een
Tegenover die raszietgebonden is.
versehitlende t tdheid kan
Dit onderscheid van e naar etang
of
het type van kuttuur. eze ras
zijn tevensvormend voor de mythe van een
. "d rin het
Wij teven nu in een de kerk of de staat
terug het getoof meer. Dit gebrek
ats bronnen van gehtuk van te verzinken in
aan getoof houdt et gev
anarchie.
. . h t besef komen dat uit onze
Nu kunnen haten om onze
h t n en ze te stetten boven
mythen te doen Zo kunnen nieuwe
taat kunst en de
s , D"t voor
mens scheppen. h t verzet tegen Napoleon
Duitser gestart mettt een is ONZE GROTE OPDRACHT
(1813). van deze
voor en tevens e
eeuw.
-28-
2. NOORDSE LEVENSVISIE
----------------------
----------------------
A. OORSPRONG VAN HET NOORDSE RAS
De resultaten van recent wetenschappelijk onder-
zoek op het gebied van de prehistorie en de geolo-
gie doen de Atlantis-hypothese veld winnen. Dit be-
tekent dat het bestaan van een Noordelijk gelegen
kultuurcentrum waarschijntijker wordt. De bekende
zonne-mythe moet ontstaan zijn op een plaats waar
de zonsopgang een kosmische belevenis van grote
betekenis geweest is. Dit is het geval, in het hoge
Noorden. Want dat is de enige streek waar de zon
ats tevensstimulans zo hoog gewaardeerd wordt. Daar
alteen kan de scherpe scheiding tussen de jaarhelf-
ten tot in de ziet aangevoeld worden, ats zijnde
een krachtenhernieuwing van de scheppende oer-
kracht die de zon voor de natuur is.
Het staat vast, dat in het oorsprongsgebied van het
Noordse ras een zonne-mythe bestaan heeft. Dit is
volgens mij het bewijs dat het oorsprongsgebied in
het Noorden moet gezocht worden.
Sedert geruime tijd hebben we het idee moeten opge-
ven dat atte mythen dezelfde evolutie doorgemaakt
hebben. Onze basis-mythen kan men naar een wetbe-
paald uitstralingspunt toewijzen, met name naar
Atlantis. Maar deze basis-mythen zijn door de
uitgezworven volksgroepen naar hun speciefieke le-
vensomstandigheden aangepast geworden. Dit stuit
aan bij het vermoeden dat er vroeger een drietal
grote volksverhuizingen plaats gehad hebben. Want
overblijfsels van deze zonne-mythe, de basis-mythe
bij uitstek, vinden we ondermeer in Iran en in
Egypte terug. In Iran bestond de religie van de
-29-
lichtgod Mazda. In Egypte zijn eP afbeetdingen van
een zonneboot ontdekt. TeP gelegenheid van die
eePste gPote votksvephuizing ging een eePste gPoep
Pichting NooPd-AfPika (de een tweede ovep
PePzi naaP India en tenslotte een dePde Pichting
Eupopa.
B. BELANG VAN DE MYTHE
De mythe is een dPoom in symbolen. Deze symbolen
geven de opvattingen weeP die tot het gemeenschap-
pelijk ePfgoed van een volk behoPen.
Het zoeken naaP de absolute waaPheid blijft het
eeuwige doet van ht teven. MaaP iedeP volk heeft
zijn specifieke waaPheid. IedeP volk kan zijn
waaPheid op het spooP komen dooP zich te
ontplooien. Met behulp van zijn mythen kan een volk
zich de oude waaPden hePinnePen. De gevolgen van
deze opdPacht tot zelfontplooiing zijn ingPijpend. ,
DooP het opvoePen van de scheppingskPacht centPaal
te mag het zondebesef niet tangeP een
hindePpaa2 voPmen. Volgens de GePmanen zijn alteen
leugens echte want zij maken iemand oneer-
vol. Zo is bijvooPbeetd de bewePing dat de NooPdse
mens dood een flagPante teugen.
De joden zijn meestePs in het tiegen volgens Scho-
penhaueP. DaaPom is eP vooP hen geen plaats binnen
de GePmaanse gemeenschap. In een demokPatie zijn ze
omdat dit toch een systeem is dat op
votksbedPog bePUst. DaaP de jood gemengd bloed
heeft bezit hij gn Pasziet. Hij past zich ogen-
schijntijk ovePat aan.
De joden hebben hun dPoom van de wePetdheePschap-
-30-
pij. De joden stPeven hun dPoom na met gPote
kPacht. Bovendien maken zij misbPUik van de zwakke
momenten van hun gasthePen om hun macht te
vePgPoten. Zodoende vePnietigen zij geleidetijk de
scheppingsdPang van de votkePen. In dit opzicht
zijn de joden paPaBieten te noemen. Het zionisme
heeft tot doet van naaP EuPopees een
eigen staat op te Pichten. Deze poging is tot
mistukken gedoemd wegens gebPek aan een Pasziet. De
opthodokse joden vePWePpen het omdat zij
vasthouden aan hun mythische dPoom van de we-
Peldheerschappij.
De Rooms-katholieken hebben de mythe van het
pausschap. De naap het vooPbeetd van de abso-
lutistische tPeedt op als Gods ptaatsvePVan-
geP De paus eist ondePWoPpenheid en duldt geen
aantasting van zijn gezag. Om dit te bePeiken zijn
alle middelen goed. Het Vatikaan is meestePlijk in
het uitkiezen van zijn afgevaaPdigden. Zo woPden
bijvooPbeetd in Duitstand pacifisten gekozen en in
de ons pmPingende tanden felle tegenstandePs van
het pPotestantisme.
Onze bloedgebonden levensvisie vinden we tePUg in
de mythen. de held uit de is het beste
vooPbeetd van een dPageP van de NooPdse waaPden.
Odin is een zwePVeP op zoek naap wijsheid. Hij
heeft een stePk ontwikkeld eeP- en Pechtsgevoet.
Hij AANVAARDT zijn eigen tragisch LOT met HELDEN-
MOED. De KERNWAARDEN die uit de NooPdse mythen
naap voPen komen zijn EER en VRIJHEID. Deze mythen
liggen aan de ooPspPong van onze vePtangens. DooP
ze opnieuw bewust te aanvaaPden kunnen we een in-
wendige ommekeep tot stand bPengen. We moeten be-
-31-
(tinnen met iTtJendig tot raust te komen ( "Eins mit
sich " - Meester Eckeha!'t ) en
moeten we e!'Van bewust worden dat met van
wordt. Het
van de spreuk " AHein, Ich win "
staat om de te veranderen.
De Noordse is sterk natuurgebonden en
staat in kontrast met het maar
ook met de Oosterse die aansturen op
een rausttoestand die een verschaft. De
Noordse mens is van nature uit onr-ustig, want hij
zit energie.
Onze rasgebonden moet met van
hedendaagse uitgedragen worden.
-32-
. I
C. BELANGRIJKE DENKERS
C .1. Meester ECKEHAHr
Meester Eckehart is een Duits mystikus die
1300. Hij was een Dominikaner-prior.
verwoordt de kernwaarden van de Noordse
vrijheid en eer.
Bas 600 jaar na zijn dood is zijn herontdekt
geworden.
Samenvatting van zijn
-de van God is in van de
schepping aanwezig;
-ik (= mijn heb bestaan en
tot in de eeuwigheid bestaan, dat ik
even mens geworden ben, verandert daar
aan.
De andere dingen bestaan ook omdat ik besta,
God zou zonder mij niet kunnen bestaan;
-God en ik (=de mens), wij beiden bestaan
van de Mijn komt op de eerste
dus voor mijn van
deemoed, barmhartigheid; ,
werkt met van drie krachten:
mijn verstand herkent de dingen, or-
dent en rangschikt ze;
-33-
-34-
I
i
.. /
I
i
mijn wiJ., neemt over., dar waar mijn
verstand niet meer bij kan. De wi2 is
vrij., maar ik kan in feit niets an-
ders wi1..1..en dan hetgeen God wil., op
voorwaarde dat ik met Hem een goede
relatie heo;='-.J
mijn geheugen is de opslagplaats van
mijn ervaringen;
-de genade is niet iets dat de kerk geven kan.,
maar het is een vorm van van n zijn met God.
God houdt geen strafb2ad bij waarop a1.. mijn
zonden vermeld worden. Het is uitsluitend de
aard van mijn huidige relatie met Hem die van
belang is;
-de eeuwige rust bestaat niet., het leven is een
dynamisch zoeken. Binnen het leven bestaat er
een polariteit tussen de natuur en de vrij-
heid;
-ieder draagt een schat in zich (in zijn zie1..J
., die hij vinden moet. Deze schat is het
hemelrijk ( GOD IN ONS J. De mens heeft voor
deze zoektocht gn hulp nodig van tussenper-
sonen;
-binnen het leven bestrijden twee krachten
elkaar: enerzijds zijn er de lagere., deze wer-
ken aktief en veroorzaken het lijden en ander-
zijds zijn er de hogere krachten., die het
hemelrijk-in-ons trachten te bereiken. Ik mag
niet proberen van deze strijd te ontvluchten.
Ik moet hem bewust aangaan.
A1..2es wat buiten de wil van de mens valt en toch
van hem is (het onderbewustzijn) noemt Eckehart het
bloed en daarover zegt hij het volgende:
" Het edelste., wat de mens bezit is het bloed.,
wanneer het., het goede wi1... Maar het is tevens
het laagste., wat de mens bezit., wanneer het.,
het slechte wil "
Hieruit bes2uit hij dat " het onmogelijk is., dat
aUe mensen nzelfde weg volgen.". Deze uitspraak
staat in schril kontrast met de leer van Rome.
Meester Eckehart is de eerste die zo duideliJK de
Noordse ziel typeert met haar vrijheidswi1.. en
respekt voor het bloed (=erfgoed).
C.2. GOETHE
Goethes opvatttingen vertonen vele overeenkomsten
met deze van Eckehart. Volgens hem:
- is het leven een zich bewegen tussen hetgeen
m e ~ nastreeft in gedachten en hetgeen men
doet. Door afstand te nemen van het dage-
lijkse (=de daden) kan de mens in zijn ziel
op zoek gaan naar wat erachter steekt;
- moet de mens zijn dadendrang involgen. Want
door zo hard mogelijk te werken vervult de
mens zijn plicht. Daarna pas za2 hij de kans
krijgen om zichzelf beter te leren kennen.
-35-
C.3. SCHOPENHAUER ,
Schopenhauer heeft iets wezenliJKS van de Noordse
tevensvisie de opvatting dat het
objekt (= de materie) en het subjekt (= de mens)
niet van elkander te scheiden zijn. Dus dat er een
polariteit bestaat en gn fundamentele tegenstel-
ling. Hij toont dat het zoeken naar een ver-
ktaring van onszelf (=subjekt) leidt tot 2evensvi-
die sterk van mekaar verschillen. Want :
- door de materie (=objekt) ats 'Ding an
sich' te komt men tot een ordinair
materialisme;
- door het subjekt te beschouwen ats iets
ontstaat een spiritualisme;
- door dogmatisch objekt en subjekt te
ontstaat het dualistisch denken
(*).
Tegenover deze drie visies plaatst hij het pota-
riteitsprincipe: mens en wereld vormen n ge-
en versehitten enkel in hun doetstellingen
van mekaar.
-36-
(*) Volgens de dualistische visie bestaat er een
fUndamentele tegenstelling tussen het goddelij-
lzXUI1'Van de mens de afstraling is ( "gescha-
pen naar zijn beetd en gelijkenis" J en de we-
die niets goddeliJKS heeft en bijgevolg
WEZENLIJK (= van nature uit ) slecht is.
11 t doet van het teven is het aardse te over-
dan komt de mens in het Niets terecht (=
grote leegte J.
Wanneer Schopenhauer het heeft over de maakt
hij een denkfout. Want volgens hem bezit de mens
intetekten: zijn verstand en zijn abstrakt
Zijn verstand tracht verbanden te
leggen. Zijn abstrakt denkvermogen werkt met be-
grippen en die opgebouwd zijn aan de hand
van eigen ervaringen.
De wit is de drijvende kracht achter etk
MAAR ALS:
ten de ervaring de enige bron is
waarlangs begrippen en beetden tot de mens komen
die tot voedset dienen voor zijn abstrakt den-
ken;
en ten de wit zijn doeten put uit het
abstrakt
DAN bestaat er een oorzaketijk verband tussen den-
ken en handeten.
BIJGEVOLG is de mens onvrij 11 Hij kan at teen maar
handeten op n die vottedig be-
paald wordt door zijn individuele erva-
ringen;
DUS de mens heeft gn vrije wit 111
Bemerkingen (van Rosenberg):
-de zoektocht naar het wezen van de mens
brengt ons bij de vrije wit;
-het begrip wit dat Schopenhauer hanteert
is te abstrakt. Het is juist dat de voor-
-37-
-:38-
voorbestemdheid bestaat en in dat - op-
zicht is de mens Het is ook waar
dat er voor de natuur wetten die
dwingend zijn. De van Schopenhauer is
eerder de drift de
om te Deze staat te-
genover het aktief die geboren
wordt uit het Dus in
feite worden twee dingen
aangeduid met woord. Enerzijds
de btinde zijnde de die uit
het onderbewuste stamt en anderzijds de
vrije die in het verstand thuis-
hoort. Dit zijn de twee van Faust.
De vrije die moet bestaan om een mo-
uit te kunnen bouwen. Maar de mens
moet eerst zijn drift
daarna pas kan hij met behutp van zijn
vrije een keuze maken uit de
die zich dan aanbieden.
Schopenhauer is geworden
van de drift die hij overstijgen
Hij is nooit van zijn
voor de -dood. Jezus is een
goed van iemand die zijn
tegen zijn offert
voor een Idee. Hij doet dit uit vrije
hij kiest bewust voor dit offer.
Schopenhauer zijn is een
maar ergens zegt hij een betangrijke
dat het hoogst
bereikbare voor de mens een
tevenstoop is. Dit is vot2edig in over-
eenstemming met de Noordse 2evensvisie.
.4. LEIBNIZ
n unieke waarheid die een antwoord
f t op a22e tevensvragen bestaat vo2gens Leibniz
niet. E2k vo2k vormt n organische entiteit en be-
nit zijn waarheid. Want e2k vo2k met zijn speci-
fieke eigenschappen en heeft aparte
opvattingen over de Bovendien kent
n waaromheen het zijn ge2uk
wenst uit te bouwen.
C.5. DE LAGARDE
Paul de Lagarde heeft de Duitse droom verwoord. Een
natie wordt gegrondvest op gemeenschappelijke hi-
storische grondstagen en kadert in Gods voorzienig-
heid. De herbronning moet gebeuren vanuit het
ver2eden. E2ke natie heeft recht op zijn religie.
De grootste fout die de mensen maken kunnen is niet
zichzelf te zijn. Paul de die in 1891
is na meester diegene die het
best de Duitse droom onder woorden gebracht heeft.
-:39-
D. KENMERKEN NOORDSE MENS
-40-
D.l Zijn Uiterlijk
De .uitertijke Noordse raskenmerken zijn:
-b!anke huidskleur;
-gesta!te: tang en stank;
-b!ond b!auwe langwerpige schede!.
D.8 Zijn Karakter
De Noordse eigenschappen zijn:

eergevoel.
-verlangen om het vreemde te !eren kennen.
D.3 Zijn Gevoelens
De Noordse zie! gekenmerkt door
van eenzaamheid en oneindigheid. Een
ge!ing van deze gevoelens vinden terug in:
-de gothische kerken;
-de tuinen van Lenotres;
-de schilderijen van Rembrandt;
-het verhaat van Tristan en Iso!de:
de derde akte Tristan eenzaam op een
rots staat. De ziet van Tristan verlangt
naar een voor hem is dat Iso!de. On-
dertussen een herdersfluit die
aan dat gevoel van eenzaamheid muzikaal
uitdrukking een gevoel dat niet met
te geven valt;
-de Faust van Goethe:
de onsterfelijke zie! is de drager van de
persoonlijkheid. De ziel zoekt los van al
het aardse naar het eeuwige. Dit is een
typisch Noordse opvatting. Deze staat in
kontrast met de waarvoor de ziel
het enige is dat echt bestaat. De
Atman is in elk schepsel aanwezig.
De uiterlijke vorm die deze schepsels
aannemen is !outer schijn. Dus al hetgeen
kunnen met onze zintuigen is
een schijnwerkelijkheid. Deze Indische
opvatting heeft voor gevolg dat het leven op
een filosofische benaderd door
te trachten er een zingevende verklaring
voor te vinden.
-41-
E. DE KERN VAN DE NOORDSE LEVENSVISIE
De ziel is grotendeels werkzaam in ons onderbewust-
zijn en ze heeft haar eigen doelstellingen die niet
te doorgronden zijn. Dus de vraag stellen naar het
waarom van het leven is zinloos, want het antwoord
hierop kunnen we nooit te weten komen, want dit zit
vervat in ons onderbewustzijn. Er bestaat echter
wel een biologisch gefundeerd antwoord en dat is,
dat de instandhouding van de soort, de zin van het
leven is.
De Noordse mens bezit een sterk verlangen om de
natuur te bedwingen. Hij droomt ervan zijn eigen
paradijs op aarde te scheppen. Zo betekent India,
het vruchtbare land, deze naam kreeg het van zijn
Indo-Germaanse immigranten. Hij beschikt over de
nodige wilskracht om een eervol leven in dienst van
zijn idealen (plichtsvervulling) te leiden.
Onze religieuse levensbenadering komt overeen met
deze van Jezus. De eeuwige ziel komt tijdelijk
ingekapseld in een menselijk lichaam naar de wereld
om er een OPGAVE te De afstraling van
de ziel in de mens is zijn persoonlijkheid. Elke
persoon2ijkheid vormt een eenheid zonder einde. Na
de dood van het lichaam keert de ziel terug naar de
"vader" (= het Al). Jezus treedt deze visie bij en
daarom is hij een steunpunt van onze geschiedenis.
De kristelijke kerk is van deze visie afgeweken.
De Egyptische religie wordt overschat, want zij
verkondigt het geloof in een verderbestaan van deze
aarde maar dan onder paradijselijke omstandigheden.
-42-
De leer van de re?:nkarnatie moet als een gelijkenis
begrepen worden. Deze leer is ontstaan als een
antwoord op de vraag of we een nieuwe persoonlijkt
heid kunnen bekomen; het antwoord hierop is ont-
kennend. Vandaar dat als enige resterende verkla-
ring aangenomen wordt dat de ziel altijd naar de
wereld terugkomt (=de eeuwige wederkeer).
De mens beseft dat hij een persoonlijkheid bezit en
tevens dat hij beperkt is in zijn mogelijkheden.
Dit bewustzijn impliceert het bestaan van de
wilsvrijheid. Dit wordt betwist door Schopenhauer,
die gelooft nameljk dat het toeval alles bepaald
heeft. De leer van het Karma gaat ook in die
richting. De leer van de predestinatie is alteen
denkbaar bij een scheiding tussen God en de mens
(=dualistische visie), maar dit gaat in tegen onze
overtuiging.
Tegenover de predestinatie staat een volkswijsheid,
die zegt dat ieder zijn geluk smeedt. Goethe meent
dat elke mens inwendig tot rust komen moet. Hij
moet " Eins mit sich Selbst" worden.
Jezus vraagt aan ieder van ons om uit wil
Gods Wet te aanvaarden. Deze Wet verschilt van volk
tot volk omdat zij sterk persoonlijkheidsgebonden
is. Deze mogelijkheid die Jezus biedt om in vrij-
heid te kunnen kiezen staat in schrille tegenstel-
ling met Indische en Vooraziatische opvattingen. In
India gelooft men dat elke mens schuld heeft aan
het lot dat hem treft, want dit lot is volledig af-
hankelijk van zijn gedrag tijdens zijn voorgaand
leven. In Voor-Azi is de mens sterk fatalistisch
ingesteld. Gods wegen zijn ondoorgrondeliJK en de
mens is verplicht van zijn lot te aanvaarden,
zonder naar de zin ervan te zoeken.
-43-
De Noordse mens is ervan overtuigd dat tos van het
Ik (= persoontijkheid) het Lot bestaat. Er
votgens hem gn oorzaketijk verband tussen beide.
De Noordse mens getooft wet in zijn specifieke
totsbestemming. Dit getoof zit in zijn natuur
vervat, dit getoof getuigt van een groot
trouwen. Maar hij btijft vrij in at of
aanvaarden van zijn tot. Dit gevoet van totsbestem-
ming vinden we het best verwoord in de oude sagen:
-44-
-Holderin:
Germanen moeten Germanen bestrijden op de
Katalaanse vlakten. Het noodlategezang ein-
digt ats volgt:
"rLuch traf uns Bruder, tliten sollt' ich dich.
Das bleibt ewig unvergessen,
hart ist der Spruch der Nornen.";
-Hamdir en Sorli rijden samen naar de Gotenko-
ning Ermanerich om de moord op hun zuster
wreken. Ze beseffen maar at te goed
hun taatste rit wordt, hiervan de
woorden van Sorli:
"Gute Ehre ist unser, wenn heute das Ende
kommt:
die Nacht erlebt niemand, wenn die Norne
gesprochen.";
-Hitdebrandslied:
- zoon en vader staan na jaren scheiding te-
genover mekaar, de eerste als terugkerende
krijger de tweede als van het
erfgoed. De vader herkent zoon onmid-
dellijk en verwelkomt hem. De zoon herkent
zijn vader niet, hij vermoedt een krijgs-
list en bespot zijn tegenstander die blijft
zwijgen totdat hij hem een gebrek aan eer
verwijt. Nu wordt zijn tegenstander, in dit
geval zijn vader, wel verplicht van de
strijd aan te gaan, want hij MOET ZIJN
EER ALTIJD EN TEGENOVER IEDEREEN VERDEDI-
GEN, zelfs tegenover zijn eigen zoon. Hij
beseft maar al te goed dat hij ZODOENDE
ZIJN in dit geval zijn noodlot, AAN-
VAARDT. Dit bewust aanvaarden is een van de
KERNPUNTEN van de Germaanse mystiek. Hier
ontstaat een situatie die volgens Kant de
grootsheid van de menselijke natuur
namelijk het besef dat de individuele waar-
den onvermijdelijk in konflikt komen met
een grote macht die het noodlot is. In het
geval van Bildebrand betekent zijn eer ver-
dedigen tevens het aanvaarden van zijn
_lotsbestemming, die erin bestaat van zijn
eigen zoon te moeten doden ofWel door hem
gedood te worden.
De les die we uit deze sagen kunnen halen is dat
het involgen van zijn eergevoel gn gewetenskon-
flikt bij de Noordse mens veroorzaakt, soms wel een
gewapende maar zo wordt dan wel een oplos-
sing afgedWongen. Dat door het involgen van zijn
eergevoel gn gewetenskonflikt ontstaat, komt door
het feit dat:
VOOR DE NOORDSE MENS DE EER BOVEN ALLES GAAT ! 11
-45-
Later zijn er wet een inwendige konjtikten ont-
staan. Ze hebben geleid tot kuttuurvervat. Deze
gewetenskonflikten zijn ontstaan uit de konfron-
tatie van de oude Gepmaanse waarden met de kPiste-
tijke. De oude waaPden als daar zijn vPij-
trots en zijn -gebotst met de nieuwe
kPistetijke waarde bij uitstek: de naastenliefde.
De wissetwerking tussen persoonlijkheid en lotsbe-
stemming is het onderwerp bij uitstek van de
Noordse literatuur. Deze wisselwerking tussen het
uitwendige (de gebeurtenissen) en het innerlijke
(de gevoelens) wordt meesterliJK beschreven in
"Tristan en Isolde". Want dit werk is geen liefdes-
maar wel een drama rond het eergevoel. Tri-
stan ervaart zijn onoverwinbaar liefdesgevoel voor
als een zeer gevaarlijk gevoel dat zijn eer
aantasten kan. Isolde is namelijk de vrouw van zijn
die tevens koning is. Want door toe te ge-
ven aan dit verraadt hij zijn vriend en
zodoende verliest hij zijn eer. Daarom verwijdert
hij zich tijdig en pleegt zelfmoord. Het hoogtepunt
van dit drama is niet het drinken van de gifbeker
maar wel de konfrontatie van Tristan met de koning.
Daarbij vraagt de koning:
"Wohin nun Ehr' und echte
da aller Ehren
da Tristan sie verlor ?
Den unerforschlich jruchtbar tief geheimnis-
vollen
wer macht der fielt ihn kund ? ".
Het orkest benadrukt deze vragen alsof het peilt
naar het antwoord op DE Germaanse vraag: " Hoe is
het dat iemand eerloos wordt ?"
-46-
l
3. ANDERE KIJK OP DE GESCHIEDENIS
---------------------------------
---------------------------------
A. INLEIDING
----
Na de ekonomisch materialistische (= marXistische)
komt de morfologische van
Spengler. Hij tracht in de geschiedenis vaste vor-
men ( wetmatigheden) te ontdekken. Hij vertrekt van
volgende uitgangspunten:
1. de oorzaak-gevolg verklaring en het toeval
staan los van elkaar;
8. fatalisme is af te wijzen;
3. er bestaat een cyclische beweging van op-
bloei en ondergang. Op basis van deze
drie fasen is het eenvoudig om per kultuurge-
bied de toekomst te voorspellen. Want de
volgorde der fasen van de cyclus is onveran-
derlijk. Dus elke kultuur is tot verdwijnen
gedoemd.
De twee eerste uitgangspunten komen overeen met de
Noordse visie terzake. Het laatste is echter fout.
Want het is een soort mechanisch koncept. De vrije
wil wordt volkomen genegeerd. Want "war een wil is
is een 1Jef1 I het is altijd mogeliJK om het
tij te doen de ondergang is NIET
baarl .
De grote verdienste van Spengler is dat hij ons
heeft door te wijzen op onweerlegbare.
tekenen van die wij rondom ons kunnen
op voorruaarde dat wij ze willen zien 11
-4'1-
Volgens mij bestaat de onverbreekbare cyclus van
Spengler niet. Er bestaat echter wel een kring-
loop die vertrekt bij de rasziel en die over het
volk, de persoonlijkheid en de kultuur terug bij de
rasziel uitkomt. Onze rasziel ( = ons onderbewust-
zijn ) is onze verborgen schat. Enkelingen, de
uitschieters van ons volk, stallen stukjes van deze
rijkdom uit in hun werk. Op deze wijze stimuleren
zij de verdere persoonlijkheidsontwikkeling van ons
volk en verrijken zodoende de volkskultuur. Deze
kultuur wordt in ons gemeenschappelijk onderbewust-
zijn opgeslagen en langs daar aan de volgende gene-
ratie doorgegeven.
De verbindingsschakel in deze kring is het bloed
dat als drager van ons erfgoed fungeert. De ras-
ziel is de bron van onze gedachten , levensvisie en
wilskracht. Onze Noordse rasziel wijst het univer-
salisme, de theocratie, het humanisme en het kort-
zichtig individualisme radikaal van de hand als
zijnde rasvreemde stromingen.
-48-
B. RASVERMENGING LEIDT TOT ONDERGANG
Het is opmerkelijk dat er in de oude Noordse staten
altijd sprake is geweest van rasbeschermende
maatregelen.
Wanneer deze rasbeschermende maatregelen opgeheven
worden, neemt de rasvermenging een aanvang en dat
is onherroepelijk het begin van het einde. Drie
historische voorbeelden om dit te illustreren:
1. INDIA: een nieuwe filosofie, het boeddhisme,
geeft aanleiding tot rasvermenging.
De boeddhist is een spiritualistische monist,
die alleen de wereldziel (=de brahman) als e-
nige werkelijkheid erkent. De leefregels van
de Vedas, die ondermeer de waarde van het kas-
tesysteem beklemtonen als een manier om het
ras te beschermen, worden door hem niet lan-
ger nageleefd.
Resultaat: de rasvermenging kon beginnen;
2. GRIEKENLAND: immigranten brengen samen met hun
nieuwe goden, lossere zeden mee.
De oorspronkelijk godenwereld was Noords, met
Apollo als beschermer van van het edele in de
mens. TWee spreuken uit die tijd spreken voor
zichzelf:
"Niets is teveel" - "Ken uzelf"
Homeros had een uitgesproken afkeer voor
extase. De bekende historikus Burckhardt
beschrijft het grote zelfbewustzijn van de
oude Grieken. In wezen voerden zij een strijd
ter vrijwaring van hun innerlijke vrijheid die
bedreigd werd door Vooraziatische volkeren.
-49-
-50-
De tocht van de geeft een aandui-
van hun afkomst, hun schip
gedPeven de
Tijdens hun ontmoetten zij
die goden aanbaden en
veel zedeli jke hadden dan zij.
Bovendien ze veel Ama-
zones, dit hun mannen
ten die een manvijandige maatschappij
opgebouwd hadden.
De goden Griekenland binnenge-
i nwijkelingen, die hun kwan-
titati ef de bevol -
king i n
In de
staat de een zinnebeeld
en Bij de
goden, staat de cen-
als symbool van de het
Zeven. Sommige van deze
goden zich als bezetenen. De Dionysos
kultus i s het meest
van. De god Dionysos i s een van de
Zijn huwelijksopvatti ngen staan
deze van Apollo. Het onge-
seksueel genieten een
ging tussen Hettenen (van bloede)
Aziaten en t eweeg. ,
Theognis beklaagt zich dat het gel d
het mogelijk heeft gemaakt dat het edel e bloed
zich met het onedel e heeft, dit staat
i n met de die
. I
de mens bij het fokken van
De bestendige staat
!!/
is in dit als een afvallige
van de oude te beschouwen. Hij is
van een kollektivisme op basis van
een gelijkheid.
betekent een want zijn
geloof in de die volgens hem
kan geven op alle vragen, het
wet enschappelijk pas goed op gang.
deze wetenschappelijke heb-
ben zulk in het mense-
Zijk dat zij het te beseffen,
het einde van het klassieke inlui-
den. Want in het klassieke had het
ook zijn plaats;
3. ROME: immigranten gelijke
De adelli jke fami-
lies kunnen de vloed van niet
Een is het
met name de van
heeft een tijdlang de
kunnen afzwakken. De stap de on-
was de toelating tot gemengde
huwelijken tussen en De
tweede stap was de komst van uit de
Septimus
-51-
en zoon Caracalla (212 v.o.j.J. Deze
laatste verleende aan alle vrije inwoners het
staatsburgerschap. Dit betekende het einde van
het Romeinse rijk.
Enkele keizers hebben tevergeefs getracht het
tij te doen keren. Hiervoor hebben ze de Ger-
manen als waardevolle bondgenoten in hun
strijd tegen het rasverval erkend. Marcus Au-
relius zendt de in Wenen verzamelde Germaanse
gevangenen naar Noord-Itali om ze daar in de
Zandbouw in te niet a7,s
maar als kleine zelfstandige boeren. Ten tijde
van Konstantinus bestaat bijna het gehele Ro-
meinse leger uit Germanen. Later zal Theodorik
de Grote dit werk voortzetten door meer dan
n derde van de landbouwgrond in handen van
Germaanse immigranten te geven. Zo kwamen meer
dan tweehonderdduizend Germaanse gezinnen
zich vestigen in de provincies Ra-
venna en Veneti.
Bemerking:
Over de geschiedenis van Rome bestaat een hardnek-
kig misverstand. De Etrusken worden door bepaalde
historici . overschat. Ze zijn gn eerste stap in
het want zijzelf hebben veel
overgenomen van de Indo-Germaanse volkeren. In
feite zijn het goede imitators. De strijd die de
oorspronkelijke Romeinen (van Noordse boerenaf-
komst) moeten voeren tegen de Etrusken is het
bestuderen waard. De Etrusken hebben namelijk de
zonne-mythe aangevuld met vruchtbaarheidssymbolen
Zij voerden ook de gladiatorenge-
vechten iets waartegen vroeger Griekenland zich
met afschuw verzet had.
-52-
. Hannibal voor de poorten van Rome
kriJgen de Romeinen de wederopneming van de kultus
van de "grote moeder" (= hoer). Deze kultus is
waarschijnlijk de basis waarop in de Middeleeuwen
onbewust de heksenwaan teruggaat. Deze heksenwaan
kan ontstaan zijn uit de angst voor de 'bovenna-
tuurlijke' krachten die 'heidense' vrouwen zogezegd
langs 'duivelse' wegen bekomen hadden.
-53-
C. DE STRIJD VAN HET KRISTENDOM TGEN
DE NOORDSE LEVENSVISIE
C.l. De persoonlijkheid van Jezus
In het Nieuwe Testament krijgt men facetten van de
persoonlijkheid van Jezus voorgeschoteld die mekaar
tegenspreken. Het evangelie volgens Markus is
waarschijntijk het meest zuivere. Want Jezus komt
daarin naar voren als een echte heer en leermee-
ster. Hij predikt moedig en treedt hardhandig op
tegen de geldhandelaars. Hij wijst op de eeuwige
polariteit die bestaat tussen goed en kwaad. Dit in
tegenstelling met het Oude Testament waar het kwaad
als een straf van God beschouwd wordt. Het
evangelie volgens Markus bevat gn verwijzing naar
het vervutten van voorspellingen. Jezus wit er zelf
niet over praten (hoofdstuk 8, vers 89). Bovendien
bevat dit evangelie gn bergrede. De blijde bood-
schap die Jezus brengt vormt de kern van het evan-
gelie. Hij roept op tot naastenliefde en tot
bestrijding van het kwade. We zulten ons een ander
beeld van Jezus eigen moeten maken. Vroeger werd
Jezus afgebeeld als een held, de kruisafbeetdingen
bestonden toen nog niet. Dit komt overeen met de
plaats die bij ons de volksheld inneemt. Onze
volkshetden versehitten sterk met de heiligen van
de kerk. De kerk heeft zich herhaaldetijk vergist
met heiligverklaringen. Zo werd de jood Emmaran
als martelaar heitig verklaard; maar in feite werd
hij terechtgesteld omdat hij de dochter van een
Beierse hertog verkracht had.
-54-
i
'
i
I
:.
I
J
I

l
'1
I,
C.8. Toevoegingen bij de boodschap van Jezus.
------------------
Jezus heeft ongetwijfeld een grote persoonlijkheid
bezeten. Maar zijn tevensverhaat werd na zijn
heengaan, onmiddellijk beladen met a22er2ei joodse
elementen:
-Jezus als een bevrijder van het Romeinse
juk. Het strakke Romeinse bezettingsregime
in Klein-Azi, had de legende doen ont-
staan van een bevrijder uit de slavernij,
Chrestos genaamd;
-Jezus als de joodse Messias uit het Oude
Testament;
-Jezus als realiseerder van voorspeltingen
afkomstig van joodse profeten uit het Oude
Testament;
-Jezus als bevestiger van de toenmatig gel-
dende verbodsbepalingen, die door de gods-
dienstleraren opgemaakt waren.
Vlug werden elementen uit andere godsdiensten toe-
gevoegd:
-het idee van de natuurlijke drievuldig-
heid (vader-moeder-kind) was gemeen-
goed bij de omringende volkeren. Paulus
gebruikt dit symbool, maar hij verving
de moeder door de heilige geest. Dit
maakt het mogetijk om tos te komen van
het organische (= de biologische rea-
liteit van het gezin);
- 55-
-56-
Volgens hem hebben natuuPlijke veP-
schillen gn belang, volgens hem zijn
alle mensen volkomen gelijk: geslacht
Pas, leeftijd; dit alles heeft volgen;
hem gn enkel belang;
-de zonne-mythe 'r =het onbevlekt geboPen
vooP de maagd
MCLP1A.
De FapizeP Saulus gebruikte de Peligie als
een tegen Rome. Paulus heeft aan deze natio-
naal-Joodse opstand een intePnationale dimensie
vePleend.
eePste Peaktie tegen deze misbruiken bleef niet
Rond 150 stelde de GPiek MaPeion (*) een OP-
vooP (polaPiteitspPinaipe)
DaaPom vePWierp hij het vePmeld in het
De afstandelijke en God
het Oude Testament, hij van de hand. Ge-
pogingen van tekstselektie zijn uitge-
gaan van de GnostiekePs.
(*) (85-160), zoon van de bisschop van
aan de Zee, stichtte een eigen
kePk, die was op een tekstselektie:
het volgens Lukas en tien bPieven
Pas in 382 (synode van Rome)
vooP n andepe selektie gekozen,
vanaf toen het Testament genoemd

j
*

Een Peaktie van LutheP. Hij heeft zich
vePzet tegen de gebPuiken die de kePk uit andePe
Peligies ovePgenomen had:
- uit Azi,
de zelfkastijding, die de mens zoge-
zegd dichteP bij God bPengt (*), de
voetkus en het knielen als voPm van
begPoeting;
- uit AfPika,
de leefPegels van de monnikken en
het kaalschePen van schedelkruin;
- uit Tibet
de gebedsmolen, ondeP de vopm van de
patePnosteP.
Vanaf de de nadruk te liggen op
de dood van Jezus. Goethe noemt dit het negatieve
kPistendom, daaPtegenoveP plaatst hij het positieve
kPistendom, dat zich Picht op het leven en niet op
de dood en wat ePna komt.
Bovendien lanceePde het kPistendom een begPip
de (ePf-)zonde met de daaPbij hoPende genade. Het
begPip 'zonde' was niet bekend bij HomePos, noch
bij de oude Indirs, noch bij de Gepmanen. Het zon-
debesef moet ePgens samenhangen met een vePgPijp
-----------------------
(*) De "Opus Dei" is een dooP de Roomse kePk ePken-
de gesloten vePeniging tot op heden
(198?), volgens getuigenissen van ex-leden, van
de zelfkastijding aktief gebruik gemaakt
-5?-
tegen de In dit kader kan gedacht
worden aan een mogelijke rasvermenging waaraan het
joodse volk zich in een ver verleden schuldig heeft
met als resultaat een blijvend schuldge-
voel. Is dit misschien de basis van waaruit het
zondebesef ontstaan is ???
C.3. Verschilpunten tussen
kristelijke - Noordse opvattingen
Op drie vlakken kwam het kristendom na zijn
erkenning door de Romeinse keizer Gallienus in
in konflikt met de daar heersende Noordse opvat-
tingen. De Middeleeuwen worden gekenmerkt door de
machtetoename van de katholieke kerk en de Noordse
reakties hierop.
De Noordse mens is van nature uit
DYNAMISCH EN EERBEWUST. De kerk stond hier lijn-
recht tegenover.
Noordse tollerantie versus
kristelijke onverdraagzaamheid
De onverdraagzaamheid van de kristenen kwam
onmiddellijk na de erkenning van hun godsdienst aan
het licht. De Romeinse keizer Diokletian verplicht-
te zijn kristelijke soldaten op straffe van ontslag
deel te nemen aan de niet-kristelijke
godsdienstplechtigheden. De kristenen beschimpte
daarop de die de bestaande straf op zulke
weigering tot deelneming verzwaarde van ontslag tot
slavernij. Hierop braken in het hele Romeinse riJK
onlusten met als hoogtepunt een brandstichting
in het keizerlijk paleis. De opstand werd onder-
drukt en 89 opstandelingen werden terechtgesteld.
-58-
Het kristendom werd met het zwaard in de hand
verspreid in Noord-Europa. Dit staat in schril kon-
trast met bijvoorbeeld de houding die de Friese
hertog Radbod aannam toen een dappere zendeling tot
bij hem gebracht werd. Hij zond deze zendeling
geschonden terug met volgende woorden tot afscheid:
"Ik zie dat u onze bedreiging niet vreest en dat uw
woorden gelijk zijn aan uw daden."
In het begin van de dertiende eeuw de Zuid-
Franse graven van Foix zich op als verdedigers van
de godsdienstvrijheid. Waarop de paus hun lande-
rijen en kasteten tiet.
Twee eeuwen tater ging een Franse Peter
waldes naar Rome pleiten voor minder
uiterlijk vertoon en voor meer leervrijheid. Hij
vond geen gehoor en daarop richtte hij op verschil-
lende plaatsen leefgemeenschappen op. Maar deze
werden gedurende meer dan honderd jaar systematisch
vervolgd. De zwaarste beproeving kwam in toen
werd namelijk een klein Merindot
samen met de 22 omliggende dorpen Een
drieduizendtal bewoners werden tijdens deze aktie
vermoord. Volgens een nu nog bestaande afbeelding
had Peter Waldes een hoofd met typisch Noordse
trekken.
De katholieke kerk heeft een systeem van vrijheide-
anderdrukking uitgewerkt:
-door zichzelf de rol toe te eigenen van tus-
senpersoon. De gelovige mag alleen langs
haar Jezus leren kennen. De kerk steunt zich
op het evangelie volgens Mattheus
(hoofdstuk vers 18 en 19). Maar deze
-59-
-60-
passage is voor dit doet achteraf ingelast
Want hoe kan men anders verktaren
dat vier verzen verder (23) door
Jezus een satan genoemd //!
-door de priester ats boodschapper van God
naar voren te schuiven. De priester
volgens de kerk de opdracht Gods bevelen
door te geven en in de naam van God
vergiffenis te schenken !!/
-door de zwakheden van de mensen uit te
buiten. Zo was bijvoorbeeld het sukses van
de aftaten gesteund op een schuld- en angst-
gevoet dat de kerk de mensen
had. De kerk de macht te be-
zitten om in naam van de reeds begane
en zelfs de toekomstige zonden te kunnen
vergeven; het schrifteliJK hierVan
Zeverde ze af o1ider de vorm van een aftaat-
brief.
Het in groep bidden met een voorbidder om
vergeving van zonden af te vertoont
veel gelijkenis met de Afrikaanse toverdok-
ter die tijdens een publieke
de hemel om regen smeekt. Het grote versehit
tussen beiden echter dat de kerk alteen
beloftes die pas NA de dood hun uit-
werking krijgen; het resultaat van de
inspanningen van de Afrikaanse toverdokter
binnen een korte tijdspanne
want er valt regen of niet 11 Alteen de door
de kerk erkende bedevaarten vormen hierop
een omdat daar voor genezing
tijdens dit teven gebeden
In de toop der eeuwen is de kerk veel
strenger De liggen aan de
basis van strenge voorschriften die de abso-
lute gehoorzaamheid nastreven.
- door voor zichzelf het monopolie van de ge-
loofsleer op te eisen. De dogma's - werden
hiervoor in het Zeven geroepen. Het dogma
van de onfeilbaarheid van de paus (18?0)
vormde het hoogtepunt in dit streven naar
het bekomen van blinde gehoorzaamheid. De
die loskwamen op dit dogma waren
mals. De -vraag werd openlijk gesteld of
deze blanco volmacht voor de de afzet-
ting van Jezus ats middelpunt van de
loofsleer betekende ??
- door Noordse goden en feesten te kerstenen:
Odin werd de heilige
Thor werd de heilige
het Joelfeest werd Kerstmis.
De roep om Zeervrijheid kon nooit volledig onder-
drukt Met de Hugonoten kwam deze vraag weer
aan de opnieu0 bleef een
heftige reaktie niet achterwege: de Batholomeus-
nacht kostte aan meer dan ?0.000 Hugonoten het
_Dit bloedbad samen met de daarop volgende
betekende voor Frankrijk zo een groot
aan Noords bloed, dat er vanaf echt
sprake is van bloedarmoede in Frankrijk.
-61-
Dynamisch NOOPdse VePSUS
statisch kristelijke levensvisie
kristelijk wePeldbeeld is hoofdzakeliJK sta-
-het wei'd JJeheel 'ld,JeboliLXl_met
__ behulp_ uan __ dogrm. s. -In a'bk systeem is geen plaats
meeP vooP het vrij ondePaoek.
Het strakke dat de kePk vooPstaat is
van PePaische ooPspPong. In het gPote kosmische
dmma van de strijd tussen het licht en de
duistePnis# komt de wereldbevrijder# Caoshianc# om
de goeden van de laMden te scheiden. Hij is een
voorloper van Jeaus .
Volgens de Noordse levensvisie ait het leven vol
. met tegenpolen# die om ainvol te kunnen bestaan-
mekaar nodig hebben. Allemaal samen vormen ae
geheel dat wij het leven noemen.
Volgens de katholieke fitosofie heeft God alles uit
het niets geschapen. Deae opvatting is in
met de scheppingsvePhalen uit de Edda
en uit India. Die vePhalen beschrijven God als oP-
descheppeP in de chaos die in het pPille
begin heePste.
De dualistische visie van de kePk# die de volledige
scheiding tussen het goddelijke en het
vooPhoudt# wordt bestPeden dooP andepe godsdien-
sten en aelfs door geloofsgenoten. Volgens de
Indische leer is de Atman (=de materie) identisch
met de Brahman (= de geest). Ook Jeaus sprak van
het hemelrijk dat in ons bestaat.
De katholieke filosofie verklaart (???) het Noordse
streven naar aelfontptooiing# als een toegpoeien
-62-
tot God. Dit is onjuist# want het is onae opdracht
om met God# die Peeds in ons woont# een goede _
relatie op te bouwen.
Het protestantisme wopstelt met de tegenstrijdig-
heid die bestaat tussen het vrij ondePaoek en de
tettePlijke intePpPetatie van de bijbel. De NooPdse
mens ondepscheidt bewust twee werelden# deae van de
vrijheid en deae van de natuuP. Volgens de NooPdse
mens bestaat eP dus naast de wePeld van de indivi-
duele vrijheid# de materile die gevormd
wordt door de natuur. Dit betekent automatisch de
scheiding tussen Peligie en wetenschap (=kennis van
de natuuPJ. Toverij noch het vePstand kunnen de na-
tuur bemeestePen. De NooPdse mens is aich bewust
van het feit dat de natuur# een ' eeuLJig woroden '
is. Dus dat eP een kosmisch vitalisme bestaat. De
toenemende technische kennis van de mens# heeft eP-
toe geleid dat hij aich gedeeltelijk losgemaakt
heeft van dit inaicht; dit is een bewijs van aijn
ontaa!'ding 111
NooPds
vepsus de kristelijke liefde
Het eePgevoel bekleedt een centpale plaats in de
Noo!'dse geest. Hiervan aijn Peeds spoPen te vinden
in:
-oude Indische geaangen (Nahabapatam)# waarin
een eervol leven hoog gepreaen wordt;
-in Griekenland waaP EupYdike aich samen met
haar twee dochters verhangt om een eventuele
ontering door de overwinnaars te ontlopen.
-63-
-64-
Maar nergens heeft het eePgevoel zulke centrale
als in het NooX'dse Avondland.
schJ:>"',;jft over de Wikingers in zijn boek
Menschenfo'I'ITIUng", het volgende:
"Een . tbJeede voorbeeld UJOX'dt zelden de geschie-
aangeboden, van de houding van
een volk dat zo zuiver doordrongen is van maar
n. allesoverheersende 13Jaarde: alle macht, alle
elke band, elke handeling staat in dienst
van de EER en aan deze EER UJoX'dt als het
noodzakelijk is, zonder verpinken, zijn leven
geoffeX'd. Zoals het EERBEGRIP het leven
beheePst, zo spiegelt het zich ook af in de
dichtkunst en in de UJereld deP sagen: geen enkel
ander UJooX'd als EER komt men zo vaak tegen
DaaPom is de Noorose heldeTZltJePeld in al
en subjektivisme, toch
essentie n geheel.".
De M.d.dePstand ms gebo'UbJd op NooX'dse pPincipes:
-de eep nam de centrale plaats in, dit komt
volkomen overeen met de Noordse levensvisie
,
..ode kUJamop de eerste plaats; dit
naar het Noordse troUUJbegPip;
-de Pidders stonden leenheren in dienst van
de koning, dit komt overeen het pPincipe van
de vrije keuze die de Gemaanse kPijgers
bezaten bij het kiezen van hun leider.
I us GregoPius VII maakte van de Pidders gempende
l oofsverdedigers. Zo kwam hij aan de benodige
rnankPacht voor zijn kPuistochten.
Vanaf de zestiende eeUUJ begon de Pidderstand veel
van haar betekenis te verliezen. MaaP vanaf de
achtiende eeUUJ UJerd het eerbegPip overgenomen door
de vPije bUrgers, die zich verzameld hadden binnen
de Hansa.
net kPistendom stelde in plaats van de eep een
nieUUJ begPip centPaal: de naastenliefde. Bet was de
universele liefde die zich moest UJeerspiegelen in
medelijden en deemoed.
Maar de kerk zelf is in het verleden gn toonbeeld
van deemoedig gedrag geUJeest, eerder het tegeno-
vergestelde was UJaaP. De pePikelen rond het paus-
schap leveren enkele, tot de verbeelding sprekende,
staaltjes daaPVan op.
1. In 896 komt paus Stefaan VI op de gedachte van
zijn voorgangers te laten ontgraven en ze tij-
dens een synode tot de doodstraf te verooX'de-
len.
2. Na een periode Wlil"in de pausen elk.aait snel op-
volgen, want ze zetten mekaaP met UJisselend suk-
ses af, bestijgt Sergius III de pausstoel in ge-
zelschap van zijn bijzit Narozia. Deze vroUUJ
zorgt samen met haar moeder voor het benoemen
van riJKe bisschoppen die de paus financieel
steunen. Na de dood van Serguis plaatst Naroaia
een van haar kinderen op de troon onder de naam
-65- .
van Johannes XI. Haar oudste zoon AtbPecht gaat
hiermede echtep niet akkoord waaPop hij zetf de
tpoon bektimt. Na zijn dood votgt zijn zoon hem
op ondep de naam van paus Johannes XII. In 983
staagt de vePjaagde paus Bonifaas VII ePin zijn
konkuPPent paus gevangen te nemen
en te taten stePVen. D moedeP van MaPozia neemt
dit niet en ptaats haar neef op de tPoon.
3. In 1204 koopt een teek (= iemand zondeP wijding
en opteiding) de paustroon en noemt zichzetf
Johannes XIX.
4. LateP woPdt een tienjarige gravenzoon tot paus
gekozen (Benediktus IX). Deze maakt het echter
zo bont dat eP een nieuwe paus SytvesteP III
gekozen wordt. Deze taatste voett zich bedreigt
en vePkoopt zijn tPoon vePdeP vooP 1000 zo
WOPdt GPegoP VI paus I Daarop hePnieuwt de ver-
dPeven Benediktus zijn aanspPaken op de
paustPoon. KaPdinaat CeasaP BaPonius noemt deze
pausen eenvoudigweg "hoepenhengsten 11". Ten-
statte gPijpt de Duitse keizeP HendPik III in.
5. MaaP na een tijd kwamen de schandaten tePUg.
Paus Paut II (1464-14?1) bekwam een bepaatd .
pePcentage van de ontvangsten uit de hoerenhui-
zen. Ondep Si:x:tus waPen deze ontvangsten
Peeds opgetopen tot 20.000 gouddukaten peP. jaaP.
Bovendien kwam ep een taksatiesysteem op de
konkubines van de geestetijken. Het Vatikaan
schonk premies ondeP de vorm van bons vooP boP-
deetbezoek. Mits bijbetating wePd ook knapen-
tiefde toegestaan.
-66-
Paus Innocentius VIII was de getukkige vadeP van
zestien kindePen.
7
Paus Atexander vePktaaPde bovhen
koning vePheven en tiet een opp
en kaPdinaten die hem bedreigend
vermooPden. 1501 benoemde hij tijdetiJK zijn
dochter LukPetia tot zijn ptaatsvePVanger.
-6?-
D. VERDERE EVOLUTIE
Door de toenemende macht van de kerk werd de
geest tot onderduiken gedWongen. Tijdens de
Middeleeuwen bood de kunst de enige uitweg om
uitdrukking te kunnen geven aan Noordse gevoelens.
heeft het Noords-Europa langs deze weg
kunnen met name tijdens de gothiek en
tijdens de barok.
D.l. De Gothiek
De gothiek is de enige gelukte poging om in de
bouwkunst een metafysisch tijdsgevoel van gezame-
lijk streven weer te geven. Daarvoor werd het
bouwmateriaal op een speciale manier gebruikt. De
steen werd in een beweging van druk en
gedWongen. In _het gotisch kerkgebouw
onderaan in de zui-
ze gaat verder over de bogen om tenslotte in
de torenspits te eindigen. Dit dWingen van de ma-
terie getuigt van grote wilskracht en is kenmer-
kend voor de persoonlijkheidsstijl van de Noordse
kunst. Goethe heeft gezi nspeeld op die wilskracht
wanneer hij schreef dat elke kunstopvatting omgezet
kan worden een materile expressie.
De gothiek is ontstaan in het Frankisch rijk dat
in di e tijd nog overwegend Germaans was. vier
best bewaarde voorbeelden zijn: de Notre-Dame van
de kathedralen van Amiens en Rouan.
De gothiek wordt soms als een verkrachting van het
Griekse schoonheidsideaal afgeschilderd. Dit is
want de gothiek straalt niet de rust uit
van de Griekse tempel. De gothiek haalt haar inspi-
-68-
uit de die wezenlijk dynamisch is. De
1 bundelde zuilen zijn de de spitsbo-
n zijn de takken en de versiersels op de
opitbogen is het gebladerte. Binnenin zijn het de
die de ruimte verkleinen en voor een
opeciaal lichtspel zorgen. Dit lichtspet is te
v rgelijken met het zonnelicht dat door het gebla-
derte dringt. Dus de kunstenaar heeft getracht van
i n het kerkgebouw de sfeer van het woud op te roe-
pen. De gothiek is een uiting van eerbetoon aan de
natuur en zijn Schepper. Aan de basis van de go-
thiek ligt dus een innig doorleefd religieus ge-
voet.
D.2. De Barok
Het doel van de barok is het
terugwinnen van de door zinneliJKe
elementen aan de renaissancestijl toe te voegen.
Niettegenstaande deze is de barok-
schilderkunst erin om tot een overwinnen
van de materie te komen.
Michetangeto heeft op een duidelijke manier ge-
broken met de klassieke (= Griekse) esthetische
normen.
P.P. Ru.bens is een meester in het op een fantasie-
rijke wijze aanJenden van het tichtspel. Hij heeft
echter gn zielskracht in zijn werk wet
heeft hij een symfonie van btinde tevensdrift in
beetd gebracht.
-69-
3. GEVOLGEN
-------
---------
A. MAATREGELEN OM HET RAS TE BESCHERMEN.
Reeds de Fransman Vacher de Lapouge heeft gewaar-
schuwd voor het gevaar dat rasvermenging
namelijk de overheersing door rondhoofdigen. Dit
gevaar bestond reeds in zijn tijd wegens de toenma-
lige Noord- Afrikaanse immigratiegolf.
De ondergang door waarvan Griekenland
en Rome vroeger het slachtoffer geweest kon-
digt zich opnieuw aan. Nu reeds is het Noordse ras
gedeeltelijk uitgeroeid door de de vele
oorlogen en revoluties. De toenemende immigratie
zal zijn einde betekenen.
Het Noordse ras is het bindmiddel dat Duitsland
groOt heeft gemaakt. Het op de voorgrond schuiven
van het Noordse ras is gn aanzet tot rassenhaat.
Integendeel het is een bewustmakingsproces dat al-
leen de bijzondere rol van dit bindend rasbestand-
deel van het Duitse volk beklemtonen wil.
Alleen op uiterlijke raskenmerken voortgaan getuigt
van lichtvaardigheid. Want het innerlijke is het
allerbelangrijkste. zo is het goed mogelijk dat ie-
mand uiterlijk geen opvallende Noords raskenmerken
maar wat betreft karakter 100 % Noords
is. Dus de fysische kenmerken alleen in aanmerking
is een veel te oppervlakkige methode. In de
eerste plaats moet men naar iemands prestaties
kijken alvorens men met behulp van uiterlijke ken-
merken zijn rassische afkomst tracht te .
In principe zijn de bloedeigenschappen
-'10-
m ar oneervol gedrag van de kinderen betekent hun
ui tsluiting. Echte bloedadel treft men voornmneliJ"k
n onder boeren en soldaten.
Maatregelen om de rasvermenging tegen te gaan zijn
nodig. Het streefdoel is een aandeel van 80 %
Noords bloed. We zullen moeten streven naar een
nieuwe adel die gebaseerd is op Noords bloed.
net behoud van het Noords bevolkingBaandeel is van
levensbelang. Daarom moeten we op een andere manier
yaan denken over bijvoorbeeld natuurlijke kinderen
n veelwijverij. De natuurlijke kinderen moeten van
dezelfde rechten kunnen genieten als de wettelijke.
net geboorteoverschot loopt daarom zijn ook
de kinderen van ongehuwde moeders welkom. Want het
is een kwestie van overleven geworden 11 In geval
van schrijnend gebrek aan mannen kan veelwijverij
een uitweg bieden om op deze wijze de bevolking te-
rug op peil te kunnen brengen.
De maatregelen van rasbescherming lokken veel te-.
genstand uit bij het dat zich fel kant
t egen sterilisatie van personen die erfelijk zwaar
belast of misdadig zijn.
Het kristelijk medelijden en het vrijzinnig huma-
nisme resulteren in hetzelfde: de vormen van het
mindere leven worden beschermd tegen de wil van de
natuur in.
Een derde bron van dit medelijden met het mindere
leven komt uit Rusland. Volgens Dostojewski hebben
de Russen een typisch verlangen naar het lijden.
Het is dan maar een kleine stap naar medelijden.
Hij vergelijkt dit gebrek aan persoonlijkheid met
-'11-
een klein kind dat nog niet goed nadenken kan. Hij
aoekt de verklaring hiervan in een te langdurige
beaetting van Rusland door volksvreemde heersers.
De immigratie moet gestopt want vanuit
rassistisch standpunt aijn gemengde seksuele kon-
takten en huwelijken verboden.
B. DE NOORDSE STAAT
De algemeen aanvaarde stelling die aegt dat dat de
familie de bouwsteen is van de is een
leugen I Want het aijn de mannenbonden die aan de
basis "Liggen van de moderne staat en niet de fami-
"'Lie.
De mannenbond is een instrument bij uitstek om in
groepsverband tot een georganiseerde samenwerking
te komen.
De evo"'Lutie van de mannenbond nagaan door de eeuwen
heen is belangrijk. Want de mannenbond de
ruggegraat van de staat.
In Egypte bestond de mannenbond uit het
fami"'Lie- en stamgevoe"'L spee"'Lde een mindere ro"'L.
In China was de "Leer van ConjUsius al"'Lesover-
heersend; er bestond echter een grote verering
van de voorouders.
In het Indisch kastensysteem beaaten de Brahmanen
(= de krijgers) bevoegdheid voor filosofische
maar geen po"'Litieke inspraak.
In Athene getracht om de oude mannenbonden te-
rug nieuw "Leven in te b"'Laaen door het "Lidmaatschap
van de mi"'Litaire jeugdafde"'Ling verp"'Licht te maken.
-?2-
'.odoende de mannelijke jeugd op achttienjarige
L ftijd opgeroepen voor dienstvervu"'L"'Ling binnen
kaaernemuren. Maar deae poging is want se
kwam te het vol k was reeds t e aeer verawakt
ioor
I n Rome nam de pater-fami"'Lias de centra"'Le plaats
in. De opstandige aoon kon vaders macht a"'L"'Leen
ont vluchten door dienst te nemen in het "Leger.
Binnen de katholieke kerk vormden de priesters een
soort met als bijaonderheid dat deae
volgens de de macht van God ontvangen
had.
De echte mannenbond over"'Leefde de Midde"'Leeuwen
in het inde in de stadsraden en
in de Hansa. Een verre uit"'Loper kunnen
terugvinden in het Pruisisch "Leger dat het
voorbee"'Ld was van een
eer en plicht een centrale plaatsen innamen.
Wanneer de staat tot een absoluut machtsapparaat
uitgebouwd dan bekomt men iets
dit verklaart de Marxistische opstand van 1918 in
Duitsland. De staat mag gn doel op aich
maar slechts een middel.
De volkseer verlangt naar een natie met leefruimte.
Bodemvreemde volkeren Romeinen) kennen gn
eer. Elk volk heeft recht op erkenning van zijn
levensruimte. Het gebrek aan levensruimte in de zin
van een tekort aan heeft belang-
rijke gevolgen:
1-de steden en de industrie de
handel en het proletariaat breiden zich uit.
-?3-
De jood krijgt alao de gelegenheid om nieuwe
loonslaven bij te maken;
2-de oude waarden (eer en vrijheid) hebben
het ekonomisch imperialisme is de
nieUbJe drijfkracht. __ ""- ____ ..
De - eerste . grote die het Duitse volk nu
bedreigt is de afawakking van ons vrijheidegevoel
door het toenemend ekonomisch individualisme. Dit
eng materialistisch denken brengt onheil.
De tweede ramp die ons is het ontstaan
van een aogenaamde met haar
volksvreemde onderboUbJ.
Deae dreigende rampen n en
ooraaak nameliJK de om heen
Want dat is het begin van een proces
van aeljVervreemding.
Onae nillbJe strijdleuae, die zooel steunt op het
nationalisme als op het socialisme, luidt:
" NET ZWAARD EN PLOEG VOOR EER EN VRIJHEID I
11
De staat is geen doel op zich, het is slechts een
middel de Noordse mythe te erkennen en te beschez:-
men. Elk volk gedomineero door n ros.
ras bepaalt de vrijheidegrenzen van het volk
1GJestie. De roep naar vriiheid voor ras
gen geeft aanleiding tot anarchie. De
satie, die de ekonomische waal'den op de voorgrond
doodde het rosgebonden
persoonlijkheidsvorming door Dit
strikt ekonomische denken dro"fl door . andere
terreinen als daar zijn de de
-74-
11 i ologie (laantiteit primeert) en de filosofie .
kausaliteitsleer). Friedrich Nietzsche protesteer-
I tegen dit allesoverheersend materialisme door
n oproep te lanceren voor het scheppen van een
11 UbJ type mens.
opdracht van de Noordse staat omvat:
-beschermen van de hoogste de nationa-
le EER;
-burgerrechten toekennen op basis van eigen
verdienste en niet langer uitdelen zonder
enige tegenprestatie te eisen. Het staatsbur-
gerschap moet verdiend worden en niet langer
gegeven worden aan rasvreemden ( ondermeer de
joden). De overhandiging van deae rechten
moet op een plechtige gebeuren;
-een ekonomische politiek voeren:
MAAR-gn ekonomisch individualisme, want
een gelijke ekonomische behandeling
begunstigt de handige bedrieger ten
nadele van de man van eer;
-gn universalisme, want nu spelen
de wereldbeurzen diktator over de
nationale ekonomie;
-een resultaatgerichte sociale politiek
voeren, in navolging van Bismarck. Voorbeel-
den van zulke sociale maatregelen zijn:
-nationalisatie van de spoorwegen;
-75-
-16-
-overnemen door gemeenten van de
openbare nutsbedrijven;
-oprichten van bibliotheken;
-het voeren van een nationalistische politiek,
samen met een herstel v a n ~ dynastie. Het
internationalisme is een utopie, daar de te-
vensdynamiek per votk verschilt, vandaar dat
strijd attijd deet aat blijven uitmaken van
het teven;
-maatregelen treffen tegen het tiberatisme,
dat de ekonomische belangen taat primeren op
deae van het votk;
-daar het votksbetang gediend wordt door
maatregeten die versterkend werken voor ras
en eer, moeten we volgende algemene stetreget
hanteren:
" HET VOLKSBELANG MOET
IN ELKE MAATREGEL PRIMEREN 11 "
'. EEN NIEUW STAATSSYSTEEM.
11 t verdrag van VersaiUes moet heraien worden.
l uitstand moet meer tevensruimte verkrijgen in
Nidden-Europa. Er moeten drie machtsblokken in
Noord-Europa ontstaan: het Engelse ( het westeliJk
let J, het Skandinaafse ( het noordertijk deel) en
11 t Duitse btok (het centra te deel).
Rusland moet aijn aandacht naar het Oosten verleg-
n. Engetand mag als beschermer van Europese be-
tangen in India en Egypte blijven optreden.
net nieuwe staatssysteem moet gebaseerd aijn op het
ras; dat is de organische basis van de staat. Daar-
om dat er een nauwe samenwerking tussen het Skandi-
naafse en het Duitse btok erg wensetijk is. Verder
moet Duitstand akkoorden stuiten met Engeland, de
v.s.A. en Italie.
De huidige macht van de industri""Le en financif,e
wereld mag niet aanvaard worden. Het nationaal
belang primeert. Vanuit dit standpunt is de
staatsschuld een rechtstreekse verarming van het
land. De buitenlandse politiek moet terug harder
worden; geen kannonneerbotenpolitiek meer, want
dat is een teken van awakte.
Het is een joodse kliek van financiers die Engeland
tot het opaetten van de opiumhandel in China en tot
de verovering van Zuid-Afrika g e ~ o n g e n heeft. Te-
vens heeft aij de Balfour-verklaring (*) afgeperst.
(*) Britse regeringsverklaring waarin aan de joden
een eigen staat in Palestina beloofd werd('l?).
-??-
D. HET RECHT
Een grondwijsheid luidt, dat alleen datgene wat
door het volk als rechtmatig aangevoeld wordt
recht is. Dit betekent dat het recht vertrekt
vanuit een specifiek waardenpatroon dat van volk
tot volk verschilt. Zo vertrekt het Romeins recht
de opvatting dat het individueet bezit heilig
vandaar de grote nadruk op het eigendoms- en
erfrecht. Het Romeins recht met zijn duizenden
artikels biedt het individu een perfekte materile
bescherming.
Door verder te evolueren heeft het Duits recht
zijn centrum verloren.
Het idee van een op ras gegrondvest recht is in
overeenstemming met de Want in elk
levend wezen van de kosmos zitten wetten ingekap-
seld, zo ook in de mens. Het is onwaar dat God zijn
maakt langs woordvoerders om. Hij heeft
onder de vorm van in de mens
gelegd.
De Edda verhaalt hoe Odin, als beschermer van het
recht, trouw moest blijven aan zijn gegeven woord
(=overeenkomst) met als gevolg dat hij de ondergang
van zijn geslacht veroorzaakte.
Trouw-zijn gaat samen met eergevoel bezitten I
Als nieuw zwaartepunt moet de volkseer terugkomen.
Dit zal tot gevolg hebben dat oneervolle daden te-
rug zwaar zulten gestraft worden.
-80-
11 t strafrecht is ontstaan uit de behoefte om de
en eer en bij uitbreiding deze van de sibbe te
I echermen. Hierdoor wordt het Germaans strafrecht
grensd door de belangen van de eer. Deze uitbrei-
I ng naar de volkseer toe, is tot nu toe nog niet
1 beurd. Dit is het levend bewijs van gebrek aan
1 rsoonlijkheid. Het is nu bijvoorbeeld mogelijk
fat joden ongestraft het Duits zinnebeeld, Germa-
Tiia, als een hoer afbeelden. Het groot aantal jood-
n advocaten bewijst dat het huidige recht on-Duits
is.
11 t nieuwe Duits strafrecht zal de strafmaat moeten
bepalen in verhouding tot de krenking van de volks-
er. De straf is geen heropvoedingsmiddet, zoals de
humanisten beweren, het is uitsluitend een middel
om onaangepaste mensen af te zonderen. In zware
gevalten van oneervol gedrag moet de straf gaan van
verbanning tot en met de doodstraf.
Het nieuw Germaans recht zat hard zijn voor het e-
konomisch leven:
- kontrole op de banken en de beurs;
- verbieden van stakingen en loek-outs;
- wederinvoeren van de Hansagebruiken.
-81-
E. HET EKONOMISCH SYSTEEM
Het huidig ekonomisch systeem is hol. We beleven nu
de wePeldheepschappij van het geld. Men heeft het
oveP zogenaamde die het ekonomisch
teven beheePsen. De vPijheid van vestigingsplaats
heeft de wereldsteden doen ontstaan. De beuPslui
zijn de echte teidePs van het ekonomisch gebeUPen.
VooP hen is de ekonomie hun geldbPon en winst is de
enige norm die ze hantePen. Dit toelaten is
plegen tegenoveP de idealisten, die in de eePste
wePeldoorlog gestoPVen zijn vooP de eeP en de vPij-
heid van het vadePland.
Het socialisme is vePgiftigd met waangedachten,
wnt:
-82-
-het intepnationalisme gaat in tegen het votks-
vePtangen naap eigenheid;
-de klassenstPijd is in tegenspPaak met de oPga-
sche eenheid die bestaat tussen de ondePnemer,
het WePk en de Werknemer;
-het pacifisme staat tegenoveP het
votksverlangen naaP zelfVePdediging;
-de afbPaak het eigendomsbegPip, ondeP de
vorm van nationalisaties is de gPootste dief-
stat die denkbaaP is. Het is echteP wel zo dat
bezit dat op een oneePVolte wijze (uitbuiting,
spekulatie) is, afgenomen moet woP-
den. EePlijk bezit is daaPentegen in
de wre zin van het woord gestolde apbeid,
ontstaan uit de dPang van de mens om iets meeP
te pPestePen dan stPikt noodzakeliJK is voor
het verdienen van zijn dagelijks bPood.
/1'. DE DUITSE VOLKSKERK
tn bestaat een vePlangen naaP een volkseigen kePk.
1 rt de negentiende eeuw is de kePk het slachtoffer
f'WOPden van de wetenschappePs. Ze heeft de
11 hematische techniek die eigen is aan het
,, enschappelijk ondePzoek willen gebPUiken om haaP
, ligie te vePklapen. Maap dooPdat ze bijkomstige
r rhalen tot dogma's vePheven had, kwamen eP tegen-
,,praken aan het licht. De zo gestichte
roorzaakte het afVallig woPden van een gedeelte
tan de gelovigen. Deze afValligen zijn op zoek naap
nieuwe waPden. Sommigen zoeken die in het okkutte.
V grootsten ondeP hen ( dichters, dPamatUPgen,
olitiekePs) hebben deze kans waPgenomen om uit de
igen mythen nieuwe waPden te scheppen.
Niettegenstaande de naastenliefde centraat staat in
zus' boodschap moet deze toch ondergeschikt
woPden gemaakt aan de nationale eer, witten wij tot
en echte votkskePk kunnen komen.
We moeten een zoektocht staPten naap de echte
pePsoontijkheid van Jezus, want aan een vPijwittig
gekozen HeeP kunnen we tPouw blijven. We hebben
geen nood aan plaatsvePVangePs ( de paus van de ka-
t holieken) noch aan heilige boeken (de pPotestan-
ten).
Wet enschap, Peligie en kunst bestriJKen wezenliJK
verschiltende gebieden. De wetenschap werkt
schematisch en steunt op de logika. De Peligie doet
bePoep op de witskPacht van de mens om bepaalde
waarden na te streven. De kunst werkt met symbo-
len.
-83-
-84-
Een Duitse volkskerk aal het dogmatische moeten
Het dogmatische is typisch voor de joodse
Het Oude Testament behoort niet tot ons
religieus erfgoed. Het is een 100 % auiver joods
boek. Daar de joden onae geestelijke vaders NIET
moeten boek ajWijaen 111
De Duitse volkskerk moet de
aijnde eer en vrijheid en het gemeenschapsgevoe
propageren. Ze mag niet door dogma's gebonden
en ae moet l os van Rome kunnen handelen. Haar
au22en moeten aan de natio-
nale eer en au22en aich a-politiek gedragen moeten.
De katholieke moeten ontbonden
den.
motbemerking
Het verdWijnend godsgeloof kan aanleiding ge-
ven tot het afsterven van de aie2 leiden tot
revolutie.
Een overdreven godsgeloof leidt ook tot eksessen.
Zo de Paboristen (Tsjechos2owakije) el-
ke niet re2igieuse kunstbeoefening als heidens en
dus
DE: ROL VAN DE VROUW
V La ns Aristoto2es heeft de iets te
tt rnleg om in voldoende mate abstrakt te kunnen den-
k n
1
hetgeen nodig is voor het verrichten van krea-
f f en
N n van de doetstellingen van de Franse revolutie
,, to de gelijkberechtiging van de De Franse
r vo2utie gaf een grotere handelingsbekwaamheid
r n de Naar dit was maar van korte
I nt Napo 2eon een anti-feministische
''' t geving. De aanaet tot geliJKberechtiging is er
1 komen door de vragen naar vakbandsdeelname en
otemrecht. De eis tot . ge2ijkberechtiging geeft aan-
L iding tot mistoestanden. Zo aal een gemengd leger
n groot bordeet De joden steunen deae
want op deae de maatschappij ver-
m.xzkt.
De hebben in de hun intel2ek-
tue2e kans maar ae hebben geen sukses ge-
boekt. Enkele uitzonderlijke aijn er
geweest. Zo ondermeer Lukreaia Borgia die aich doet
opmerken tijdens de Renaissance. Verder aijn er in
de negentiende Sonja en Madame CU-
rie
De waanidee maakte recentelijk opgang dat een vrou-
het begin van echte kuttuur aou
betekenen. . In een die beheerst door
volgens deae de klassieke
rol met de daarbij horende eigenschappen van de
teveel beklemtoond.
Geschiedenisvorsers aochten naar voorbeetden van
Ze vonden deae aogeaegd in
-85-
Egypte en in Frankrijk. VooP Egypte basePen ze zich
op een tekst die bij de beetden van Ramses en zijn
VPOUZJ gevonden ?ePd en die ats votgt tuidt: " de
goddetijke gematin, de koninktijke moedeP, de
heePzePes van de ?ePetd". Deze tekst be?ijst vot-
gens mij atteen maaP, dat ep binnen de Egyptische
mannenstaat bepaatde vPoU?en bestaan hebben die
bijzondePe ptaatsen bekteed hebben.
De emancipatiebe?eging komt op vooP de ePotische
vPijheid, vooP vPij seksueet vePkeeP tussen rassen
en vooP aboPtus (bestissingsPecht exktusief bij de
vPouwJ. Dit komt neeP op afzien van het hU?etiJK en
het gezin. Dus de emancipatiebe?eging
voPdept op bezien de ondergang van het ge-
hete votk. Dat het zoveP is kunnen komen tigt aan
de man die opgehouden heeft eP een tevensvisie op
na te houden en daardooP de kans aan de VPOUZJ
gegeven heeft om een vorm van ePotische anapchie op
te eisen.
IedePe ePotische anaPchie teidt tot de kuttuPete
ondePgang. DaaPVan getuigt de geschiedenis van de
godin IstaP. In het begin ?as ze de maagdetijke
godin van de jacht en de ooPtog. Zo ze ten
tijde van HammuPabis afgebeetd met een baaPd.
DaaPna ze de godin van de tiefde en de
vPUchtbaaPheid. OndeP Fenicische invtoed ?ePd ze
beschePmsteP van de Petigieuse pPostitutie, tot ze
tenstotte ats AstaPte het symboot van het seksueet
anapchisme ?ePd. MaaP toen tiep ook de beschaving
?aaPin ze thuishooPde ( het Babytonische Pijk J op
haaP taatste benen.
De gemancipeePde VPOUZJ is eP zich niet van be?Ust
dat zij in feite tijdt ondeP een gebPek aan eePge-
voet en ptichtsbesef. Zij ePkent niet de hogepe
?aaPde van het hUZJetijk. De hedendaagse VPOU? moet
-86-
n die opPoep tot vePbastePing gn gevotg geven.
godin FPeya ?OPdt in de Edda vooPgestetd ats de
hoedster van de eeUZJige jeugd. Dus het Pas zuiveP
en vooPtzetten is de hoogste taak en tevens
I pticht van etke VPOU?. De oude GePmanen bezaten
n gPoot Pespekt vooP de VPOU?. ZondeP de minste
riJijfet heeft de VPOUZJ Pecht op getijke kansen,
maaP ze moet Pespekt opbPengen vooP haaP eigen
1 Want er bestaat nu eenmaat een natuur-
Lijke potaPiteit tussen man en vroU?. De vroU? is
LyrischeP dan de man. Dat tyPischeP zijn uit zich
in haaP neiging om te beschepmen. Deze neiging zit
di ep in haaP ondePbe?Ustzijn gegPifd. Dit maakt
haar ongeschikt vooP .votgende bePoepen: PechteP;
ootdaat en staatshoofd. DaaPnaast is ep de man die
kreatiever ingestetd is en een meep synthetische
(leest heeft.
-8?-
H. OPVOEDING
Opvoeding is een staatszaak omdat
haar belangrijkste doetsteting moet zijn.
De konfessioneten zijn tegenstander van het vrij
onderzoek. Daarvan getuigt de
moeite die ze hebben om in hun onderricht, naast
aarderijkskunde en het scheppingsverhaal
en de ark van No te btijven verdedigen.
We zutten figuren in onze geschiedenisteasen
moeten bespreken, gaande van Odin,
Widukind, Frederik de Eerste en de TWeede, Meester
Eckehart, Luther, Bach, Goethe, Beethoven,
Schopenhauer tot Bismarck. Dit attes om onze mythe
tot teven te brengen.
De katholieke kerk heeft zich tegen vete van deze
grote mannen gekeerd. De Th. Meyer noemde
Kant een bron van zinnelijkheid. Zijn konfrater H.
Hofjmann vond dat Kant op geen enkete het
tenschappetijk onderzoek grondvesten gege-
ven had. Martin Luther een schandvlek voor
Duitstand tot zetfs een nonnenverkrachter (Vetter
s.j.J genoemd. Goethes ats heidens en
goddetoos afgeschilderd (Meschter s.j.J. Rome heeft
zich attijd verzet tegen uitingen van votksbe-
Een schootstrijd tijkt
Het gevaar van verdeeldheid te zaaien binnen het
votk is erg groot, maar zijn nu een-
maat nodig, want het onderwijs is een prioritaire
staatszaak.
-88-
l . DE NOORDSE KUNST
naf _de 19de zijn er pogingen ondernomen om
t oude stijten te mengen. Dit
dat de scheppingsdrang gebroken is. Nu
. er veet . van het subjektivisme. Maar
een stijt die zich taat teiden door
h t De materie gebruikt ats een
Het is een stijt zonder ziet dit
van onvruchtbaarheid. De Joodse
kunstenaars meesters in het subjektivisme zij
ntagen er in om att.ertei
in hun kunst op te nemen, maar dit
hun gebrek aan scheppingskracht. Dit
noeken den vreemde naar inspiratie komt het
schokkend tot uiting in het modern toneet.
negers komen in Bertijn naaktrevues re-
gisseren.
op de psychotogie is er een op-
over het estetisch zijn, Aan-
was een te zoeken op votgende
vraag: " Hoe is het mogetijk dat het afstotelijke,
overkomen kan ?" Ats naar
voren gebracht dat het een toestand
die het mogetijk maakt om zich in de situa-
te teven. . Dit inteven een gevoel van
vreugde of verdriet op. De muziek is hiervan het
voorbeetd. Muziek is onstoffeliJK met het
ats Muziek beluisteren is een zich
laten overspoeten door
Het van de kunst is NIET het opwekken
van een eeuwigheidsgevoel, maar WEL de poging van
de kunstenaar om te geven aan zijn persoonlij-
ke opvattingen en eigen tevensritme.
-89-
De kunstenaar doet de aiet niet vervliegen, inte-
gendeet hij levert het bewijs van de doorbraak van
aijn aietskracht. Vandaar dat van een ECHT KUNST-
WERK aulke indringende uitgaat. Daarom is
het voor elk individu ao belangrijk van te aoeken
naar aijn of haar kunstscheppende kracht, want
ieder van ons kan langs de kunstbeoefening aichaelf
beter leren kennen.
In de 19de eeuw werd om de esthetische normen vol-
ledig afgestemd op de Griekse kunst. Waarschijnt ijk
ligt de ooraaak in het feit dat de Griekse kunst
gekenmerkt wordt door het streven naar een
schoonheidsideaal. De Griekse kunst wil een afstra-
ling van het goddetijke aijn.
De kunst is naturalistisch en
t egetijkertijd idealistisch. Het naturalistische
blijkt uit de ain voor het detail (aie de werken
van Leonardo da Vinci). Aan de basis hiervan ligt
een grote liefde voor de natuur. Het idealistische
komt tot uiting in de wilskracht die de Germaanse
kunst uitstraalt. Dit taatste staat in tegenstel-
ling met de rust en het formatisme van de Griekse
kunst.
De verschilpunten tussen de Noordse en de Griekse
kunst aijn:
-90-
1. Noordse dynamiek versus Griekse rust
In de Ilias van Homerus worden de hetden
aonder diepgang geschilderd dit in tegen-
stetting met de natuurbeschrijvingen die
uitstekend gedetailleerd aijn.
In het Nibelungenlied wordt sterk de nadruk
gelegd op de persoonlijheid van de helden,
met als awaartepunt de Noordse opvatting van
eer en trouw. In hetlied van Siegfrieds
dood komt de ware Germaanse aard het beste
tot uiting.
De Griekse kunstenaar wilde bij voorkeur
statische kunstswerken scheppen. Hij had
echter wel veel aandacht voor ruimteeffek-
ten. Het beeld van Apollo is naast een voor-
beeld harmonie ook een van formalisme.
Deae kunst straalt rust uit het is
een aakelijke stijl. ,
De Noordse kunstenaar tracht in n moment
het heden en toekomst te vatten door
dynamiek in aijn werk te leggen. Voorbeelden
hiervan aijn Rembrandt, Leonardo de Vinci en
Michelangelo. Die dynamiek is sterk gekleurd
door de persoonlijkheid van de kunstenaar
die eigen normen hantert. Dit is een nie:Z:.,
inaicht in de relatie stijl en kunst. Vol-
gens. mij kan men dus twee stijlen onder-
scheiden, naar analogie met het onderscheid
dat ik bij de wil gemaakt heb (de drift en
de vrije wil), namelijk de aakelijke en de
persoonliJKheids stijl.
-91-
2. Noordse scheppende witskracht
versus Griekse objektiviteit
Volgens de klassieke opvatting is de
objektiviteit de maatstaf voor het bepalen
van hogere kunst.
Het bestaan van een typisch Noordse wits-
kracht wordt ontkend door Kant en Schopen-
hauer. Maar bevindt er zich niet achter etk
kunstwerk een kracht, die men tot op heden
over het hoofd gezien heeft ?
De Noordse mens wordt voortgedreven door zijn
dadendrang hij zoekt niet voortdurend naar rust.
Hij is een, geboren humorist maar hij bezit ook een
diepgeworteld religieus verlangen. Daar de
mens zijn eigen religie vertoren voelt
zich onvoldaan op religieus vtak. tracht
gemis te kompenseren door het . . maken . . van
kunstwerken die uiting geven aan
, . . .
verlangen. Voorbeetden
-arnewatds kruisiging (rentabet-colmar);
-de gotische Dom;
-het zelfportret van Rembrandt;
-een fUga van Bach.
-92-
votgens Kant acht de mens zichzelf boven de natuur
rheven. De mens plaatst zijn idealen boven het
rnnelijke. -Dit geeft de mens het gevoel van boven
I natuur uit te stijgen. Volgens Kant is dit
voet aangeboren. Volgens mij niet. Want het zich
1 rheffen vereist witskracht en deze is afhankeliJK
van de persoonlijkheid. Door witskracht gedreven
kan de mens tot aktie overgaan in plaats van
machinaal te reageren op externe impulsen. Zo heeft
e kunstenaar nood aan veet witskracht en offerzin.
lli j geeft uiting aan zijn dadendrang langs zijn
kunstwerk om. De hoogste taak van de kunst is de
dadenkracht van de mens verhogen.
Wagner heeft getracht van de versehitlende kunst-
'DO!'lTlen (volksdans, muziek en pozie) te verenigen
i n het muziektheater.
Wagner is in dit opzet niet volkomen gestaagd. De
verstaanbaarheid van de tekst laat soms te wensen
over. Maar zijn muziek wekt gevoelens op, die het
wezen van de Noordse ziet blootleggen. Deze gevoe-
Zens zijn:
-het innertijk schoonheidsideaa2
(Koning Marke, Hans Sachs);
-de natuurgebondenheid (Siegfried);
-de strijdWit om zijn eer te verdedigen
(Tristan en Isotde).
Wagner heeft bewust gestreefd naar het scheppen van
een andere wereld en een andere religie. Daarom zat
zijn werk ook voor de toekomstige generaties waar-
devol blijven.
-93-
Van de modePne schrijvePB is Chartes Dickens een
van de beste die het niet-Griekse schoonheidsideaat
heeft Deze schoonheid is soms in
hetdePe dan weeP in sombePe kteUPen
spet van witskPacht dat omkadePd woPdt dooP een
spronketende aktie. "Bteak House" bezit in dit
zicht een nog meeP dooPdringende atmosfeer dan
bePoemde "David CoppePfietd".
-94-
LAATSTE AANTEKENINGEN
----------------------- -----------------------
In NeuPenbePg tijdens zijn gevangenschap schPeef
Lfred in het aanschijn van de een
11rechtvaardiging voor zijn gedrag (VI). In tegen-
' l ling met zijn vroegePe waarin hij een
m l achtige en gevoetsgetaden schrijfstijt han-
1 maakt hij in dit taatste werk gebruik van
n sobere wat de teesbaarheid ePg ten goede
k mt.
11 ar onze betangstetting uitgaat naaP zijn
110lgen hierna zijn bedenkingen die daaP betrekking
p hebben.
llij geeft toe dat hij in Z't-Jn "Mythe" af en toe
drastische predikaten gebruikt die sommigen
1njn deden. Verder geeft hij toe dat er meer dan
tien historische foutjes ingestopen zijn; maar hij
ruilde daarom na de oortog de "Myt he" nog eens
rustig op fouten nakijken. Deze kteine foutjes doen
chter geen afbreuk aan de essentie van de "Mythe".
rn het kopt vePhaatt hij hoe in hem zijn
opvattingen ontstaan zijn. Ats knaap had hij het
moeitijk om binnen het denkpatroon van de kePketij-
ke Petigie te btijven. Door het tezen van
Leonardo de Vinci en Kant kwam hij in kontakt met
de vrije weretd. Het werd hem vtug duidetijk dat
deze grote mannen overhoop tagen met de kerk.
(VI) Atfred ROSENEERG " Letzte Aufzeichnungen in
het Nedertands vePtaatd bij uitgeverij De Gatge
Antwerpen - 19?3: " Hitter en het Derde Rijk "
-95-
Hij verliet Lettand in 1911 met een algemeen
protestants kompteks, maar zonder diep bewust
afstand te hebben gedaan van het katholieke geloof.
Tijdens zijn reis door Beieren was hij getuige van
voorvatten die op hem een traumatische
nca.Jerking hadden. . _
In de streek van Ettat bezocht hij een kerk waar
onder de koepet een kring van skeletten als
relikwien uitgestald lagen. Hij vroeg zich af of
hij wet degelijk in Europa was en niet in Afrika.
Enkele dagen tater zag hij hoe i n een kerk aan de
Chiemsee een jonge grote blonde boer op zijn knien
naar de biechtsoet kroop. Hij vroeg zich af of het
kristendom DAT gemaakt had van een fier volk, dat
het, het onwaardige van dergelijke knievat NIET be-
greep (VI, blz. 40).
Door de geschriften van H.st.Chambertain werd hij
op spoor gezet van de studie van de Oud-Indische
filosofie en de Griekse beeldhouwkunst. Hier vond
hij een parattettisme tussen het uiterliJK vervat
en de innerlijke gesteldheid. De neergang van de
Griekse en de Romeinse wereld werd grotendeets
veroorzaakt door rasvermenging. De vraag hoe de
Grieken ertoe gekomen waren om op de ronde
muurrresten van veroverde burchten, rechthoekige
gebouwen te plaatsen, bracht hem tot het bestuit
dat de Grieken deze bouwstijl als een gewoonte uit
hun oorsprongsgebied, het hoge Noorden meegebracht
hadden.
De onverdraagzaamheid van de katholieke kerk zit
hem dwars, niettegenstaande dat, is en blijft hij
een tegenstander van propaganda om de mensen ertoe
aan te zetten om uit de kerk te treden.
-96-
V rder herhaalt hij zijn standpunten betreffende:
RAS,
- rasvermenging leidt tot kuttuurvervat. Dit is
een wet van het teven, die geldig blijft voor
atle tijden. Een mutattisering van de v.s.A. is
onvermijdelijk geworden. De bijhorende botsin-
gen zulten en kunnen niet uitblijven;
-rasbescherming is een noodzaak onder de vorm
een op het huwelijk en euthana-
S1-e;
-de verering van het Germaanse element betekent
geen verachting van de andere rassen:
" D
e z1-n van een groots gedachte volksontwikke-
ling ligt in de erkenning en de eerbiediging
van die in hun eigen milieu."
(VI, btz.4BJ;
KRISTELIJKE KlJLTTJTJR,
-de bewering dat het kristendom ons kultuur
gebracht heeft is een grove leugen ! Het
omgekeerde is waar. Want de Europese volksziel
heeft het kristendom ongeloofliJK veel
kunstwerken geschonken. Kijk maar naar de
kathedralen, de muziek en de passiespelen;
-9?-
-98-
JODEN,
-de joden hebben door hun eigen optreden de be-
staande anti-joodse gevoetens gevoetig ver-
scherpt. Enkete voorbeetden hiervan zijn:
-De Joodse professor Gumbet ontving de
uit de eerste terug-
kerende studenten met votgende sma-
tende "Juttie kamamden zijn
gesneuvetd op het vetd van oneer/I ";
-het joodse uttstein-concern eiste de
emigratie van Duitse op
het moment dat treinen met Poots-jood-
se vtuchtetingen Duitstand binnen-
stroomden;
-de na de machtsovername ( 30 januari
1933 ) gemigreerde joden zijn een
potitieke en ekonomische boycot tegen
Duitstand begonnen.
-In de V.S.A. is het propaganda-
appa.raat voornametiJk in joodse han-
den. Met behutp van zijn joodse
vrienden kon Roosevett de pubtieke
afteiden en de haat tegen
Duitstand aawakkeren.
-joodse ptegen
bomaanstagen tegen de Engetsen in Pa-
testina (zomer 1946).
DF:EL II SYNTHESE VAN DE MYTHE
We moeten de geschiedenis met andere ogen beginnen
e bekijken. Want de stuwende kracht achter de ge-
nchiedenis is het ras. Voor Noord-EUropa neemt het
NOORDSE RAS een bijzondere ptaats in. Dit ros is
II)(J.G.rschijntiik de erfgenaam van Attantis en het
heeft in. een kuttuur tot stand ge-
bracht, ons verder-
Zeeft onder de vorm van mythen.
f{et begrip "ras" duidt op veet meer dan atteen maar
uitertijke kenmerken," het omvat ook karaktereigen-
nehappen en denkbeetden. Het geheet van deze
enkbeetden (waarden, mythen) die tot het onderbe-
t.rnstzijn behoren, wordt de "rasziet" genoemd.
Nu er een kringtoop die verrijkend voor de
werkt. Door de uitschieters van n ros
wordt de votksontwikketing gestimuteerd deze ver-
rijking wordt tangs het (=rasziet)
het nagestacht. TWee gevaren be-
de van deze verrijkende kringtoop:
OF: GEESTELIJKE ONDERDRUKKING EN DE RASVERMENGING.
fn de Middeteeuwen heeft de Roomse kerk haar
machtspositie aangewend om een vottedige kontrote
ver het geestetijk teven te verkrijgen. Deze on-
heeft sporadisch reakties uitgetokt.
ffet echter tangs de kunst om dat de Noordse
geest, systematisch uiting heeft kunnen geven aan
haar eigenheid (dynamiek en natuurverbondenheid).
-99-
Etke Pasvermenging betekent de doodsteek voor de
Noordse Pasziet. Hiervan getuigen twee historische
voorbeelden: zowel het Griekse als het Romeinse
rijk zijn door Pasvermenging tenonder gegaan.
INDIEN de centPale plaats van het Noordse Pas
erkennen dan moeten streven naar het herstel van
de oude Noordse (EER en TROUW) en moeten
1e het KOSMISCH GEVOEL VAN LOTSVERBONDENHEID terug
aanwakkeren. Dit herstel zat gepaard moeten gaan
met ingrijpende maatschappelijke veronderingen.
-100-
l III UITGANGSPUNTEN VAN ROSENEERG
I. Het ras verder in
maar vermengd. Het feit van deze
neemt echter niet dat wij door
het bestuderen van de literatuur de kunst en de
leiders van Noordse bloede on; een volledig
beeld van de Noordse levensvisie en karokterei-
genschappen kunnen vormen.
De mens erft zijn bloed al eigen-
( psychische) en zijn
voor de vorming van zijn le-
erfsysteem feilloos volgens
de
"het bloed kruipt het niet gaan kan "
De repressie in de Middeleeuwen onder leiding
van de Roomse kerk heeft systematisch al wat
Noords was trachten te vernietigen.
-101-
Deel IV KRITIEK OP DE UITGANGSPUNTEN
1. KRITIEK OP HET EERSTE UITGANGSPUNT :
ONZE KENNIS OVER DE NOORDSE MENS.
==================================================
Door de archeologen wordt het Noordse ras gelijk-
gesteld met het strijdbij"Lvo"Lk. Onze kennis omtrent
dit volk steunt uitsluitend op grajVondsten(*J.
Maar alleen op basis van grafVondsten het karakter
en de "Levensvisie ajteiden is spekulatief. Het
enige wat wij met zekerheid weten is dat het een
strijdlustig (strijdbijl, strijdwagen) volk was,
dat uit fervente paardrijders en veefokkers be-
stond. waarschijnlijk hebben ze omwille van een
aanhoudende droogtegolf hun geboortegrond ( de Wo"L-
gamonding) verlaten en hebben zich in verschillen-
de richtingen verspreid. Vandaar dat men grafres-
ten van hen aangetroffen heeft van in Jutland (=De-
nemarken) tot in Turkije. vanuit Thringen hebben
(*)
-102-
De opgegraven skeletten getuigen van hun slanke
rijzige "Lichaamsbouw en van hun
heid en uitgesproken Dit
"Laatste mag niet verward worden met langhoof-
digheid ( ovaal- i.p.v. rond-vormig J, daar
hier het bovenaanzicht genomen wordt. Wanneer
men het hoofd van een persoon met Noordse trek-
ken bekijkt, zal men merken dat de neklijn NIET
recht doorloopt, maar afbuigt; de schedel ver-
toont achteraan een uitstulping.
m ngd met de "Lokale boerenbevolking, die tot het
raalse ras (*) behoorde. Uit deze vermenging is het
I rmaanse volk ontstaan. Onze huidige kennis over
/1 t Germaanse volk is gebaseerd op de enkele ge-
,, hriften die aan de kerkelijke vernielzucht ont-
Hnapt zijn:
- de twee Edda's;
- Beowu"Lf;
- enkele fragmenten van liederen.
V rder beschikken we over enkele reisbeschrijvin-
1 n, waaronder de "Germania" van Tacitus de beken-
" e is. Naast de geschreven bronnen bestaan er ou-
I- volksgebruiken en sprookjes, die een grote
11ymbolische waarde bezitten. Maar het globale beeld
l t we door gebruikmaking van deze bronnen kunnen
rmen, blijft onvolledig. E"L"Lis Davidson vermeldt
n een van haar boeken (VII) de Roemeense histori-
us Mircea E"Liade die tot voorzichtigheid maant:
"f([, iade vraagt ons in zijn boek d'Histoire
d s Re"Ligions" (**), ons een boeddhistische wijs-
eer voor te stellen, die zich ertoe heeft gezet
christelijke godsdienst te onderzoeken.
( ) geblokte gestalte, minder uitgesproken ovaal-
vormig gezicht, wel "Langschedelig.
() uitgeverij Payot, PBP, n{ 312.
(VII) "Goden en Mythen van Noord-Europa", Aula-boe-
ken nummer 333, Uitgeverij het Spectrum N.V.,
Utrecht- Antwerpen, 1967; blz. 15.
-103-
Hij doet dit 'door steehts een paar fragmenten van
de evangetin, een kathotiek brevier, byzantijnse
iconen, barokke heiligenbeetden en bijvoorbeeld de
gewaden van een priester ter
bestuderen, maar hij is overigens in staat het
retigieus teven in een of ander Europees dorp te
onderzoeken.'. Het is zeer heitzaam om Etiade's
raad op te votgen "
Aan de hand van deze fragmentarische kennis over
het Germaanse votk en met behutp van enkete grote
Duitse denkers, heeft Rosenberg de Noordse tevens-
visie afgeteid. Maar is deze basis vatdoende om
dit te mogen doen ?
-104-
f KRITIEK OP HET TWEEDE UITGANGSPUNT :
DE OVERERVING VAN EIGENSCHAPPEN EN MYTHEN.
-===========================================
I overe:ving heeft votgens Rosenberg betrekking op
jowet ats op symboten (mythen). De
f leer tracht de mechanismen van de
rerving van eigenschappen (fysische, psychische)
achterhalen. In de psychologie is het Cart Jung
ats eerste getracht heeft van aan te tonen dat
kutturete symbolen tot ons erfgoed behoren.,
-105-
ERFELIJKHEIDSLEER
------------
---------------
A. DE GENEN ALS DRAGERS VAN DE ERFELIJKBEID
A.1 het onderzoek van
Tot op het einde van de negentiende eeuw
men dat de eigenschappen van het individu tot stand
kwamen door Het werd aanzien
de drager van eigenschappen. Door menging
van het van de vader met dat van de moeder
bekwam het kind zijn eigenschappen. Wanneer het
van rassen sprak men
van Pas in het begin van deze eeuw
verkreeg het werk van Mendel (1822-1884) de aan-
dacht die het verdiende. Hij had namelijk ontdekt
dat aan de overerving van eigenschappen een
wetmatigheden ten ligt en dat er van een
menging in gn sprake is.
Johann zoon van een arme boer uit
werd Augustijner monnik. Dat was de enige mogelijk-
heid voor een arme boerenzoon om hoger onderwijs te
kunnen volgen. Zijn opleiding voor leraar maakte
hij niet hij zakte in het eindexamen; zijn
slechtste vak was Daarop werd hij door
zijn overste naar de Weense universiteit
maar ook hier bleef het sukses achterwege. In 1854
keerde hij zonder diploma op terug naar het
in waar hij les in biologie begon te
geven op de technische Enkele
van deze hogeschool hadden plaatselijk een weten-
-106-
1 happelijke vereniging opgericht. Daardoor gesti-
fluleerd ging Mendel de erfelijkheid bestuderen.
Voor dit onderzoek koos hij de erwtenplant uit. Bij
110lgde de overerving op van enkele eigenschappen:
I ngte van de kleur van de bloem en vorm
1 n de erwt. Zo stelde hij vast dat uit de kruising
1 n lange met korte planten er alleen maar lange
1lanten ontstonden. Volgens de toen heersende
r. pvatt ing van menging van eigenschappen zouden er
talf1,ange planten moeten ontstaan zijn. Als hij
r rvolgens deze door kruising ontstane lange plan-
t n op hun beurt kruiste met andere lange planten
I hij 75% lange en 25% korte planten.
I aar ws de eigenschap 'kort' in de door kruising
ntstane lange op een of andere manier af-
r nderliik (= overmengd ) beward gebleven. Mendel
o rklaarde dit verschijnsel door aan te nemen dat
roor elke eigenschap welbepaalde jaktoren (later
'' rden . deze genen genoemd) verantwoordelijk zijn.
e't{Jenschap wordt bepaald door twee jaktoren
tWl'Van er een afkomstig is van de en
n van de vaderplant. In het hierboven aangehaald
r orbeeld (75% lang en 25% overheeste kenne-
Lijk de faktor de faktor 'kort'. De over-
h ersende faktor noemt Mendel dominant de andere
.
r Met behulp van verdere doorkruisingen
h eft getracht van de juistheid van zijn fakto-
r n-theorie aan te tonen.
-107-
A.8

De van gaat bij de man door
hij is. De van
een en de daaropvo1.gende reduktiede-
tot vier duurt 80
In een kubieke
zieh 60 tot 90 mi1.joen zaadee1.1.en. Aangezien een
zaaduitstorting uit 5 kubieke eentimeter
bestaat, komen er ongeveer 300
vrij.
Naar sehatting bevatten de eierstokken van een
pasgeboren meisje een
Het overgrote dee1. hiervan hiervan komt nooit tot
Bij een die gedurende vijfen-
dertig jaar (= het Europees gemidde1.de ) van haar
vruehtbaar en geen zwangersehap door-
maakt komen ongeveer 450 tot ontwik-
Na de . op
ontwikke1.ing van een basisee1., er
over, waarvan er maar n zieh verder ont-
tot een eiee1., die vervo1.gens
in de wordt. Dit van
een herhaa1.t zieh om de 88 dagen. De
eieel blijft gedurende minimaal twee uur
en maximaa1. twee dagen in de waehten,
indien het niet bevrueht wordt dan streft ze
langzaam af. . . . .
Het is mogelijk dat er vol-
groeide eieel1.en losgelaten worden.
ting kunnen op deze wijze meer1.ingen.(twee-,
vier-, 1.ingen ) ontstaan. Het ook
dat de volgroeide eieel twee tot vier kernen bevat.
Op deze wijze komen n-eiige tot stand.
-108-
bevruehting
I' jdens de zaadlozing wordt het zaad hoog in de
1 hede gedeponeerd vlak bij de inmonding van de
I rommoeder. Langs daar dringen de zaadeeZlen de
binnen en bereiken zo de eileiders
'' ar gedurende maximaal twee van de 88 dagen
! soms meerdere volgroeide eieellen op bevruehting
'' r hten. Een der zaadeet Zen moet binnen de 85 40
11r- na de de eieel bereiken, want
1 de zaadeellen aan bewegelijkheid.
oefent de eieeZ gn aantrekkings-
ki eht uit op de zaadeeZZen; de bevruehting is dus
lliver een kwestie van toeval. Maar omdat elke
minimaal 800 miljoen zaadeetZen
/1 at, de kans op bevruehting redelijk groot als
84 uur VOOR het loslaten van de vol-
,,. ide eieel in de ileider plaatsheeft.
het groeiproees
I' ./dens de bevruehting smelten twee eeUen, n ei-
n n samen. Daarna nestelt de bevruehte
l de waar de eeldeZing be-
11 nt. Door dit proees van opeenvo1.gende eeldeZingen
tnf.ataat een kleine mens die enkele miljarden ee1.-
l n telt.
'I eel van een wezen (plant, dier, mens)
I 1 t Deze
''"' lt de fase die de eeldeUng voor-
lrlaat. Dan voegen DNA-, RNA- en eiwitstrukturen
r h tezamen tot strukturen, die
Iu mosomen genoemd worden. Hun aantal is steeds
-109-
even en ze komen paarsgewijze voor. Een gen is
een deet van de DNA. De genen bevatten de
gekodeerde informatie voor de bouw van de
Etk enzym brengt specifieke chemische
binnen de eet op gang. Door het samenspet van zutke
reakties ontstaan atte zichtbare Wanneer
de tijd gekomen i s, dan worden
tot ontwikketing gebracht, de start van
teven kunnen veroorzaken.
Etke eet van de mens bevat 46 chromosomen, daar ze
paarsgewijze voorkomen spreekt men van 23
behutp van inkteuring heeft men de
vorm kunnen bepaten van deze chromosomen. 22
eerste paren zijn voor wat de vorm
en vrouw getijk; op basis van hun
vorm worden ze x-chromosomen genoemd. Het 23-ste
paar echter verschitt: de vrouw heeft twee x-chro-
mosomen van getijke tengte, bij de man echter ont-
breekt schijnbaar aan n van beide chromosomen een
stukje, men noemt dit kortere chromosoom het Y-
chromosoon.
Bi j atte ptanten en dieren hebben groei en verme-
nigvutdiging ptaatst door middet van Met
uitzondering van de ncettige
cetdeting de manier waarop
groeiproces start bij de basiscet . Doordat de
cet det i ng zich steeds herhaatt ontstaan de meest
i ngewikketde t evende wezens die vaak etk meedere
mi tjarden eetten bevatten.
Dus de grote overeenkomst tussen atte we-
zens, wat betreft hun manier van .. de
cetdeting. Dit wijst erop dat de
die de cetdeting inteiden tot de van
-110-
het teven behoren. Deze verschijnseten zijn de
chromosomenvorming en -verdubbeling. Het experimen-
tele onderzoek naar de erfelijkheid heeft aange-
toond, dat de chromosomendeling tot doel heeft de
docht ercelten de vottedige erfelijke aanleg mee te
even. cel zich op deli ng voorbereidt,
dan etke chromosoom overlangs in twee
helften door. Die helften verwijderen zich van me-
kaar zodat ze ats twee apart e chromosomen tegenover
lkaar staan. Hierna pas heeft de cetdet ing
plaatst . Dus na de eetdeling is het aantal chromo-
nomen in de twee dochtereetten afzondertiJK beke-
ken gelijk aan dat van van de moedercel.
Oit biologisch ontwikketingsproces wordt soms
oorgesteld ats een komputerprogramma bestaande uit
ltemaat vaste instrukties. Tijdens de bevruchting
rordt door het samenkomen van de chromosomen
(paarvorming) de instrukties gevormd en het pro-
gestart. Dit is een te simplistische voor-
otetting. Want het beeld van een komputerprogramma
verruimd worden, want er worden voortdurend
gegevens aan het programma toegevoegd waar-
van instruktiewijzigingen teweegbrengen.
ontstaan soms uit het kombineren van oor-
rJpronketijke met gewijzigde instrukties nieuwe in-
rrtrukt ies. Dus het beetd van een onveranderlijk
is niet bruikbaar. De nieuwe ge-
vene, toegevoegd worden, bevatten informatie
ver het milieu waarin het groeiproces

-111-
B. FUNK!riE VAN DE GENEN
B.1 Definitie
De genen zijn een DNA die zich in
de bevinden. Dit DNA is
erg groot. we er zouden in om de in
DNA te dan
zouden we uit n n meter DNA Deze
keten zou dan bestaan uit een drie basen.
Deae basen zijn cytosine en gua-
nine. Men kan een DNA best
een waarvan sport bestaat
n paar basen. Dus sport a;s ware
uit twee basen die tegen mekaar Er
aijn maar twee soorten.van het
'koppel': en
kan aich op
twee manieren van een andere onderschei-
den:
1.door de en de waar-
mede de vier typen van sporten (*) mekaar
type
door type II;
2.door de
(*) type I=
II =
III =
IV = cytosine-guanine.
-112-
Nu bezit de de om aich
te splitsen; de en de sporten
breken doormidden. Wanneer deze twee halve ladders
andere halve ladders of stukken ervan
kunnen er terug volledige l adders gevormd worden
Maar met dit speciale dat deze nieuw;
volledig identisch aijn met de oorspronke-
Want wegens de vaste koppelregel komt altijd
een een thymine en t egenover een
een te zitten en vi sa versa. Daar-
komt het dat de genen ONVERANDERD uit de cet-
komen (*) .
Dus door de komptementaire struktuur waanmede een
streng (= onae halve ladder ) de volgorde van de
basen. de bijpassende streng wordt het
om i ndentieke kopijen te maken.
aorgt er dus dat
het van een de erf e-
ongeschonden doorgegeven wor dt van
oude' naar elke ' nieuwe' cel .
"et DNA stimuleert de aanmaak van de enzymen die
op hun beurt de aanmaak van nuttige st of f en
en voor de afbraak van de overbodige en de
stoffen. De enaymen zijn met duizenden
tverkzaam binnen n eet.
(*) het grootste gedeelte (90 99 %) van de DNA-
bevat naast infonmatie die de verdubbe-
ook de zogenaamde 'no-sen-
(= infonmatie die men nog
heeft kunnen ontcijferen). Wanneer hiervan
vertoren neemt men voorlopig aan dat
is.
-113-
B.2 De herkomst van onze genen
De basisgestaehtseetlen die de ei- en zaadeetten
bezitten ook de gebruikelijke 46 ehromo-
verdeeld over 23 paren. Door middel van
opeenvolgende kerndelingen ontstaat uit n ba-
siseel vier eetten met etk 23 afzonderlijke ehro-
mosomen (= Het van de-
se gebeurt in drie stappen:
1. verdubbeling van de ehromosomen;
2. eerste kerndeling;
3. kerndeling met als resultaat vier
eellen (zaad- ofWel eieellen).
Bij de aanvang van dit rangsehikken de ehro-
mosomen sieh in paren. Na de eerste stap van het
dat de verdubbeling van het aantal ehro-
mosomenparen doet er zieh een belangriJK
fenomeen voor. De verdubbelde ehromosomenparen lig-
gen zo dieht bij mekaar dat se op sommige ptaatsen
mekaar kruisen. Hier bestaat de kans dat de DNA-
ladders horizontaal doorbreken (*). Daarop zullen
de tosgeraakte stukken ladder van de eerste ehromo-
soom zieh binden met deze van de ehromosoom
en omgekeerd. zo ontstaan terug volledige DNA-
ladders. De naast mekaarliggende ehromoso-
menparen hebben zieh zo terug in hun
(*J de kans op een breuk is niet even groot voor
de gehele DNA-ladder: er zijn 3UXlkkere en
sterkere naargelang de densiteit van
sporten klein of groot is.
-114-
ke vorm hesteld. Maar met dit groot versehit dat se
door onderling stukken uit te wisselen WEZENLIJK
VERANDERD zijn. Dit betekent dus de eerste
genen bevat die afkomstig zijn van de
tr.Jeede ehromosoom en omgekeerd. De ERFELIJKE INFO
i s per bekeken geliJK gebleven maar
per is ze wel GEDEELTELIJK
door stukken ladder ( volledige genen of
uedeeltes ervan) uit te wisselen. Bovendien
de dat de genen mekaar in hun
doordat se met meerdere
ken. Dus de uitwisseling van genen kan verstrekken-
de gevolgen hebben. Dit fenomeen van uitwisseling
ro10rdt "!eestal met de Engelse term 'eross-linking'
aangeduid. Konkreet betekent dit dat er
van de erfeliJKe eigensehappen en-
kele en vervangen zijn door die
daarvoor man nooit bestaan hebben
Ook betekent dit dat de zaadcellen (eieellenJ
n man NIET identiek sijn wnt
hun versehilt onderling. Bijge-
volg de om opeenvolgend identieke kinderen
ter te onbestaand.
r.en verduideliJKt hopeliJK bovenstaande
uitleg. Om voorbeeld oversiehteliJK te houden
volgen maar n van de 23 ehromosomenparen
doorheen het Van de ehromosomen van dit
paar .oordt maar heel klein stukje weergegeven;
n stukJe DNA-ladder dat vier genen be-
Ieder gen door een letter voorgesteld.
-115-
VOORBEELD OVERERVING VAN GENEN
==============================
EERSTE GENERATIE
MAN
VROUW
Basisgeslachtscel,
117
))
(met xx ('* van blB.
A
G

c
D
A A
G
A
B
G'
E'


C'
F
G
d
deling

A A
B B
G' G' E' E'

D'
B
B
E

F'
d'
B
E


c c
D D
C' C' F
D'
F
D'
F' F'
d d
d'
(uitwisseling genen =
('*'*)}
A B B B B
A A A
E' E' E
G G' G G'



F' F F'

F
c c C' C'
D' d' D'
D d D d
('*'*) Bijn van plaats
G' F- F
G-
D-d
-116-
E

d'
E
d'
kerndeling
(samen met de splitsing van de chromosomenparen)
in vier Baadcellen
in eicelZen
maar drie van de
verschrompelen
1
A
G
c
D
('*)

2
A
G'
c
d
A
G
C'
D
(het is
slaagt
4
A
G'
C'
d
bevrucht eicel
1 2
B
E'
F'
d'
toevallig Baadcel 2 die erin
om de eicel binnen
te dringen)
A B
G'
E'

c F'
d d'
4
het XX-chromosomenpaar fel vereen-
voudigd acht
:r: :r:
:r: :r:

=
XX
:r: :r:
:r:
-11'1-
TWEEDE GENERATIE
(het bevrucht eicel groeit uit tot volwassen
die op haar beurt volgroeide eicelten produceert)
voorbeeld volgroeide eicel
voorbeeld zaadeet partner
0
G
c
D
bevruchte eicel
0 A
G E'

c c
D d
-118-
A
E'
c
d
Kontrole op de juistheid van het voorbeeld
oververving van bloedgroepen
De btoegroepen rechtstreeks van generatie
naar generatie doorgegeven. Het atgemeen
aangenomen dat het mitieu hierop geen enkete in-
vtoed heejt, het gaat hier dus een zuiver
voorbeeld van overerving. De kinderen van ouders
met dezetfde btoedgroep A hebben atlemaat btoed
van het type A. Wanneer nu een van de ouders niet
type A heeft, maar bijvoorbeeld type B, dan zutten
at hun nakometingen btoedgroep AB bezitten (zie
voorgaand voorbeetd: eerste generatie, bovenste
genenpaar; bij de man is het genenpaar A - A, bij
de het genenpaar B - B bepalend voor d
bloedgroep; hun kind heeft btoegroep AB J. Dit
bewijst dat de vader (spermacet) ats de moe-
der (eicel) in gelijke mate hun bijdrage teveren in
de overerving van de eigenschappen.
Verder onderzoek heejt aan het licht gebracht dat
wanneer een van beide partners een gemengde btoed-
groep bezit, er zich iets apart voordoet. Hiervoor
de AB btoedgroep van het voorbeetd
( generatie). Indien de partner bijvoorbeetd
bloedgroep 0 heeft, dan zulten de kinderen bloed-
groep A (AO) of B (BO) hebben. Dus de genen A en B
die samengekomen zijn bij de bevruchting van de
eicel de moeder gegroeid is en die samen
bij haar de btoegroep AB bepaald hebben, heeft de
moeder, tijdens de reduktiedeting, geschei-
den (verspreid over de eicellen) aan haar kinderen
doorgegeven.
Hier hebben te maken met een van de beginselen
-119-
_v.
van de erfelijkheidsleer: de genen die verant-
woordeliJK aijn voor de komen in het
bevruchte eicel maar worden bij de aanmaak
van nieuwe geslachtscellen terug gescheiden. Want
in ons bovenstaand voorbeeld gaat het om een
samenkomen van - maar dit mogen we
doortrekken naar alle eigenschappen die de ouders
beaitten. Maar het is van groot belang te weten dat
de genen aelf niet samensmelten tot nieuwe
maar onaangetast blijven er is alleen
sprake van een tijdelijke samenwerking.
Deae tijdelijke samenwerking kan vergeleken worden
met een meerkleurige affiche bestemd voor een groot
reklamebord. Vanop afstand lijken er
allerlei kleurnuances in te maar van
dichtbij merkt men dat de kleurrijke vlakken uit
een reeks punten bestaan die elk maar n basis-
kleur beaitten. Het is de die de illusie
van kleurschakeringen verooraaakt. Deae vergelij-
king illustreet op duideliJKe wijae dat door het
samenwerken van genen (=de kleurnuances) de genen
op aich (=de punten) niet aangetast worden.
studie van de erfeliJKe aiektes
Voor elke eigenschap beait een mens n ( of meer-
dere) koppel(s) n gen heeft hij van aijn
vader en het andere van aijn moeder. Deae twee ge-
nen aijn niet altijd er bestaan veel va-
rianten per type gen. Ook bij de erfelijke aiektes
aijn er twee genen in het spel. Gelukkig aijn de
meeste erfelijke aiektes recessief. Dit betekent
dat men se alleen kan krijgen als men aowel van
aijn vader als van aijn moeder het
gen meegekregen heeft. In ons voorbeeld is dit het
-120-
geval. In het genenpaar D - d van de man van de
ee:ste is D het 'geaonde' gen en d het
Daar altijd het 'geaonde' gen het 'aieke'
is de man niet aiek, hij is alteen maar
drager van de aiekte. Wanneer nu echter de vrouw
is .een gelijkaardig 'aiek' gen
d het dat bij een of meerdere van
de kombinatie d - d' voorkomt, aodat
gn geaond'(= genDof D'J aanweaig is om de
te Dit kind lijdt dus wel aan
de reeds aanweaig was in de ouders
maar werd door een 'geaond' gen.
Als een gen tot het geslachtschro-
mosomenpaar behoort dan wordt het ingewikkelder.
Van de 23 chromosomenparen die de mens heeft is er
dat het geslacht bepaald. Het geslachtschromo-
somenpaar van het type XX geeft het vrouweliJKe ge-
slacht en van het XY geeft het manneliJKe
geslacht. de van de basisscellen
de chromosomenparen gescheiden en gelijkma-
.over de vier geslachtscellen. De
bevat altijd n X-geslachts-
omdat de vrouwelijke basiseet twee x-
geslachtschromosomen bevat. Van de Baadeetten bevat
de ene helft n X- en de andere helft n y _
Blachtschromosoom. Bij de bevruchting
dus 50' kans op vorming van de kombinatie xx en
kombinatie XY. Wanneer nu bijvoorbeeld het
gen tot het X-geslachtschromosoom behoort
dan de manneliJKe nakomelingen de aiekte
wet of maar als dPager kunnen ae niet fUnge-
omdat .maar n X-geslachtschromosoom beait-
ten. De daarentegen kunnen naast de ai kt
of niet ook draagster ervan aijn. e e
volgt een voorbeeld om dit te ma-
ken:
(
-121-
OVERERVING LANGS GESLACHTSCHROMOSOMEN
====================----
Gegevens: 'gezonde' geslachtschromosomen X en Y
_ --- 'ziek' geslachtschromosoom X'
-
man met XY is met X'Y is ziek
vrouw met XX is
met X'X is
met X'X' is ziek.
stamboom
stamouders
vader
moeder
X'Y
XX
kindezoen
meisje jongen
X'X XY
schoonzoon
XY
kleinkind
kleinzoon
X'Y
vrouw kleinzoon
X'X
achtezokleinkinderen: meisjes X'X'
jongens: X'Y# XY# X'Y
Dus van de achterkleinkinderen kunnen ezo alleen bij
de jongens 'gezonden' voozokomen# in die zin dat ze
dragezos van de ziekte aijn.
-122-
B.3 Misopvattingen over genen
de pogingen om het aandeel van de erfelijke
te bepalen bij de vorming van de eigen-
schappen van persoon# wordt dikwijls de rol van
de genen ten onrechte overschat:
1. dat de genen het volledige ontwikke-
beheersen is onwaar. Want het feno-
type (*J van een persoon is maar voor een ge-
deelte afhankeliJK van aijn genotype (**). Zijn
fenotype wordt ook bepaald door de voeding de
werkomstandigheden en het sociaal milieu. #
2. De dat de genen de grenaen bepalen
we ons geesteliJK ontwikkelen kunnen
valt te bewijaen. De verdedigers van
deae trachten het bewijs Zeveren d.m.v.
intelligentietesten. Volgens hen
aullen de testresultaten in de Zagere sociale
klassen verschillen van betekenis opleve-
ren. Alleen wanneer hogere sociale klassen bij
het onderaoek betrokken worden aul Zen de ver-
groter worden. Deae verschilZen kunnen
{*) fenotype van 44n persoon is aijn toestand
een bepaalde vanuit verschillen-
de hoeken bekeken ( uiterlijke kenmerken orga-
nisch moraal en
(**) genotype is. het geheel van erfelijke
een mens vanaf aijn ont-
staan (bevruchting van de eicel door een zaad-
cel) meegekregen heeft.
-123-
daarom is deze stetting nog
niet bewezen. Want wanneer zijn iemands grenzen
bereikt ? Is de gebruikte onderwijsmethode wet
even geschikt voor alte testpersonen ? Is het
niet mogetijk met een andere leermethode, deze
zogenaamde 'erfelijk bepatde grenzen' te ver-
leggen, zodat zij toch gn echte grenzen blij-
ken te zijn ?
3. De bewering dat de genen bepalend zijn.voor
' abnormale' neigingen van een persoon
tijker te weerleggen, want wet
degelijk rekening gehouden met
Het milieu moet op de eerste plaats
opdat de neiging tot uiting zou kunnen komen. De
neigingen waarover men het in dit verband heeft,
worden afgewogen t egenover hetgeen men ats
normaat aanziet. De die de
van deze hypothese maken dat ze de
invtoed voor iedereen getijk beschouwen. Het
overduidel ijk dat ieder persoon
op stimul ansen die uitgaan
Dit reageren een aangeboren noemen
overdreven. want het is onmogelijk om de .omvang
van de milieuinvloed te bepalen. Het wat
we met zekerheid weten is, dat het
n persoon het unieke resultaat van
individueet genotype, dat tot ontwikkeling
binnen een bepaald mitieu en dat op een
wijze zijn invloed laat getden op de
ling van deze persoon.
-124-
Het klassieke voorbeeld van de verdedigers van de
derde bewering: Muzikale begaafdheid
De ktassieke voorbeetden die naar voren worden ge-
bracht zijn de familie Bach met haar zeven muzikate
generaties, vader en zoon Mozart en de gebroeders
Haydn. Maar daartegenover staan ook vete begaafde
musici die binnen hun famitie echte buitenbeentjes
waren. Zo was bijvoorbeeld de vader van Mendetsohn
bankier, die van Chopin boekhouder en die van Schu-
bert onderwijzer. Maar de meeste musici bezitten
echter wet ouders met muzikate belangstelling. Gaat
het hier misschien om een typisch voorbeeld van hoe
erfelijke en milieuinvloeden gunstig samenvatten en
daardoor hun effektieve werking verhogen ?
B.4 Werkelijke rot van de genen
De werkeliJKe rot van de genen past binnen de
evotutie theorie van Charles Darwin. Deze bestreed
in 1859 met behulp van zijn boek "Origin of
Species" de opvatting die voorhield dat atle teven-
de wezens onveranderd bestaan vanaf het begin van
deze wereld. Hij beweerde dat atle tevensprocessen
evolueren, hij maakte dus wet een onderscheid tus-
sen verteden, heden en toekomst. Hij trachtte ook
te peilen naar de redenen die aan basis van deze
evolutie gelegen hebben. Votgens hem kunnen we met
behulp van ons verteden verklaren waarom wij op dit
punt uitgekomen zijn en nergens anders, niette-
genstaande er theoretisch vete andere punten moge-
tijk waren. Dit neemt echter niet weg dat naast
biologische ook sociale faktoren de menseliJKe evo-
lutie hebben.
-125-
11
I
I
Er bestaan twee manieren hlaarop groepseigensehappen
kunnen veranderen:
-op basis van d.hl.z. de groep
verandert omdat etk tid serie van
stadia bijvoorbeetd, de teertingen
van het eerste studiejaar jaargang 19?0-?1
zijn nu (198?) jonge vatwaasenen gehlorden,
dat ze etk afzondertijk n
onthlikketingsproees doorgemaakt hebben;
-op basis van variatie, d.hl.z. de
randert omdat sommige teden mer
veranderen dan de overige; bijvoorbeetd, de
jongeren groeien snetter krijgen
een grotere gemiddetde
maakt dat de totate bevotking, gemiddetd geno-
men groter hlordt.
zoeht de verktaring voor het ontstaan van
vottedig nieUhle diersoorten in de variatie.
hem zijn de at
onder de vorm van Deze
individuete versehitten hebben meer of minder kans
om te overteven, de dragers ervan meer
of minder kans hebben om voort te Ats
deze kans groot is, dan hlordt het dat, .na
vertoop van tijd deze individuete
groeien tot eehte groepskenmerken (bijvoorbeetd: de
gemiddetde tengte van n bevotking). Ats deze eva-
tutie verdergaat kan er een nieUhle soort ontstaan.
-126-
Hij steunt zijn theorie op drie uitgangspunten:
1.
2.
binnen nzetfde populatie bestaan er op-
merketijke versehitten;
de overerfbaarheid van eigensehappen be-
staat en is het sterkst tussen ouders en
kinderen;
3. sommige varianten overteven beter omdat ze
sterker zijn of omdat zij betere teefom-
standigheden hebben, daardoor krijgen ze
een talrijker nagestaeht. Dit is het prin-
eipe waarop de natuurtijke selektie
steunt.
De derde voorwaarde hlerkt in feite de evotutie
tegen, want setektie betekent dat de minder
aangepaste varianten tot verdwijnen gedoemd zijn.
Di-t gaat zetfs zover dat de poputatie op
teruggebraeht wordt tot n variant. Het setektie-
proees heeft dus erfetijke variatie nodig om verder
te kunnen blijven bestaan. Want door de natuurtijke
setektie vertiest een poputatie haar genetisehe
variatie. De evotutie zou dus door de hlerking van
de natuurlijke selektie stoppen indien er niet van
tijd tot tijd door vreemde genen nieuwe variaties
binnengebraeht worden.
Elke genetisehe variatie komt voort uit mutatie.
Als we nagaan dat wij afstammen van eenvoudige or-
ganismen die geen beenderen en vezets bezaten, dan
-12?-
I
11
I
I
1 1
I
I
I
wordt het dat er in ons erfgoed
nieuwe genen moeten bijgekomen zijn die dit moge-
gemaakt hebben.
Men dat het is dat er toe-
n gen niet verdubbeld maar verdriedubbeld
wordt tijdens de Doordat dit extra
gen gn fUnktie kan het mutaties onder-
gaan zonder dat het organisme daardoor schade
ondervindt. Enkele generaties verder wordt het dan
mogeliJK dat dit gemuteerd gen een fUnktie bekomt
door samen te werken met andere genen.
De chromosomen bezitten genoeg DNA-ke-
tens om drie miljoen genen te bevatten. Funktioneel
verschillen ze sterk van elkaar. De meeste genen
dienen waarschijnlijk om het dupliceren van de
chromosomen mogelijk te maken. Als we aannemen dat
amper n procent van onze genen het erfelijk mate-
riaal dan spreken we nog altijd over
30.000 genen die de evolutie in gang houden. Maar
dit mutatieproces met n extra gen verloopt veel
te traag am van een echte evolutie te kunnen
spreken. Want volgens een berekening zou een
genmutatie 70.000 generaties nodig hebben om zich
over 50% van een populatie te verspreiden
blz. 152). Dit is dus een uiterst trage evolutie.
Er is dus meer nodig om een evolutie zoals
wij die kennen aan gang te houden. Hiervoor zijn er
(VIII) Bichard LEfiONTIN " Human Diversity"
Scientific American Books - 1982
-128-
vertaald in het Nederlands door a. Ver-
schuuren bij de uitgeverij Natuur en
Maastricht - in
onder de titel:
"Menselijke Verscheidenheid."
enerzijds in het verleden grootschalige mutaties
(kosmische stralingen-God ???) nodig geweest en is
er anderzijds nu nog altijd een kontinue
ling van genen nodig. Reeds vroeger is uitgelegd
dat het dupliceren van de chromosomen in de basis-
cellen (= tijdens de reduktiedeling) NIET vlekke-
loos verloopt, want daarbij worden genen uitgewis-
seld. Bij de bevruchting komen deze verwisselde ge-
nen samen met deze van de partner. Op deze manier
kunnen volledig nieuwe genenkombinaties ontstaan.
Het is dus voornamelijk door de voortplanting dat
de evolutie aan de gang blijft en niet tot stil-
stand komt.
Door seksueel kontakt tussen autotochtonen en im-
migranten komen evolutielijnen van ver uiteen gele-
gen geografische gebieden samen. Deze genetische
migratie (= opnemen van volksvreemde genen) laat
naast fysische sporen ( huidskleur, kleur van de
haar, schedelvorm) ook niet-fysische sporen
na. Men KAN deze genetische migratie als een goede
zaak beschouwen. Lewontin doet dit bijvoorbeeld in
de volgende uitspraak:
" De biologische gevolgen zijn toch van onder-
geschikt als je ze vergelijkt met de
geweldige kulturele verrijking die tegelijkertijd
heeft plaatsgevonden (in Australi). De expressa-
bar is niet meer weg te denken uit Sydney en
Melbourne, waar men vroeger alleen maar lunch-
rooms en bruine cafs kende." (VIII blz 154)
Maar verder maakt hij een opmerking die volgens mij
vele vraagtekens plaatst achter de huidige
stand van genetische kennis:
-129-
I I
" Wetke invtoed natuu!"tijke setektie heeft uitgeo-
fend op de mensetijke soo!"t vatt atteen met een
natte vinge!" te schetsen, omdat we p!"aktisch
niets weten ove!" de ove!"e'I"fbaa!"heid van de meeste
eigenschappen, noch ove!" het effekt
op voortplanting, noch ove!" de wijze
waa!"op dit effekt in de l oop de!" tijd kan zijn
ve!"anderd." (VIII, blz. 16'1).
-130-
C. OVERERVING VAN FYSISCHE EIGENSCHAPPEN
Onderzoekers trachten van de erfelijke invloed te
scheiden van milieuinvloeden. Zij base!"en zich op
het ve!"gelijkend tweelingen onderzoek. Elke n-ei-
ige tweeling komt voort uit n bevruchte eicel
met n dubbele ke!"n, daarom zijn ze genetisch
identiek. Dit is duidelijk te merken aan hun
uiterlijk, zij gelijken zo op mekaa!" dat alleen
goede bekenden ze onde!"scheiden kunnen. Daarentegen
zijn de twee-eiige tweelingen genetisch gezien even
verwant als gewone b!"oe!"s en zusters. Door beide
soorten tweelingen te vergelijken wordt het
mogelijk om de mate van overe!"Ving van eigenschap-
pen te meten. De onderzoekers nemen de eigen-
schappen van de n-eiige tweeling als refe!"entie
en vergelijken daarmede deze van de twee-eiige
tweeling die opgegroeid zijn in een gelijkaardig
milieu. Op deze wijze trachten ze de erfelijke ei-
genschappen (*) te scheiden van deze die door het
milieu bepaald worden.
(*J de eigenschappen die beide leden van de n-
eiige tweeling WEL en deze van de twee-eiige
NIET in gelijke mate bezitten.
-131-
De Amerikanen en Bodmer hebben ao
een studie de
de
EIGENSCHAPPEN
(fysische)

-gMcht


- heupomtrek
-schede"/,index

overerfbaarheid
94 "
42 "
8'1 "
81 "
66 "
'10 "
bron: VIII '18
Uit bovenstaande
dat de eigenschappen die
aijn van sche-
(*) J de percentages De
verk"/,aring hiervan voor de iemands eet-
gewoonte door aijn mi-
en daan niet in een
dig ontstaan er
(*) hier de hoofdindex
want de schedelindex kan geme-
ten met behulp van een tot op het bot
en hoofd.
-132-
D. OVERERVING VAN PSYCHISCHE EIGENSCHAPPEN
--.-------
D. 1 I nleiding
De ongelijkheid is heet opvattend in onae maat-
schappij. bezit en macht hebben veel te ma-
ken met iemands afkomst. De Franse revolutie noch
de Amerikaanse grondWet hebben daar veel aan kunnen
. Een mogelijke verktaring wordt geaocht in
de dat de maatschappij georganiseerd zou
zijn .om de sociale verschillen te handhaven. Deze
gaat natuurtijk lijnrecht in tegen de se-
dert tientallen jaren gevoerde social e polit iek die
reeds maatschappelijke veranderingen
heeft Een andere verklaring houdt
het bij het bestaan van een aangeboren (=na-
tuurlijke) ongelijkheid. De verschilten tussen men-
sen zi jn volgens deze verktaring erfelijk bepaald.
heeft dus bepaalde talenten meegekregen of
I eder van ons moet het maar op zijn eentje
waar te maken met zi jn specifi eke talent en.
Het meegekregen geld en macht verdwijnen snel als
men het talent niet bezit om ermee om te kunnen
gaan.
I n de 19de eeuw maakte de hypothese van de aangebo-
ren talenten furore . In de Engelse literatuur waren
Charles Dickens en George Etiot ( pseudoniem van
Mary Ann 1819-80) de belangrijkste verdedi-
gers van deze Zo werd Oliver TWist (=de
held uit de gelijknamige roman van Charles Dickens)
vanaf de wieg grootgebracht in een weeshuis waar
het aan voeding, eergevoel lief-
de groot was. Niettegenstaande dat is
de jonge Otiver een toonbeeld van
-133-
eePlijkheid en opPechtheid. Bovendien hanteePt hij
een zuivepe taal. DooP dit alles is hij de echte
tegenpool van de jonge Jack die in het-
zelfde milieu opgegPoeid is tot een gemene kePel
van het laagste allooi. De ooPzaak is het vePschil
in afkomst. OliveP is een tetg uit een zP goed
geslacht. Bij Etiot komt de invloed van de afkomst
nog stePkeP tot de Daniel
DePonda van de gelijknamige is de geadop-
teepde zoon van een baPones. Op zijn 21ste begint
hij zondeP enige aanleiding HebPeeuwse filosofie te
lateP blijkt dat hij van joodse afkomst
is.
In FPankPiik unl Emile Zola de ovePeroing van so-
ciale vePschillen aantonen. Hij tPacht dit ondeP-
meeP te doen in zijn deteministische Poman "ThP-
se Raquin". Hij ondePging gPote invloed van de
FPanse filosoof Hyppolyte Taine de ont-
wePpeP van de deteministische vol-
gens dewelke milieu en tijdstip volledig de
kunst bepa!en.
In 1912 publiceePde GoddaPd de Pesultaten van een
stamboomondePzoek. Zijn ondePzoek toonde op een
duidelijke wijze de ovePePfbaaPheid van psychische
afWijkingen aan. Hij ondePzocht de afstammelingen
van een zekePe MaPtin die tijdens de AmePikaanse
vPijheidsooPlog een onwettig kind had bij
een zwakzinnig meisje. Latep was hij in het huwe-
lijk getPeden met een gezonde VPOUW uit een gezin
met een gedegen Peputatie. De nakomelingen van de
beide takken heeft GoddaPd kunnen opspoPen. Van de
480 nakomelingen uit de onwettige waPen eP 143
zwakzinnig en slechts 46 vePtoonden een onbePispe-
lijk gedPag. Van de 496 nakomelingen uit de wettige
tak was eP niemand zwakzinnig.
-134-
In het Peeds VPoegeP aangehaald ondePzoek van
Cavalli-SfoPza en BodmeP wePden ook psychische
eigenschappen ondePzocht:
EIGENSCHAPPEN
(psychische)
pPocentuele
ovePePfbaaPheid
-gedPag (typisch mannelijk/vPouwelijk) 85 %
-Intelligentie Quotient (IQ) 53 %
-extPavePt-zijn (op de omgeving gePicht) 50 %
-neuPotisch-zijn (zwakke zenuwen) 30 %
bPon (VIII blz.78)
Bij deze Pesultaten moet vooPbehoud gemaakt
wegens het dat de ondePzochte n-eiige twee-
lingen in hetzelfde milieu grootgebracht zijn en
niet gescheiden van mekaaP in een verschillend
milieu. De testresultaten zouden dus nog moeten
gezuivePd worden van milieuinvloeden.
-135-
I
li
11
I
D.8 Intelligentie
Het abstrakt wordt in het algemeen
beschouwd ats een belangrijke om sukses-
vol in de maatschappij te kunnen zijn. Vandaar dat
er reeds lang belangstelling bestaat voor intel -
ligentietesten. Deze t esten kunnen ook aangewend
worden om na te gaan in hoeverre intell igentie
felijk is. Maar hier stelt zich het grote probleem
van de scheiding tussen erfelijke en mitieuinvtoe-
den. Daarom gebeuren schattingen omtrent de over-
erfbaarheid van het IQ dikwijls op basis van
getijkingen tussen n-eiige tweelingen die vanaf
hun prille jeugd wel en niet gescheiden opgevoed
werden.
Uit de IQ testen bij n-eiige tweetingen die
samen opgevoed blijkt dat de i ntelligentie in
belangrijke mate erfbaar is ( 68 % volgens een Ja-
pans onderzoek - bron VIII blz. 99) . Maar de be-
trouwbaarheid van zulke onderzoeken i s moeilijk t e
beoordelen.
Het onderzoek van n-eii ge tweetingen stuit op
vele praktische moeil ijkheden. Want:
-136-
1. het aantal n-eiige tweetingen kent een
natuurlijke beperking. De kans op een n-
eiige tweeling is 1 op 840 geboortes. De kans
op een n-eiige drieling is veel 1
op 80.000; de kans op een vierling is
uiterst 1 op 1.600.000 geboortes;
8. bovendien moeten ze vanaf de geboorte ge-
scheiden geworden
3. en in een verschillend milieu opgevoed zijn.
Het aantal tweelingen dat voldoet aan deze drie
voorwaarden is klein. Enkele grootschalige zoekak-
ties zijn gevoerd om aan een voldoend aantal te
kunnen komen. Shietds (Engeland 1960-68) en later
Newman (V.S.A. 1970-78) hebben bij hun werving ge-
bruik gemaakt van TV en kranten. Maar op deze. op-
roepen reageerden in de meeste gevatten
die niet echt gescheiden van mekaar opgegroeid wa-
ren. Want bij hun scheiding werden de meeste twee-
lingen ondergebracht bij familie of kennissen. Dus
van een echte scheiding was in maar weinig gevatten
sprake. Bovendien behoorden de de betrokken
pleeggezinnen meestat tot dezelfde klasse.
Van de 44 tweetingen die Shietds selekteerde waren
er maar 4 die echt volkomen gescheiden opgegroeid
waren. Niettegenstaande dit tekort in zijn
konkludeerde hij in 1968 dat n-eiige tweetingen
niet in hetzelfde mitieu opgevoed moeten worden om
sterk op mekaar te gelijken. Newman kwam in .1973
tot een gelijkluidende konklusie: naast de
overeenkomsten zij de psychische (
temperament en karakter) ook zeer opvattend; dus de
invloed van de erfelijkheidstaktoren is overwel-
digend. Dit onderzoek gebeurde met 19 tweelingen.
Het Deense onderzoek met 18 tweelingen van Juet-
Nietsen (1965) kwam tot dezelfde konklusie.
Het grootste en langdurigste onderzoek werd uitge-
voerd door Cyrit Burt en zijn ptoeg. In de toop van
twintig jaar hadden ze 53 tweetingen gesetekteerd
en bestudeerd. De statistucus Kamin en later de me-
dicus Gilties hebben Buts onderzoek kritisch onder-
zocht. Kamin ontdekte vete statistische tekortko-
Gitties' ontdekking was nog veel spekta-
kuteerder. Hij kwam erachter dat het gehele onder-
-137-
zoek en de medewePkePs pure verzinsels van BuPt wa-
Pen.
De vooPlopige Pesultaten van een ondePzoek van 20
tweelingen dat nu aan de gang is in de v.s.A. (Min-
nisota) ondeP leiding van de psycholoog BouchaPd,
bevestigen duidelijk de resultaten van de vroegere
onderzoeken. De gebruikte methodes van onderzoek
zijn gesofistikeerder dan vroeger. De testpro-
gramma's zijn uitgebPeider, de testen worden meeP-
maals overgedaan en om de resultaten te relativeren
worden de testen ook afgenomen van twee-eiige twee-
lingen. Dit laatste gebeurt in navolging van het
reeds vpoeger vermelde onderzoek van Cavalli-Sforza
en Bodmer.
Uit de meeste psychologische testen blijkt, dat de
twee personen die n-eiige tweeling vormen, zo op
mekaar gelijken als n en dezelfde persoon op twee
verschillende tijdstippen. Want de testresultaten
van een n-eiige tweeling komen overeen met de
Pesuttaten van dezelfde test die n en dezelfde
persoon twee maal aftegt, niet onmiddetijk na et-
kaar maar met een tussenpauze. Bovendien vertoonde
de levensloop van de n-eiige tweeling zulke gro-
te mate van overeenstemming dat ze er zelf onder
de indruk van kwamen en deze mate van overeen-
komst als "bijna spookachtig" omschPeven.
-138-
E. ERFELIJKE ZIEK:rES
OVer het aandeel van erfelijkheid in de versprei-
di ng van ziektes bestaat gn eensgezindheid.
Theoret isch is dit aandeel erg groot , want de mens
bezit bij benadering honderdduizend versehi t lende
genen. In principe zouden er dus ook ongeveer hon-
derdduizend versehitlende soorten erfelijke ziekten
moeten bestaan, wegens het feit dat in elk gen een
ziekteverwekkende afWi jking kan voorkomen. Maar de
belangrijkheid van elk gen verschilt sterk. Wij
hebben dus niet ieder gen nodig om gezond te zijn.
Daarom wordt het aantal erfelijke ziekten op tien-
duizend geraamd, daarvan zijn er reeds een driedui-
zend van gekend. Maar, van deze gekende ziekten
kunnen we voorlopig, nog niet nauwkeurig aanduiden
wetk genenpaar (of paren) niet goed funktioneert.
De meest gekende erfelijke ziekten zijn:
- bloedarmoede;
- slecht funktionerende groeiktieren;
- suikerziekte.
Ze worden doorgegeven aan het nageslacht op de
wijze geschetst op bladzijden 116 en 122.
-139-
Opmerkingen
De meeste ziekten veroorzaakt door mikro-
organismen zoats virussen en bakterin. Men
bekomt ze toevattig, dit heeft dus niets met
erfe!ijkheid te maken.
8. Het mongotisme is gn erfetijke aandoening. Het
is een toevattige fout die zich voordoet bij de
cetdeting van de bevruchte eicet in
dochtercetten. Voornametijk oudere vrouwen heb-
ben een verhoogde kans op het krijgen van een
'mongoottje'. De fout die gebeurt, is dat het
chromosomenpaar nummer 81 zich foutief verdeetd
in paar met etk drie i.p.v. chromoso-
men. Daarom in de medische dit fe-
nomeen met de benaming 'trisomie-81' aangeduid.
-140-
F. RAS EN ERFELIJKHEID
Het is erg moeitijk de gehete in
rassen te verdeten. De migraties hebben diepe spo-
ren nagetaten, rasvermenging is een universeet feit
Dit btijkt ondermeer uit de verspreiding
van de btoedgroepen.
Men neemt aan dat de Indo-Germaanse votkeren btoed-
groep A bezaten. Nu stett men vast dat in Oost-
Engetand de frekwentie van btoedgroep A groter dan
50 % is, maar dit percentage neemt af hoe verder
men en noordwaarts gaat, het minimum van
85 % bereikt in West-Iertand. De versprei-
ding van de btoedgroepen B en AB geeft het omge-
keerd beetd: van 8 % in het Oosten en het Zuiden
tot 18 % in Schottand, Wates en Iertand. De oorzaak
is ons het is nametijk de invasie van
de Skandinaafse votkeren (VIII btz. 116).
Maar ondanks de tatrijke migraties is er tot op
heden NOG GEEN UNIFORM MENGSEL tot stand
De universete mens, vanuit fysisch standpunt beke-
ken, bestaat nog niet. Dit is nogmaats een argument
voor de veronderstetting dat de genen zich niet
vermengen tot nieuwe genen, maar atteen op tijde-
tijke basis samenwerken.
Er bestaan betangrijke voorbeetden van groot-
schatige rasvermenging, die kontinu voortduren:
-141-
1. De vermenging van blanken en zwarten
in Noord-Amerika.
Gedurende tweehonderd jaar werden vanuit West-
Afrika slaven aangevoerd. Vanaf 1813 werd deze
aanvoer plots gestopt. De rasvermenging die
daarna verder ging, heeft ertoe geleid dat nu
volgens een recente schatting ongeveer 15 % van
alle genen die de hedendaagse Amerikaanse neger
bezit, afkomstig zijn van blanke voorouders
(VIII blz. 115);
8. In Brazili begon in de vorige eeuw een groot-
schalige rasvermenging.
De oorspronkelijke bevol king (Indianen) mengde
zich met i nwijkelingen die afkomstig waren uit
Europa ( Portugezen, Fransen, Nederlanders),
uit Afrika (sl aven) en uit Azi ( China en
Japan). Niett egenst aande er hier echt sprake i s
van een universele rasvermengi ng, bl ijft de
bevolking een grote variatie vertonen. Men
t reft in Brazili alle denkbare huidskleur-
se aan.
Verder is er in de geschiedenis een uniek voorbeeld
bekend van een gedWongen rasvermengi ng binnen een
kleine populatie. Deze vermenging heeft zich in
volledige afzondering en gedurende een periode van
honderd j aar afgespeel d. Het verhaal begint rond
1750 in de Stilte Zui dzee waar enkele muitende
Engelse matrozen, bij wijze van strafmaat regel, af-
gezet worden op een klein eiland met een 100% zui-
ver zwarte bevolking. Pitcairn was de naam van dit
eiland dat op 5.500 km oostenlijk van Nieuw-Zeetand
-148-
ligt. De blanke matrozen vermoordden alle zwarte
mannelijke eilandbewoners en vermengden zich met de
zwarte vrouwen. Toen men honderd jaar later het ei-
land terug ontdekte, trof men er niet alleen mu-
latten maar ook enkele zuiver zwarte en zuiver
blanke bewoners aan.
Het omgekeerde proces van rasvermenging is raszui-
vering. Door een strikte huwelijkswetgeving wordt
aan de verdere rasvermenging met vreemden een halt
toegeroepen. Op deze wijze hoopt men het volk terug
raszuiverder te maken. Dat dit een proces van lange
adem is, bewijst de geschiedenis van het joodse
volk.
Rond 450 - 400 v.o.j. verkreeg een schriftgeleer-
de, Ezra genaamd, van de Babylonische vorst Arthak-
sasta de toestemming om met het joodse volk terug
te keren naar Jeruzalem. Ezra kondigde in Jeruza-
lem aangekomen, maatregelen af tegen gemengde huwe-
lijken, tevens wilde hij het volk 'zuiveren'. De
volgende bijbelfragmenten spreken voor zichzelf:
"Toen , kwamen de oversten tot mij en zeiden:
Het volk de priesters en de Levieten heb-
ben zich niet afgezonderd gehouden van de volken
der landen, wat hun gruwelen betreft: van de
Kananieten, de Hethieten, de Ferezieten, de
Jebusieten, de Ammonieten, de Moabieten, de
Egyptenaren en de Want zij hebben uit
hun dochters vrouwen genomen voor zich en hun
zonen, waardoor het heilige zaad zich vermengd
met de volken der landen; ja, de oversten en
leiders zijn in deze trouwbreuk voorgegaan."
(het Oude Testament, boek van Ezra, hoofdstuk 9,
verzen 1 en 8)
-143-
"Toen stond de priester> Erza op en zeide tot hen:
Gij hebt trouwbreuk omdat gij vreemde
vrouwen hebt gehuwd; daardoor> hebt gij Israts
schutd nog vermeerderd. Maar geeft nu eer aan de
de God uwer> doet wat Hem wetgevattig
is en scheidt u af van de votken des tands en van
de vreemde vrouwen." ( 10 10-11);
"En zij gaven er hun hand op dat zij hun vrouwen
zouden wegzenden " ( 19).
Van de ongeveer 1800 mannen 8) stuurden 116
10) hun vrouwen en kinderen weg (= %):
"Deze mannen (116) waren attemaat met niet-joodse
vrouwen getroouwd. Onder deze vrouwen waren er at
enige die kinderen hadden gekregen."
Opmerking
De trouwbreuk waarovan hier sproke e-
nerzijds naar het verbond dat God met het joodse
votk sloot : "Onderhoud wat Ik (=God) u heden ge-
bied Zie voor u uit verdrijf ik de de
de de de Heviet en
de Jebusiet Sluit daarom gn verbond met de
inwoners " ( Exodus 11-15) en anderzijds
naar de geboden die Mozes voorhietd: " Gij zult u
ook niet met hen verzwangeren; uw dochter>s zult
gij aan hun zonen niet noch hun dochters
nemen voor> uw zonen " ?, 4").
-144-
Sedertdien hebben de joden op enkele uitzonderingen
altijd onder mekaar gehuwd. Dit betekent dat
er reeds gedurende mr dan 130 generaties bijna
gn nieuwe genen (van immigranten) aan het joodse
volk zijn toegevoegd. Maar toch zijn nu nog de ken-
merken van de verschillende rassen waaruit het
joodse volk opgebouwd goed te onderscheiden.
Een opvallend voorbeeld hierovan wordt geleverd
door de groep joden die na de van Je-
ruzalem (?0 n.o.j.) weggetrokken zijn naar Cochin-
China (= het huidige Zuid-Vietnam). Want daar heb-
ben zij zich gedurende meer dan honderd generaties
niet vermengd met de lokale bevolking. Desondanks
stelde in 1921 een onderzoeker vast dat hij deze
joodse populatie nog altijd indelen kon naargetang
hun huidskleur (van rozig blank tot pikzwart).
Volgens een recente studie van Lewontin ( VIII blz.
123) zijn 15 % tot 20 % van de genetische verschil-
len terug te voeren tot het ras. Voor deze studie
werden de grote verscheidenheid aan bestaande ras-
sen herleid tot zeven hoofdrassen:
Mo-
en Oceanirs.
-145-
i
l J
..
G.
Een eventuele aanpassing van de abortuswetgeving
kan de kans op kinderen ter wereld brengen met ge-
kende erfelijke ziekten terugbrengen tot bijna 0 %.
Want door het vruehtwateronderzoek kunnen erfelijke
ziekten goed opgespoord worden. Bovendien komt men
langs deze weg het mongolisme op het spoor. Wanneer
na de vaststelling van de erfelijke tot
abortus wordt verdwijnt meteen prak-
tiseh alle kans op erfelijk belaste kinderen. Dit
veronderstelt uiteraard een moraliteitswijziging
bij een groot gedeelte van de dat zieh
geruggesteund voelt door belangrijke anti-abortus
groeperingen.
Het kloneren (*) d.m.v. kerntransplantatie van be-
vruehte eieellen is mogeliJk geworden. Tot op
heden lukt dit goed met kikkereieellen. De kikker
die hieruit wordt geboren heeft alle ziehtbare ei-
gensehappen van het kikkerwijfje waarvan de kern
afkomstig is en heeft een andere huidskleur dan het
kikkerwijfje dat de eieel geleverd heeft. Dit expe-
riment lukt redelijk dikwijls omdat de kikkerei-
eren relatief groot en stevig zijn. De eieellen
van zoogdieren daarentegen zijn veel delikater ge-
bouwd. Reeentelijk (1981) werd het kloneren van een
muis gemeld. Tot op heden is er nog niemand erin
geslaagd om dit experiment over te doen.
(*) kloneren is het namaken en 'verbeteren' van een
origineel d.m.v. een onnatuurlijke ingreep.
-146-
De teehniek van kloneren wordt ook aangewend
voor het verbeteren van die nuttig
zijn bij de produktie van voeding (bv. kaas).
Een tweede vorm van kloneren is veel
omdat hierbij vertrokken wordt van een eetkern
afkomstig uit een gewone liehaamseel i.p.v. een be-
vruehte eieel. Na verwijdering van deze celkern
wordt deze geplaatst in een bevrucht waar-
van de eigen kern weggenomen is. De volgende stap-
pen zijn identiek met de vorige manier van klone-
ren. Zodoende wordt de gektoneerde indien
het om een zoogdier zou onmiddellijk in de
baarmoeder van het die de bevruchte eicel
geleverd heeft, teruggeplaatst. Deze 'leenmoeder'
brengt een jong ter wereld dat genetisch identiek
moet zijn met de oorspronkelijke cel, waarvan de
kern afkomstig is. Als deze tweede vorm van klone-
ren mogelijk wordt, dan volstaat het om bij een
mens enkele liehaamscellen te verwijderen en ze tot
na zijn dood te bewaren (door invriezing ?), om ze
vervolgens te gebruiken om n of meerdere ECHTE
DUBBELGANGER(S) van de persoon in kwestie te fabri-
ceren.
Voorlopig lijkt alles erop te wijzen dat alleen de
vorige manier van kloneren mogelijk is (IX blz 49).
Als de tweede manier van kloneren in de toekomst
toch mogelijk zou worden dan komt dat erop neer dat
de mens onsterfelijk geworden is. Want het telken-
male verwijderen van enkele lichaamscellen volstaan
dan, om d.m.v. kloneren iemand te doen herboren
worden. Dit zou dus de overwinning van de mens op
de dood betekenen, dit klinkt te ongeloofWaardig,
om ooit waar te kunnen worden 11!
(IX): SCHELLEKENS H.
"Bouwstenen van de Erfelijkheid",
Meulenhoff Informatief, Amsterdam 1985.
-14'1-
' I
I ,
I
I
.I
H. BESLUITEN
1. De fysisehe eigensehappen zijn in zeeP belang-
Pijke mate ePfbaar. Bij psyehisehe eigensehappen
spelen de milieuinvloeden een belangPijke
waaPVan de impakt moeiliJK los van de genenin-
vloed te bepalen valt. Bovendien heeft de mens
gedeeltelijk zijn ontwikkelingsproees in eigen
handen. Want dooP eigen wilskPaeht kan
hij dit proees in bepaalde mate stUPen.
sehPijft hiePoveP:
" Een model op biologisehe basis doet aan mensen
tekopt... uit genen en milieu kan het organisme
niet afgeleid Genen en milieu
immePs overkoepeld dooP het van de
dat soeiale intepakties inbPengt binnen de
ontwikkeling van de pePsoon EP zijn immePs ook
soeiale ve.randePingen voldoen en
daaPvan nog ePg Deze
bepalen hoe individu en kollektief op elkaar
inzJerken. "
2. Een fenomeen met verstPekkende gevolgen is de
uitwisseling van dit maakt dat de
eigensehappen gedeelteliJK verandePd dooPgegeven
De gevolgen hiePVan zijn:
-148-
a. dat de kindePen van n oudePpaaP ondePling
niet identiek zijn. Zij hebben gemeen-
sehappeliJKe kenmePken met hun deze
kunnen peP kind maar se hebben
eP ook die hun oudePs NIET bezitten. Dus in
bepaalde opziehten gelijken de kindePen
stePk op hun oudePs, niettegenstaande se
ondePling van elkaar vepsehillen;
b. het ontstaan die
sopgen vooP vaPianten van eigensehappen.
BlijkbaaP is dit proees NIET te
zelfs NIET met een plotse toevoePstop van
volksvPeemde genen. Zelfs het verwijdePen
van zogenaamde 'mengbloeden', zoals dit ge-
beUPd is bij het joodse volk (op bevel van
Ezra), kan de aanzJesigheid van 'VPeemde' ge-
nen NIET VOLLEDIG doen verdwijnen;
Opnerking
RosenbePgs vaststelling dat soms de fysisehe ei-
gensehappen niet in overeenstemming zijn met de
psyehisehe; het feit dat iemand met een
NooPds eventueel een kaPakteP kan be-
zitten dat ver van Noords is, duidt in de Pieh-
ting dat eP vpoegeP ingPijpende rasvermengingen
plaatsgevonden hebben. Door genenuitwisseling kun-
nen ondermeeP kaPaktePVerandePingen optreden. Dit
steunt allemaal op de veponderstelling dat binnen
n ras, de PassuivePe elementen fysiseh als
psyehiseh stePk op mekaar gelijken. Dit is een hy-
pothese die moeiliJK te bewijzen valt, gezien het
huidig gebPek aan Passuivepe volkePen.
-149-
PSYCHOLOGIE
--------
---------
In de 19de eeuw zagen de psychologen die belang-
stelling hadden voor hysterie, hypnose en suggestie
dat het zielsleven van de mens zich op een eigen-
aardige Jijze buiten de grnzen van het heldere
bewustzijn uitstrekte. In deze tijd groeide de pu-
blieke belangstelling voor het okku!te dit
als reaktie op de grote vooruit-
gang op het gebied van biologie en fYsica.
Een Franse arts en filosoof, Pierre Janet trachtte
in een doktoraal proefschrift aan te tonen dat de
mens een persoonlijkheid had, die in de la-
gere regionen van het 'ik' huisde en die in staat
is om de mens bepaalde handelingen te !aten uitvoe-
ren, zonder dat hij zich daar van bewust is. Het is
u ook overkomen, dat U zonder dat U
ervan bewust bent een verplaatste en ach-
teraf Jist U niet dat U dat zelf gedaan had.
De mogelijkheid bestaat dat deze persoon-
lijkheid' de overhand krijgt, dan is er sprake van
een neurose, die zich manifesteert in schijnbaar
ongegronde lichamelijke klachten. De neurose is
geen echte geestesziekte, de persoonlijkheid
blijft intakt. Het is een toestand de pa-
tint geestelijke en lichamelijke klachten uit,
hij de oorzaak niet aanduiden kan. Hysterie
is een erge van neurose, de naam is afkomstig
van het Grieks 'hustera' oot betekent.
Vroeger meende men dat de oorzaak van dit lijden
moest gezocht in een aandoening van de in-
geslachtsorganen van de vrouw.
-150-
De psychoanalyse is een onderzoekingsmethode om het
onbewuste te bestuderen. De vader van deze methode
is SIGMUND FREUD. Als neuroloog ondernam hij
in 1886-87 een belangrijke studiereis naar Parijs,
hij, onder Zeiding van Charot gevallen van
hysterie bestudeerde. Nadien begon hij in Wenen
intensief samen te met Jozef Breuer. Deze
stelde een genezingsmethode voor hysterie op punt.
Het betrof het beroemde geval Anna o. Deze jonge
hysterische vrouw leed aan een ernstige gezichtsaf-
Jijking en allerhande spierverlammingen Door de
patinte in hypnose te brengen, slaagde Breuer erin
om achter de verborgen oorzaken te komen, die aan
de basis Zagen van de ziekteverschijnselen. Door
deze oorzaken aan de patinte kenbaar te maken,
werden de betrokken gebeurtenissen, vanuit het on-
bewuste terug in het bewustzijn gebracht. Dit had
het effekt van een zielsreiniging (catharsis). In
hun waren Breuer en Freud het niet
eens. Breuer dacht dat de ziekte ontstond tijdens
toestanden die sterk op hypnose geleken en tijdens
de geest slecht zou funktioneren. Dit zou
volgens Breuer voor gevolg hebben dat de patint
zich bepaalde voorvallen niet herinneren kan, niet-
tegenstaande deze voor hem belangrijk zijn, daar ze
in zijn onderwustzijn blijven Freud dacht
eerder aan een verdringing van slechte ervaringen
naar het onbewuste. Deze slechte ervaringen koomen
volgens hem terug, onder de van betekenisvolle
ziekteverschijnselen. Hij verklaarde het sukses van
de hypnose uit het feit dat zo de tegen
het zich herinneren gebroken kan Freud
stelde zijn nieuwe genezingsmethode voor onder de
benaming PSYCHO-ANALYSE.
-151-
De psycho-anatist kan toegang krijgen tot het onbe-
wste van de patint op drie manie1:en:
-dooit d!toomanatyse;
-dooit de anatyse van onbewust gemaakte
fouten
vertezenJ;
-dooit de anatyse van de vrije associatie.
CARL GUSTAV JY.NG we!td ats zoon van een katvenitisch
pitedikant in 18?5 geboiten. Nadat hij medicijnen ge-
studee!td speciatieeerde hij in de psychotogie.
GedUitende vijf jaar (1905-1910) wePkte hij ats
assistent van FPeud in een psychiatrische k2iniek.
FPeud schatte Jung zeer- hoog en op een dag noemde
hij hem zijn geestetijke zoon en eitfgenaam.
Maait zich steunend op eigen bekritiseepde
Jung de 2ibido-theorie van zijn teermeesteit.
Votgens dewe2ke atte ditomen tePUg te voePen zijn
tot stecht ve!tteePde die meestat
een seksuete achtePgPond hebben.
Jung denkt dat eP naast het individueet ook een
kottektief onbewste bestaat. Dooit de bestude-
ring tePptaatse van de psychotogie van pPimitieve
vatkeiten in Afrika en in kamt hij op spoo1:
van gitote avePeenkomsten tussen de inhouden van de
pPimitieve en de EuPopese psyche. Vandaar dat hij
zijn studievetd vePitUimt tot de de at-
chemie en de godsdiensten. Na jaiten van studie ont-
werpt hij een origine2e waaraan hij de
benaming ANALYTISCHE PSYCHOLOGIE gaf.
-152-
Votgens deze theorie is het onbewuste veet meep ge-
Het bevat naast een pePsoontijk ook
een gedeette. Het pePsoontijk onbewuste
bestaat uit twee tagen: het vooPbewuste en het
ondePbewste. Het vooPbewuste bevat de associaties
en de herinneringen. Dit zijn zaken die de mens
eenvoudigweg in zijn bewustzijn kan tePUgbPengen
doop ze in zijn geheugen op te Poepen. Het ondePbe-
wuste daaPentegen is het eigentijke peitsoontijk on-
is het geheet van vePd!tongen pePsoon-
HiePin zitten ondermeep de doop
FPeud.ao bekend geraakte seksueet-erotische jeugd-
. Deze vePd!tongen erearingen kunnen doop
het van de vePdringing niet in het be-
Het kottektief on-
de die niet gesteund zijn
op maaP wet op deze van het
vooitgestacht. De inhoud van dit kottektief onbewus-
te vatt uiteen in:
1. de instinkten;
2. de aPchetypen;
3. de erearingen van ons vooitgestacht.
De eePste zijn voop de gehe-
te. Ondep de vatt de tevens-
drift Jung vepeenzetvigt met de tibido van
van.Freud. De zijn dus de aangeboPen re-
schPijft Jung:
" We in staat bij diePen, of ook
mensen instinkten te zien dan
onszetf. Dat komt doordat we er ons aan
-153-
gewend hebben en ons van at onze handelingen re-
kenschap te geven en ze rationeet te funderen.
Het is echter geenszins bewezen, ja, het is zelfs
zeer onwaarschijnlijk, dat deze fUnderingen
steekhoudend zijn. EP is vaak niet eens een
supermens voor nodig om de holheid van bepaalde
funderingen te doorzien en het eigenlijke motief,
nametijk het aandrijvende instinkt, daarachter te
herkennen. Tengevolge van onze kunstmatig
verzonnen funderingen kan het ons toetijken alsof
niet vanuit een instinkt, maar vanuit een
motivatie hebben gehandeld. Daarmee
ik overigens niet zeggen, dat de mens er ook niet
inderdaad door een zorgvuldige dressuur in ge-
staagd is, het instinkt gedeeltelijk in een
handeling te veranderen. Daarmee is het instinkt
gedomesticeerd, maar de kern blijft
toch altijd het instinkt. Zo zijn er
fetd in gestaagd een groot aantal instinkten der-
mate te omhullen met rationele bedoelingen en
funderingen, dat het oorspronkelijke motief
niet meer onder de vele omhulsets kunnen herken-
nen. " (X, blz. 61J
(X) JUNG cart, " en " Lemniscaat
Rotterdam - 1981.
-154-
APchetypen beetden die door middel van bij-
voorbeeld dromen geaktuatiseerd kunnen
Voorbeetden van archetypen zijn: de moeder die
leven geeft en het beschermt, het goddelijk kind
heks, (vuur,
Het symbolen, die in vele
gevalten kunnen teruggevoerd tot gestyleerde
die in de oudste tekeningen van de
gemeenschappen voorkomen. Jung verbindt
de met de archetypen:
"(er een) psychologische onwik-
( ) aan het werk ( is ), die de in-
onder de rationele motiveringen verhult
en de archetypen in rationele begrippen veran-
Onder deze omhulsets is het archetype nau-
meer te herkennen. En toch is de manier
waarop de mens een innerlijk beeld van de wereld
vormt, alle verscheidenheid in details,
en regelmatig als zijn instink-
handelen. Zoals we het begrip moeten opstel-
len van een instinkt, dat ons hande-
len reguleert en determineert, zo moeten we ook
voor de.gelijkmatigheid en regelmatigheid van on-
ze om de wereld te zien, een begrip
gekorreleerd met het instinkt, vinden. Dit begrip
de faktor die onze manier van de dingen
te bepaalt. Deze faktor noem ik archetype of
oerbeeld." (X, blz. 63)
-155-
De ervaringen van ons voorgeslacht worden vervat in
KULTURELE SYMBOLEN. Dit zijn symbolen die gebruikt
worden om 'eeuwige waarheden' uit te drukken. We
vinden ze heden ten dage nog terug in de GODSDIENST
en de MYTHE VAN ELK VOLK. Over de mythe zegt Jung:
" We kunnen nauwelijks veronderstellen dat de mythe
of het mysterie bewust uitgevonden is voor voor
een bepaald doel. Het lijkt er veel meer op dat
alsof ze een onwillekeurige onthulling van
psychische onbewuste basistrekken vormen. de
psyche die aan het bewustzijn voorafgaat ( bij-
voorbeeld bij een kind J heeft enerzijds deel aan
de psyche van de moeder, maar anderzijds reikt ze
tot in de psyche van de dochter. We zouden dus
kunnen zeggen dat iedere moeder haar dochter, en
iedere dochter haar moeder in zich draagt, en dat
iedere vrouw zich terugwaarts uitbreidt tot haar
moeder, en voorwaarts tot haar dochter. Uit deze
deelname en vermenging ontstaat een onzekerheid
wat betreft het tijdsmoment: als moeder leeft men
eerder als dochter later. Door de bewuste
beleving van deze verbindingen ontstaat een
gevoel van uitbreiding van het leven over
generaties: een eerste stap tot de direkte
ervaring van en zekerheid over de ontheffing uit
de tijd, wat een gevoel van ONSTERFELIJKHEID met
zich meebrengt.... Door zo'n ervaring wordt het
individu zinvol in het leven der generaties in-
gepast, zodat alle onnodige hindernissen uit de
weg zijn geruimd voor de levenstroom, die door
haar heen moet vloeien. TegeliJKertijd wordt ook
de individuele mens uit zijn isotement verlost,
en krijgt zijn heelheid terug. At het kultisch
bezigzijn met archetypen heeft in laatste
instantie dit doel en dit resultaat." (X, b2z.39J
-156-
Ondanks de vele transformaties die ze doorgemaakt
hebben, behouden de mythen veel van hun oorspronke-
lijke 'magische' aantrekkingskracht, want ze zijn
geladen met psychische krachten. Zij vormen be-
langrijke bestanddelen van onze psychische ge-
steldheid en zijn vitale krachten bij de opbouw van
de gemeenschap. De hedendaagse mens denkt dat hij
door zijn rationaliteit het bijgeloof overwonnen
heeft. Dit is maar gedeeltelijk waar, want door
zijn overdreven mechanisch-rationeel handelen, ver-
liest hij grotendeels zijn geestelijke waarden.
"De antropologen hebben beschreven, wat er met een
primitieve gemeenschap gebeurt, wanneer de gee-
stelijke waarden hiervan aan de invloed van de mo-
derne beschaving worden blootgesteld. Deze mensen
verliezen de zin van hun leven, hun sociale orga-
nisatie valt uiteen en zij geraken moreel in ver-
val. Wij bevinden ons nu in dezelfde toestand. Wij
hebben echter nooit werkelijk begrepen, wat wij
verloren hebben, want onze geestelijke leiders
zijn ongelukkigerwijze sterker in het beschermen
van hun wetten en instellingen getnteresseerd dan
in het begrijpen van mysterie, dat de symbolen
bieden.
Volgens mijn mening sluit het geloof het denken
(dat het sterkste wapen van de mens is) niet uit,
maar ongelukkigerwijze zijn veel gelovigen blijk-
baar zo bang voor de wetenschap ( en voor de
psychologie), dat zij de numineuze (*J psychi-
sche krachten, die het leven van de mens ten eeu-
wigen dage beheersen, niet willen zien. Wij heb-
ben alle dingen van hun mysterie en hun
numinositeit beroofd en niets is meer is heilig
(*) numinositeit = intrensieke waarde
-15?-
De mens voelt zich in de kosmos omdat
hij niet meeP met de natuur vePbonden is en
emotionele 'onbewuste identiteit' met de natuur-
fenomenen vePloPen heeft. Deze hebben langzamer-
hand hun symbolische implikaties verloPen. De
donder is niet meer de stem van een tooPnige god
en de bliksemschicht niet meer zijn wrekend
werptuig. Geen enkele rivier bevat nog een geest,
geen boom is nog het levensprincipe van een mens "
(XI)
Jung heeft tevens een eigen theorie ontwikkeld over
de opdracht van elk individu. Volgens hem moet elke
mens een psychisch rijpingspPoces ondergaan dat
leidt tot een innerlijk evenwicht. Dit proces, dat
hij INDIVIDUATIE noemt, bevat twee stappen:
1. de mens moet met volle bewustzijn zijn
eigen pePsoonlijkheid aanvaarden,
2. maaP ondeptussen moet hij verdeP zijn
persoonlijkheid ontwikkelen.
(XI) JUNG earl: "De mens en zijn symbolen",
Amsterdamboek, 1974.
-158-
Deze individuatie kan belemmerd of vertraagd woPden
door zowel externe als interne mechanismen. De twee
belangrijkste interne mechanismen zijn volgens
Jung:
1. het zich indentificeren met arche-
typen, bijvoorbeeld zich inbeelden een
held te zijn;
2. zijn ideaalbeeld van de vrouw (man)
projekteren op zijn echte partner dit
leidt onvermijdelijk tot en
huwelijkskonj1ikten; want in het onbe-
wuste bevindt zich een tegenhanger
voor de persona (): anima is de vrou-
welijke tegenhanger r) in de man,
Animus is deze () bij de vrouw.
Tijdens dit individuatieproces kan een neupose ont-
staan wanneer de drang naap zelfVerwerkelijking in
botsing komt met een te grote WeePstand. Dan ont-
staat volgens Jung een autonoom kompleks.
() _PERSONA is het masker dat de mens aPaagt in
kontakt met andePen; het is de rol die ie-
der van ons bewust speelt, bijvoorbeeld de rol
van de stoepe bink (verleidelijke vamp).
() De is de VPOUWelijke (mannelijke)
natuur de man (vrouw), die bestaat uit de
typische vPouweliJK (manneliJKe) gevoelens
plus het beeld van de ideale partner.
-159-
Het onbewuste wordt nu niet langer als uitstuitend
iets ziek-makend bekeken. In de gezonde mens is het
een kreatieve kracht. Het onbewuste kan twee po-
sitieve rotten vervullen:
1. als inspiratiebron;
8. als kompensatiemiddel om het evenwicht
in de persoonlijkheid te herstellen.
MELLIE UYLDERT is een Nederlandse die tracht door
pubtikaties en spreekbeurten de mensen terug een
kosmisch gevoet van verbondenheid met de wereld te
geven. Bovendien heeft ze veel aandacht voor ons
Germaans erfgoed. Ze waagt zich ook op het van
de psychologie. In een van haar boeken legt
verband tussen de mythe en het sp:ookje (XII) .
vecht in dit boek de drie
van het sprookje aan. Deze verktaringen zijn:
1. het sprookje is een vorm van natuurmythe; de
natuur wordt gepersonifieerd (MannhardtJ;
haar kritiek:
er bestaat gn analogie met de zintuigelijke
werkelijkheid, het sprookje beeldt innetijke
waarheden uit.
(XII) Mettie UYLDEirr:
"Verborgen Wijsheid van het Sprookje"
De Driehoek - Amsterdam
-160-
8. het sprookje is gebaseerd op beschrijvingen
van oude retigieuse volksgebruiken (Sainty-
ves);
3. sprookjes bezitten een historische gronstag.
haar kritiek
sprookjes zijn produkten van de menselijke
geest.
Haar verklaring voor het sprookje heeft een psy-
chologische grondslag. Zij meent dat het sprookje
een symbolische verhaat is dat de eeuwige waarheid
als boodschap heeft. Deze eeuwige waarheid is het
feit dat alles wat bestaat wet vergaat, maar altijd
terugkomt (= de idee van de eeuwige wederkeer).
Het sprookje " ontspringt steeds opniew..J uit de
onbewuste diepten van de mensenziel Elke
sprookje is een kunstwerk, dat niet wordt gemaakt,
maar geschapen dat spontaan opwelt, als een droom"
(XII, blz. 8)
"De beetden van het sprookje tiggen als uitdruk-
kingsvorm van archetypen (Jung) in het
collectieve onbewuste zielsgebied van atle mensen
over de gehele aarde en in atle tijden."
(XII, b"Lz.11)
"De waarde van een sprookje is niet afhankelijk van
zijn ouderdom, maar van de juistheid en zuiverheid
van zijn symboliek" (XII, blz. 7)
De symbolen blijven veel langer van kracht dan be-
schrijvingen van gevoelens, een wolf is nog altijd
een angstaanjagend dier dat het symbool van het
-161-
7aade gebteven is. Dus de "Wo'L/
11
heeft zijn sym-
boo7,waarde behouden_, daa'l'door btijft het sprookje
fris en spring7,evena.
Het doe7, van het sprookje is de mensenzie7, hoop,
" k' moed en vertrouwen te geven, want Het sproo Je
werkt door in het het onbewuste zie7,steven, waar
het verstand geen macht heeft en het IK in zijn
naaktheid bestaat. Daar speten zich de grote
psychische ontwikke7,ingsprocessen af en is een
door het sprookje versterkt
grote hutp. Een kind dat 's avonds bed,
het donker, bang is voor de wotf, helpt men het
meest, door hem het sprookje van (op de
geschikte wijze) te vertetten, want
de wotf immers vers7,c;gen I . Men moet . .
trachten de strijd het sprookJe) te
maar het kind voor de onvermijdetijke strijd wape-
nen 1 Primitieve, kindertijke mensen kunnen
goed sprookjes vertetten deze stc;an
psychisch op hetze1,fde ptan ats hun
toehoorders " (XII, btz. 9)
"In hun kteutertijd zoeken kinderen het gezetschap
van kindertijke zieten en van verhaten uit de
kindertijd der mensheid - dat past bij etkaar. En
men begrijpt e7,kaar en het
sprookje omdat de taat van de
taal de/ BEELDEN is, nog niet die der begrippen."
(XII, blz. 10)
"Een moeder, die het sprookje vertelt met vrees in
het hart, dat het kind misschien bang zat worden
voor Roodkapjes wotf brengt haar vrees over op
het kind Is het kind dan diezelfde avond
bang, dan is dat haar schutd en niet die van het
-168-
sprookje I - Want het sprookje kan wel een onbe-
wuste angst in het kind bewust maken, maar is er,
door de goede afloop van het sprookjesgebeuren,
meteen het wapen tegen. De wolf wordt immers ver-
stagen " (XII, btz. 10)
Drie erg bekende sprookjes, Roodkapje, Doornroosje
en de Wotf en zeven Geitjes, trachten de zonnemythe
uit te teggen. Zo is Roodkapje in feite het verhaat
van de zon die etke avond ondergaat in een rode
schijn (avondrood= roodkapje), maar 's morgens
terugkomt (ochtendrood = roodkapje). Doornroosje,
de schone staapster is het symboot van de zon of
van de seizoenen ( na de winter herteeft de natuur
in de tente). Zo ook de zeven geitjes, die
ongeschonden door hun moeder uit de buik van de
wotf gehaatd worden.
Het sprookje van Assepoester is niet zo eenvoudig
te verktaren. Mellie Uytdert zoekt in een esoteri-
sche richting : een oveP'Winning van het irratione-
te op het ratione7,e. Maar er bestaat ook een meer
eenvoudige uit7,eg. De dood van Assepoesters moeder,
staat voor het einde van de goede tijden. De gebor-
genheid die het gezin en de sibbe biedt, gaan
ver7,oren. Het noodtot 7,egt zware beproevingen op
onder de vorm van de stiefmoeder die Assepoester
onrechtvaardig behande7,t. Assepoester zoekt _ steun
bij haar moeders een boom, symboo7, van
het woud. Hier komt ze tot bezinning en put moed.
Het schoentje symbotiseert haar tot. Ze aanvaardt
haar 7,ot, ze tracht het niet te ontv7,uchten. De
spreuk "Wie het schoentje past, trekke hem aan I ",
maakt duidetijk dat ieder zijn eigen totsbestemming
heeft en daaraan niet ontsnappen kan.
-163-
BESLUITEN
1. De invloed van het onbewuste op het mensetijk
handeten is gPoteP dan witten
toegeven.
2. De ovePePfbaaPheid van het onbewuste is niet
bewijsbaaP, omdat de inhoud eroan maap fmg-
mentaPisch gekend is dooP analyses van dPomen en
BpPOOkjes.
3. Indien aannemen dat het onbewuste ePfbaaP is,
dan is ook, het volksgebonden deel, met name de
kuttUPete beetden (=mythen), ondePhevig aan ver-
menging. Dit zou een mogelijke vePktaPing kunnen
zijn vooP het psychisch onevenwicht, dat naaP
men zo kenmePkend is vooP 'mengbtoeden'.
Deze vePktaPing is steekhoudend, op voorwaaPde
dat een andePe ontkracht die
zegt, dat de milieuinvloeden ePg betangPijk
zijn tijdens het onwikketingspPoces van een in-
dividu. De 'mengbtoeden' in de meeste
tanden aan een gPote sociale dPuk blootgesteld
met ats enig doet hen in een mindeNaardige po-
sitie te plaatsen. Dit is echter niet het gevat
in Latijns-AmePika, daar ovePheePsen nametijk
kwantitatief de 'mengbtoeden'.
-164-
SAMENVATTING VAN DE KRITIEK
OP HET TWEEDE UITGANGSPUNT.
De kwasi 100% overerfbaarheid van fysische eigen-
schappen valt niet te ontkennen, maap betPeft
psychische eigenschappen speten milieuinvloeden een
betangPijke rot. Dus attes aan de genen ( het bloed
vooP Rosenberg) toeschPijven is fout.
De belangrijkheid van de invloed die uitgaat van de
mythe is niet te achtePhaten, omdat ze tot het
onbewuste behoort. De gevolgen van eventuele men-
ging met 'vreemde' mythen zijn bijgevolg, moeitijk
( onmogelijk ? J te achtePhaten.
-165-
KRITIEK OP HET DERDE UITGANGSPUNT:
DE SYSTEMATISCHE ONDERDRUKKING DOOR DE KERK.
Gedurende de heeft de kerk van Rome
haar van kennis en .onderwijs systematisch
verdedigd. Ze heeft vormen van vrij onderzoek
(= buiten haar supervisie) verboden. Om de
zogenaamde hekserij uit te roeien heeft ze
rechtbanken (inkwisitie) in het
geroepen, die de samen met zijn be-
kentenissen overmaakten aan de recht-
banken, die op hun beurt vonnissen en de
straffen uitvoerden. De dominikanen en de jTan-
ciskanen schuimden, Europa af, op zoek
naar van de De
werden eerst uit de kerk verbannen, want dan pas
mochten de speciate (*) aangewend wor-
den om bekentenissen af te dwingen.
Naast deze onderdrukking heeft de kerk
systematisch het Germaans erfgoed vernietigd. Enke-
le schrijnende voorbeelden hiervan zijn:
1. het met de grond gelijkmaken van DE heilige
plaats van Sk.andinavi: Upsana;
8. de inhoudsverandering van Germaanse feesten,
o.a. het Joelfeest werd tot Kerstmis;
(*) voor heksen tot bekentenissen te dwingen werden
ondermeer volgende speciale marteltuigen ont-
wikkeld: het spaans paard, de vagina-peer, de
kettervork en de vuurbank.
-166-
3. de vernieling van de grootste Germaanse bi-
aller tijden (*);
Sedert de zestiger jaren is de Roomse kerk tot
inkeer gekomen en geeft ze openlijk haar fouten uit
het toe. Maar kan de aangerichte scha-
de nog worden ?
(*) Ladewijk de Vrome, zoon van de Grote,
zijn grootste karaktereigenschappen waren toe-
gevendheid en zachtaardigheid. In kombinatie
met zijn vroomheid maakte dit van hem een ge-
werktuig in handen van de geestelijk-
heid:
"In zijn ijver het 'heidendom' uit te roeien
ging Ladewijk zelfs zo ver, dat hij de oude
Germaanse verbood, die hij zelf in
zijn jeugd had geleerd. Niemand mocht ze nog
of De Germaanse heldensagen, die
zijn grote vader met zoveel had verza-
meld, hij VERBRANDEN, tot eeuwige schande
van zijn naam."
Bron: "Wereldgeschiedenis" Sesamreeks deel
vijf - De Volksverhuizingen - blz. 160
earl Grimberg en Ragnar svanstroms,
Nederlandse vertaling, uitgegeven door
Bosch en Keuning n.v. - Baarn.
-16?-
SLOT
POSITIEVE PUNTEN
1. Rosenberg vestigt terecht de aandacht op het
RELIGIEUS GEVOEL dat voorat door de mystici be-
schreven Dit gevoet hangt samen met het
besef van tot een bezielde kosmos te behoren.
Dit gevoet is door de opkomst van het weten-
schappetijk-materialistisch denken verdrongen.
Maar nu beseft de mens dat de het
op de tevensvragen schuldig blijft. De
mens heeft ervaren dat de wetenschap gn ze-
kerheid biedt en bijgevolg groeit de onrust.
Daarom neemt de belangstelling voor het okkulte
toe, daar is er sprake van de absolute ze-
kerheid, die rust en geborgenheid biedt aan zijn
volgelingen. Want zij zijn immers de ingewijden,
de uitverkorenen. Jung beschouwt dit rustgeven
als de fundamentele rot van de mythe (zie citaat
op btz. 156).
2. Rosenberg hecht veel belang aan de invloed van
het op het mensetijk handelen. Hij
treedt zodoende in de voetsporen van Cart Jung,
deze meende ook dat onszelf van
rationeet te handelen, door achteraf onze be-
slissingen met logische motieven te omkleden.
Maar in feite gedreven door ons on-
dat in belangrijke mate door ONS
VERLEDEN (o.a. mythen) van inhoud voorzien
Anders gezegd, het heden, dus hetgeen
nu doen, gedeeltetijk bepaald door ons
verleden, dat tot ons komt langs ons onderbe-
dat erfelijk is.
-168-
3. Rosenberg bektemtoont de belangrijke rot van de
WILSKRACHT. Want door gedreven, kan
de mens in belangrijke mate zijn handeten rich-
ten op vooraf door hem bepaalde doelen. Wits-
kracht kan alleen groeien, op dat er
voldoende zelfvertrouwen aanwezig is. Dit be-
nodigd zelfvertrouwen kan een volk
door zich te richten naar belangrijke figuren
uit zijn verleden.
4. Rosenberg benadrukt een fundamenteet volkeren-
recht, nametijk het recht op zelfbestuur in de
ruime zin van het woord. Dit RECHT OP ANDERS
ZIJN kan eventueel het gedwongen vertrek van de
immigranten inhouden, dit zou dan de onver-
mijdbare keer zijde van deze medaille kunnen
zijn.
-169-
NEGATIEVE PUNTEN
1. Het bijna agressieve rasbewustzijn dat Rosenberg
mist want de rasver-
menging is een FEIT. Een sterk samenhorigheids-
i.p.v. dit ongegrond racisme is echter
een Zo is het
om het Germaans erfgoed uitgangs-
punt te nemen in een poging om de verwante
keren nader tot mekaar te brengen.
2. De Germaanse die in ons grijs
gemeengoed in deze tijd onveranderd te
doen mij een utopische opgave.
Want de afgelopen 1500 jaar kerstening hebben
ontegensprekelijk een stempet op ons gedrukt. De
meeste sporen daarvan zijn in ons onderbewust-
zijn en in onze omgeving getuige-
nissen) terug te vinden. Dus hoe sterk ook onze
witskracht mag zijn om terug 'oude' Germanen te
de ktok terugzetten is een onmogelijke
opgave. Onze situatie is te met deze
van Indiaanse die tijdens de vero-
vering van het Wilde Westen opgevangen zijn ge-
worden door zendelingen. Het idiatisme en de in-
zet van deze religieuzen verdient onze bewonde-
maar hun opvoedingswerk heeft diepe sporen
nagetaten bij deze zij hebben zich
nadien ANDERS blijven niettegen-
staande zij weinig bewuste kennis over hun ver-
teden en kuttuur bezaten.
-170-
De hoe goed of hoe nadelig ze kan
niet gestopt worden 1
OPEN VRAGEN
1. is de van de genen en het
afzondertijk op de ontwikkeling van een
individu ?
Deze scheiding is moeitijk te maar wet
erg voor het antwoord te kunnen geven
op de volgende vraag.
2. Is een vermenging met immigranten uit andere re-
gio's uit Noord-Afrika) een
verrijking van ons genenbestand het begin
van een ?
Lewontin beschouwt deze vermenging als een
verrijking (zie citaat blz. 129 ). Rosenberg
daarentegen vindt dit het grootste gevaar dat
Europa bedreigt:
"Wir empfinden es heute uns bis zur
Klarheit Reehenschaft ber uns setbst
zu uns entweder zu dem Hchstwert und
den tragenden Ideen des germanischen
des zu oder uns und korper-
wegzuwerfen. FR IMMER." 119)
(XIII) ROSENBERG:
"Der Mythus des 20.Jahrhunderts"
Hoheneichen tiende druk 1943.
-171-
3. A!s Car! Jung geliJK heeft met zijn bewering dat
het kollektief onderbewustzijn erfbaar is, in
mate ons handelen dan door
de mythen ?
-172-
Want de mythen zijn, vo!geniJung, ku!tuurgebon-
den, versehitten dus van vo!k tot vo!k en door
vermenging zouden ze eventueel aanleiding kunnen
geven tot een onevenwichtig gedrag.
SLOTBESCHOUWING
Afgezien van het ongefundeeFd raeisme, want de
vermenging is nu eenmaal een onweerlegbaar feit, is
het mogelijk om de boodschap van Alfred Rosenberg
te beschouwen, a!s een oproep om te komen tot een
groter samenhorigheidsgevoel binnen de grote Ger-
maanse familie waarvan de afstammelingen verspreid
over de gehele teven.
Want, indien de theorie van Car! Jung over de
erfbaarheid van kultuurgebonden beelden juist is,
dan betekent dit dat ons Germaans geestelijk erf-
goed het dee! van ons onderbewustzijn is dat ons
onderscheid van de andere volkeren. De oproep tot
samenhorigheid door P. J. Kooymans in een ge-
dicht (*) verwoord; waarvan hier tot slot de
eerste strofen volgen:
Ik zoek mijn broeder, den blonden Germaan.
Ik mt mijn handen hem reiken.
Ook daar hebben onze vad'ren gestaan,
Waar m!de golven de rotsen staan
En de Noord-wind bruist door de eiken.
Verliet hij den grond waar hij geboren,
Daartoe dWong hem de nood.
Ik za! hem vinden, dat heb ik
Hem zeggen, dat mj toeh samenhoren
Wij a!!en in !even en dood.
(*) "Ik zoek mijn broeder I"
-173-
d. het Pecht
80
2. menselijke vooPtplanting
108
b.
fUnktie van de genen:
e. het ekonomisch systeem
. 82
1. definitie
112
f.
de Duitse volkskePk
83
2. de
hePkomst van
g. de POl Van de VPOUZIJ
85
onze genen
114
h. opvoeding
88 .
3.
misopvattingen ovep genen
12:5
i. de NooPdse kunst
89
4.
wePkelijke Pol dep genen
125
c. ovePeroing van
5.
Laatste aantekeningen
95
fysische eigenschappen
131
Deel II : SYNTHESE
99
d.
overoeroing van
psychische eigenschappen:
Deel
III : UITGANGSPUNTEN VAN ROSENEERG
101
1. inleiding
133
Deel IV
.
KRITIEK OP DE UITGANGSPUNTEN
2.
intelligentie
136
.
1. onze kennis oveP
e.
ePfelijke ziektes
1:59
de NooPdse mens 102
f. ros en ePfelijkheid
141
2. de avePePVing van
105
g.
toekomstvePWachting n
146
eigenschappen en mythen
h. besluiten
148
* ePfelijkheidsleep
a.
de genen als dPagePs van
* psychologie
150
de ePfelijkheid
1. het ondePzoek van Mendel
106
* samenvatting kri
k
165
-1?6-
- 177-
3. de systematisehe onderdrukking
door de kerk 166
SLOT
positieve punten
168
negatieve punten
1?0
open vragen
1?1
SLOTBESCHOlNING
1?3
INHOUDSTAFEL
1?4
-1?8-
ALFREV ROSENBERG (1893-1946) met
en von tot de de
tUdeM van het Ujn
Ung op het van .tw.ing jaM
de ( R. Kemp- .
een te ZWMe bMtempetd.
In 1930
o eh " MythU6 dM 2 0 J aMhundeJL:t6 "
(" Ve Mythe van de Eeuw ") cLU:.
wru het te kwam
tot van de
gangbMe opvattingen. TeveM op bM.W
van cLU:. een een
gebMeeM op en
Ve het van de
"Mythe" tonen aan dat
behandeld
at.e.M komt aan bod.
boek de eeMte een
SAMENVATTING en koue van de "Mythe" te .
de van
eh KRI-
TISCH ONVERZOEK gebeuU het Ueht van
op het van en
TeMlatte zowel de de ne-
punten van de "Mythe" opgMomd.
jaM na de van
cLU:. boek. HopeUjk zijn dj.
wat geluwd en V., nu de om atle
en een te kunnen veUen
een onze
n.u., zulke nagetaten
NUGI 614 ISBN 90-11698-02-S

You might also like