Professional Documents
Culture Documents
DE PREHISTORIE
In dit nummer:
De belangrijkste troeven van de mens De Neanderthaler De CroMagnonmens De huidige mens Wouden Moerasjagers De eerste dorpen De mens krijgt groene vingers 2 2 3 3 3 4 4
Pagina 2
De Neanderthaler
Vanaf 120.000 v.C. ontwikkelde zich in Europa een bijzonder type homo sapiens: de Neanderthaler. Hij mat gemiddeld 1m60 en was uiterst stoer gebouwd. Zijn atletische bouw was die van een jagerzwerver: over enorme afstanden volgde hij vooral kuddedieren. Met zijn wapens, waaronder de bola, bejaagde hij onverschrokken de dierenwereld. Een Neanderthaler jaagde nooit alleen. In groep jaagde de Neanderthaler dieren zoals bizons en zelfs mammoeten op, lokte ze naar moerassen, afgronden, of valkuilen. De Neanderthaler leefde ook in groepsverband in tentenkampen of grotingangen. Door samen te jagen, te leven, te taken onder elkaar te verdelen, vormden ze een hechte groep. Een familie Neanderthalers op rendierjacht.
Pagina 3
De Cro - Magnonmens
Na 30.000 v.C. is er van de Neanderthaler geen spoor meer. Vanaf toen duikt het ranke, fijne skelet van een modern menstype op. Door de talrijke vondsten in de grotten aan de Franse rivier de Dordogne, waarbij de Cro - Magnongrot, is men die homo sapiens ook Cro - Magnonmens gaan noemen. De Cro - Magnonmens was een buitengewoon vakman. Hij beschikte reeds over meer dan honderd verschillende werktuigen. Bovenal was de Cro - Magnonmens de uitvinder van pijl en boog, omstreeks 12.000 v.C. Met de Cro - Magnonmens beleefde de Oude Steentijd ( 5 miljoen v.C.10.000
De Cro - Magnonmens zag er precies uit zoals de mens van nu.
De huidige mens
Vanaf 10.000 v.C. was de mens helemaal het type van nu. We spreken nu van de MiddenSteentijd (10.000 v.C.3500 v.C.). Dit alles viel samen met het warmer worden van het klimaat. De ijskap schoof op naar het Noorden en dieren zoals het rendier en de eland trokken mee. De rendierjagers raakten danig in de knoei, hun leveranciers van vlees, huiden, wapens, waren plots weg. De jagers van de Middensteentijd moesten op eenzaam wild gaan jagen zoals het hert, beer, oeros, Hiervoor had men nieuwe technieken nodig. Pijl en boog werden noodzakelijk voor de jacht. .
Woud - en moerasjagers
In kleine groepjes leefden de wouden moerasjagers in WestEuropa (8.0005.000 v.C.). Met stenen hakbijlen rooiden ze stukken bos en ze bouwden met stammen en riet grote gemeenschappelijke huizen. De jacht op hert en varken gebeurde met grote bogen van iepenhout en met pijlen van n meter lengte. De moerasjagers op jacht.
Pagina 4
De eerste dorpen
Na de IJstijd schoot de natuur in bloei. Er groeiden tallozen nieuwe planten en wilde graansoorten. . Al dat gras lokte ook een kudde graseters. Groepjes trekkende geiten en schapen in een enge vallei afzonderen en bewaken lag voor de hand. Wie vlees, melk, vet, huiden en ook graan bij de hand heeft, ziet zeker geen reden meer om te gaan zwerven. De eerste dorpen ontstonden. Omstreeks 8.000 v.C. waren Jericho aan de Jordaan en Catal Hyk in Anatoli de alleroudste dorpen. Daar gebeurde het wonder: de mens begon de natuur echt te gebruiken en te beheersen.
Jericho.
Catal Hyk
Pagina 5
Pagina 6
groeiden rondom deze tempels de eerste steden uit. Drukke handelscontacten vergrootten nog de kennis en de welvaart van de eerste steden.
Pagina 7
Via de rivieren verliep alles veel vlotter. De oorspronkelijke kanos groeiden al gauw uit tot roeischepen en omstreeks 4.000 v.C. vingen de Egyptenaren voor het eerst windkracht op met een houten of rieten bord: het eerste zeilschip. Dankzij nieuwe bronzen werktuigen als de zaag en de boor kon men nu er precies hout bewerken. De eerste volhouten wielen, bijeen gehouden met metaalstroken, zetten het wegtransport in beweging.
Deze kano dateert van c.a. 8.200 v.C. Hiermee is het de oudste teruggevonden boot.
houden moest er een nauwgezette boekhouding komen. Op handpalmgrote kleitabletten griften de tempelopzichters met een puntige rietstengel het eenvoudige beeld van het product en een teken voor het aantal ernaast. Die eerste pictogrammen duidden dus soort en hoeveelheid aan. Vanaf ongeveer 3.000 v.C. kunnen we de geschiedenis klaar en duidelijk aflezen. Het is ook hier dat de prehistorie eindigt.
Organisatie