You are on page 1of 12

Beoordeling bachelor-eindproject

Met behulp van een op competenties gebaseerde rubric EvB/JZ/SRD 4 september 2013 tweede herziene versie

Inleiding

Studenten worden in het bachelor-eindproject beoordeeld op een complex geheel van aspecten, waarbij het geleverde werk centraal staat. Er wordt een ontwerp gemaakt voor een opdrachtgever, waarmee studenten in staat zijn om te laten zien wat ze kunnen. Tijdens dat proces staat tegelijkertijd het leren en jezelf verbeteren hoog op de prioriteitenlijst. Dit document is bedoeld om dat leerproces te ondersteunen door duidelijk te maken wat we van studenten in het bachelor-eindproject verwachten. Dat wordt gedefinieerd in een rubric waarin 8 clusters van competenties/competentiegebieden staan vermeld (zie tabel 1) waarbij vijf niveaus vermeld worden. Bij elk niveau staat aangegeven welke observaties van aanwezig materiaal, van gedrag van studenten, maar ook van verricht werk dat uit verslagen en documentatie duidelijk wordt, gebruikt worden om te beoordelen of dat niveau wel of niet bereikt wordt. Deze rubric wordt op drie momenten gebruikt. In het begin van het project wordt de rubric gebruikt door studenten zelf, waarmee studenten in staat zijn om zichzelf in te schatten en te ontdekken wat van ze verwacht wordt, maar ook waar ze zichzelf als goed, onvoldoende of anderszins inschalen. Elke student kan dan consequenties hieraan verbinden en bijvoorbeeld zorgen dat gaten in kennis of vaardigheden gevuld kunnen worden, of werken aan verandering van attitude om een beter functioneren als professioneel ontwerper te realiseren.

Tijdens het project wordt de rubric gebruikt door studenten om bij te houden of ze al genoeg materiaal hebben geleverd om uitspraken omtrent hun niveau op alle competentieclusters te kunnen doen. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat studenten gedurende het hele project op alle acht clusters laten zien welk niveau ze hebben bereikt. Na de presentaties halverwege het project zullen de coaches een uitspraak doen over de niveaus die door studenten bereikt zijn. Studenten zijn en blijven sturend in hun eigen leerproces maar ook verantwoordelijk voor het mogelijk maken van uitspraken op alle competentieclusters. De competentieclusters zullen daarom ook in coachgesprekken aan de orde komen. Aan het eind van het project zullen de coaches een eindbeoordeling vaststellen op basis van hun observaties. Het eindverslag, de presentaties en poster maken daar natuurlijk een groot deel van uit. Het logboek dat studenten bijhouden wordt niet beoordeeld. Het is bedoeld om studenten de mogelijkheid te geven om hun proces en de resultaten daarvan "eigen" te maken. Het eindoordeel van coaches is een cijfer tussen n en tien. Daarmee geven zij een oordeel van het eindniveau van de student: dat wil zeggen van de mate waarin de student alle competenties/competentieclusters beheerst. Het oordeel van de onderzoekscoach over de wijze waarop het onderzoek in het project bedacht, uitgevoerd en in het ontwerp toegepast is, wordt daarin meegenomen.

tabel 1; De hoofdindeling van de rubric

Dimensie A PRODUCT B C D PROCES E F PERSOON G H

Acht competentieclusters, bestaande uit competentiegebieden (met nummering uit competentiemonitor) Productstrategie (1) Gebruiker (2) Werking en Constructie (3) Productie en materialen (4) Vormgeving (5) Onderzoeken (7) Wetenschappelijke aanpak (9) Ontwerpen (8) Communicatie en teamwork (11) Visualisatie (6) Intellectuele vaardigheden (10) IO en maatschappij (12)

Op de volgende bladzijden staan aspecten per competentiegebied die van belang zijn voor een Bachelor Industrieel Ontwerpen. Er wordt van jullie verwacht aan alle acht clusters aandacht te besteden in het bachelor-eindproject en te laten zien wat je kunt. Om voor het vak te slagen moet het geheel met voldoende

of hoger beoordeeld worden. Per cluster van competentiegebieden mag je niveau niet met slecht beoordeeld zijn want dan krijg je voor het geheel een onvoldoende. In de tabel staat hoe (delen van) de competentiecluster met een slecht, onvoldoende, voldoende, goed of excellent wordt beoordeeld.

Competentiecluster A Productstrategie
1.1 Basiskennis bedrijfskunde Je begrijpt de principes van de organisatie van het innovatieproces en de economische aspecten van innovatie en productie. 1.2 Strategische methoden Je kent een selectie van strategische methoden (bijvoorbeeld SWOT-analyse, ViPmethode) en weet deze toe te passen om tot een gefundeerde product- of servicemarktstrategie te komen. 1.3 Marktintroductie Je kan een marktintroductiestrategie en de opzet voor een marketingplan ontwikkelen, met daarin onder andere de vier Ps van product, prijs, plaats, promotie.

Niveau; bijbehorende observatie van aspecten

Aspecten die tot deze competentiecluster behoren: Analyse van de huidige situatie van bedrijf - product portfolio en merkuitstraling - kernactiviteiten en kerncompetenties - organisatie en resources - doelstellingen en strategien - groeistrategie, competitieve strategie, marketing strategie (o.a. 4Ps) - klanten/doelgroep en concurrenten - sterktes en zwaktes van het bedrijf t.o.v. concurrenten Toekomstige mogelijkheden van bedrijf - mogelijkheden/knelpunten van huidige/toekomstige industrie - relevante trends en ontwikkelingen op meerdere gebieden met daaruit kansen en bedreigingen - kansrijke zoekvelden/innovatierichtingen met binnen elk richting meerdere realistische en attractieve productof servicemarktstrategien (PMT-combinaties) - sustainable competitive advantage Marktintroductie product/service en toekomstige plannen - marktintroductiestrategie voortbouwend op huidige situatie bedrijf en nieuwe mogelijkheden - marketingplan (o.a. 4Ps) - overzicht van verdere product portfolio ontwikkeling - roadmap voor nieuw product(lijn) of service / productontwikkelingsplan

s o

v g e

Competentie ontbreekt geheel Alleen sommige bovengenoemde aspecten behandeld, oppervlakkige analyses, conclusies en samenhangen tussen aspecten ontbreken, toekomstbeeld niet voortbouwend op huidige situatie Alleen sommige bovengenoemde aspecten behandeld, oppervlakkige analyses, niet onderbouwde of niet overtuigende conclusies, samenhangen tussen aspecten ontbreken meestal, toekomstbeeld niet voortbouwend op huidige situatie De meeste bovengenoemde aspecten behandeld, goede analyses, deels onderbouwde conclusies, samenhangen tussen aspecten soms aangetoond en meegenomen, toekomstbeeld deels voortbouwend op huidige situatie De meeste bovengenoemde aspecten behandeld, goede analyses, onderbouwde conclusies, samenhangen tussen aspecten meestal aangetoond en meegenomen, toekomstbeeld deels voortbouwend op huidige situatie Alle relevante bovengenoemde aspecten voor de case behandeld, complete en diepgaande analyses, onderbouwde en overtuigende conclusies, samenhangen tussen aspecten aangetoond en meegenomen, toekomstbeeld voortbouwend op huidige situatie

pag. 2 van 12

Legenda: s = slecht; o = onvoldoende; v = voldoende; g = goed; e = excellent

Competentiecluster B Gebruiker
2.1 Mens-product relatie Je weet wanneer en hoe gebruikersgroepen te bestuderen in relatie tot het gebruik van een product en in relatie tot je ontwerpdoelstelling. 2.2 Fysieke en cognitieve interactie tussen mens en product Je bent in staat om kennis van fysieke en informationele ergonomie te verzamelen en/of door onderzoek te bepalen en dit te verwerken in het programma van eisen en daarmee in het product of product-dienstcombinatie. 2.3 Gebruiksonderzoek opzetten en uitvoeren Je kan een gebruiksonderzoek opzetten en uitvoeren met als doel een gekozen ontwerpconcept te evalueren en te optimaliseren op gebruiksaspecten.

Niveau; bijbehorende observatie van aspecten

Gebruikersaspecten die tot deze competentiecluster behoren: Antropometrie, Design for All - Statische en dynamische antropometrie - Passieve krachtopvang en actieve krachtsuitoefening - Selecteren en toepassen van gegevens uit DINED en andere gegevensbronnen van menselijke maten, bewegingsmogelijkheden, te leveren krachten etc. - Gebruiken van digitale mensmodellen Fysieke, sensorische en cognitieve ergonomie - Onderkennen van de invloed van licht, geluid, trillingen - Mens/productinteractie onderzoeken en inzichten toepassen - Gebruik, hanteren en bedienen van steeds complexere producten mogelijk maken en optimaliseren - fysiologische en biomechanische aspecten, van invloed op optimaal gebruik van producten onderkennen en integreren - kennis van normen en voorschriften verzamelen en toepassen Productveiligheid - Onderzoeken en observeren van mensen bij gebruik van producten - Mogelijke problemen op gebied van veiligheid onderkennen; passende maatregelen nemen - kennis van normen en voorschriften verzamelen en toepassen Consumentengedrag - Kennis van motivatie en waarden die gebruikers hanteren toepassen - Invloed van productkenmerken op attentiewaarde, perceptie en verwachtingen van consumenten analyseren - Invloed van mee- en tegenvallende ervaringen na aankoop - kennis van psychologische en demografische kenmerken en ontwikkelingen in consumentengroeperingen toepassen Esthetiek en perceptie - De invloed van vorm, kleur, materiaalgebruik, geluid, tactiele kenmerken etc. op de perceptie van een product onderkennen en integreren - levensstijlkenmerken van de mensen waarvoor je ontwerpt toepassen - kennis van de invloed van archetypes, stijlen, geschiedenis van productvormgeving op de reactie van toekomstige kopers/gebruikers van je ontwerp toepassen.

s o

g e

Gebruikersaspecten ontbreken geheel Kennis van gebruikersaspecten is onvolledig of te ver weggezakt; Maakt veel fouten, vaak zonder het te beseffen. Gebruik(er)sonderzoek ontbreekt Doet niet genoeg om kennis van gebruikersaspecten volledig op te halen; doet de verkeerde dingen of niet volledig; gebruikt kennis niet om keuzes en beslissingen te verantwoorden. Gebruik(er)sonderzoek is zeer oppervlakkig Kent eigen beperkingen in kennis en inzicht, maar past alle beschikbare kennis van gebruikersaspecten toe; gebruikt kennis en vaardigheden om keuzes te onderbouwen en beslissingen te nemen Voert gebruik(er)sonderzoek uit waar nodig en past gevonden kennis toe Zoekt actief naar ontbrekende kennis omtrent gebruikersaspecten, maakt die zich eigen en past toe in het ontwerpproces. Werkt aan verbetering in vaardigheden die al op niveau voldoende zijn. Laat zien generaliseerbare kennis uit gebruik(er)sonderzoek verzameld te hebben Maakt duidelijk dat kennisniveau van gebruikersaspecten excellent is, maakt daar ook gebruik van, resulterend in uitstekende afwegingen en onderbouwingen met integratie van inzichten uit gebruik(er)sonderzoek.

pag. 3 van 12

Legenda: s = slecht; o = onvoldoende; v = voldoende; g = goed; e = excellent

Bezit uitstekende vaardigheden in relevante gebieden, is handig en snel in het efficint realiseren van experimenten of maken van modellen, het voorzien van moeilijkheden en het daar op anticiperen

Competentiecluster C Werking en constructie; Productie en materialen


3.1 Werkingsprincipes, functies en systeemtheorie Je bent bekend met de belangrijkste technische werkingsprincipes (overbrengingen, hefbomen, lagering, verbindingen, elektronica, etc.) van producten en weet deze op innovatieve wijze toe te passen in je eigen ontwerpproces. 3.2 Modelleren met behulp van statica/ sterkteleer, dynamica, wiskunde Je bent in staat om met behulp van diverse theoretische modellen voorspellingen te doen en keuzes te maken ten aanzien van het al dan niet functioneren van een bepaalde oplossing; denk bijvoorbeeld aan berekeningen voor het bepalen van de juiste wanddikte van een materiaal om de stijfheid en sterkte van een product of onderdeel te benvloeden. 3.3 Construeren en bedrijfszekerheid Je kunt een gekozen werkingsprincipe zodanig materialiseren dat het resulterende product volgens de gestelde specificaties functioneert, waarbij de te verwachten levensduur een sleutelrol speelt. 4.1 Materialen en materiaaleigenschappen Je bent bekend met industrieel toegepaste materialen en hun fysische eigenschappen; je kunt, onder andere met behulp van CES (Cambridge Engineering Selector), een onderbouwde materiaalkeuze maken voor je ontwerpen in relatie tot de functionaliteit van je product en de beschikbare vervaardigingsmogelijkheden. 4.2 Productieprocessen Je kan een ontwerp realiseren en optimaliseren op het gebied van functievervulling, productieaantal, kwaliteit en kostprijs door je te verdiepen in relevante productieprocessen zoals vervaardiging, nabewerking, assemblage en afwerking.

Niveau; bijbehorende observatie van aspecten

Vragen die met deze competenties beantwoord kunnen worden: Werkt het? Is het te maken? Wat is de exact gedefinieerde vorm van alle onderdelen? Wat zijn de specificaties van alle onderdelen? Wat is de kostprijs? Met behulp van kennis, inzicht en toepassing uit kennisgebieden Modelleren (natuurkundig en wiskundig) Mechanica Algemene techniek en construeren Elektronica Wiskunde Industrile productie Stijfheid, Sterkte, Levensduur en bedrijfszekerheid Functie- en systeemanalyse Optimaliseren

Aspecten ontbreken Werkingsprincipe komt uit de lucht vallen; Materialisatie is zonder onderbouwing en/of te summier. Geen technische basis van het product. Uitwerking is niet meer dan maatschets of perspectieftekening. Materialisatie en uitwerking blijven ver onder het gewenste niveau Werkingsprincipe en vorm zijn wel met elkaar in verband gebracht, maar geen verificatie van werking, materiaal/productietechniek onduidelijk, vormgeving komt uit de lucht vallen, financile aspecten onderbelicht, verband met ergonomische aspecten onderbelicht. Materialisatie niet verder dan klasse van materialen en hoofdgroep productietechniek; dimensionering niet onderbouwd; verbindingstechnieken onderbelicht, assemblage niet of nauwelijks beschouwd. Na goed onderbouwde keuze uit meerdere concepten, worden verworven inzichten verwerkt in n ontwerp. Materialisatie is duidelijk door bepaling welke materialen voor elk onderdeel worden toegepast, welke geometrie alle onderdelen hebben; onderbouwing van dimensionering of van keuzes waar nodig onderbouwd met berekeningen of kwalitatieve analyse, vastgesteld welke productietechnieken zijn gekozen voor nietingekochte onderdelen; model gebruikt om inzicht in ontwerp te krijgen; Uitwerking is volledig in technische documentatie, kostenberekening; maar ook in fysieke modellen, onderzoek van gerealiseerde specificaties en/of gebruiksaspecten door testen/ evaluaties/ experimenten; Naast noodzakelijke materialisatie ook optimalisatie toegepast; meerdere slagen gemaakt in onderzoeksaspecten; onderzoek verricht in keuzeproces materialen/productietechnieken; model gebruikt om verbeterslag te maken en ook uitgevoerd Optimaal werkend en produceerbaar product ontwikkeld; uitmuntende zorgvuldigheid getoond in alle onderdelen van het proces om tot materialisatie en uitwerking te komen; bewezen resultaten opgeleverd; mogelijk octrooieerbaar.

pag. 4 van 12

Legenda: s = slecht; o = onvoldoende; v = voldoende; g = goed; e = excellent

Competentiecluster D Vormgeving
5.1 Vorm en vormopbouw Je bent bekend met de functionele aspecten van vorm en de zintuigelijke ervaringen die worden benvloed door het samenspel van geometrie, materiaal, textuur, kleur, tactiliteit, geluid, geur, etc.. Je bent in staat om tot een heldere en eenvoudige vormopbouw te komen die functioneel bepaald is en een logische redeneerlijn volgt. 5.2 De betekenis van vorm Je bent in staat om functionele, culturele en emotieve kwaliteiten aan vormgeving te onderscheiden en deze te manipuleren en te optimaliseren in vorm- en kleurstudies. 5.3 Vormgevingsproces Je bent bekend met diverse ontwerptechnieken, processen en strategien om tot een vooraf gedefinieerde betekenisniveau te komen; je kunt op gestructureerde wijze een vorm- en kleurstudie uitvoeren, je kunt betekenissen en ambities in collages samenvatten en daarop terugkoppelen. Je kunt je keuzen objectief beargumenteren en inzichtelijk maken voor de clint. Esthetische aspecten die tot deze competentiecluster behoren: - Cultuur Je kent het verschil tussen een lifestyle groep en een doelgroep Je bent in staat om een product te ontwerpen specifiek voor een bepaalde Lifestyle groep, dan wel aan te geven of een doelgroep volstaat. Je bent bekend met het fenomeen 'Diderot eenheid' en kunt daarmee uit de voeten om tot (onderzoeks-) input voor je vormgeving te komen. Je bent bekend met het belang van het fenomeen 'coolness' voor een bepaalde lifestyle groep, en kunt daar invulling aan geven. Je bent in staat om - indien gewenst of nodig - je vormgeving een tijdloos karakter te geven. - Emotie Je bent in staat om een product te ontwerpen dat een vooraf gedefinieerde karakteruitstraling heeft als (bijvoorbeeld) 'sportief' of 'elegant'. Je bent bekend met het gebruik van 'moodboards' om daar invulling aan te geven. - Vormtaal Je bent in staat de 'taligheid' van vorm te onderkennen en die te manipuleren om een zo hoog mogelijke eenheid daarin te bereiken. - Less is more "Nothing is more complicated than simplicity'. Vormgeven is de kunst van het weglaten. Je geeft aan in je vormontwikkeling dat je het belang van dit aspect begrijpt en als ontwerpvaardigheid daadwerkelijk inzet. -

s o

Vorm is alleen het gevolg van optelling van bij elkaar verzamelde onderdelen van het product Geen aandacht voor vormgeving, komt uit de lucht vallen, is toevallig Weinig ontwikkeling , geen aandacht voor details; materiaal en kleur worden zonder onderbouwing m.b.t. vormgeving gekozen; consequenties van vormgeving, kleurkeuze, symboliek etc, worden niet beschouwd; Alleen SolidWorks gebruikt voor tonen eindresultaat. Een collage of ander middel legt verwachting van te bereiken uitstraling vast; met schetsen wordt alternatieve vormgeving van het geheel bestudeerd, vormdetails en kleurstudie maken deel uit van het vastleggen van het eindontwerp. Het eindresultaat wordt gepresenteerd met aantrekkelijke en duidelijke tekeningen waaruit de uitstraling van het product blijkt. Met middelen als collages, moodboards diderot-omgevingen etc wordt richting van uitstraling van product en lifestyle van toekomstige gebruikers gekarakteriseerd; tijdens synthesefase wordt met schetsen aandacht besteed aan geometrie, materiaal, textuur, kleur etc. in zowel detail als geheel, om gewenste betekenis, semantiek, symboliek, identiteit te bereiken. Vormdetails spelen in alle fasen een rol, kleurstudie is uitgevoerd met zorgvuldig gekozen palet gebaseerd op visie op relevante kleurbetekenis in relatie tot (merk)identiteit en betekenis Vormgevingsaspecten krijgen aandacht in alle fases en worden met modellen en/of tekeningen getoond Zie (g) met aandacht voor maatschappelijke, ethische, esthethische, culturele en sociale gevolgen van de ontworpen productuitstraling

pag. 5 van 12

Legenda: s = slecht; o = onvoldoende; v = voldoende; g = goed; e = excellent

Competentiecluster E Onderzoeken Wetenschappelijke aanpak


7.1 Onderzoeksdoel en -vraag (her)formuleren Je kan een onderzoeksdoel en onderzoeksvraag (her)formuleren en onderbouwen. 7.3 Onderzoeksplan maken en uitvoeren ten behoeve van productontwikkeling Je weet onderzoek op te zetten en uit te voeren ten behoeve van het verkennen van de oplossingsruimte en/of wat betreft de onderbouwing van de keuzes en beslissingen die binnen een productontwikkelingsproject worden genomen. 7.2 Onderzoeksmethoden en statistiek Je bent bekend met relevante onderzoeksmethoden zoals: kwantitatieve en kwalitatieve data-analysemethoden; gebruiksonderzoek; productanalyse; marktonderzoek; consumentenonderzoek. Je bent in staat om resultaten van onderzoek op bruikbaarheid in te schatten en je kunt relevante statistische methoden toepassen ten behoeve van het onderzoek. 9.1 Nieuwsgierige attitude en levenslang leren Je weet je nieuwsgierigheid om te zetten in het bestuderen van het hoe en waarom van de wereld om je heen; je ontwikkelt een houding van levenslang leren en streeft hierbij naar het vinden van objectieve en algemeen geldige kennis. 9.2 Kennishiaten herkennen & invullen Je bent in staat om relevante informatie en kennis te vergaren en te analyseren teneinde een ontwerpdoel te realiseren. 9.3 Systematische aanpak, gefundeerd beslissen Je kunt met behulp van modellen en simulaties op systematische wijze technische, ergonomische en esthetische kwaliteiten van een ontwerp (of deeloplossingen daarvan) evalueren en op grond van deze evaluaties gefundeerde beslissingen nemen.

Niveau; bijbehorende observatie van aspecten Aspecten: Onderzoek ten dienste van een ontwerp kent de volgende opbouw: Stel doel vast van het onderzoek binnen project (wat wil je weten) Formuleer de onderzoeksvraag om dat doel te kunnen bereiken Maak een plan om die vraag te kunnen beantwoorden en voer dat uit Leg de resultaten van je uitgevoerde plan vast. Trek conclusies uit de resultaten Neem een besluit over de toepassing van je resultaten in je project Onderzoeksmethoden en statistiek worden toegepast in de uitvoering van het plan en interpretatie van de resultaten.

Onderzoek ontbreekt geheel; nieuwsgieriheid blijkt nergens uit Alleen informatie verzameld, geen conclusies, geen bronvermeldingen; geen blijk gegeven van herkennen van ontbrekende kennis; keuzes worden alleen vermeld, niet onderbouwd Informatie verzameld die niet of nauwelijks heeft bijgedragen aan ontwerp; geen overzicht/samenhang; onvolledige bronvermelding, conclusies niet onderbouwd. Rapportage is alleen weergave van zoektocht. Ontbrekende kennis wordt niet aangevuld; termen als moeilijk om te vinden, er was geen tijd voor etc worden gebruikt; kennis en gegevensbronnen worden niet gedocumenteerd; keuzes en beslissingen worden met een enkel argument als afgedaan beschouwd Doel van onderzoek beschreven; onderzoeksvraag geformuleerd; onderzoeksactiviteit op basis van onderzoeksvraag, methode uiteengezet; stand van zaken bepaald m.b.t. bestaande relevante kennis op te onderzoeken gebied; weergave van resulterende gegevens; interpretatie van gegevens; conclusie getrokken; resultaat van onderzoek verwerkt in ontwerp. Uit het werk en reflecties blijkt nieuwsgierigheid, ontbrekende kennis wordt herkend en aangevuld; nieuwe gegevens- en kennisbronnen worden gedocumenteerd om in andere projecten te kunnen gebruiken; keuzes worden gemaakt en besluiten genomen door het beschouwen van meerdere alternatieven waarbij overal dezelfde criteria gebruikt worden. Doel zorgvuldig beschreven en onderbouwd; onderzoeksvraag goed doordacht, verschillende alternatieven overwogen; plan gemaakt met keuze uit meerdere onderzoeksmethodes; stand van zaken in literatuur bestaande relevante kennis onderzocht; plan uitgevoerd, gegevens verzameld en uitgebreid geanalyseerd; goede onderbouwing van interpretatie; conclusie goed onderbouwd; resultaat heeft ontwerp(-richting) benvloed. Nieuwsgierigheid leidt tot nieuwe mogelijkheden en is van invloed op de richting die het project inslaat; Op efficinte wijze wordt overzicht geboden op de kern van het kennisgebied en hoe de kennis toegepast kan worden; Keuzeprocessen worden doorlopen met beproefde methodes, die afhankelijk van de situatie toegepast worden. Rapportage over onderzoeksaanpak maakt het mogelijk om onderzoek te herhalen Hele basisopbouw zorgvuldig uitgevoerd. Formulering onderzoeksvragen getuigt van inzicht in materie; stand van zaken in literatuur onderzocht en overzicht gegeven, geeft ontbrekende kennis aan en stemt onderzoek af op invulling van die kennis; passende onderzoeksmethodes toegepast; uitgebreide gegevensverzameling aangelegd en met bijvoorbeeld statistische methodes uitgebreid geanalyseerd; zorgvuldige interpretatie met onderbouwing en spiegeling aan bestaande kennis; conclusies en aanbe-

pag. 6 van 12

Legenda: s = slecht; o = onvoldoende; v = voldoende; g = goed; e = excellent

velingen onderbouwd, met nieuwe kennis als resultaat; resultaat is fundament voor het ontwerp en daaropvolgende productrichtingen. In het project opgedane kennis wordt bruikbaar gemaakt voor toekomstige projecten; nieuwsgierigheid is zeer groot, dat leidt niet tot onnodig tijdverlies of afdwalen, maar wordt gekanaliseerd; Herkent zelf kennishiaten, maar gaat ook actief op zoek naar mensen die uitgenodigd worden om ontbrekende kennis aan te duiden en aan te vullen. Keuzes en beslissingen worden grondig en overtuigend onderbouwd. Rapportage van onderzoek maakt het mogelijk om het onderzoek tot in detail te herhalen

De volgende cluster (F: ontwerpen) is opgesplitst om de elementen die meespelen in de beoordeling duidelijk te maken maar wordt wel als n geheel beschouwd. Het is de bedoeling om voor de hele cluster n beoordeling vast te stellen.

Competentiecluster F Ontwerpen
8.1 Ontwerpprobleem (her)formuleren Je kunt een ontwerpprobleem (her)formuleren en jouw interpretatie onderbouwen.

s o

Probleemsituatie wordt niet (h)erkend of ontbreekt geheel Probleemanalyse is a-specifiek of beschrijft het probleem van de student (moet een ontwerp maken om een voldoende te halen voor dit vak); enkele probleemaspecten worden benoemd en verder als vaststaand behandeld Probleemanalyse is aanwezig maar zonder inzicht/overzicht, ontwerpopdracht is veel te algemeen; redelijk beeld van de probleemsituatie wordt geschetst maar als statisch beschouwd Probleemanalyse geeft n of meer probleemeigenaren/belanghebbenden; ontwerpopdracht geeft enkele aspecten en dilemma's weer. ; De probleemsituatie wordt in kaart gebracht en van begin af aan beschouwd als dynamisch, waarbij voortschrijdend inzicht (het beter begrijpen van het probleem wanneer mogelijke oplossingen gegenereerd worden) benut wordt Uitgebreide analyse van belanghebbenden, context, aard van problemen die door nieuw product moeten worden opgelost; meeste relevante aspecten en dilemma's worden vermeld De probleemsituatie wordt als systeem benaderd, waarbij vertrouwd wordt op inzichten die gaandeweg verworven worden; inzicht in de complete materie helpt het overzicht behouden Op basis van in- en externe analyse, met SWOT en echte zoekvelden, (zie productstrategie) resulterend in kwalitatief en kwantitatief onderbouwde PMT combinatie(s); onderbouwde keuze op grond van (o.a. financile) doelen van bedrijf. Probleemsituatie wordt benaderd als systeem in een context, waarbij visie en doel leidend zijn in het continu aanpassen van de helikopterview op het project. Student laat zien dat werkelijk elke opdracht professioneel en succesvol aangepakt kan worden Integratie ontbreekt geheel Er is alleen aandacht besteed aan de meest basale aspecten Aan functionaliteit, gebruik, constructie, vorm, fabricage, markt, consument, bedrijfsvoering en milieu is aandacht besteed, maar er is geen verband, niet of nauwelijks integratie bereikt Aan functionaliteit, gebruik, constructie, vorm, fabricage, markt, consument, bedrijfsvoering en milieu is aandacht besteed, wederzijdse invloed beschouwd en in samenhang vertaald naar een product dat een aanvaardbare oplossing vormt, dat voldoet aan alle eisen, Aan functionaliteit, gebruik, constructie, vorm, fabricage, markt, consument, bedrijfsvoering en milieu is ruim aandacht besteed; voor de deelaspecten zijn goede oplossingen gevonden die op logische wijze met elkaar verband houden en een goed gentegreerd geheel vormen; eisen

8.2 Aspecten PO kennen en integreren in ontwerp Je kent de grote verscheidenheid aan aspecten die bij de productontwikkeling een rol speelt; je kunt deze aspecten integreren en prioriteren in je ontwerpproces. Je kunt ideen materialiseren, optimaliseren en uitwerken tot gedetailleerde ontwerpvoorstellen.

s o v

pag. 7 van 12

Legenda: s = slecht; o = onvoldoende; v = voldoende; g = goed; e = excellent

e
8.3 Creatief vermogen en synthetische vaardigheden Je kan oplossingen voor ontwerpproblemen en ideen voor nieuwe producten genereren en deze uitwerken tot productvoorstellen; je kan productconcepten en ontwerpoplossingen evalueren en weloverwogen beslissingen nemen.

worden ruim gehaald, een optimalisatieslag is uitgevoerd Het product voldoet geheel aan de uitspraak Meer is niet nodig, minder is onmogelijk Creatief/synthetisch vermogen ontbreekt geheel Alleen HKJs gebruikt om ideen te genereren HKJs, Mindmaps, brainwriting/drawing worden gebruikt, geen verbanden, niet systematisch meerdere aspecten van vorm, werking, functionaliteit, materiaal etc nagelopen Veel schetsen en schemas met op elkaar voortbouwende elementen; meerdere creativiteitstechnieken gebruikt; ontwikkeling in ideen te herkennen, bouwen op elkaar voort. Clustering van ideen leidt tot basis voor concepten waarin alle relevante aspecten behandeld zijn om zeker te weten dat ontwerpen waaraan verder gewerkt wordt aan eisen voldoen. concepten worden uitgewerkt tot voorlopige ontwerpen; er is voldoende bekend van de ontwerpen om op alle criteria een uitspraak te kunnen doen hoe hoog elk alternatief beoordeeld wordt Ideen en schetsen getuigen van originaliteit of nieuwe wijze van toepassen of combineren van oplossingen en/of van bestaande deeloplossingen; ontwerpen zijn minimaal nieuw voor de branche van de opdrachtgever en zijn bedrijf Er zijn nieuwe werkingsprincipes bedacht of voor de bedrijfstak nieuwe wegen ingeslagen die als zeer innovatief bestempeld kunnen worden; octrooi komt mogelijke in zicht; Geen merkbaar gebruik van enige methode Alleen ideeschetsen voor hoofdvorm of basisopbouw; geen tot weinig ontwikkeling. Alleen rudimentaire probleemstelling, programma van eisen; ideeschetsen met plussen en minnen; onduidelijk beargumenteerde keuze voor conceptrichtingen; geen of weinig conceptontwikkeling; uitwerking gekozen concept ontbreekt Gedetailleerde probleemstelling aanwezig; visie aanwezig; Programma van eisen en wensen aanwezig; procesboom of vergelijkbaar is aanwezig; contextbeschouwing is aanwezig; ideeschetsen m.b.t. vorm, ergonomie, werkingsprincipes/techniek, relatie tot gebruiker; tekenvaardigheid voldoende; ideen getoetst aan eisen; beargumenteerde keuze voor conceptrichtingen; verscheidenheid voldoende om ontwerpruimte te verkennen; conceptontwikkeling aanwezig; concepten voldoende ontwikkeld; beargumenteerde keuze voor concept; gekozen concept wordt uitgewerkt tot aanvaardbaar niveau van detaillering; er is sprake van een optimalisatieslag; in detaillering aandacht voor productie/ assemblage, vormgeving, afwerking, bewuste zorgvuldige kleur- en textuurkeuze; voldoende (technische) documentatie eindresultaat; terugkoppeling naar eisen, wensen, doelen aanwezig. Goede probleemstelling met benoeming belanghebbenden, dilemmas/spanningsvelden; goede contextbeschrijving en visieontwikkeling; zorgvuldige analyse van processen in levensloop product; goede verscheidenheid aan ideen, goede tekenvaardigheid, brede aftasting van mogelijkheden; ideen maken uitspraak over halen van eisen mogelijk; keuze m.b.v. eisen; drie of meer conceptrichtingen vastgesteld, conceptontwikkeling uitgebreid aanwezig met herkenbare di- en convergentie stappen; concepten zijn uitgewerkt met gedetailleerde vorm, realistische materiaal/functie/productietechniek-combinaties , constructie, productinteractie, aangetoonde functionaliteit, ergonomisch onderbouwing; relatie met bedrijfskundig beschouwing/doelen; Zorgvuldige keuze tussen concepten met alle doelen voor ogen, m.b.v. onderscheid in mate van overschrijden minimumeisen alsmede realiseren van wensen; uitwerking gebaseerd op optimalisatie van geheel en van onderdelen; goede detaillering Zorgvuldig onderbouwde probleemstelling met inzicht in samenhang

s o

g e
8.4 Ontwerpmethoden en ontwerptechnieken Je bent bekend met verschillende ontwerpmethoden en ontwerptechnieken, en je bent in staat om - gegeven een ontwerpprobleem - beredeneerd voor een werkwijze te kiezen.

s o

pag. 8 van 12

Legenda: s = slecht; o = onvoldoende; v = voldoende; g = goed; e = excellent

context, belanghebbenden, gebruikers; overzicht op spanningsvelden en relaties tussen eisen; uitgebreide contextanalyse met visie op toekomstige gewenste veranderingen daarin; uitgebreide procesanalyse; grote verscheidenheid aan ideen, uitstekende tekenvaardigheid; rijke verkenning van ontwerpmogelijkheden; ideeontwikkeling ruim voldoende om ideen aan alle eisen te toetsen; onderbouwde keuze uit ideen, resulterend in drie of meer overtuigende voorlopige ontwerprichtingen; divergeren en convergeren efficint toegepast waar nodig; voorlopige ontwerpen op alle relevante aspecten ontwikkeld, waarbij groei en verbetering herkenbaar is; keuze uit voorlopige ontwerpen of professionele wijze met clint bepaald; Doorontwikkeling op alle punten vruchtbaar; optimalisatie waar mogelijk toegepast en onderbouwd; resultaten getoetst om bereiken van doelen te bewijzen; documentatie uitstekend voor overdracht aan clint;

Competentiecluster G 6. Visualisatie 11. Communicatie en teamwork


6.1 Design drawing Je kan ideen, conceptontwerpen, details en de relatie met de gebruiker visualiseren en effectief communiceren m.b.v. ontwerpschetsen en/of renderings. 6.2 Technisch documenteren Je kan een conceptontwerp en een uitgewerkt ontwerp technisch documenteren en effectief communiceren m.b.v. een 3D-CAD programma, met name SolidWorks. 6.3 Modelbouw Je kan ideen, conceptontwerpen en een uitgewerkt ontwerp visualiseren m.b.v. een 3D-schetsmodel, proof of concept-model, prototype, maquette en/of zichtmodel.

Ontwerpschetsen en technische documentatie zijn nagenoeg afwezig Alleen ideeschetsen voor hoofdvorm of basisopbouw; geen tot weinig ontwikkeling. Technische tekeningen met maar n aanzicht en met onjuiste maten. Alleen ideeschetsen met plussen en minnen; geen of weinig conceptontwikkeling; uitwerking gekozen concept ontbreekt; technische tekeningen met veel fouten en redundante of ontbrekende maten; Schetsmodellen zonder duidelijk doel Ideeschetsen, in doorsnede, aanzichten en perspectief m.b.t. vorm, ergonomie, werkingsprincipes/techniek, relatie tot gebruiker; tekenvaardigheid voldoende; vormgeving, afwerking, bewuste zorgvuldige kleur- en textuurkeuze; voldoende (technische) documentatie eindresultaat; Uitwerking is volledig in technische documentatie, kostenberekening; maar ook in fysieke modellen, onderzoek van gerealiseerde specificaties en/of gebruiksaspecten door testen/ evaluaties/ experimenten Goede verscheidenheid aan ideen, goede tekenvaardigheid, brede aftasting van mogelijkheden; ideen maken uitspraak over halen van eisen mogelijk; concepten uitgewerkt tot niveau dat een goed onderbouwde keuze gemaakt kan worden door evaluatie van alle criteria mogelijk te maken. Technische documentatie ook gericht op professionele communicatie Grote verscheidenheid aan ideen, uitstekende tekenvaardigheid; rijke verkenning van ontwerpmogelijkheden; ideeontwikkeling ruim voldoende om ideen aan alle eisen te toetsen; onderbouwde keuze uit ideen, resulterend in drie of meer overtuigende voorlopige ontwerprichtingen; divergeren en convergeren efficint toegepast waar nodig; resultaten getoetst om bereiken van doelen te bewijzen; documentatie uitstekend voor overdracht aan clint; Technische documentatie compleet met tekeningsysteem en volledig aangevuld met specificaties waar nodig, gericht op inpassing in overkoepelend ERM-systeem

pag. 9 van 12

Legenda: s = slecht; o = onvoldoende; v = voldoende; g = goed; e = excellent

11.1 Rapporteren in woord en beeld Je kan jouw visie, ideen, concepten en ontwerpen op een informatieve en overtuigende wijze schriftelijk rapporteren (in PO3, Minor en bachelor-eindproject: Engelstalig). 11.2 Mondeling presenteren in woord en beeld Je kan jouw visie, ideen, concepten en ontwerpen op een overtuigende en inspirerende wijze presenteren en communiceren (in PO3 en BEP: Engelstalig).

Competentie ontbreekt geheel; overtuigingskracht ontbreekt geheel Tekstueel rommelig, veel fouten in Nederlands of Engels, slechte zinstructuur; slechte opbouw/structuur van schriftelijke rapportage Visueel rommelig, fouten in perspectieftekeningen, onjuiste weergave van bedachte vormgeving; onduidelijke schemas en grafieken Onaantrekkelijke mondelinge en schriftelijke presentatie; zeer teruggetrokken gedrag of zeer arrogant gedrag naar opdrachtgever en/of coach; oppervlakkig in beheersing productontwikkelingsmaterie Teksten bevatten fouten, structuur is onduidelijk, fouten in logica van redeneringen Tekeningen zijn slordig, er is geen eenheid in tekenstijl, te uitbundig of te beperkt kleurgebruik in tekeningen, lijkt willekeurig; geen gebruik van simpele middelen als onderleggers Correct gebruik Nederlands of Engels, goede zinsopbouw, goede structuur van schriftelijke rapportage. Goed gebruik van tekentechnieken, correct gebruik perspectief in schetsen en concepttekeningen; leesbare constructie in schetsen, geen harige tekeningen; goed gebruik van tekentechnieken in presentatietekeningen. Computertekeningen en 3D-modellen gebruikt waar nodig. Technische documentatie volgens normen; Mondelinge presentatie voorbereid, middelen voldoende duidelijk, voordracht goed; logisch (niet chronologisch) verslag met duidelijke structuur en conclusies, compleet met aantrekkelijke voorkant met benodigde informatie, inhoudsopgave, inleiding, samenvatting en referenties; gedrag overeenkomstig consultantrol, redelijk zelfverzekerd, voldoende empatisch, kan basis van informatie en bedoeling overbrengen Overtuigend gebruik van samenvattingen, heldere structuur die bijdraagt aan overtuigingskracht van document; overtuigende presentatie- en verklarende tekeningen; uitstekende verhaallijn in idee-, concept- en eindfase-ontwikkeling; mondelinge presentatie goed voorbereid met goed verzorgde middelen, voordracht helder en duidelijk; verslag met heldere structuur, rekening houdend met verschillende soorten publiek, met kern van de hoofdstukken/paragrafen vooraan; helder conclusies die betrekking hebben op het project/product; waar nodig overgangsteksten; gedrag overtuigend volgens aida-principes, weet opdrachtgever te betrekken in nemen van beslissingen Elementen van (g) kort en krachtig op papier gezet met grote overtuigingskracht, gecompleteerd met referenties, geverifieerde onderzoeksresultaten, bijlagen waar nodig en Uitstekende verrassende mondelinge presentatie, met grafisch bijzondere middelen, voordracht afwisselend, interessant en helder; compact verslag, met alleen noodzakelijke informatie die desondanks duidelijk maakt dat veel werk verzet is; aantrekkelijk om te lezen; gedrag overeenkomstig professioneel productontwikkelingsconsultant, zeer empatisch, weet overtuigend een groep met zeer verschillende mensen te ondersteunen in hun innovatietraject planning en zelfdiscipline ontbreekt geheel rudimentaire planning o.b.v. inleverdata; grootste activiteit vindt plaats juist voor die data; deadline(s) niet gehaald planning van hoofdactiviteiten per week, geen aanpassingen tijdens project, door tijdnood ontbrekende onderdelen, deadline net (niet) gehaald planning van activiteiten per dag(deel), aanpassing per week, grafisch duidelijk overzicht waarin gelijktijdige of achtereenvolgende act. zijn af te lezen; rekening gehouden met feestdagen, vakanties en nevenactiviteiten; meer gelijkmatig over de weken verdeelde inspanning; deadline gehaald zonder ontbrekende onderdelen

11.3 Professioneel / planmatig / in team werken Je beheerst de beginselen van projectmanagement, je kunt een plan maken voor een multidiscplinair team t.b.v. een ontwikkellingstraject en dit ten uitvoer brengen.

s o v

pag. 10 van 12

Legenda: s = slecht; o = onvoldoende; v = voldoende; g = goed; e = excellent

planning activiteiten gepositioneerd in tijd, rekening houdend met faciliteiten en inzet mensen; aanpassing indien nodig per dag; vergelijking geschatte en werkelijke tijdsbesteding; in overzicht ook buffers en onderlinge relaties tussen activiteiten zichtbaar; ruim voor deadline klaar met doelen behaald; planning van activiteiten op basis van onderbouwde inschatting, toekenning budget, inzet mensen, gebruiik faciliteiten; continue aanpassing waar nodig; overzicht van verrichte werkzaamheden en resultaten; niet meer tijd besteed aan planning dan strikt noodzakelijk; door efficint werk beschikbare tijdbuffers besteed aan waardevolle extra activiteiten; ruim voor deadline klaar met meer behaald dan gestelde doelen.

Competentiecluster H Intellectuele vaardigheden IO en maatschappij


10.1 Kritisch-constructieve houding en reflecteren Je kan adequate vragen stellen en je hebt een kritisch-constructieve houding ten aanzien van het analyseren en oplossen van ontwerpproblemen; door kritisch reflecteren heb je inzicht op je eigen gedrag (denken, beslissen, handelen), in ontwerpmethoden, en in je eigen werkwijzen en je kan je gedrag en werkwijze bijsturen. 10.2 Logisch redeneren Je kan logisch redeneren, denk aan waarom- en wat als-vragen; je kan op verschillende abstractieniveaus redeneren, waaronder op systeemniveau. 10.3 Besef van grootte-ordes Je beschikt over numerieke basisvaardigheden en je hebt besef van grootte-ordes. 10.4 Standpunt / visie ontwikkelen en verdedigen Je kunt een gefundeerd eigen standpunt ontwikkelen ten aanzien van een vakrelevant onderwerp, je kunt je standpunt effectief communiceren en verdedigen.

s o v

Ontbreekt geheel Reflecteert niet of nauwelijks; neemt alles voor waar aan en volgt opdrachtgever en coaches in alles zonder vragen te stellen Reflecteert maar doet daar niets mee; vraagt alleen ter verduidelijking, vormt geen eigen mening Reflecteert en kijkt vooruit, werkt aan verbetering en is zich bewust van minimumniveau van alle relevante competenties en kennisgebieden; zoekt naar de doelen achter opdracht, zowel met betrekking tot de opdrachtgever, tot het leerproces binnen de opleiding, als tot de eigen ontwikkeling Reflecteert en kijkt vooruit, kent eigen positie en is zeer actief in het verbeteren van die positie, is niet tevreden met net voldoende; Stelt vragen bij verkregen informatie en neemt niet zomaar iets aan, probeert de gehele situatie te doorgronden Werkt op basis van lange termijndoelen, heeft zeer goed beeld van de positie van huidige activiteiten op carriereontwikkeling, doet alles om verbetering te bereiken. Weet met kritische houding een groot voordeel voor opdrachtgever te bereiken. Is zich continu bewust van eigen positie in teams en in relatie tot opdrachtgever en handelt daar ook naar.

pag. 11 van 12

Legenda: s = slecht; o = onvoldoende; v = voldoende; g = goed; e = excellent

12.1 Historie industrieel ontwerpen, rol en impact in de maatschappij Je kent de belangrijkste ontwikkelingen die het vakgebied industrieel ontwerpen heeft doorgemaakt vanaf de industrile revolutie en in welke verhouding deze staan ten opzichte van maatschappelijke ontwikkelingen. 12.2 Ethische en normatieve aspecten industrieel ontwerpen Je bent je bewust van de impact die nieuwe producten kunnen hebben met name op, het gebied van duurzaamheid, maar ook bijvoorbeeld privacy; je weet effectief om te gaan met al dan niet gewenste effecten van je productontwerp. 12.3 Trends en ontwikkelingen in de samenleving Je staat open voor ontwikkelingen in gebieden die relevant kunnen zijn voor industrieel ontwerpers en je weet hierop in te spelen in je ontwerpen; denk aan ontwikkelingen op het gebied van wetenschap en technologie, media, kunst, mode, architectuur, muziek, dans, (sub)cultuur, etc. 12.4 Culturele verschillen Bij het ontwikkelen van producten en/of diensten ben je in staat om rekening te houden met culturele verschillen die zich in de wereld manifesteren.

Aspecten: (nog niet compleet) Business: - duurzame productontwikkeling in business context: kennis van drivers die duurzaamheidsaspecten benvloeden (Maatschappelijk verantwoord ondernemen, groen imago, kostenbesparing, opvolging wettelijke voorschriften, verbetering concurrentiepositie etc.) wordt toegepast Kennis van methoden m.b.t. duurzaamheid (LCA, eco-design strategy wheel, eco-costs) wordt gebruikt om keuze voor methode en wijze van gebruik te onderbouwen. Mogelijkheden van Cradle2Cradle, biomimicry, reduse (reduce use or re-use) etc. worden verantwoord afgewogen en toegepast - internationalisering: kennis van en inzicht in gevolgen van samenwerking in internationaal verband toepassen Cultuur: - sociaal-economische- & culturele geschiedenis van het industrieel ontwerpen: - maatschappelijke en filosofische stromingen in relatie tot productontwerpen - duurzame productontwikkeling in een culturele context Technologie: - rol van technologie(ontwikkeling) in de maatschappij en vice versa - duurzame productontwikkeling in een technologische context - technologie in een business context Aan duurzaamheid, culturele inpassing en gevolgen voor de maatschappij wordt geen enkele aandacht besteed Zeer oppervlakkige aandacht voor de gevolgen die het ontworpen product heeft op de maatschappij. Eendimensionale toepassing van kennis (bijvoorbeeld alleen gekeken naar beperking energiegebruik of keuze van materiaal) geen gebruik gemaakt van ter beschikking staande methoden waar dat wel relevant is. Relevante drivers alleen genoemd. Geen of zeer kleine aandacht voor culturele verschillen, ontwikkelingen in de samenleving en relatie van eigen werk tot historie van het industrieel ontwerpen Kennis van methoden en visies op duurzame productontwikkeling/Ecodesign wordt gebruikt; Drivers die duurzame ontwikkeling benvloeden worden geanalyseerd en daar wordt rekening mee gehouden. Plaats van het ontwerp in maatschappelijke ontwikkelingen en culturele omgeving wordt beschreven Alternatieve eco-design methodes worden afgewogen keuze wordt onderbouwd; methodes worden correct toegepast en conclusies in ontwerp gentegreerd. Analyse van drivers wordt diepgaand uitgevoerd en alternatieven op een rij gezet en beargumenteerd gekozen. Het ontwerp wordt in maatschappelijke ontwikkelingen ingepast en streeft naar benvloeding ten goede, aan de culturele invloed van het ontwerp wordt aandacht besteed Interpretatie van meerdere duurzame ontwikkelingsmethodes en -visies worden in samenhang afgewogen en in relatie tot het project gebracht, dit leidt tot een productontwerp waarin duurzaamheid naar beste kunnen gentegreerd is. Het ontwerp heeft merkbare invloed op de maatschappij en is een waardevolle toevoeging aan ons culturele erfgoed

pag. 12 van 12

Legenda: s = slecht; o = onvoldoende; v = voldoende; g = goed; e = excellent

You might also like