You are on page 1of 3

Sigmaplan

2. Geactualiseerd Sigmaplan.
Waar komen er overstromingsgebiden?(1) Hoe realiseren we bijkomende natuur? (2) 1) Het Sigmaplan heeft projecten aan de oevers van de Schelde en haar zijrivieren (de Durme, de Rupel, de Nete, de Kleine Nete, de Grote Nete, de Dijle en de Zenne). 2) Door het creren van een gecontroleerd gereduceerd getij(GGG) ontstaat er in de overstromingsgebieden een getijdennatuur en worden er in sommige zones Wetland gecreerd.

WAT
Sommige gebieden van de Zeeschelde zijn zeer gevoelig voor overstromingen. Het sigmaplan is in voege getreden na overstromingen in 1976 waarbij gebieden in Oost-Vlaanderen en Antwerpen onder water kwamen te staan (zie ook:

http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/archief/programmas/terzake/2.5 922/1.547733 ).
Om de frequentie en de omvang van deze overstromingen te beperken werden een aantal maatregelen gepland. Oorspronkelijk telde het Sigmaplan volgende 3 maatregelen: Stevigere en hogere dijken Gecontroleerde overstromingsgebieden (GOG) om water op te vangen: o Hoogwater veroorzaakt door een stormvloed o Overvloedige neerslag uit hoger gelegen gebieden Stormvloedkering in Oosterweel

Stand van zaken: Er zijn reeds veel GOGs aangelegd en alle dijken die in het oorspronkelijke sigmaplan waren opgenomen zijn opgehoogd tot een minimumhoogte. De stormvloedkering in Oosterweel wordt tot op heden naar de toekomst verschoven.

Waar?
Het Sigmaplan heeft projecten aan de oevers van de Schelde en haar zijrivieren (de Durme, de Rupel, de Nete, de Kleine Nete, de Grote Nete, de Dijle en de Zenne).

Op bovenstaande afbeelding is te zien in welke regios projecten worden uitgevoerd in het kader van het sigmaplan.

Hoe?
Voorbeeld 1: De Netevallei

In het verleden werden in deze gebieden al dijken verhoogd en gecontroleerde overstromingsgebieden aangelegd om de veiligheid te bevorderen. Het Sigmaplan heeft volgende doelen: Veiligheid o Het lokaal verlagen of onderbreken van de dijken zodanig dat het water het achterliggende gebied kan instromen. Natuur o waardevoller maken door het creren van een gecontroleerd gereduceerd getij(GGG). Met dit GGG ontstaat er in de

overstromingsgebieden een getijdennatuur en worden er in sommige zones Wetland gecreerd Op plaatsen waar het mogelijk is, wordt agrarisch medegebruik georganiseerd.

Voorbeeld 2: Kruibeke-Bazel-Rupelmonde

http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/archief/programmas/journaal/2. 26499/2.26501/1.1538728

Natuurbeheer en stormwering tesamen.


Ter hoogte van Kruibeke mondt de Rupel uit in de Schelde. Op deze plaats wordt gewerkt aan het grootste GOG: Kruibeke-Bazel-Rupelmonde (GOG KBR), dat ruim 600 hectare telt. Het stroomt slechts een tweemaal per jaar over door overtollig Scheldewater. Dit bij samenvallen van storm- en springtij. Veiligheid: o Het overstromingsgebied komt tot stand doordat de bestaande dijk met anderhalve meter verlaagd is over een lengte van 8 km. Hierdoor kan het overtollige water vanaf een bepaalde waterstand het GOG KBR binnenstromen. Op deze manier worden steden en dorpen beschermd tegen overstromingen. Natuur o Een gedeelte van het overstromingsgebied herbergt straks getijdennatuur (in het gecontroleerd gereduceerd getijdengebied (GGG)), een ander deel wordt wetland. Zo geeft het project een boost aan authentieke Scheldenatuur: liefst 300 hectare slikken en schorren, 150 hectare weidevogelgebied en 92 hectare elzenbroekbossen komen er bij.

You might also like