You are on page 1of 6

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER
NAAM STUDENT Lisa van Dieten STUDENTNUMMER
KLAS 1F STAGESCHOOL Tweesprong Maarssen
STAGEBEGELEIDER Ditta Mulder STAGEGROEP 6
DATUM 28-10-2014 VAK / ONDERWERP Muziek

VOORBEREIDING
Omcirkelen: Dit is een leerkracht/ gedeeltelijk leerkracht-gedeeltelijk leerling/ leerling gestuurde les.
Dit is een zelfontworpen / methode / combinatie les.
DOELEN VOOR DE LEERLINGEN
DOEL(EN)
+ Welk type doel; kennis en
inzicht, vaardigheid of attitude
gerelateerd?
+ Wat moet deze les opleveren
(product, specifiek en
meetbaar)?
+ Welk gedrag wil ik oproepen/
wat moeten de ll tijdens de les
oefenen of ervaren
(procesdoel)?

Vaardigheidsdoel


Na de les kunnen de kinderen het liedje zelfstandig zingen


Het is belangrijk dat de kinderen eerst weten wat de Engelse woorden betekenen.
Daarna moeten ze goed luisteren naar het liedje, zodat ze op de goede toonhoogte
mee kunnen zingen.


LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE
KENNIS / VAARDIGHEDEN
+ Wat weten en/of kunnen de
leerlingen al?
+ Van welke vakspecifieke
theorie, didactiek, leerlijnen
maak ik gebruik?

De kinderen kunnen al andere liedjes zingen. Maar weten nog niet wat de Engelse
woorden betekenen.
Ik maak gebruik van de luisteropdracht om het liedje aan te leren. Ik laat het liedje
eerst een keer horen. Daarna zing ik het liedje voor en mogen de kinderen mee
knippen op hun vingers. Hierna mogen de kinderen de laatste regel herhalend neurin.
En daarna meezingen. Ook schrijf ik de Engelse woorden op het bord. Ik leg de
Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014
betekenis uit en ik zet ze samen met de kinderen in de goede volgorde.
ONDERWIJSBEHOEFTEN
+ Wat zijn de pedagogische en
didactische
onderwijsbehoeften van de
groep?
+Indien van toepassing: Wat
zijn specifieke individuele
onderwijsbehoeften?

Ik wil dat de kinderen allemaal mee zingen. We maken duidelijke afspraken over het
zingen. We lachen niemand uit.

Als een van de kinderen niet mee kan doen, wordt hij/zij apart gezet.

BELEVING
+ Op welke ervaringen kan ik
aansluiten?
+ Actualiteit (leefwereld)
+ Betrokkenheid

Ik sluit op de Engelse lessen van de kinderen aan. Ze krijgen al wel Engels alleen is de
woordenschat niet groot. Door dit liedje leren ze meer woorden.
Ik betrek de leerlingen hierbij door te vragen of ze de Engelse woorden al kennen. Of
wat ze denken dat de woorden betekenen.
MATERIALEN
MATERIALEN
+ Wat moet ik klaarleggen,
welke leermiddelen gebruik ik?
+ Op welke manier laat ik de
materialen de lesinhoud
ondersteunen.
+ Welke methoden, bronnen
gebruik ik. (APA)?

Ik zorg dat op het digibord de Engelse woorden en de tekst op de achtergrond klaar
staan.
Ik zorg ervoor dat de kinderen de tekst op het bord mee kunnen lezen. Zo kijken ze
allemaal naar voren en hebben ze niet de kans om met een papiertje op hun tafel te
gaan spelen.
Ik gebruik het boek en cd van Eigenwijs
Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014
LESOPBOUW

TIJD
--
Min
ACTIVITEIT
Wat doe ik? Wat doen de leerlingen?
Vorm
ISK
INLEIDING
+ Verwachtingen / doelen
duidelijk maken
3 Ik vertel de kinderen dat ik ze een nieuw liedje ga aanleren. Ook
vertel ik wat de afspraken zijn tijdens de les. Dat we elkaar niet
uitlachen en dat ik niet onderbroken wil worden tijdens het zingen.
Als er vragen zijn kunnen de kinderen hun vinger opsteken.

Ik vraag de kinderen of iemand weet wat het woord flowers
betekent.
K
KERN
Houd rekening met:
LESSTOF
+ Welke informatie komt
aan bod, in welke
volgorde en aan wie?
+ Hoe maak ik de lesstof
toegankelijk en
overzichtelijk?
+ Welke vragen stel ik en
aan wie?
+ Heb ik goed voor ogen
wat ik met deze les wil
bereiken?
+ Pendelen tussen
leerstof, leerling en
leefwereld.
WERKVORMEN
+ Welke werkvormen kies
ik en voor wie?
+ Hoe zorg ik voor
voldoende variatie in
werkvormen?
BEGELEIDING
+ Welke positieve
kenmerken zijn er en hoe
speel ik daar op in?
+ Hoe speel ik in op
onderwijsbehoeften?
+ Hoe cluster ik de
15
Er komen verschillende Engelse woorden aanbod. Deze heb ik al op
het bord geschreven en ga ik eerst met de kinderen bespreken.
Wat betekenen deze woorden?
Daarna laat ik het liedje eerst een keer horen. De kinderen weten
nu wat de Engelse woorden betekenen dus begrijpen ze wat er in
het liedje gezongen wordt. Daarna vraag ik of iemand de zinnen
van het liedje kan vertalen ( Dit betreft kennis van het KVB model).
Ik vertel de kinderen dat ik het liedje ga zingen en dat de kinderen
elke keer in een rust moment met hun vingers mogen knippen. Als
dit goed lukt projecteer ik het liedje op het digibord. Zo kunnen de
kinderen de laatste zin met mij meezingen. Als dit goed gaat laat ik
de kinderen stap voor stap steeds meer zingen. Als de leerlingen
zingen ben ik stil. Na een paar keer kunnen de kinderen het liedje
zelfstandig zingen.
Tekst
I like the flowers, I like the daffodils,
I like the mountains, I like the green hills,
I like the firestone, I like to walk alone,
Doe waka doe waka doe waka doe waka,
De kinderen mogen eerst mee klappen en daarna mee zingen. Er
zitten dus verschillende werkvormen in.
Het is positief als alle kinderen mee zingen. Ook is het positief als
de kinderen na de les het liedje zelf kunnen zingen.

Als het nog niet zo snel lukt met aanleren laat ik de kinderen een
voor een de zinnen mee zingen.
K
Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

kinderen in groepen.
+ Hoe stimuleer ik de
motivatie van leerlingen?
+ Hoe geef ik feedback
aan leerlingen?
GROEPS
MANAGEMENT
+ Wat kan ik al voorzien
en hoe reageer ik daarop
+ Beurtverdeling
+ Pakken en opruimen
materialen
+ Regels, afspraken
De kinderen blijven in hun eigen groepjes zitten.
Ik stimuleer door zelf mee te zingen als de motivatie weg is.

Als de kinderen goed mee doen zeg ik dat ze goed hun best doen.
Ook kan ik aangeven dat het mee knippen van hun vingers goed is
gegaan of niet.
Ik heb met de kinderen afspraken gemaakt over kinderen uitlachen
en niet mee doen. De kinderen weten dus dat ze apart gezet
kunnen worden.
De kinderen mogen allemaal tegelijk zingen en krijgen geen aparte
beurt. Er zijn geen materialen nodig die opgeruimd moeten
worden.
De regels en afspraken zijn duidelijk gemaakt aan het begin van de
les.
KLAAR / NIET KLAAR
+ Wat kan een leerling
doen als hij klaar / niet
klaar is?





Iedereen is tegelijk klaar met de les







AFSLUITING
+ Hoe bespreek ik de les
na?
+ Hoe controleer ik of
leerlingen de doelen
hebben bereikt?
+ Hoe evalueer ik de les
met de leerlingen?
3 Ik vraag wat de kinderen van het liedje vonden. Ook vraag ik of ze
het een moeilijk liedje vonden, omdat het in het Engels was.
Als laatst vraag ik of de kinderen het liedje zelfstandig kunnen
zingen. Als dit lukt is het doel bereikt.

Ik evalueer door middel van vragen te stellen. Die ik hierboven heb
genoemd.
K
OVERGANG
+ Hoe zorg ik voor een
overgang naar de
volgende les?
Ik sluit de tekst op het digibord af en vertel dat ze door gaan met
een andere les.


Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

You might also like