Professional Documents
Culture Documents
Inhoud
Inleiding ................................................................................................................................................... 3
Egesche Huurlingen ................................................................................................................................ 5
Waren deze huurlingen wel Grieken? ................................................................................................. 5
Wat is de mercenary?........................................................................................................................ 5
Waren deze soldaten wel huurlingen? ............................................................................................ 6
Waar kwamen deze huurlingen vandaan? .......................................................................................... 7
Opkomst van de huursoldaten in het Egesche gebied ................................................................... 7
Geografische afkomst van de huursoldaten ................................................................................... 8
De Anabasis - van epikouros tot de Tienduizend .................................................................................... 9
Waarom zet men het leven in de waagschaal?................................................................................... 9
Hoe werden deze huurlingen gerekruteerd? .................................................................................... 11
Persoonlijke banden binnen de elite ............................................................................................. 11
Rekrutering door de philia en de xenia ......................................................................................... 12
Organisatie van de Cyreaen .............................................................................................................. 13
Goud, zilver en brood ........................................................................................................................ 14
Discussie ................................................................................................................................................ 15
Bibliografie ............................................................................................................................................ 17
Bronnen ................................................................................................................................................. 17
Fellow-soldiers, do not wonder that I am distressed at the present situation. For Cyrus
became my friend and not only honored me, an exile from my fatherland, in various ways,
but gave me ten thousand darics. And I, receiving this money, did not lay it up for my own
personal use or squander it in pleasure, but I proceeded to expend it on you. []
-
Clearchus2
Inleiding
Als we naar het bovenstaande citaat kijken, dat uit de Anabasis komt en aan de Spartaan Clearchus
wordt toegeschreven, zie ik ook een aantal dingen welke voor mijn onderzoek belangrijk zijn. Zo zien
we al iets terug van het rekruteringssysteem en krijgen we een blik op de persoonlijke banden die
zeer belangrijk zijn hierin en die een rol spelen in de motivatie van deze soldaten.
Iedereen is wel bekend met de 10.000, het huurlingenleger dat in dienst van Cyrus de Jongere door
het Perzische rijk trok om vervolgens na een verloren veldslag weer huiswaarts te moeten keren.
Deze epische tocht, waar men zonder de leiders door een enorm vijandig gebied moest reizen is wat
centraal staat in de Anabasis van Xenophon. Sommigen zullen wel bekend zijn met Memnon van
Rhodos, de legercommandant van Griekse afkomst die zijn leven in dienst aan de Perzische koning
heeft doorgebracht. Dit zijn maar een klein aantal voorbeelden van huurlingen uit de Griekse wereld
die in dienst zijn getreden van het Perzische rijk.
Als ik nadenk over deze gebeurtenissen valt mij een aantal dingen op. Waarom zien we zoveel
Griekse soldaten die dienen in het Perzische leger, hoe komen deze mensen daartoe? Ik wil daarom
een onderzoek gaan doen naar dit deel van het Perzische leger, het deel dat het best
gedocumenteerd is in zowel de Griekse bronnen als in de hedendaagse secundaire literatuur. Ik wil
een blik gaan werpen op, wat over het algemeen wordt aangeduid als de Griekse huurlingen in het
Perzische leger.
Oorlog speelde een centrale rol in de Griekse wereld. Men verkeerde bijna in een permanente staat
van oorlog met de andere stadstaten en zeker met het Perzische rijk heeft men altijd een
getroebleerde relatie gehad. Trundle3 beweert zelfs dat de Griekse huurlingen de eerst verenigde
groep Grieken in de geschiedenis waren en dat hier al de eerste bewustwording van het Griek-zijn
aan het ontstaan was. Maar dit moet natuurlijk niet te ver worden gevoerd, de stadstaten waren nog
altijd onderling verdeeld en een nationale geest was nog ver weg. Ook dit citaat uit de Anabasis doet
zijn vermoedens wel enigszins waar klinken: For I consider that you are to me both fatherland and
friends and allies.4
Er is al een aantal belangrijke boeken geschreven over het fenomeen huurlingen en ik heb drie van
deze boeken die mij zullen begeleiden in het bestuderen van de Anabasis; Mercenaries in the
Xen., Anab. 1.3.3; vertaald door: C.L. Brownson, Xenophon in Seven Volumes. (Cambridge, MA, en Londen:
Harvard University Press en Heinemann 1922)
3
M. Trundle, Greek Mercenaries: From the late archaic period to Alexander (New York 2004), 143-144
4
Xen., Anab. 1.3.6; vertaald door: C.L. Brownson, Xenophon in Seven Volumes. (Cambridge, MA, en Londen:
Harvard University Press en Heinemann 1922)
Classical World(2012) door Stephen English, Greek Mercenaries(2004) door Matthew Trundle en
Greek Mercenary Soldiers(1933) door H.W. Parke.
Ook de schrijvers over het Achaemenidische rijk, P. Briant in From Cyrus to Alexander en A. Kuhrt in
The Persian Empire gebruiken voor hun passages over de tienduizend als bronnen de Anabasis. Dit
bevestigt alleen maar meer mijn idee dat dit werk als voornaamste bron wordt gebruikt in de
bestudering van deze gebeurtenissen.
Mijn keuze voor het onderwerp is tot stand gekomen door mijn interesse voor militair-politieke
zaken en ik heb altijd al een persoonlijke affiniteit gehad met de oudheid. Ik wil daarom dus iets doen
met het Perzische leger. Een probleem hierbij is dat er maar weinig bronnen zijn over het Perzische
leger als geheel. Er is echter wel een deel van het Perzische leger dat uitermate goed
gedocumenteerd is, namelijk de soldaten die afkomstig waren uit de Griekse wereld (zie hiervoor
figuur 1). Ik zie nu dus een kans om dieper in het militaire apparaat van de Griekse wereld te duiken.
Ik heb mij in de literatuur verdiept en moet opmerken dat een veel gebruikte bron de Anabasis is.
Door deze overvloed aan verwijzingen naar en bestudering van de Anabasis zie ik een kans om hier
dieper in te duiken en de Anabasis centraal te stellen in mijn onderzoek. In alle literatuur die ik lees is
de Anabasis of de enige bron of een van de meest gebruikte. Ik zal mijn paper toetsen aan dit werk,
en het functioneren van Griekse huurlingen hieraan onttrekken. De Anabasis is het meest gebruikte
werk in het onderzoek naar huurlingen in de Griekse wereld en ik denk dat een studie naar dit werk
een goede indicatie geeft van de algehele situatie omtrent het huurlingenwezen. Daar de Anabasis
de basis vormt voor het onderzoek naar huurlingen in de Griekse wereld verwacht ik dat ik goede
resultaten zal behalen met mijn focus op dit werk.
Dit onderzoek zal mij doen duiken in een aantal aspecten van het functioneren van de huurlingen die
uit de Griekse wereld kwamen en dienst namen in het Perzische leger. Ik zal een aantal dingen gaan
uitzoeken, met als begin een onderzoek naar de begrippen huurlingen en Griekse. Daarna zal ik het
proces van een huurling doorlopen, beginnend met zijn motivatie, daarna de wijze van zijn
rekrutering en uiteindelijk de organisatie en betaling van een huurlingenleger in Perzische dienst in
kaart te brengen. Uiteindelijk hoop ik een kort doch omvattend essay te hebben geschreven waarin
ik dit deel van het Perzische leger beter in kaart heb gebracht.
Dan wil ik mijn inleiding besluiten met een kort citaat uit een roman van de hand van Valerio
Massimo Manfredi, waarin Alexander het huurlingenbestaan verdedigt tegenover zijn beste
vrienden.
Some men fight many wars and ultimately find themselves emptied of all conviction and ideals, yet
full of ability and experience. At that point in their lives they sell their sword for the best offer, but
they remain men of honour [...]5
Egesche Huurlingen
Waren deze huurlingen wel Grieken?
Er moet wel beseft worden dat het begrip Griek een modern begrip is, men had in de 4e eeuw v.
Chr. nog geen Griekse identiteit. Het enige dat hier in de buurt kwam, was yauna de naam die de
Perzen aan de mensen uit de Griekse wereld gaven en die gebaseerd was op de uitspraak van Ioni.
In Parke wordt een tabel gegeven met daarin het aantal en afkomst van alle personen die met naam
genoemd worden in de Anabasis.
Figuur 2 - Tabel uit (Parke, 1933) H. Parke, Greek Mercenary soldiers from the earliest times to the battle of the Ipsus
Wat moeten we hier uit opmaken? Hieruit kunnen wij opmaken dat de soldaten in deze
huurlingenlegers zichzelf meer identificeerden met hun poleis of de streek waaruit ze afkomstig
waren dan met een grotere Griekse identiteit. Ik zal dus niet spreken van Griekse huurlingen maar
van huurlingen uit de Griekse wereld of van huurlingen uit het Egesche gebied.
De term die in de Anabasis wordt gebruikt is E en betekent zoveel als Helleen naar een stam
uit het verre verleden waar Hellen het stamhoofd zou zijn geweest. Deze term wordt vaak gebruikt
om naar mensen die deel hebben van het gemeenschappelijke culturele erfgoed te verwijzen.
Mijn gedachten over dit onderwerp hebben mij doen concluderen dat er onder de inwoners van de
Griekse wereld wel een gedeelde noemer bestond, namelijk het Helleen zijn. Ik ben er niet van
overtuigd dat er een Griekse identiteit onder alle Grieken bestond. Dit is ook wel te zien aan het feit
dat men zich niet identificeerde als Griek of Helleen, maar in eerste plaats als inwoner en burger van
een polis. Er was naar mijn mening wel sprake van een gedeelde culturele identiteit, men zag dit ook
wel zelf in, er was ook wel sprake dat men zich een 'Helleen' voelde, maar alleen als de polis niet
meer voldeed. Ook John Ma7 heeft iets te zeggen over de identiteit van de tienduizend, namelijk dat
zij als groep samen hebben moeten komen tot een nieuwe, post-polis identiteit.
Wat is de mercenary?
Wat is een mercenary? Het grote verschil tussen de mercenaries van de Griekse wereld en de citizensoldier die daarvoor de rangen van de phalanx vulden, was de professionaliteit. Maar is dit genoeg
om een onderscheid te maken? De Macedonische soldaten die in het leger van Alexander dienden
H.W. Parke, Greek Mercenary soldiers from the earliest times to the battle to the battle of the Ipsus (Oxford
1933), 28
7
J. Ma, You cant go home again, in: Lane Fox(ed.), The Long March: Xenophon and the ten thousand(New
Haven:Yale University Press 2004), 336
waren ook professionals, maar ze vochten wel in het leger van hun eigen koning. Volgens Trundle8
heeft Andre Aymard de mercenaries als volgt gedefinieerd:
The mercenary, once he has made a contract with his employer, accepts the eventual sacrifice
of his life without being legally obliged nor motivated by sentiment to risk his live. Without a
country, nor chief, nor cause to which he is devoted: he serves in the army where,
camaraderie and esprit de corps aside, he is a foreigner.
Ook de definitie van het Geneva Protocol wordt door Trundle aangehaald om te definiren wat deze
mercenaries nu zijn:
A mercenary is any person who:
(a) is specially recruited locally and abroad in order to fight in an armed conflict:
(b) does in fact take a direct part in the hostilities;
(c) is motivated to take part in the hostilities essentially by the desire for private gain and, in fact,
is promised, by or on behalf of a Party to the conflict, material compensation substantially in
excess of that promised or paid to combatants of similar ranks and functions in the armed
forces of that Party;
(d) is neither a national of a Party to the conflict nor a resident of territory controlled by a Party to
the conflict;
(e) is not a member of the armed forces of a Party to the conflict; and
(f) has not been sent by a State which is not a Party to the conflict on official duty as a member of
its armed forces.9
Hiermee hebben we een drieledige manier om te toetsen wanneer iemand een mercenary is: (1)hij
wordt betaald voor zijn diensten (2) hij dient in een leger waar hij een buitenlander en een
vreemdeling is en (3) hij doet daadwerkelijk militaire dienst.
De Grieken hadden zelf geen woord voor mercenary, er werden afwisselende termen gebruikt om
deze soldaten aan te duiden10, in de vroege Griekse schriften komt het woord epikouros voor wat
mee-vechter of helper betekent, ook xenos, buitenlander of vreemdeling, werd gebruikt maar
dit kon ook andere betekenissen hebben. Later komt men ook ander termen tegen, zoals
mistophoros, dat loon-verdiener betekent, deze soldaten werden tot hun dienst verleid door een
betaling, een misthos.
Waren deze soldaten wel huurlingen?
Als we gaan kijken naar de definities die worden gebruikt heden ten dagen, dan is het niet evident
dat de huurlingen uit het Egesche gebied ook aan deze eisen voldoen. Als we Parke volgen dan
worden de troepen aangevoerd door de persoon die ze gerekruteerd heeft11 en men diende tussen
de landgenoten die ook in dienst van de, veelal Griekse, huurlingencommandant waren. Er was dus
ook wel zeker sprake van een band tussen de soldaten en hun commandant, en men was binnen de
eenheid ook geen zeker geen vreemde. Ook is het te betwijfelen of men geen resident of the
territory was, het Perzische rijk maakte zeker wel aanspraak op het Ionische(de Griekse steden in
Klein-Azi) gedeelte van de Griekse wereld, en zelfs tot in Macedoni werd heerschappij geclaimd.
8
Er valt dus wat te zeggen voor het feit dat deze soldaten minder overeenkomsten met de moderne
definitie van huurlingen hebben dan op het eerste gezicht zou worden gezegd. Ja, er is zeker sprake
van een betaling, maar de motieven van de huurlingen liepen ver uiteen, er waren ook zeker
huurlingen die een politieke zaak dienden met hun dienst in een vreemd leger.
Ook voor de mensen in die tijd waren de motivaties van huurlingen niet altijd zo eenduidig als de
richtlijnen die tegenwoordig zijn opgesteld. Maar ik zal in een van de volgende hoofdstukken dieper
ingaan op de motivatie van huurlingen.
12
Ik zal in dit stuk het woord huurling gebruiken waar het in de literatuur mercenaries betreft. Ik vind zelf de
term mercenary meer tot de verbeelding spreken, maar om het zo eenvoudig mogelijk te houden zal ik het bij
huurlingen houden.
13
Parke, Greek Mercenary soldiers from the earliest times to the battle to the battle of the Ipsus, 20
14
Trundle, Greek Mercenaries, 40-41
15
Trundle, Greek Mercenaries, 124 -131
16
J.G.P. Best, Thracian Peltasts and their influence on Greek warfare (Groningen 1969), 17
17
Best, Thracian Peltasts, 3
mensen. Daarnaast was de het worden voor een hopliet nu ook betaalbaarder voor meer mensen en
waren er ook meer mensen die een huurlingenbestaan konden financieren.
In zijn stuk The Ambitions of a Mercenary zegt Roy18 dat er zoveel huurlingen waren omdat men in de
Peloponnesische oorlog gewend was geraakt aan een permanente staat van onder de wapens zijn.
Hierdoor waren er veel ervaren soldaten op het Griekse vasteland, die ook daadwerkelijk konden
worden gerekruteerd door de ronselaars van Cyrus.
Geografische afkomst van de huursoldaten
Waar kwamen deze huursoldaten vandaan? De Griekse hoplieten van de 10000 waren afkomstig uit
alle delen van de Griekse wereld.19 Er waren Athenen, Spartanen, Thracirs en Thessalirs in de
gelederen. Veel van deze soldaten hadden eerder mee gevochten in de Peloponnesische oorlog en
waren nu op zoek naar een nieuwe bron van inkomsten. Voor veel Grieken was de belofte van
betaling voldoende motivatie om opzoek te gaan naar een contract buiten Griekenland, zelfs de
koningen van Sparta zochten dienst buiten Griekenland om zo inkomsten voor de staat te
genereren.20 Zij deden dit niet alleen maar namen natuurlijk ook een eigen eenheid soldaten mee.
Zoals we in de eerder al hebben gezien21, is de gedocumenteerde afkomst van leden van de 10.000
heel divers22 en waren in bijna ieder conflict soldaten uit alle delen van de Griekse wereld te vinden.
Op bovenstaande kaart is te goed te zien waar de soldaten uit de Anabasis vandaan kwamen.
Er waren Arcadirs, afkomstig uit de regio centraal op de Peloponnesos; Athenen; Spartanen;
Acheanen, afkomstig uit de noordelijke regio van de Peloponnesos; Eleanen, afkomstig uit Elis,
westelijk op de Peloponnesos; Thessalirs, afkomstig uit Thessali; Dardanirs, afkomstig uit
Dardani in Ionie; Boeoten afkomstig uit Boeoti; Syracusen, uit Syracuse(op Sicili); Acarnanirs uit
18
J. Roy, The Ambitions of a Mercenary', in: Lane Fox(ed.), The Long March: Xenophon and the ten
thousand(New Haven:Yale University Press 2004), 267
19
R. Waterfield, Xenophons Retreat (Cambridge 2006), 69-70
20
Trundle, Greek Mercenaries,65
21
Zie figuur 3
22
Zie kanttekeningen op pagina 4
Acarnani gelegen op de westelijke, zuidelijke kust van het vasteland en nog velen anderen.23
23
24
Parke, Greek Mercenary soldiers from the earliest times to the battle to the battle of the Ipsus, 28
Manfredi, Alexander,41
contact hebben met zijn lochagoi25 en niet met de generaals van het leger. Er is maar weinig te
vinden in de bronnen over de persoonlijke motivatie van soldaten aldus Trundle26.
Een citaat uit de Anabasis waarin Xenophon spreekt over de motivatie van de huurlingen:
For most of the soldiers had sailed away from Greece to undertake this service for pay, not because
their means were scanty, but because they knew by report of the noble character of Cyrus; some
brought other men with them, some had even spent money of their own on the enterprise, while still
another class had abandoned fathers and mothers, or had left children behind with the idea of
getting money to bring back to them, all because they heard that the other people who served with
Cyrus enjoyed abundant good fortune. Being men of this sort, therefore, they longed to return in
safety to Greece
Er was een tweeledige motivatie onder de soldaten van de Tienduizend, op de eerste plaats kreeg
men betaald maar ook het feit dat ze bewondering hadden voor Cyrus speelde een rol bij hun keuze
voor het dienen onder zijn commando.
Ook het volgende fragment, als Xenophon het over Cyrus heeft en zijn manier met omgaan met
mensen en het soort mensen dat hij ook aantrekt, laat blijken dat niet voor iedereen betaling het
hoogste goed is.
For generals and captains who came overseas to serve him for the sake of money judged that loyal
obedience to Cyrus was worth more to them than their mere monthly pay. [...]In consequence, he was
said to have gained the very best supporters for every undertaking.27
Ook hier zien we terug dat de motivatie voor de hogere rangen niet puur uit geldelijk belang was,
men wilde Cyrus trouw dienen.
Volgens Trundle28 was het ook niet zo dat er zoveel huurlingen waren door redenen die men in
Griekenland moet zoeken, maar omdat er zoveel vraag was naar soldaten uit de Griekse wereld in de
omliggende streken.
Roy29 geeft aan dat de Arcadirs een reputatie hadden als huurlingen omdat zij tot dit bestaan
werden gedwongen door armoede, zij hadden dus wel een wezenlijk en primair belang in het betaald
worden. Voor een gedeelte van de Hellenen onder de tienduizend wel een directe geldelijke
motivatie voor het huurlingen bestaan.
Cyrus and his army remained here at Tarsus twenty days, for the soldiers refused to go any farther;
for they suspected by this time that they were going against the King, and they said they had not
been hired for that.30
In deze passage van de Anabasis weigeren de soldaten verder te gaan, ze zijn vertrokken met een
bepaald doel waarvoor ze zijn ingehuurd en ze weigeren een taak te ondernemen die daarbuiten ligt.
25
Een lochagoi was een officier die commando voerde over een lochoi
Trundle, Greek Mercenaries, 42
27
Xen., Anab. 1.9.17 - 1.9.18; vertaald door: C.L. Brownson, Xenophon in Seven Volumes. (Cambridge, MA, en
Londen: Harvard University Press en Heinemann 1922)
28
Trundle, Greek Mercenaries, 41
29
Roy, 2004, 373
30 30
Xen., Anab. 1.3.1; vertaald door: C.L. Brownson, Xenophon in Seven Volumes. (Cambridge, MA, en Londen:
Harvard University Press en Heinemann 1922)
26
10
Dit kan op twee manieren verklaard worden; (1) ze willen meer betaald krijgen of (2) ze zijn het niet
eens met het uiteindelijke doel en weigeren daarom om verder te gaan. Zoals we later zullen zien
gaat het leger uiteindelijk akkoord met het verder gaan tegen een loonsverhoging, maar dit kost de
commandanten en Cyrus veel overredingskracht en mooie praatjes. In dit geval komt de betaling
boven de eventuele morele bezwaren te staan.
Ik denk dat er wel gesteld kan worden dat de motivatie onder de Tienduizend niet voor iedereen
hetzelfde was. Er waren mannen die zich puur door geldelijk gewin lieten overtuigen, maar er waren
ook mannen bij die dachten een persoon te dienen waar zij naar op keken en die hun trouw waard
was.
31
11
as they could get, saying that he intended to make war upon Tissaphernes with the aid of the
Milesian exiles; and they proceeded to carry out his directions33
Cyrus gebruikt zijn persoonlijke vrienden om voor hem een leger op de been te brengen, deze
vrienden zijn allen afkomstig uit de Griekse wereld en ook hier ziet men weer dat men
gedentificeerd wordt aan de streek of stadstaat waar men uit afkomstig was en niet als Griek.
It was in the following way, then, that he gathered this force: In the first place, he sent orders to the
commanders of all the garrisons he had in the cities to enlist as many Peloponnesian soldiers of the
best sort as they severally could[]34
Ook hier zien we weer dat Cyrus zijn relaties gebruikt om manschappen te rekruteren. Zijn
garnizoenscommandanten worden ingezet om soldaten te werven in de Peloponnesos. Cyrus was de
satraap van Lydi en kon zo op de steun van de daar gelegen steden rekenen. Dit zijn ook weer de
persoonlijke banden van Cyrus die aan het werk worden gezet om een leger op de been te krijgen.
Rekrutering door de philia en de xenia
Wat er hierna gebeurde, is dat deze vrienden(philia) en vreemdelingen(xenia) ook weer hun
persoonlijke banden gebruikten om een leger aan te trekken, misschien kenden ze zelf huurlingen,
misschien kenden ze iemand met deze contacten, maar op alle niveaus zien we de invloed van
persoonlijke banden weer terugkeren. Men maakte op ieder niveau gebruik van de persoonlijke
banden, men associeerde zich ook niet met een bepaalde eenheid maar met een commandant. 35 36
Again, Aristippus the Thessalian chanced to be a friend of Cyrus, and since he was hard pressed by his
political opponents at home, he came to Cyrus and asked him for three months' pay for two thousand
mercenaries, urging that in this way he should get the better of his opponents. And Cyrus gave him six
months' pay for four thousand, and requested him not to come to terms with his opponents until he
had consulted with him. Thus the army in Thessaly, again, was being secretly maintained for him.37
Ook hier zien we weer dat Cyrus het rekruteren laat doen door mensen met wie hij een persoonlijke
band heeft, hij neemt hier duidelijk de rol van paymaster op zich en financiert een leger waar hij op
dat moment nog geen nut van heeft.
Binnen het rekruteren van legers kwamen de soldaten in verschillende verbanden binnen. Er waren
al groepen die zich georganiseerd hadden en een soort eenheid vormden die zichzelf verhuurde,
maar er waren ook mensen die zich individueel aan kwamen melden.
33
Xen., Anab. 1.1.11; vertaald door: C.L. Brownson, Xenophon in Seven Volumes. (Cambridge, MA, en Londen:
Harvard University Press en Heinemann 1922)
34
Xen., Anab. 1.1.6; vertaald door: C.L. Brownson, Xenophon in Seven Volumes. (Cambridge, MA, en Londen:
Harvard University Press en Heinemann 1922)
35
Waterfield, Xenophons Retreat, 70
36
Trundle, Greek Mercenaries,104-107
37
Xen., Anab. 1.1.10; vertaald door: C.L. Brownson, Xenophon in Seven Volumes. (Cambridge, MA, en Londen:
Harvard University Press en Heinemann 1922)
12
13
commando voerde. Dit betekent niet dat hij een van de strategoi45 is die het commando over het
leger voerde, hij kon zelf ook nog met zijn manschappen onder het commando van een ander staan,
deze had dan waarschijnlijk hem ingehuurd.
De grootte van een lochoi was niet vastomlijnd. De meeste bestonden uit 100 manschappen maar er
waren ook lochoi van 50, zoals de lochoi in het leger van Menon. Tijdens de tocht werden ook
verliezen geleden, er werden dan geen lochoi samengevoegd om de eenheden op een standaard
grootte te houden, maar de lochoi werden intact gehouden. Zo konden er dus ook lochoi ontstaan
van 70 man 46. Dit is voor mij natuurlijk niet onverwacht, de lochoi waren door hun lochagoi
ingehuurd en er was dus ook de verwachting dat hij het commando zou blijven voeren over de
troepen die hij had mee gebracht.
45
14
They asked, however, for more pay, and Cyrus promised to give them all half as much again as they
had been receiving before, namely, a daric and a half a month to each man instead of a daric[]51
Het is ook niet zo dat de huurlingen standaard uitbetaald krijgen, in de hele Anabasis krijgen de
soldaten slechts eenmaal betaald. Dit vindt plaats in het volgende fragment, als er al een
betalingsachterstand is van drie maanden.
There he remained five days. At this time he was owing the soldiers more than three months' pay, and
they went again and again to his headquarters and demanded what was due them. He all the while
expressed hopes, and was manifestly troubled; for it was not Cyrus' way to withhold payment when
he had money. At this juncture arrived Epyaxa, the wife of Syennesis, the king of the Cilicians, coming
to visit Cyrus, and the story was that she gave him a large sum of money; at any rate, Cyrus paid the
troops at that time four months' wages.52
De betaling wordt dus wel per maand berekend en bij gehouden, maar het is evident dat dit niet per
maand direct betaald wordt. Zo valt er nergens in de Anabasis iets te vinden over de manier van loon
uitbetaling, er wordt een aantal keren een geldelijke beloning beloofd na het voltooien van de
beoogde doelstellingen en er wordt eenmaal een betaling gedaan als de manschappen dreigen te
deserteren.
Discussie
Ik heb mij met veel plezier verdiept in de Anabasis en denk dat ik een heel aardig beeld heb van de
organisatie van de Tienduizend.
Er zijn een boel vragen die ik mijzelf heb gesteld voordat ik mijzelf in dit onderwerp heb verdiept en
ik denk dat ik ze ook heb kunnen beantwoorden. Ten eerste had ik voor mijzelf twijfels over het door
iedereen gebruikte 'Griekse' in de literatuur. Ik snap dat men dit doet om duidelijkheid te scheppen
maar ik ben van mening dat dit een beeld schept van de werkelijkheid dat niet aan de waarheid kan
voldoen. Het doet namelijk voorkomen dat er sprake is van een 'Griekse' identiteit. Maar er is pas
veel later een nationale Griekse identiteit ontstaan. In de vertalingen van de Anabasis wordt ook
'Grieks' gebruikt. Maar na een beetje speurwerk in de Griekse versie is er sprake van E, dit
betekent 'Helleen'. Dit wordt ook gebruikt als 'Griek', in de hedendaagse literatuur. Maar het heeft
een veel oudere, diepere culturele betekenis. Ik denk dat Hellenen een veel betere term zou zijn. Het
is alleen zo dat deze al in gebruik is genomen voor de post-Alexander, de Hellenistische, periode en
dus al andere connotaties heeft. De discussie over de identiteit van personen in de Griekse oudheid
is wel boeiend, maar het is niet het onderwerp van mijn onderzoek.
Ik wilde ook een blik werpen op het begrip 'huurling' en ik moet concluderen dat er wel een verschil
zit tussen het idee en de definitie die wij hebben van het begrip en de realiteit van de 4e eeuw v.Chr..
Aan het begin van mijn paper heb ik het gehad over de definitie van het begrip 'huurling'. Als we
hierna kijken zien we op een aantal punten dat de soldaten van de Tienduizend hier wel vanaf
wijken. Vooral het punt waar men geen inwoner van het betwiste gebied mag zijn is erg interessant
met een blik op de hedendaagse discussie over de reikwijdte van het Perzische 'Empire'. Is
51
Xen., Anab. 1.3.21.; vertaald door: C.L. Brownson, Xenophon in Seven Volumes. (Cambridge, MA, en Londen:
Harvard University Press en Heinemann 1922)
52
Xen., Anab. 1.2.12 - 1.2.13.; vertaald door: C.L. Brownson, Xenophon in Seven Volumes. (Cambridge, MA, en
Londen: Harvard University Press en Heinemann 1922)
15
Griekenland een onderdeel van het Perzische rijk? Als we de Perzen moeten geloven wel, maar de
Griekse stadstaten hadden toch een zeer sterke onafhankelijkheidsdrift. Wel kan worden gezegd dat
de steden in Ionie deel uit maakten van het Perzische rijk, veelal zat er een Perzische gouverneur en
de aanspraak die er door de Koning der Koningen op deze steden werd gedaan is geloofwaardig.
Ik heb ook gekeken naar de stadia van het huurlingen bestaan, te beginnen bij de beweegredenen en
de motivaties van de huurlingen, het proces van rekrutering, de organisatie van het leger en als
laatste de betaling van het leger. Er is maar weinig te vinden in de bronnen over de motivatie van de
soldaten en de wijze van betaling, dit wordt een aantal maal expliciet vermeld in de literatuur, toch
denk ik dat er wel een beeld valt te schetsen, en ik denk dat ik dit ook wel heb gedaan.
De organisatie van de Tienduizend is wel interessant. Wat vooral opvalt is dat er niet een
commandant aan het hoofd van de Grieken stond. Er waren lochagoi die het commando voerden
over een eenheid van ongeveer 100 man en een soort kapiteins waren. Op hun beurt werden een
aantal lochagoi aangevoerd door een strategos, een generaal. Maar er was niemand die boven de
verschillende strategoi stond en zo een eenheid maakte van de Tienduizend. Later gebeurt dit wel als
Xenophon het commando over neemt, maar hiervoor moet wel eerst het hele leidinggevende kader
uitgemoord worden.
Als laatste wil ik nog even iets zeggen over mijn literatuur, het is namelijk zo dat niet al mijn boeken
ook daadwerkelijk in mijn noten zijn beland. Dit komt omdat ik niet de boeken inhoudelijk heb
gebruikt, ze zijn echter wel gebruikt om bronnen op te speuren en voornamelijk om mij binnen die
bronnen te wijzen naar de juiste passages. Daarom vond ik het wel noodzakelijk ze op te nemen in
mijn literatuurlijst maar zijn ze niet direct gebruikt en als gevolg ook niet in mijn noten terecht
gekomen.
16
Bibliografie
Fox, Lane (ed.), The Long March: Xenophon and the Ten Thousand, (Bath: Yale University 2004)
Allen, L., The Persian Empire, (Londen: The British Museum Press 2005)
Best, J. G., Thracian peltast and their influence on Greek warfare, (Groningen: Wolters-Noordhoff
1969)
Briant, P., From Cyrus to Alexander: A History of the Persian Empire, (Verenigde Staten: Libraire
Artheme Fayard 2002)
English, S., Mercenaries in the Classical World: to the death of Alexander, (Barnsley: Pen & Sword
Books Ltd 2012)
Hanson, V. D., The Wars of the Ancient Greeks, (Londen: Cassel & Co 1999)
Kuhrt, A., The Persian Empire: A Corpus of Sources from the Achaemenid Period, (Oxon: Routledge
2007)
Parke, H. W., Greek Mercenary soldiers: from the earliest times to the battle of the Ipsus, (Londen:
Claredon Press 1933)
Sidebottom, H., Ancient Warfare: A Very Short Introduction, (Oxford: Oxford University Press 2004)
Trundle, M., Greek mercenaries from the late archaic period to Alexander, (New York: Routledge
2004)
Waterfield, R., Xenophon's Retreat, (Cambridge, MA: The Belknap Press of Harvard University Press
2006)
Bronnen
-
Xenophon, Anabasis; vertaald door: C.L. Brownson, Xenophon in Seven Volumes. (Cambridge,
MA, en Londen: Harvard University Press en Heinemann 1922)
17