You are on page 1of 14

PVE-HW.

qxd 21-5-02 14:55 Pagina 1

Kwaliteitsbeeld Bedrijventerrein Hoeksche Waard


programma van eisen

opdrachtgever
Gemeente Binnenmaas, namens RIHW

opdrachtnemer
VHP stedebouwkundigen + architekten + landschapsarchitekten

mei 2002
proj.nr.: 4621.0
PVE-HW.qxd 21-5-02 15:00 Pagina 2

opdrachtgever
Gemeente Binnenmaas, namens RIHW

opdrachtnemer
VHP stedebouwkundigen + architekten + landschapsarchitekten
prins hendrikkade 14
postbus 9031
3007 aa rotterdam
t 010 452 07 44
f 010 453 24 54
e vhp@vhp.nl
i www.vhp.nl

mei 2002
proj.nr.: 4621.0

2
PVE-HW.qxd 21-5-02 14:55 Pagina 3

Kwaliteitsbeeld Bedrijventerrein Hoeksche Waard


programma van eisen
PVE-HW.qxd 21-5-02 14:55 Pagina 4

Bestaande provinciale weg

Bestaande weg

Fietspad

Hoofdontsluiting-primair

Hoofdontsluiting-secundair

Bedrijfsontsluitingsweg met ontslui-


tingsrichting

Richting snelweg

Busroute

1. Ontsluiting

4
PVE-HW.qxd 21-5-02 14:55 Pagina 5

Inleiding

Dit programma van eisen is een onderdeel van het kwaliteitsbeeld voor de bedrijventerreinen in de Hoeksche Waard. Het
programma van eisen omvat de ruimtelijke principes die als basis gelden voor de ontwerpopgave. Het programma probeert niet
volledig te zijn, maar vooral duidelijk te maken wat de belangrijke ruimtelijke aspecten zijn voor deze specifieke opgave. Zaken
als milieu, energie en archeologie zijn nu niet opgenomen en komen later in het proces aan de orde.

Het programma is opgebouwd rond een aantal centrale termen: netwerken, publiek domein, collectief, clustering, intensief
ruimtegebruik, groei en flexibiliteit, landschap. Per term is aangegeven wat het streven (of de algemene eis) is, en welke eisen
daaraan gekoppeld worden als het gaat om de het ontwerp. In de bijgevoegde beelden is het programma van eisen geïllus-
treerd.

Netwerken

Het bedrijfsterrein wordt functioneel en ruimtelijk onderdeel van een ruimer gebied. De netwerken van het bedrijfsterrein zullen
op verantwoorde wijze aansluiten op de omgeving. Dat wil zeggen dat waar mogelijk netwerken doorlopen, belasting van de
omgeving worden tegengegaan, en waar mogelijk problemen met verbindingen worden opgelost. Uit overwegingen van kwali-
teit, efficiëntie en duurzaamheid wordt waar mogelijk ingezet op de bundeling van de netwerken van water, hoofdwegen (zie
figuur 1) en groen.
- De hoofdontsluitingen van het bedrijfsterrein zijn op directe wijze verbonden met de provinciale weg, die weer aansluit op de
snelweg. Het aantal kruisingen met dijken wordt zo veel mogelijk beperkt. De dijken (secundaire waterkeringen) worden
intact gehouden. De kruisingen worden ruimtelijk goed en veilig ontworpen.
- De wegen van het bedrijfsterrein worden verbonden met tertiaire wegen in de omgeving, als dat geen hinderlijke verkeers-
stromen veroorzaakt.
- Het bedrijfsterrein heeft minimaal twee ontsluitingspunten. Deze punten kunnen verschillen in belang.
- De bedrijven zijn allen per fiets te bereiken. De fietsroutes sluiten aan op routes in de omgeving, zoals die over de dijken.
- De groene ruimte van het bedrijfsterrein sluit aan op bestaande op geprojecteerde groenstructuren, en zorgt voor behoud of
waar mogelijk uitbreiding van ecologische verbindingen en waarden.
- De waterhuishouding van het bedrijfsterrein is duurzaam; het belast de omgeving niet in kwalitatieve en kwantitatieve zin.
Voor de opvang van overvloedige regenval wordt een gebied gereserveerd dat het equivalent is van een gebiedspercentage van
10% voor open water. Uitgangspunt voor het rioolstelsel is een verbeterd gescheiden rioleringsstelsel. Er wordt rekening
gehouden met de verschillende bemalingsgebieden. Het water en de oevers worden benut als beelddragers en als ecologische
elementen (minimaal natuurvriendelijke oevers met een plasberm en rietkraag van 1 tot 2 meter breed).
- Het bedrijfsterrein is bereikbaar per openbaar vervoer. De route en dienstregeling van de bus is zodanig dat zowel het bedrijf-
sterrein als de aanwezige woonbebouwing op adequate wijze bediend worden. De haltes zijn veilig en goed bereikbaar.

Publiek domein

De terreinen zijn publiek domein. Dat wil zeggen dat de terreinen ten alle tijden toegankelijk, uitnodigend en sociaal veilig zijn
voor werknemers, bezoekers, omwonenden en passanten.
- De structuur van het terrein is helder, de belangrijkste routes zijn overzichtelijk.
- Waar mogelijk worden hekwerken vermeden. Eventuele erfafscheidingen zijn van hoge kwaliteit en onderlinge afgestemd.
- Aan de belangrijkste routes en de randen van het terrein staan voorkanten van gebouwen. Aan deze zijden is er geen ruimte
voor opslag buiten.
- Waar mogelijk worden functies als recreatie, detailhandel en wonen in het gebied geïntegreerd. Dit maakt het gebruik diverse
en intensiever in de tijd, wat het publieke karakter van het gebied ten goede komt. De opzet biedt verschillende aanleidingen
voor de plaatsing: bij de collectieve voorzieningen, bij de hoofdwegen (en busroute), of binnen bepaalde clusters.
5
PVE-HW.qxd 21-5-02 14:55 Pagina 6

2. Beeld van de clusters

cluster logistiek cluster gemengd/industrieel cluster hoogwaardig

min. max. min. max. min. max.

bouwhoogte

verharding (%)

bebouwings-
oppervlak (%)

3. Regels per cluster

6
PVE-HW.qxd 21-5-02 14:55 Pagina 7

Collectief

De collectieve uitstraling van het bedrijfsterrein of delen ervan is van belang naast de individuele uitstraling van de bedrijven.
De mogelijkheden van gezamenlijke functies of gezamenlijk functioneren worden uitgebuit.
- (Landschaps-)architectonische regels worden ingezet op het niveau van de gedefinieerde stedenbouwkundige eenheden (hier:
de clusters), zodat ze een relatie hebben met het functioneren en de uitstraling van de eenheden als geheel.
- Collectieve voorzieningen (horeca, zakelijke faciliteiten, kinderopvang, sportfaciliteiten) krijgen een prominente plaats in de
openbare ruimte van het terrein. De situering aan de netwerken voor auto en fiets is zodanig dat gebruik door omwonenden
en deels ook passanten goed mogelijk is.

Clustering

De verschillende bedrijfstypen worden geclusterd in begrensde ruimtelijke eenheden. Deze eenheden kennen eigen ruimtelijke
regels die in eerste instantie gebaseerd zijn op het functioneren van het bedrijfstype of de bedrijfstypen en het collectief
gebruik door bedrijven. Zo wordt de ordening van het cluster ook ingezet ten behoeve van een sterke en hoogwaardige collec-
tieve uitstraling (zie figuren 2 en 3).
- De clusters uit het kwaliteitsbeeld zijn voorbeelden. De glastuinbouw krijgt een eigen cluster. De breedte van de clusters wordt
bepaald door de verkaveling die passend is voor het betreffende bedrijfstype of de betreffende bedrijfstypen. De uiteindelijke
einden worden bepaald door eisen vanuit de omgeving (bv. afstand tot de dijk).
- De regels betreffen de buitenruimte en de bebouwing. Voor de buitenruimte gaat het om: het gebruik (opslag, expeditie,
parkeren, uitloop), type (verhard, groen) en investeringsniveau. Voor de bebouwing gaat het om de plaats van voor/achter-
kant, de plaats op de kavel, de aansluiting op naburige gebouwen, minimum en maximum percentage bebouwing, de hoogte,
en de architectuur.
- De clusters worden ontsloten vanaf de hoofdwegen en zijn onderling verbonden. Het principe voor de verdere ontsluiting kan
per cluster verschillen.

Intensief ruimtegebruik

Om het open landschap van de Hoeksche Waard zoveel mogelijk te bewaren en vanuit algemene ruimte-overwegingen wordt
ingezet op intensief ruimtegebruik binnen de clusters.
- De intensiteit wordt bewerkstelligd door vanuit een bepaald minimumeis verdere intensiveringsmogelijkheden te bieden, die
in de loop der tijd benut kunnen worden. Zo ontstaan steeds intensiever benutte en compacter bebouwde terreinen binnen
een vastgelegd, en ruim groen kader.
- Intensiteit wordt verkregen door stapeling, door gezamenlijk ruimtegebruik, en voorkomen van niet of nauwelijks gebruikte
ruimten.

7
PVE-HW.qxd 21-5-02 14:55 Pagina 8

Waterberging tussen clusters

Gemeenschappelijke voorziening

Nieuwe natuur/waterberging

Flexibiliteit in begrenzing

250 ha

60 ha

20 ha

5. Uitbreiding in gebied 6. Uitbreiding in oppervlak

8
PVE-HW.qxd 21-5-02 14:55 Pagina 9

Groei en flexibiliteit

Het bedrijfsterrein wordt ontworpen op een groeiproces zonder vast einde, waarbij vanaf het begin en in de verschillende fasen
de beoogde kwaliteit zichtbaar is (zie figuren 4, 5 en 6).
- Voor diverse type bedrijven moet vanaf het begin ruimte zijn, met een beoogd totaaloppervlak van 20 ha. Rekening moet
worden gehouden met een groei tot 60 ha. Maximaal oppervlak voor de verre toekomst is 250 ha.
- Vanaf het begin worden verschillende, bijeengelegen clusters ontwikkeld. De clusters groeien in de loop der tijd volgens hun
eigen regels uit. Collectieve of publieke voorzieningen groeien mee, soms geleidelijk, soms stapsgewijs. Zo wordt de ruimte
voor waterberging geleidelijk opgebouwd. Deze ligt in eerste instantie tussen de clusters en langs de hoofdwegen. Zaken als
horeca en sportvoorzieningen zijn afhankelijk van voldoende draagvlak en ontstaan stapsgewijs. Voor deze voorzieningen
wordt ruimte gereserveerd.
-Reeds gevestigde bedrijven kunnen veranderen en groeien door functies te herordenen en het grondgebruik te intensiveren.
Bijvoorbeeld door een extra bouwlaag toe te voegen (indien de maximale hoogte nog niet is bereikt) of het parkeren van het
maaiveld naar het dak te verplaatsen en het vrijgekomen terrein te bebouwen. Van belang is gebouwen neer te zetten die deze
transformaties en ook andere veranderingen in gebruik (bijvoorbeeld naam meer kantoor) aankunnen. Voor bepaalde bedrijfs-
typen en clusters kan gedacht worden aan flexibel in te delen en te benutten gebouwen, waar bedrijven delen van huren.

- Binnen de openbare of collectieve buitenruimten is flexibiliteit in te bouwen. De flexibele ruimte wordt ingezet om het gebruik
van het terrein te kunnen intensiveren. Het kan gaan om collectieve pakeerplaatsen die verplaatst worden naar kelders of
daken, waardoor ruimte voor andere functies ontstaat. Ook met de ruimte voor extra waterberging kan worden geschoven.
Deze is in eerste instantie geprojecteerd langs de waterlopen tussen de clusters. Bij intensivering van het gebruik kan de
behoefte ontstaan aan meer ruimte voor infrastructuur, bijvoorbeeld in bredere wegen of door scheiding van gemotoriseerd
verkeer en langzaam verkeer. De genoemde ruimte voor waterberging kan daarvoor worden benut. De waterberging wordt
verschoven naar de rand van het bedrijfsterrein. Uiteindelijk ligt de berging aan de dijk, waar zij deel uitmaakt van de groene,
open zone die langs de dijk gewenst is. 4. Intensivering in oppervlak

9
PVE-HW.qxd 21-5-02 14:56 Pagina 10

Landschap

De bedrijfsterrein wordt deel van het Hoeksche Waardse landschap. Situering en vormgeving worden mede bepaald door dit
landschap. De bestaande karakteristieke elementen worden gerespecteerd en de karakteristieken van het landschap benut.
Daarnaast wordt de eigen logica van de bedrijfstypen benut om het 'werklandschap' te vormen (Zie o.a. het kwaliteitsbeeld,
figuur 10).
- De vormgeving van de buitenruimten van de hoofdstructuur is gebaseerd op het Hoeksche Waardse Landschap. Voorbeelden
daarvan zijn de lange waterlopen met rietkragen, gecombineerd met de wegen en eventuele beplanting die voor lange door-
zichten zorgen en zicht bieden op het omringende landschap.
- Langs bestaande lintbebouwing, bestaande dijken en bestaande wijkbebouwing wordt een zone aangehouden met regels
gericht op het behoud van het beeld en het functioneren van deze elementen. In het deel van de zone grenzend aan de
genoemde elementen is bebouwing niet toegestaan. De maat kan verschillen per cluster. In ieder geval wordt voorkomen dat
wordt gebouwd in de invloedssfeer van de primaire waterkering (ca. 65 m uit de dijk blijven). In het overig deel van de zone
gelden extra regels die betrekking hebben op architectuur of buitenruimte. De zones kunnen verschillen in hun benutting en
voorkomen. Zo kan de zone langs lintbebouwing en wijkbebouwing tuinen, velden, kleine akkers en parkjes omvatten, terwijl
langs de buitendijk uiteindelijk een doorlopende zone met gras, riet en ruigte met een waterbergingsfunctie kan ontstaan.

7. Illustratie van het kwaliteitsbeeld in 2007 8. Kwaliteitsbeeld in 2012


10
PVE-HW.qxd 21-5-02 14:56 Pagina 11

- Waar mogelijk worden andere bestaande elementen opgenomen in de structuur van het terrein. Voorbeeld is het opnemen van
enkele woningen langs een weg in een cluster kleinschalige bedrijven met bedrijfswoningen. Of een karakteristieke boerderij
in een collectieve ruimte.
- De randen van de clusters zijn verschillend in de wijze waarop ze aansluiten op de omgeving. Voorbeelden zijn: een doorlo-
pende kade met breed water rond de grote bedrijven van een logistiek cluster, bomenrijen langs (delen van) een gemengd
cluster, grazige velden met (fruit-)bomen in het hoogwaardige cluster.
- Regels ten aanzien van de hoogte van de bebouwing worden ingezet om het aangezicht van het terrein te regisseren. Deze
regels zijn gerelateerd aan de hoogte van bestaande landschapselementen en aan de kenmerken van de bedrijfstypen die in
een cluster voorkomen. Voor bijzondere bebouwing op bijzondere locaties kunnen uitzonderingen worden gemaakt, om
gebouwen te maken die gezichtbepalend zijn voor het gehele terrein. Vergelijk kerken en molens bij kernen. Dit kan bijvoor-
beeld gelden bij gebouwen voor of rond collectieve voorzieningen.

9. Eindbeeld in 2050
11
PVE-HW.qxd 21-5-02 14:56 Pagina 12

Woningen

Boerderij

Dijk

Kade

Groene ruimte (park, weide, akker)

Nieuwe natuur / waterberging

Waterloop

Ontsluitingsroute

Hoofdontsluiting

Fietsroute

Provinciale weg

Richting snelweg

Gemeenschappelijke /openbare voorziening

Cluster Glastuinbouw

Cluster hoogwaardige bedrijvigheid

Cluster gemengde en industriële bedrijvigheid

Cluster logistieke bedrijvigheid

Clusters, met extra regels voor architectuur /buitenruimte

Ruimte voor collectieve / openbare voorzieningen

12
PVE-HW.qxd 21-5-02 14:57 Pagina 13

10. Kwaliteitsbeeld
PVE-HW.qxd 21-5-02 14:57 Pagina 14

You might also like