Professional Documents
Culture Documents
Variantenstudie
Projectgroep 3D
deeltijd ATGM 3e jaar
milieukunde
: 14 juni 2011
: 3D Advies
Samenvatting
Het Waterschap Brabantse Delta is voornemens om aan de bestaande waterkering, gelegen aan de
Zomerwijk, een dijkverbetering te realiseren. Uit recent onderzoek is gebleken dat de bestaande waterkering
niet voldoet aan de wettelijk vereiste hoogte. In het kader van een m.e.r. aanmeldingsnotitie werd hier een
variantenstudie gerealiseerd om de meest kansrijke varianten te bepalen voor de aanpassing van de
Zomerdijk.
Uit de vier bestudeerde mogelijke varianten kwamen als meest kansrijk de varianten kruinverhoging met
binnenwaartse en buitenwaartse versterking. Klimaatdijk wordt als project te omvangrijk geschat voor een
planperiode van 50 jaar terwijl de extra robuustheid die een deltadijk biedt, in de huidige opdracht niet
terug te vinden is.
De vier varianten (klimaatdijk, deltadijk, kruinverhoging met binnendijkse versterking en kruinverhoging met
buitenwaartse versterking) zijn met elkaar vergeleken op veiligheid, kosten en invloed op
omgevingsfactoren. Hieruit kwam kruinverhoging met buitenwaartse versterking naar voren als
voorkeursvariant. Op een deel van het dijkvlak is echter buitendijks geen ruimte voor versterking. Op deze
delen is gekozen voor kruinverhoging met binnenwaarste versterking. De deltadijk en klimaatdijk blijken
beide te zware opties voor deze dijk.
In deze variantenstudie wordt aanbevolen om de bestaande problemen van piping en instabiliteit die de
waterkering resp. aan de oostelijke en westelijke gedeelte vertoont nader te bestuderen. Bovendien worden
gangbare reparatieoplossingen aangedragen voor piping en instabiliteit als bezwijkmechanismen. Dit is
noodzakelijk om de actuele robuustheid van de dijk en de omvang en impact van de uit te voeren
werkzaamheden op het milieu op dit moment te kunnen bepalen.
Inhoud
1. Inleiding ........................................................................................................................................................... 4
1.1 Leeswijzer .................................................................................................................................................. 4
2. Situatie ............................................................................................................................................................. 5
2.1 Karakteristiek van het gebied en de omgeving ......................................................................................... 5
3. Faalmechanismen bestaande dijk ................................................................................................................... 9
3.1 Piping ....................................................................................................................................................... 9
3.1.1 Drainage ........................................................................................................................................... 10
3.1.2 Versterkt sediment ........................................................................................................................... 10
3.1.3 Afdichtende folies............................................................................................................................. 10
3.1.4 Luisterbuis ........................................................................................................................................ 10
3.2 Instabiliteit ............................................................................................................................................... 11
3.2.1 Afschuiving ....................................................................................................................................... 11
3.2.2 Kabels en leidingen ........................................................................................................................... 12
3.3 Beschouwing faalmechanismen .............................................................................................................. 13
4. Verbeteren van de dijk .................................................................................................................................. 14
4.1 Kruinverhoging met binnenwaartse versterking ..................................................................................... 14
4.2 Kruinverhoging met buitenwaartse versterking...................................................................................... 15
4.3 Deltadijk................................................................................................................................................... 15
4.4 Klimaatdijk ............................................................................................................................................... 16
5. Afwegingen kansrijke varianten .................................................................................................................... 17
6. Beoordelingskader......................................................................................................................................... 18
6.1 Flora en fauna .......................................................................................................................................... 18
6.2 Cultuurhistorie en archeologie ................................................................................................................ 20
6.3 Wonen, werken en recreatie ................................................................................................................... 21
6.4 Landschap ................................................................................................................................................ 22
6.5 Overzicht effecten en beoordelingskader ............................................................................................... 23
7. Conclusie en aanbevelingen .......................................................................................................................... 25
Bibliografie......................................................................................................................................................... 27
Bijlage 1. Overzicht functies Zomerdijk te Waalwijk ............................................. Error! Bookmark not defined.
Bijlage 2: Rode lijstsoorten ................................................................................................................................ 29
Bijlage 3. Beoordelingskader ................................................................................. Error! Bookmark not defined.
1. Inleiding
Het Waterschap Brabantse Delta is voornemens om de bestaande waterkering, gelegen aan de Zomerwijk,
een dijkverbetering te realiseren. Uit recent onderzoek is gebleken dat de bestaande waterkering niet
voldoet aan de wettelijke vereiste hoogte.
Het dijkvlak bevindt zich in het noordelijk gedeelte van de gemeente Waalwijk, aan de zuidzijde van de Maas
en is in beheer bij het waterschap Brabantse Delta (WSBD). Adviesbureau 3D heeft van Witteveen+Bos de
opdracht gekregen voor het uitwerken van een variantenstudie voor het betreffende dijktraject en het
doorlopen van een m.e.r.-procedure. Het ontwerp moet leiden tot een duurzame, robuuste dijk die
gedurende een planperiode van 50 jaar, vanaf het jaar 2015, een waterstand, die gemiddeld eenmaal in de
2000 jaar voorkomt (overschrijdingsfrequentie), veilig kan keren. Dit impliceert verhoging van de dijk met
n meter.
De dijk moet voldoende waterkerend vermogen bezitten. Dit waterkerende vermogen van de dijk wordt
bepaald door de hoogte van de kruin, de stabiliteit van het dijklichaam en de aanwezigheid van vreemde
elementen in de dijk, zoals woningen, kabels, leidingen, bomen, etc. De wijze van beoordeling of een dijk
voldoet aan de gestelde eisen is vastgelegd in de Leidraad toetsen op veiligheid regionale waterkeringen,
katern boezemkaden (Leidraad toetsen op veiligheid regionale waterkeringen, katern boezemkaden). Indien
de dijk niet voldoet moet deze verbeterd worden, zodat deze weer hoog en sterk genoeg is.
In deze variantenstudie worden constructievarianten besproken die de dijk hoger en robuuster kunnen
maken. Er zijn verschillende varianten en alternatieven te bedenken. Verderop in deze variantenstudie
worden vier varianten beschreven. Vervolgens wordt aangegeven welke varianten kansrijk zijn. Het al dan
niet kansrijk zijn van een variant hangt af van verschillende factoren. Aangenomen wordt dat de actuele
staat van de dijk een belangrijke rol speelt bij deze afweging, omdat er aan bouwen, repareren of zelfs een
nieuwe constructie neerzetten zwaarwegende beoordelingscriteria zijn. De waterkering moet robuust
worden. Het verdient de voorkeur om de robuuste staat via de beste werkwijze te bereiken.
De bestaande dijk vertoont piping aan het oostelijke gedeelte. Daarnaast heeft de dijk last van instabiliteit
aan het westelijke gedeelte. De ernst en mate van deze problemen is tot op het moment van het schrijven
van deze variantenstudie niet bekend.
1.1 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt de huidige situatie ter plaatse van het dijkvlak uiteengezet. Hoofdstuk 3 beschrijft de
faalmechanismen van de dijk. Hierna zullen de twee problemen van de bestaande dijk in het kort besproken
worden en mogelijke reparatie methodieken aangedragen worden. In hoofdstuk 4 wordt een viertal
mogelijke varianten besproken, waaruit in hoofdstuk 5 de kansrijke varianten aangewezen worden.
Hoofdstuk 6 geeft een beoordeling op de omgevingsfactoren Flora en fauna, Cultuurhistorie en archeologie,
Wonen, werken en recreatie en Landschap. De conclusies en aanbevelingen zijn te vinden in hoofdstuk 7.
Hier wordt de voorkeursvariant besproken.
2. Situatie
In afbeelding 1 is de Zomerdijk bij Waalwijk te zien. In de satelliet weergave is te zien dat de afstand tussen
de oever van de Maas (buitendijks) en de sloot aan de binnenkant van de dijk ongeveer 300 meter bedraagt.
In de kaart-weergave is de te aan te passen dijk met rood gemarkeerd. Het gaat hier over een lengte van
ongeveer 1500 meter.
1. satelliet
2. kaart
In deze variantenstudie wordt van de huidige situatie uitgegaan. Toekomstige inzichten of plannen zullen
natuurlijk ook andere type argumenten op tafel brengen, waardoor het beoordelingskader en het resultaat
anders kunnen worden. Op het moment van het schrijven van dit rapport zijn bij de gemeente geen lopende
ruimtelijke ordeningsprocedures of ontwikkelingsplannen bekend die de keuze van de voorkeursvariant
kunnen benvloeden. Dit wil nog niet zeggen dat de gemeente zelf niet genteresseerd is in de verdere
ontwikkeling van dit gebied. De voorkeursvariant zal ongetwijfeld het verdere verloop van de ontwikkeling
van dit gebied benvloeden.
Jachthavens
Aan de dijk zijn twee jachthavens gelegen. En aan de noordwest kant en n aan de noordoost kant van de
dijk. De havens zijn in gebruik voor pleziervaart.
Haven noordwest
Haven noordoost
Bebouwing
Aan de dijk staan een aantal panden. Zomerdijk 8a en 10, gelegen op perceelnummer 1591, sectie A te
Waalwijk is in gebruik als kantine/opslag door de Watersportvereniging Waalwijk. Dit perceel is in bezit van
de Gemeente Waalwijk. Hiernaast gelegen, op het adres Zomerdijk 6 en 8, gelegen op perceelnummer 1591,
sectie A te Waalwijk, staat een twee onder n kap woning. Dit perceel is in bezit van de Gemeente
Waalwijk. Hiertegenover op het adres Zomerdijk 3, gelegen op perceelnummer 1596, sectie A te Waalwijk,
staat een bedrijfsruimte welke in gebruik is door de havenmeester. Dit perceel is in bezit van Waterschap
Brabantse Delta. Verderop op het adres Zomerdijk 2, gelegen op perceelnummer 300, sectie L te Waalwijk,
staat een woonhuis. Dit perceel is in particulier bezit. In de omgeving van de Zomerdijk bevinden zich enkele
windturbines.
6
Zomerdijk 8a en 10
Zomerdijk 3, 6 en 8
Zomerdijk 2
Sluizen
Aan de oost- en westkant zijn sluizen aanwezig. Door de sluis aan de westkant van de dijk kunnen boten het
industrieterrein van Waalwijk bereiken. De sluis aan de oostkant, gemaal Gansoijen, dient alleen voor de
aan- of afvoer van water. Het overtollig water wat bijvoorbeeld door zware regenval kan ontstaan wordt
hiermee afgevoerd. Zonder gemalen zouden polders makkelijker overstromen (Hoge Maas doet pompen
waterschap op volle toeren draaien).
Sluis westzijde
Sluis oostzijde
Verkeerssituatie
De Zomerdijk is een dijkweg op de desbetreffende waterkering die vanaf een haventje aan de noordkant van
Waalwijk naar Doeveren en Heusden leidt. De weg dient voor bestemmingsverkeer en recreatie en is geen
doorgaande weg. De dijkweg is in beheer van de gemeente Waalwijk. De dijk en de daarbij behorende
veiligheid en onderhoud is in beheer van Waterschap Brabantse Delta.
Dijkweg
3.1 Piping
Piping is het verschijnsel waarbij holle ruimten onder een dijk ontstaan als gevolg van een kwelstroom
waarbij gronddeeltjes worden meegevoerd. Een voorkomende situatie is dat door de hoge druk aan de voet
van een dijk water (kwel) doorsijpelt. Wanneer dit water zandkorrels meevoert, ontstaat er een buisvormige
doorgang (pipe) onder de dijk die steeds verder groeit en zo de stabiliteit van de waterkering in gevaar
brengt. De dijk kan hierdoor verzwakken en in het ergste geval mogelijk bezwijken.
In het rapport Piping Realiteit of Rekenfout? van Experisenetwerk Waterveiligheid wordt het vallen van de
dijk als gevolg van piping uitvoerig wetenschappelijk uiteengezet (Expertisenetwerk waterveiligheid). In
Figuur 3 is het pipingproces schematisch afgebeeld.
Een literatuur search laat zien dat er een aantal methodieken om piping te repareren denkbaar zijn. M.S.
Luijendijk (M.Sc.) bundelt in haar studie Innovatieve oplossingen kweloverlast en piping een aantal
traditionele en innovatieve methodieken om een dijk van kwel en piping te repareren (Luijendijk, 2011). De
methodieken die zij voorstelt zijn niet altijd full-scale operationeel, sommige methodieken zijn nog in de
pilot-fase. Bovendien wordt de levensduur van de verschillende methodieken in het rapport niet altijd
aangegeven.
De beschreven reparatie methodieken zijn: Drainage, Versterkt sediment en Afdichtende folie of Bio Sealing.
In dit rapport wordt aangenomen dat piping met behulp van een van de bovengenoemde technieken te
repareren is. Hierna worden voor de volledigheid een aantal reparatiemethodieken voor piping nader
uitgelegd.
3.1.1 Drainage
Onder drainage wordt verstaan het wegvoeren van overtollig kwelwater dat aan het maaiveld uittreedt.
Drainage kan op verschillende manieren werken, afhankelijk van de hoeveelheid die weggevoerd moet
worden. Dit kan door een gemaal, horizontale drains of eenvoudigweg enkele pompen. Het kwelwater wordt
dan effectief opgevangen en afgevoerd naar het oppervlaktewaterstelsel. De toename van het
waterbezwaar in het gebied blijft dan bestaan, maar wordt meer gespreid.
het bewegen van de dijk worden veroorzaakt. Daarnaast meet men met behulp van de buis ook druk en
temperatuur. Met behulp van de luisterbuis zou de omvang van piping in de zomerdijk onderzocht kunnen
worden. Daarna zou overwogen kunnen worden de dijk te repareren of deze weg te graven en er een geheel
nieuwe dijk voor in de plaats te bouwen.
3.2 Instabiliteit
Het westelijke gedeelte van de Zomerdijk heeft last van instabiliteit. De grootte en de ernst van dit probleem
was tijdens het schrijven van deze variantenstudie eveneens niet bekend. In een artikel over een onderzoek
van Rijkswaterstaat met de titel Inzicht in stabiliteit dijken vaak gebrekkig in Trouw op 24/09/97, wordt
vermeld dat stabiliteitsonderzoekers tegenwoordig aannemen dat de stabiliteit van dijken in het verleden
soms slechter beoordeeld werd dan werkelijk het geval was. Dit is dan te wijten aan verkeerde
uitgangspunten over de kracht of zwakte van een dijk (Trouw, 1997). Volgens oudere studies hadden de
dijken bezweken moeten zijn terwijl deze er nog staan. Modellen die destijds gebruikt werden bleken de
sterkte of zwakte van dijken niet doeltreffend te kunnen beschrijven.
3.2.1 Afschuiving
De belangrijkste krachten die in een dijk werken, zijn het eigen gewicht en de inwendige wrijvingskrachten.
Bij het eigen gewicht moet het gewicht van opgezette elementen zoals bomen, gebouwen etc. opgeteld
worden.
Het glijvlak kan als boog van een cirkel voorgesteld worden. Er bestaat een evenwicht tussen het dijkgewicht
(neerwaartse kracht) en de inwendige weerstand (tegenhanger, vector) op een element dat zich aan het
glijvlak bevindt. De inwendige wrijvingsweerstand speelt dus een grote rol als het gaat om de beoordeling
van evenwichtsproblemen zoals stabiliteit van ophogingen en ingravingen, de gronddruk op de grond
kerende constructies en het evenwichtsdraagvermogen van de grond.
Wanneer op een bepaald gedeelte van de dijk een plaatselijke ophoging wordt gemaakt, zullen
onderliggende lagen verzakken. Is de ondergrond zeer slap, dan bestaat het gevaar dat een deel van de
ophoging met een deel van de eronder gelegen ondergrond afschuift (Stabiliteitsberekening).
De zomerdijk bestaat hoofdzakelijk uit zand. De bekleding bestaat uit klei. De samenstelling van de
ondergrond is onbekend. Ook is de waterhuishouding daar onbekend. Om een besluit te nemen over een
mogelijke dijkuitbouw dient de stabiliteit volledig bestudeerd te worden. Aan de hand van de resultaten
kunnen eventueel stabiliteitsmaatregelen overwogen worden. De aard en de omvang van deze maatregelen
zijn afhankelijk van de staat waarin de dijk zich tegenwoordig bevind. Het criterium waarmee maatregelen
beoordeeld moeten worden is de robuustheid van de dijk als primaire waterkering.
Bij hoogwater, als de porin van zand gevuld worden met water, daalt de schuifspanning tussen de
zandkorrels en wordt zand losjes uit elkaar gedreven. Dit kan fataal zijn voor een waterkering. Extreme
droogte kan ook schadelijk zij omdat door droogte scheuren in de kleilaag kunnen ontstaan. Bomen met
lange wortels die het water onttrekken kunnen ook een oorzaak zijn van droogte in een dijklichaam. Met een
harde wind kunnen bomen omvallen waardoor gaten in de dijkbekleding kunnen ontstaan. De
buitenwaartse afschuiving met een scheur in de kruin wordt in Figuur 4 weergegeven (Calle, 2002).
11
Aandachtspunt vormt ook de aanwezigheid van de weg (in verband met de aanwezigheid van zand en/of
puin in de wegfundering). Al dan niet in combinatie met de aanwezigheid van puin kan deze het ontstaan
van scheuren vergemakkelijken.
Golfinslag over de kruin van de dijk aan de binnenkant daarvan kan voor binnenwaartse afschuiving en
bezwijking van de dijk leiden. Piping kan bij dit bezwijkmechanisme een beslissende rol spelen. Piping is
echter niet aan de westelijke zijde van de dijk geconstateerd.
3.2.2 Kabels en leidingen
Aanwezigheid van niet waterkerende elementen kunnen de waterkering verzwakken. De stabiliteitskrachten
rondom deze elementen zijn afwezig waardoor losbarstingen of kwelwegen vergemakkelijkt kunnen worden.
In Leidraad toetsen op veiligheid regionale waterkeringen (Stowa, 2007) staan de gevolgen van kabels en
leidingen in het dijklichaam op de stabiliteit daarvan. Deze gevolgen werden overgenomen en hierna
puntsgewijs weergegeven. Kabels en leidingen kunnen een bedreiging vormen voor het waterkerend
vermogen van de kering, doordat:
Graafwerk leidt tot een geroerde zone in de waterkering, zowel bij het leggen als bij het onderhoud
(bijvoorbeeld als gevolg van het opsporen van storingen) en eventuele vervanging;
Kabels en leidingen kunnen aanleiding hebben gegeven tot de aanwezigheid van met zand gevulde
sleuven in de kering. Deze kunnen een ongunstige invloed hebben op de ligging van de freatische lijn
in de kering;
Lekkage van leidingen kan de freatische lijn of waterspanningen op grote dijk-/ kadestrekkingen
benvloeden.
Ongelijke zakking van leiding en grondlichaam of lekkage van leidingen kunnen leiden tot ruimte
onder en/of naast de leiding.
Vervormingen van de kering, bijvoorbeeld na ophoogwerken, leiden tot verhoogde belastingen op
de leidingen en daardoor mogelijk tot lekkage of leidingbreuk. Vooral wordt hier gewezen op de
grote schade die kan ontstaan aan de kering als gevolg van wegstromende vloeistof of ontsnappend
gas;
In de richting van de kering langs gelegen buisleidingen, kan het een vermindering van de passieve
weerstand tegen afschuiven van de kering inhouden, aangezien er dan plaatselijk sprake is van een
verminderd grondgewicht.
12
In waterkeringen komen soms zeer veel kabels en leidingen voor. Aanbevolen wordt te beginnen met het
maken van een inventarisatie van aanwezige kabels en leidingen, en vervolgens de meest risicovolle
leidingen te toetsen.
13
Figuur 5. Kruinverhoging met binnenwaartse versterking (1), met taludverzwaring (2) of bermaanleg (3) en
slootvergraving
Voor- en nadelen
Binnenwaartse versterking resulteert in een zeer robuuste dijk. Aan de westelijke zijde waar de dijk instabiel
is kan een dergelijke versterking zekerheid verschaffen. Echter betekent de aanleg van een binnenwaartse
versterking met een berm of taludverflauwing extra ruimtebeslag. Aan de westelijke en oostelijke kant, dicht
bij de dijk, bestaat bebouwing en een waterzuiveringsinstallatie. Dit betekent dat de vrije ruimte tussen de
14
bebouwing en de dijk aan beide zijden beperkt wordt. De bomen ter plaatse van bebouwing moeten in de
uitvoeringsfase worden gekapt. Bovendien dient de weg op de kruin van de dijk opnieuw aangelegd te
worden. Een dergelijke dijkverzwaring zal voor relatief grote overlast zorgen.
Bij deze variant wordt de buitenbekleding van de dijk afgegraven en wordt een steunberm aangelegd tegelijk
met de kruinverhoging. Bij deze werkzaamheden kan de staat van de dijk genspecteerd worden en
eventuele reparaties worden aangebracht.
Voor- en nadelen
Het voordeel van buitenwaarts versterken is dat er geen ruimtebeslag optreedt aan de polderzijde,
waardoor de invloed op de gebruiksmogelijkheden zeer gering is. Een nadeel van buitenwaarts versterken is
dat het landschap aan het talud van de dijk bij deze ingreep behoorlijk aangetast wordt. Ook zullen de
landbouwpercelen aan de buitenkant van de dijk kleiner worden. De afwateringssloot zal opnieuw moeten
worden afgegraven. De weg op de kruin dient opnieuw aangelegd te worden. Bij deze oplossing wordt de
ruimte van de rivier versmald door het smaller worden van de zomerkade. De gevolgen van de ruimte voor
de rivier dienen hierbij ook meegewogen te worden. De ruimte voor een buitenwaartse versterking rond de
sluis is echter zeer beperkt.
4.3 Deltadijk
Deltadijk is een dijk die zo sterk is dat hij bij bovenmaatgevende omstandigheden zeer waarschijnlijk niet
bezwijkt en zijn waterkerende functie behoudt. In een STOWA factsheet over deltadijken wordt vermeldt dat
de Deltadijk vooral focust op het voorkomen van faalmechanismen (Stowa). Deze faalmechanismen kunnen
zijn:
erosie van het binnentalud door golfoverslag
erosie van het buitentalud door golfaanval
afschuiven van het binnentalud door piping en macro instabiliteit
De mogelijke aanpassingen en versterkingsmogelijkheden bij bestaande dijken zijn:
verflauwen binnentalud
binnentalud (harde/ zachte) bekleding
verbreden van de dijk
kruin verhogen alleen als gevolg van het verbreden van de dijk een berm aanbrengen
15
Hier kunnen het verflauwen van het binnentalud en het verbreden van de dijk aan de binnendijkse kant geen
kansrijke opties zijn omdat de beschikbare ruimte dit niet toelaat. Een deltadijk is een ontwerp op maat op
specifieke locaties. Het leidt tot een aanzienlijke reductie van instromend water. Deltadijken zijn meestal
voorkeursvarianten bij primaire waterkeringen.
Voor- en nadelen
Argumenten vr het bouwen van een deltadijk is dat faalmechanismen zoals piping en macro-stabiliteit niet
meer zullen optreden. Een deltadijk kan eventueel bekostigd worden door de extra multifunctionaliteit.
Tegenargument zijn de aanzienlijk hogere kosten door over dimensionering (Klijn & Bos, 2010) en het gebrek
aan ruimte voor het toepassen van de voor de hand liggende oplossingen. Ook de ruimte voor de rivier is
hier een punt dat verder bekeken moet worden.
4.4 Klimaatdijk
rivier
Figuur 7. Klimaatdijk
De term Superdijken wordt gebruikt voor zeer brede dijken zoals die uit het buitenland bekend zijn. Uit
Japan kennen we bijvoorbeeld superdijken die ook niet bezwijken door tsunamis of aardbevingen. Ze zijn
zeer breed en hebben vaak een binnentalud flauwer of gelijk aan 1:30. Op deze dijken is vaak gebouwd.
De superdijk is te beschouwen als een heel brede variant van een multifunctionele deltadijk.
Genspireerd door deze superdijken wordt in Nederland recentelijk ook de term klimaatdijk gebruikt. Deze is
gedefinieerd als een multifunctionele hoogwaterbeschermingszone die blijvend veiligheid biedt, ook als het
klimaat in de toekomst verder verandert (Klijn & Bos, 2010). De klimaatdijk kan als een brede variant van een
deltadijk met multifunctioneel gebruik worden beschouwd van het grondlichaam van de waterkering.
Voor- en nadelen
Men kan vr het bouwen van een klimaatdijk argumenten aanvoeren als men een duidelijk
ontwikkelingsplan voor het gehele gebied op het oog heeft. Een dergelijke dijk heeft ingrijpende gevolgen
voor flora, fauna, morfologie, infrastructuur en levensstijl van een gebied. Deze variant kan een serieuze
voorkeursvariant worden op het moment dat een andere visie over de toekomstige ontwikkeling van dit
gebied dit toe zou laten. Op dit moment onder de bekende omstandigheden is een klimaatdijk geen
kansrijke variant.
16
17
6. Beoordelingskader
In dit hoofdstuk worden de besproken varianten getoetst op hun invloed voor de omgeving. Hiervoor is een
beoordelingskader nodig. De helpdesk water (www.helpdeskwater.gr) vermeld dat een beoordelingskader
een belangrijk hulpmiddel is om voor- en nadelen van plannen op transparante wijze te beoordelen
(Leidraad Rivieren / deel 2. 05 Beoordelingskader). De relevante themas voor het beoordelingskader zijn:
doelbereik, effecten, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit, beheer en kosten. Uiteindelijk ontstaat een scala van
toetsingscriteria zoals: rivierbeheer, wonen, recreatie, verkeer en vervoer, natuur, landschap, cultuurhistorie
of kosten van bouw en onderhoud.
Voor de Zomerdijk krijgt elke kansrijke variant per beoordelingscriterium een score voor zowel veiligheid als
ook voor toepasbaarheid in de aanlegfase. De variant met de beste score wordt vervolgens voorgesteld als
de voorkeursvariant.
18
De grootste verstoringen zullen veroorzaakt worden door transport en grondverzet. Hierdoor ontstaan
tijdelijk een verhoging van geluidsniveau, uitlaatgassen en fijn stof. Tijdens het project zal de benvloeding
van ecologische relaties zo laag mogelijk gehouden dienen te worden. Tijdsduur in aanlegfase is hier de
belangrijkste factor. Naarmate de werkzaamheden langer duren, zal er meer blootstelling zijn. Om deze
reden zijn de grootschaligere en duurdere varianten klimaatdijk en deltadijk veel meer belastend voor het
milieu (inclusief omwonenden). Daarnaast hebben de deltadijk en de klimaatdijk een grotere invloed op het
gebied in de gebruiksfase, aangezien deze meer ruimte innemen. Bij de twee overige varianten wordt geen
grote benvloeding verwacht en is er vooral tijdens de ophoging zelf tijdelijk overlast. Benvloeding op
ecologie in de gebruiksfase is zeer minimaal. Dit komt vooral doordat er een behoorlijke afstand is van de
dijk naar de habitat van de verschillende dier- en plantsoorten. Er ligt een stuk gras van circa 40 meter breed,
alvorens er een wetering (sloot) komt die de begrenzing vormt van het uiterwaardegebied. De uiterwaarde
heeft de hoogste biodiversiteit.
De timing van de werkzaamheden is belangrijk om de verstoring van (beschermde) soorten in het gebied
zoveel mogelijk te beperken. Zo zal er in de planning van de werkzaamheden rekening worden gehouden
met het broedseizoen van de aanwezige vogels.
Bij geluid moet men vooral letten op de geluidsnormen in het Activiteitenbesluit. Deze normen staan
vermeld in tabel 2. Tijdens sommige werkzaamheden, zoals zandtransport en wegwerkzaamheden, zal het
geluidsniveau de piekwaarden uit het Activiteitenbesluit overtreffen. Vanwege de geluidstoename tijdens
de werkzaamheden zal er een verzoek tot hogere waarden moeten worden ingediend bij het bevoegd gezag
(AgentschapNL).
Tabel 2. Geluidsnormen Activiteitenbesluit (Van der Meijden, 2011).
Tijd
Gemiddelde (dBA)
Piekwaarde
Gemiddelde
(dBA)
(dBA)
binnenwaarde
woning
35
07.00 -19.00 uur
50
70
Piekwaarde (dBA)
Binnenwaarde
woning
55
45
65
30
50
40
60
25
45
In alle vier de varianten zullen de bomen langs de weg gekapt moeten worden. Hiervoor zal mogelijk een
kapvergunning moeten worden aangevraagd als onderdeel van de omgevingsvergunning. Een deel van het
gras aan beide kanten van de dijk(weg) zal aangetast gaan worden. Verder zullen de koeien en schapen die
binnendijks aanwezig zijn tijdens het project moeten wijken naar een alternatieve locatie buiten het
projectgebied.
19
20
6.4 Landschap
Bij kruinverhoging (eventueel met buitenwaartse versterking) is de impact op het landschap minimaal. De
impact op het landschap voor klimaatdijk of deltadijk is veel groter, door aantasting van het gebied, de
historische waarde en de archeologische waarde.
22
Veiligheid dijk
Hoogte, breedte en stabiliteit van de
dijk
Risicos van dijk vreemde elementen
Waterstaatkundig
Verandering oppervlakte boezem
Verandering waterhuishouding dijk
Infrastructuur
Verkeerssituatie
Kabels & Leidingen
Afvoer hemelwater
Wonen, werken en recreatie
Bereikbaarheid woningen en bedrijven
Verandering recreatieve functies
Ruimtebeslag
Aantasting bestaande bebouwing
Kosten
Aanlegkosten
Landschap
Beeld
Contrast en variatie
Structuur
Samenhang en continuteit
Afleesbaarheid
Herkenbaarheid en sculptuur
Natuur
Ruimtebeslag
Binnendijks gebied, buitentalud,
buitendijks gebied
Benvloeding, en indien mogelijk
verbetering, ecologische relaties
Relaties in de lengterichting van de dijk
en/of dwars op de dijk
Cultuurhistorie en archeologie
Archeologie
Waarschijnlijkheid aantasting mogelijk
aanwezig bodemarchief
Historische geografie en bouwkundige
objecten
Benvloeding van de kenmerkendheid,
samenhang, gaafheid, zeldzaamheid
Geschiedenis van de plek
Benvloeding van de symboolfunctie
Dijkverhoging
met
buitendijkse
versteviging
Dijkverhoging
met
binnendijkse
versteviging
Deltadijk
Klimaatdijk
Aanlegfase
Aanlegfase
Aanlegfase
Aanlegfase
0/-
--
--
--
--
Laag
Laag
Gemiddeld
Hoog
--
--
--
--
--
Score:
++ = positieve verandering
+ = matig positieve verandering
0 = geen verandering
- = Matig negatieve verandering
-- = negatieve verandering
23
Veiligheid dijk
Hoogte, breedte en stabiliteit van de
dijk
Risicos van dijk vreemde elementen
Waterstaatkundig
Verandering oppervlakte boezem
Verandering waterhuishouding dijk
Infrastructuur
Verkeerssituatie
Kabels & Leidingen
Afvoer hemelwater
Wonen, werken en recreatie
Bereikbaarheid woningen en bedrijven
Verandering recreatieve functies
Ruimtebeslag
Aantasting bestaande bebouwing
Beheer en Onderhoud
Beheersbaarheid
Onderhoudsinspanning
Duurzaamheid
Kosten
Beheer en onderhoud
Planperiode
Onderhoudscyclus
Landschap
Beeld
Contrast en variatie
Structuur
Samenhang en continuteit
Afleesbaarheid
Herkenbaarheid en sculptuur
Natuur
Ruimtebeslag
Binnendijks gebied, buitentalud,
buitendijks gebied
Benvloeding, en indien mogelijk
verbetering, ecologische relaties
Relaties in de lengterichting van de dijk
en/of dwars op de dijk
Cultuurhistorie en archeologie
Archeologie
Waarschijnlijkheid aantasting mogelijk
aanwezig bodemarchief
Historische geografie en bouwkundige
objecten
Benvloeding van de kenmerkendheid,
samenhang, gaafheid, zeldzaamheid
Geschiedenis van de plek
Benvloeding van de symboolfunctie
Dijkverhoging
met
buitendijkse
versteviging
Dijkverhoging
met
binnendijkse
versteviging
Deltadijk
Klimaatdijk
Gebruiksfase
Gebruiksfase
Gebruiksfase
Gebruiksfase
0/+
++
++
0/+
Gemiddeld
Gemiddeld
Laag
Laag
Laag
Laag
Gemiddeld
Gemiddeld
50 jaar
50 jaar
--
--
--
24
7. Conclusie en aanbevelingen
Deltadijk en klimaatdijk scoren beter dan de andere twee varianten op veiligheid, levensduur en onderhoud.
Dit zijn dan ook de belangrijkste argumenten om voor deze varianten te kiezen. Op de omgevingsfactoren
scoren kruinverhoging met binnendijkse of buitendijkse versterking zowel in de aanlegfase als de
gebruiksfase beter dan of in enkele gevallen gelijk aan de deltadijk en klimaatdijk. Ook op de kosten van de
aanleg scoren binnen- en buitendijkse versterking aanzienlijk beter dan klimaatdijk en deltadijk. De
beheerskosten zullen positiever uitvallen voor de klimaatdijk en de deltadijk, maar de totale kosten zullen
hoger uitpakken dan die van kruinverhoging met binnendijkse of buitendijkse versterking. Binnendijkse
versterking zal naar verwachting iets hogere kosten met zich meebrengen dan buitendijkse versterking,
aangezien hiervoor verlegging van de sloot noodzakelijk is.
Kruinverhoging met binnendijkse en buitendijkse versterking zijn op veel criteria vergelijkbaar. De verschillen
die er zijn vallen uit in het voordeel van buitendijkse versterking. Kruinverhoging met binnendijkse
versterking geeft minder veiligheid dan buitendijkse versterking en heeft in het westelijk deel bovendien
grotere kans op aantasting van archeologische waarden. Daarnaast ligt er binnendijks een sloot direct aan de
dijk die bij binnendijkse versterking verlegd zal moeten worden.
Uit het voorgaande blijkt dat kruinverhoging met buitenwaartse versterking als voorkeursvariant van deze
variantenstudie kan worden aangewezen. Deze variant is echter rond de sluis moeilijk toepasbaar vanwege
ruimtegebrek. Op deze locatie is binnendijkse versterking te prefereren boven buitendijkse versterking.
Hiervoor is verlegging van de sloot noodzakelijk. Een andere locatie waar binnendijkse versterking de
voorkeur heeft boven buitendijkse versterking is ter hoogte van het woonhuis aan de Zomerdijk 2. Dit
woonhuis is gelegen tegen het buitentalud van de dijk en is aangewezen als gemeentelijk monument. Voor
deze locatie geldt ook dat de sloot aan de binnendijkse kant verlegd moet worden.
De voorkeursvariant is waar mogelijk kruinverhoging met buitendijkse versterking. Op plaatsen waar
buitendijkse versterking door ruimtegebrek niet mogelijk is, wordt gekozen voor binnendijkse versterking.
Dit geldt ter hoogte van beide havens en het woonhuis op Zomerdijk 2. De binnen- en buitendijkse
versterking is weergegeven in Figuur 11.
25
In deze variantenstudie wordt ook aanbevolen om de twee dijkdefecten van de bestaande dijk, piping en
instabiliteit, nader te bestuderen. De tegenwoordige staat van de dijk is mede bepalend voor de
uitvoeringsvariant. Bijvoorbeeld kan na bestudering bij het instabiele gedeelte voor een extra versterking
gekozen worden van het binnen- of buitentalud. Onderzoek zou kruinverhoging ook als vergelijkbaar veilige
oplossing kunnen uitwijzen, eventueel in combinatie met herstelwerkzaamheden tegen piping, zoals
drainage, versterkt sediment, afdichtende folies of luisterbuis. De beslissing zou dan een kosten-baten
kwestie worden. Afgezien van de voorkeursvariant zou de feitelijke uitvoeringsvariant uit een combinatie
van maatregelen bestaan die bij elkaar maatwerk voor Zomerdijk leveren.
Kruinverhoging met binnen- of buitendijkse versterking is gekozen als een variant die ook bij negatieve
uitkomst van de onderzoeken naar piping en stabilieit een veilige dijk oplevert die voldoet aan de wettelijke
vereisten. Als de onderzoeken gunstig uitvallen kan ook gekozen worden voor kruinverhoging zonder
binnen- of buitendijkse versterking. De variant met zijwaartse versterking kan dan ook gezien worden als
worst-case scenario, waarbij de praktijk ook positiever kan uitvallen. Kruinverhoging met binnen- en
buitendijkse versterking zal ook worden gekozen als variant om de m.e.r.-beoordelingsprocedure mee te
doorlopen.
26
Bibliografie
Kadaster Dienst KLIC. (2012, maart 9). Opgeroepen op mei 24, 2012, van Kadaster:
http://www.kadaster.nl/window.html?inhoud=/klic/
AgentschapNL. (sd). Procedure Besluit hogere waarden. Opgehaald van Kenniscentrum infoMil:
http://www.infomil.nl/onderwerpen/hinder-gezondheid/geluid/wet-geluidhinder/procedurebesluit/
Archeologie Waalwijk. (sd). Opgeroepen op mei 15, 2012, van Gemeente Waalwijk:
http://www.waalwijk.nl/Pub/Home/Wonen/Bouwen-en-wonen/Archeologie,-Cultuurhistorie-enMonumenten/Archeologie,-Cultuurhistorie-en-Monumenten-Archeologie.html
Calle, E. O. (2002). Dijkdoorbraak processen definitief. GeoDelft.
Cultuurhistorie Waalwijk. (sd). Opgeroepen op mei 15, 2012, van Gemeente Waalwijk:
http://www.waalwijk.nl/Pub/Home/Wonen/Bouwen-en-wonen/Archeologie,-Cultuurhistorie-enMonumenten/Kunst-en-cultuur-Cultuurhistorie.html
Cultuurhistorische themakaart. (sd). Opgeroepen op mei 15, 2012, van Gemeente Waalwijk:
http://www.waalwijk.nl/docs/014%20Wonen/bouwen/Archeologie/1713B%20kaart%201%20CHthe
makaart_A3_45000.pdf
De Waalwijkse visie op milieu. (sd). Opgeroepen op mei 15, 2012, van Gemeente Waalwijk:
http://www.waalwijk.nl/docs/014%20Wonen/Milieu/ontwerpmilieubeleidsplan%20versie%20juli%202010.pdf
Expertisenetwerk waterveiligheid. (sd). Piping. Realiteit of Rekenfout?
Gemeente Waalwijk. (2008). Beleidsnotitie buitengebied Gemeente Waalwijk. Waalwijk: Gemeente
Waalwijk.
Historie Elshout. (sd). Opgeroepen op mei 15, 2012, van Heusden in beeld:
http://www.heusdeninbeeld.nl/historieelshout.html
Hoge Maas doet pompen waterschap op volle toeren draaien. (sd). Opgeroepen op mei 15, 2012, van Thuis
in het Nieuws: http://www.thuisinhetnieuws.nl/artikel/19063/hoge-maas-doet-pompenwaterschap-op-volle-toeren-draaien.html
Hoogwaterbeschermingsprogramma. (sd). Opgehaald van Rijkswaterstaat:
http://www.rijkswaterstaat.nl/water/veiligheid/bescherming_tegen_het_water/organisatie/hwbp/
Klijn, F., & Bos, M. (2010). Deltadijken: ruimtelijke implicaties. Effecten en kansen van het doorbraakvrij
maken van primaire waterkeringen. Deltares.
Leidraad toetsen op veiligheid regionale waterkeringen, katern boezemkaden. (sd). Opgehaald van
http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=Leidraad+toetsen+op+veiligheid+regionale+waterkeringen
&source=web&cd=1&ved=0CBsQFjAA&url=http%3A%2F%2Fwww.helpdeskwater.nl%2Fonderwerpe
n%2Fwaterveiligheid-0%2Fregionale%2Ftoetsen%2F%403592%2Fleidraad_toetsen_0%2F%3FPa
27
28
soort
Pijlstaart
Roerdomp
Tapuit
Watersnip
Bedreigd Totaal
Ernstig Bedreigd
Kemphaan
Velduil
1
1
22
2
26
5
6
185
1
2
8
2
189
22
472
Bever
Blauwe Kiekendief
Boerenzwaluw
Brilduiker
Gele Kwikstaart
Graspieper
Grote Mantelmeeuw
Grote Zilverreiger
Grutto
Huismus
Kattendoorn
Kneu
Kramsvogel
Oeverloper
Ringmus
Slechtvalk
Tureluur
1
7
16
1
5
7
31
1
258
2
1
5
19
1
2
13
105
475
Gevoelig Totaal
Verdwenen uit Nederland
(Natuurloket)
51
1
52
Bontbekplevier
Glassnijder
Groene Specht
Koekoek
Patrijs
Ransuil
Rijstgras
Slobeend
Spindotterbloem
Steenuil
Visdief
Voszegge
Wintertaling
Zomertaling
Kwetsbaar Totaal
Gevoelig
Total
217
1
1
126
345
Goudplevier
29
31