Professional Documents
Culture Documents
Uit demografische gegevens blijkt dat de arbeidsmarkt -ondanks de lichte rimpeling die door
de huidige economische crisis wordt veroorzaakt- onverminderd krap zal blijven. Deze
blijvende krapte gecombineerd met een sterk wijzigende “culturele setting” ten opzichte van
(de plaats en het belang van) arbeid zal er toe leiden dat de arbeidsmarkt gaat lijken op een
spelersmarkt. De personeelsfunctie zal zich ontwikkelen tot een met die van de
voetbalmakelaar vergelijkbaar functie: begeleider en ontwikkelaar van talent.
Arbeidsmarktcommunicatie zal zich niet op de stoel richten -de taken die samen een functie
vormen - maar op kernwaarden en mogelijkheden talenten te ontwikkelen in en buiten de
organisatie waarvoor men werkt.
De arbeidsmarkt zal zich ontwikkelen van een “vraag naar competentie”-markt naar een
“aanbod van talenten” markt.
1
2. Culturele setting:
Van de ontwikkelingen die de aard en werking van de arbeidsmarkt gaan bepalen is de
veranderende culturele setting ten opzichte van aard en positie van arbeid de belangrijkste.
1. Ontschotting levensdomeinen:
Mensen van mijn generatie hebben, in meer of mindere mate, de neiging het leven in te delen
in drie domeinen:
• het professionele domein,
• het privé domein en
• het maatschappelijke domein.
Ook wel aangeduid als de 8-8-8 cultuur: 8 uur werken, 8 uur slapen, 8 uur andere dingen
doen. Bij jongeren zien we de denkbeeldige schotten die mijn generatie tussen de domeinen
aanbrengt, vervallen: werk, sport, sociale interactie en -veelal tenslotte- studie, lijkt in
voortdurende afwisseling, maar vaak ook tegelijkertijd door jongeren beleefd te worden.
Deze causale oplossingsstrategie lijkt steeds minder te werken in een maatschappij waarbij de
informatiesnelheid zodanig snel toeneemt, dat data gewijzigd zijn op het moment dat de
afweging van informatie plaatsvindt.
Er lijkt zich onder jongeren – mede onder invloed communicatie technologie, in het bijzonder
zoekmachines - een associatief probleemoplossingmodel te ontwikkelen.
Met de ontwikkeling van deze culturele setting neemt het belang van de arbeidsorganisatie als
centrum van professionele ontwikkeling sterk af.
Aanbod van talent, niet vraag naar competenties zal kenmerkend voor de arbeidsmarkt
worden.
2
3. Kanteling van de arbeidsmarkt
Het zwaartepunt op de arbeidsmarkt kantelt, van “arbeid georganiseerd door een organisatie
(de vrager)” naar “arbeid georganiseerd door het individu (de aanbieder)”, niet in de laatste
plaats als gevolg van modern beroepsonderwijs.
Daarbij vragen wij onze studenten vooral veel naar zichzelf te kijken. “Reflectie” noemen we
dat. Reflecteren is overigens een activiteit die vooral in de causale denktraditie past. Het is
maar zeer de vraag of “reflectie” in de nieuwe “culturele setting” met bijbehorend denkmodel
past.
Tenslotte is er geen zichzelf respecterende beroepsopleiding meer in Nederland te vinden
waarin niet op een of andere wijze in het curriculum aandacht wordt besteed aan
“ondernemerschap”. Niet altijd gericht op het opzetten van een eigen onderneming, maar wel
gericht op een bij ondernemerschap horende houding: proactiviteit, kansen zien, belangen
identificeren etc.
Mijn verwachting is dat daar waar deze nu nog bij de (arbeids-)organisatie ligt, het
zwaartepunt op de arbeidsmarkt zal komen te liggen bij het individu - de getalenteerde- altijd
geoefende competentiejager.
Werkgevers die zich in de positie wanen van een voetbalclub die trapveldjes afstroopt om
daar spelers vandaan te plukken die blij mogen zijn dat zij bij de club een kans krijgen, komen
bedrogen uit. De werkgever die zich niet opstelt als een eredivisieclub ( sterker als een club
uit de nog grotere competities van het Europees voetbal), waarbij spelers als godenzonen
worden behandeld, zal op de arbeidsmarkt opgelegde kansen blijven missen.
Arbeidsorganisaties -ik gebruik bewust niet de 20e eeuwse term “werkgevers”- die tenminste
zoveel energie steken in het uitplaatsen van talent als het binnenhalen van talent, zullen op de
arbeidsmarkt succesvol opereren. Niet alleen trekken zij talent van de markt, ook zullen zij
daarvan na uitplaatsing blijven profiteren. Een talent keert terug naar de plaats waar zijn talent
(h)erkend is: als opdrachtgever, adviseur, klant, projectleider of ambassadeur.