Professional Documents
Culture Documents
Filter model
Alle variabelen op een rij zetten en dan ga je ze ranken van beide landen. Meest
gunstige landen krijgen een 1, hoe lager in de ranking, hoe hoger het getal. Je
maakt een keuze welke gewichten je aan de criteria gaat hangen. Bij het totaal
kijk je dus naar het kleinste getal, die ga je kiezen.
Risicos verbonden aan exporteren
- wisselkoersen (valutarisico)
- cultuurverschillen
- aansprakelijkheidsrisicos
- landenrisico
- transportrisico
-
Landenrisico
Door tekort aan deviezen (buitenlandse valuta) kan het land niet aan
betalingsverplichtingen voldoen. In het land staat dit op salderingsrekening in
deviezen.
1. Invoerdekking = internationale reserves / import
2. Debt ratio = buitenlandse schuld / export
3. Debt-service ratio = rente + aflossingv (buitenlandse schuld) / export
De derde is beter dan de tweede vanwege het rekening houden met de looptijd
Bereken de invoerdekking en de debt-ratio van onderstaand land:
Waarde goud + deviezen
500
Buitenlandse schuld
1500 (rente 5%, aflossing 100 per jaar)
Import (2013)
100
Export (2013)
500
De invoerdekking (=5) zit goed. Wat betreft de debt ratio niet als de schulden
een kortere looptijd (minder dan 1 jaar) zouden hebben. Er komen dan
onvoldoende deviezen ui de export om de schuld af te lossen. Daarom is de debt
service ratio (175/500) een betere maatstaf. Namelijk voldoende deviezen uit de
export om de schuldenlasten te betalen.
Het landenrisico als een exporteur naar een ontwikkelingsland wilt exporteren
kan zijn dat het land te weinig goud heeft, of valuta in bijvoorbeeld Euros. Of dat
er sprake is van een oorlog of een natuurramp, dan kan de overeid van dat land
zeggen van we hebben de internationale reserves nodig voor de wederopbouw
van het land. Dan wordt er een blokkade gelegd op de uitvoer van geld en dan
krijg je als exporteur het geld niet omdat zij dit zelf nodig hebben. Het
landenrisico is voornamelijk aanwezig bij ontwikkelingslanden; je kunt je ervoor
verzekeren.
Wisselkoerssystemen/risicos
- vrije wisselkoers
(grenzen)
- n munt
Internationaliseringvormen
Export
Productie ter plekke
investering
& directe
Handelstheorien
Waarom handelen?
- klimaat; je produceert naar wat je
klimaat aanbiedt; die kun je dan ook
veelvoudig en goedkoop
- arbeidsintensieve producten
worden met name geproduceerd
waar veel arbeidsintensiviteit is
- kennis intensieve producten worden gemaakt waar hoge opleidingen zijn voor
de meeste kennis in
het product en de uitbouw en ontwikkeling hiervan.
Absolute kostenverschillen Aziatische landen hebben dit want hier is
produceren goedkoop
Relatieve comperatieve kostenverschillen
wat moet een land opofferen
om deze producten te maken?
Betalingsbalans en wisselkoers
Op de betalingsbalans staan alle financile transacties van en naar het
buitenland.
Flowchart
+ = positief verband tussen variabelen
- = negatief verband tussen variabelen
Als de inflatie stijgt dan daalt de concurrentiepositie de
export daalt
import stijgt wisselkoers daalt stijgt de
concurrentiepositie
meer export minder import = lopende rekening van de
betalingsbalans wordt positief.
Economische Unie
- geen onderlinge tarieven
- een gemeenschappelijke buitentarief
- vrij verkeer van productiefactoren
- gemeenschappelijk economisch beleid
Handelsschepping
Binnenlandse productie wordt vervangen door import uit het land met de laagste
kosten binnen de douane unie. positief effect op de welvaart.
Handelsverschuiving
Import uit een land met lage kosten buiten de douane unie wordt vervangen door
import uit een land met hogere kosten binnen de unie. welvaartsverlies
Voor de douane unie
Na
NL: 40
FA: 35 + 7 = 42
35
Indo: 30 + 6 = 36
30+6=36
Kiezen voor: Indotrui
Franse
40