Vertaling diagram:

Slutt = eind
r = jaar
Strikkes ikke = wordt niet gebreid
Gjenta = Herhaal
Begynn her = Begin hier.

Maat:
(3) 6 (9) 12 maand (2-3) 4 jaar
Afmetingen:
Borstomtrek: (49) 53 (57) 61 (65) 69 cm
Volledige lengte: (26) 28 (30) 33 (39) 42 cm
Lengte mouwen: (13) 15 (18) 21 (26) 30 cm
Breigaren:
LANETT (100% MERINOWOL, 50GR = CA. 175 M)
Hoeveelheid garen hoofdkleur:
(100) 100 (150) 150 (200) 250 gram
2. kleur: 50 gr
3. kleur: 50 gr
4. kleur: 50 gr
Accessoires: (5) 6 (6) 7 (7) 8 knopen

Hoofdkleur
Licht grijs
X Roos
O Licht blauw/turqoise
/ 2 r samen

Breinaalden:
Rondbreinaald en naalden zonder punt
nr 2,5 en nr 3.
Steekverhouding:
31 steken tricotsteek op breinaald nr 2,5 = 10 cm
(Mini alpakka heeft een verhouding van 27 steken
tricotsteek op een naald nr 3 = 10 cm)

COPYWRIGHT SANDNES GARN, MADE BY STRIKK

Synnve Kolnes De Wachter: 0485 02 27 78

Vanessa Pieters: 0475 38 56 26
Veerle De Niel: 0494 17 71 63
www.pandzestien.be
Facebook: STRIKK
Fier op je creatie? Stuur ons een foto
van het eindresultaat. We zijn al nieuwsgierig
STRIKK verkoopt niet alleen wol. We staan ook
voor je klaar voor, tijdens en na het breiproces.
Stuur ons een e-mail, stel je vraag via Facebook,
bel ons of kom langs in de winkel. Alle manieren
zijn goed om je doel te bereiken!
Hulp nodig?

1415 - 05
GILET

Voor- en achterkant:
Zet (161) 173 (185) 197 (209) 221 steken op met de hoofdkleur op een rondbreinaald nr 2, en brei (2) 2
(2) 3 (3) 3 cm boordsteek heen en weer als volgt: 1 kantsteek, 1 av, *1 r, 1 av*, herhaal van *-* tot het einde
van je naald. Eindig met 1 kantsteek. Als de boord 1 cm meet, brei je een knoopsgat langs de goede kant
van het giletje, rechts voor de meisjes en links voor jongens.
Knoopsgat: Kant 2 steken af binnen de 3 eerste/laatste steken. Deze zet je terug op, op je volgende naald.
Zet de 8 eerste en de 8 laatste steken op een hulpdraad/naald voor de voorpanden die je pas op het einde
breit = (145) 157 (169) 181 (193) 205 steken.
Wissel naar een naald nr 3, en zet 5 nieuwe steken op langs het einde van je naald (= de steken dat je nodig
hebt om te kunnen knippen op het einde. Deze 5 steken komen niet voor in het diagram, en tellen ook niet
mee in de hoeveelheid steken in het vervolg!)
Zet een merkteken langs elke zijkant met (77) 83 (89) 95 (101) 107 steken voor de achterzijde en (34) 37 (40)
43 (46) 49 steken voor elke voorzijde.
Brei tricotsteek en patroon volgens diagram A, deze wordt herhaald tot je breiwerk (18) 19 (20) 22 (27) 29 cm
meet. Eindig met een volledige diagram, tegelijk kant je tijdens het laatste toer 8 steken af langs elke zijkant
voor de armsgaten (= 4 steken langs elke kant van de merktekens).
Leg je breiwerk op zij en brei de mouwen.
Mouwen:
Zet (38) 40 (42) 44 (44) 46 steken op met het hoofdkleur op breinaalden zonder punt nr 2 , en brei (2) 2
(2) 3 (3) 3 cm boordsteek in het rond 1 r, 1 av.
Wissel naar naalden zonder punt nr 3, en brei tricotsteek en diagram A, tegelijk meerder je het aantal steken,
gelijk verdeeld tot (46) 48 (50) 52 (52) 54 steken in totaal.
Zet een merkteken rond de eerste en de laatste steek van je toer = kantsteken.
Brei verder volgens diagram A, tegelijk meerder je 1 steek langs de kant van de merksteken ca om de 1. cm
tot je totaal (58) 62 (68) 72 (78) 82 steken hebt. De nieuwe steken brei je volgens het patroon/diagram.
Brei tot je mouw (13) 15 (18) 21 (26) 30 cm meet, of naar wens. Eindig met een volledig diagram, tegelijk kant
je 8 steken af in je laatste toer in het midden onderaan de mouw.
(= merksteken + 3 steken langs elke kant).
Brei je tweede mouw op dezelfde manier.
Bovendeel:
Zet de mouwen op dezelfde naald als de voor- en achterzijde = (229) 249 (273) 293 (317) 337 steken.
Brei patroon volgens diagram B, tegelijk minder je in de laatste toer (48) 44 (44) 40 (40) 48 steken, gelijk verdeeld. Je hebt nu (181) 205 (229) 253 (277) 289 steken op je naald.
Brei verder volgens diagram C. Brei en minder je steken volgens het diagram.
Eindig aan de pijl voor de maat die je gekozen hebt en je breiwerk ca (26) 28 (30) 33 (39) 42 cm meet.
Kant de 5 knipsteken af en laat de rest van je steken rusten op je naald voor de neklijn.
Zet in elkaar:
Naai 2 naaden met de stikmachine in het midden vooraan. Knip tussen de naaden.
Linker voorzijde meisje/ rechter voorzijde jongen:
Zet de 8 steken van je hulpnaald/draad op een breinaald nr 2 , en zet 4 nieuwe steken op met je hoofdkleur
aan de kant van je voorzijde. Dit is voor de vouwkant.
Brei vouwkant als volgt: av langs de goede kant, r langs de binnenkant, tot je aan het begin van je neklijn
komt, als je het een beetje stretcht. Kant het vouwkantje los af, en zet de laatste steken op een hulpnaald.
Naai de voorzijde vast, en naai de vouwkant vast op het geknipte stuk langs de binnenkant.
Zet merktekens voor (5) 6 (6) 7 (7) 8 knopjes gelijk verdeeld, inclusief het eerste knoopsgat onderaan en het
bovenste aan de neklijn, die je helemaal op het einde breit.
Brei de tweede voorzijde op dezelfde manier maar met knoopsgaatjes die overeen komen met de merktekens
waar de knopen komen.
Neklijn:
Zet de steken van de neklijn en je voorzijden (die op de hulpnaalden staan) op een rondbreinaald nr 2 .
Brei boordsteek heen en weer 1 r, 1 av, tegelijk brei je na een cm een knoopsgat. Brei tot je boord 2 cm is.
Kant los af met r en av steken. Naai de gaatjes onder de mouwen toe. Naai de knopen vast.