You are on page 1of 116

Uitvoeringsaspekten

Uitvoeringsaspekten
over de relatie ontwerp en bouwplaats

Ep Huttinga

Delftse Universitaire Pers/1986


Uitgegeven en gedistribueerd door:

Delftse Universitaire Pers


Stevinweg 1
2628 CN Delft
Telefoon: (015) 783254

In opdracht van:

Vakgroep 4 Architektonische en
Stedebouwkundige Technologie
Sector Bouwmethodiek Prof. Ir. A. van Randen
Technische Hogeschool Delft
afdeling der Bouwkunde
Berlageweg 1
2628 CR DELFT
Telefoon : (015) 783989

Met dank aan :


Ir. Y.J. Cuperus die het tekenwerk en de tekstcorrecties verzorgde,
E. Dullemond die het typewerk deed, alle collega's, studenten en vele
anderen die soms ongeweten hebben meegewerkt aan dit boek.

CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG

Huttinga, Ep

Uitvoeringsaspekten : over de relatie ontwerp en bouwplaats / Ep Huttinga . -


Delft: Delftse Universitaire Pers. - 111.
Uitg. in opdracht van de Vakgroep Architektonische en Stedebouwkundige
Technologie, Sector Bouwmethodiek, Technische Hogeschool Delft. - Met lit.
opg .
ISBN 90-6275-231-4
SISO 691 UDC 721.01.002.2
Trefw. : bouwkunst; uitvoeringsaspekten .

Copyright © 1986 by vakgroep 4 (AST)


All rights reserved. No part of th is book may be reproduced in any form, by
print, photoprint, microfilm or any other means without written permission
from the publisher: Delft University Press.
INHOUD

0.1 Inleiding 4

1 DE UITVOERING 5
1.1 Het gebouwen de uitvoering 6
1.2 De chaos en de uitvoering 8
1.3 Hoezo ••• nieuw? 10

2 DE OPDELING 13
2.1 Zes facetten van de uitvoering 14
2.2 Materialen, produkten en elementen,
een logische volgorde 16
2.3 Materialen, produkten en elementen,
een historische volgorde 18
2.4 Mensen en vakdisciplines 20
2.5 Technieken 22
2.6 Gereedschappen 24
2.7 Materieel 26
2.8 Bouwdelen en bouwdeelgroepen 28

3 DE SAMENHANG 31
3.1 De bouwplaats 32
3.2 Ruwbouw - afbouw 34
3.3 Drager - inbouw 36
3.4 De bouworganisatie 38
3.5 Ui tvoer ingsoverwegingen 40
3.6 De overwegingen overwogen 42
3.7 Wat weegst het zwaarst? 46

4 DE UITVOERINGSOVER WEGINGEN 49
4.1 Uitvoerbaarheid 50
4.2 Vrijheid van inkoop 52
4.3 Bijzondere aanvoer wegen 54
4.4 Beschadigingsgevoeligheid 56
4.5 Weersgevoeligheid 58
4.6 Handtilbaarheid 60
4.7 Vrijheid van plaatsingsvolgorde 62
4.8 Vrijheid van plaatsingsvolgorde (vervolg) 64
4.9 Logische plaatsingsvolgorde, waar gebeurd! 66
4.10 Ma ter ieelgevoeligheid 68
4.11 Opvang van maatafwijkingen 70
4.12 Organisatiegevoeligheid 72

5 DE GIETBOUW 75
5.1 Dagcyclus en de tunnelkist 76
5.2 Konstruktiematen en de tunnelkist 78
5.3 Blokvorm en de tunnelkist 80
5.4 Breedte- en hoogtevariaties en de tunnelkist 82
5.5 Bloksprongen en de tunnelkist 84
5.6 Detailleren met de tunnelkist 86
5.7 Materieelgevoeligheid en de tunnelkist 88
5.8 Nieuwe ontwikkelingen 90

6 EEN PROJEKT 93
6.1 De Peperklip 94
6.2 Kleine produkten en materialen 96
6.3 Grotere produkten en elementen 98
6.4 Plastische produkten 100
6.5 Twee dimensionale elementen 102
6.6 Drie dimensionale elementen 104
6.7 De wisselwerking tussen overwegingen 106
6.8 De wisselwerking tussen overwegingen (vervolg) 108

- 1-
/

.l
VOORWOORD

De maakbaarheid van het ontwerp heeft altijd


de grootst mogelijke belangstelling gehad in de
kolleges, dikt aten en vakoefeningen van de
Groep van Randen. Dit boek is daarvan het lo-
gisch gevolg. Dit jaar bestaat de "Uitvoerings-
oefening" 10 jaar maar is nog net zo aktueel als
de eerste in 1975, omdat iedere keer een ander
in uitvoering zijnd projekt bezocht wordt.
Zoals de kennis, opgedaan in deze oefening in de
kolleges gebruikt wordt, zo heeft deze oefening
ook in dit boek haar sporen nagelaten. De sa-
menhang der uitvoeringsoverwegingen - want
ook hier is het spaghetti-effekt nog steeds ak-
tueel -, wordt aangetoond aan de hand van de
uitvoeringsgeschiedenis van het woningbouwpro-
jekt "De Peperklip", naar ontwerp van prof.ir.
C. Weeber. Het moge duidelijk zijn, dat deze
gegevens ontleend zijn aan de door Ep Huttinga
begeleide uitvoeringsoefening.

Dit boek onderstreept het belang van de kennis


van de uitvoeringsfacetten voor de ontwerper.
Het is ook de bedoeling dat het de belangstel-
ling hiervoor aanwakkert. Om in die opzet zo
goed mogelijk te kunnen slagen is, zoals altijd,
ook nu weer de hulp nodig van de lezer. Kritiek
is van harte welkom en zal in de volgende druk
verwerkt worden.

Januari, 1986
ProLir. A. van Randen.

-3-
0.1. INLEIDING

Over het ontwerpproces wordt veel geschreven


en gesproken, zo ook over gerealiseerde gebou-
wen. De hiertussen liggende fase van de ui tvoe-
ring komt er veel bekaaider af in woord en
geschrift. Het is dan ook de kortst zichtbare
van de drie. Over deze belangrijke (de belang-
rijkste?) fase gaat dit boek . Kennis van - en
inzicht in uitvoeringsproblemen is voor de
ontwerper essentieel, want;
- Tijdens de uitvoering worden bouwmaterialen
en bouwdelen bijeen gebracht en samengevoegd
tot een gebouw. Dit is het moment waarop de
grootste kosten gemaakt en voorkomen kunnen
worden. (Ook de kosten van inrichting, exploita-
tie en onderhoud kunnen hoog zijn, maar dat
valt buiten het bestek van dit diktaat).
- De technische mogelijkheden van de uitvoe-
ring en de daaraan verbonden kosten bepalen of
een ontwerp realiseerbaar is.
- Een goede planning van het bouwproces is
slechts mogelijk wanneer het ontwerp met ken-
nis van zaken (in dit geval de uitvoering) tot
stand is gekomen. Dit diktaat kan al deze kennis
niet leveren, daarvoor is de praktijk de beste
leerschool. Het kan echter wel een hulpmiddel
zijn bij dit leerproces. Hiertoe worden zes on-
derdelen onderscheiden, alle met hun eigen be-
doeling.
1. Een algemene schets van het uitvoerings-
proces, dat is in dit verband dus de pro-
bleemstelling.
2. Om een inzicht in de samenhang en com-
plexiteit van het uitvoeringsproces te
geven, wordt een zestal verschillende
onderwerpen steeds op dezelfde manier
behandeld. De onderwerpen zijn: bouwmate-
rialen, bouwdelen, mensen, technieken,
gereedschappen en materieel. De manier
van behandelen: Per onderwerp wordt
steeds de relatie aangegeven met een
indeling van materialen, produkten en
elementen, van klein naar groot.
3. Op basis van het hierboven geboden inzicht
worden enkele facetten van het uitvoe-
ringsproces nader belicht: de bouwplaats,
ruwbouw-afbouwen drager-inbouw, bouw-
organisatie en uitvoeringsoverwegingen.
4. Om niet te blijven steken in oppervlakkig -
heden, worden de uitvoeringsoverwegingen
verder uitgediept met veel bouwtechnische
informatie.
5. Het belang van een gedetailleerde kennis
van zaken wordt aangetoond in het hoofd-
stuk over het gebruik van de tunnelkist.
6. Om de samenhang van voornoemde overwe-
gingen aan te tonen, worden ze opgespoord
in een gerealiseerd projekt, te weten het
woningbouw projekt de Peperklip te Rotter-
dam, ontworpen door prof.ir. C. Weeber.

-4-
l.O. DE UITVOERING

De uitvoering is een deel van het bouwproces en slechts een van de


facetten waar de ontwerper rekening mee moet houden. Voor de
aannemer draait alles om de uitvoering en is de ontwerper slechts één
van de partijen waarmee hij rekening moet houden. In dit hoofdstuk
wordt de taak van de ontwerper belicht vanuit de uitvoering.

1.1 Het gebouwen de uitvoering 6


1.2 De chaos en de uitvoering 8
1.3 Hoezo ••• nieuw? 10

-5-
1. 1 HET GEBOUW EN DE UITVOERING

"Een bouwdeel is ieder aanwijsbaar en meetbaar


onderdeel van een gebouw: fundering, vloer-
afwerking, keukenkast, kopgevel, riolering,
trap, leuning, deurslot enz. Een belangrijk ken-
merk van een bouwdeel is, dat het op z'n eind-
bestemming "zit": het maakt altijd deel uit van
een gebouw". Uitvoeren is het tot stand brengen
van samenhang tussen bouwprodukten en/of
bouwdelen, al dan niet in kombinatie met het
daartoe treffen van (tijdelijke) voorzieningen
aan het bouwwerk of de bouwplaats. Het is van
belang de bouwkosten zo goed mogelijk te be-
heersen, omdat bouwkosten altijd op de maat-
schappij verhaald worden, is het niet direkt dan
wel indirekt. Verspilling van tijd, energie, mate-
riaal en materieel kan tot het minimum beperkt
worden door de uitvoering goed te organiseren.
Hoe goed dit proces te organiseren is, hangt
mede af van de mate waarin de ontwerper
rekening heeft gehouden met de uitvoerings-
overwegingen, die in het spel zijn.

-6-
TRANSPORT

ORGANISATIE

tI I '
1.2 DE CHAOS EN DE UITVOERING

Iedere bouwplaats lijkt een chaos. Ieder


produktieproces lijkt een chaos; er komt veel bij
kijken om grondstoffen samen te voegen tot een
geordend eindprodukt. Het bouwen verschilt van
andere produktieprocessen, onder andere door-
dat het zich op straat afspeelt en daardoor
zichtbaarder is dan alles wat er in fabrieken
gebeurt. Het is een reizend circus, wat zijn
tenten opslaat en het gebouw bouwt waar het
altijd zal blijven staan. Vergeleken met indus-
triële processen (denk aan de autoindustrie),
heeft het bouwen altijd een incidenteel karak-
ter, zelfs daar waar de bouw veel herhalings-
elementen vertoont. Als het af is verhuist het
circus en begint het aan een ander projekt.
Iedere keer opnieuw moet de samenhang tussen
bouwprodukten, bouwdelen, materieel en
mensen georganiseerd worden.
- Met alle mogelijke transportmiddelen worden
spullen aan en afgevoerd; groot of klein,
verpakt of onverpakt, af of ruw, direkt aan-
gebracht in het werk, met alle problemen van
dien, of eerst opgeslagen, met alle problemen
van dien.
- Voor verschillende werkzaamheden op de-
zelfde plaats zijn er verschillende specialisten.
- Voor verschillende werkzaamheden is er ver-
schillend gereedschap en materieel, wisselend
van planken en steigers, handwerktuigen als
hamer en zaag, tot vernuftige machines en
bouwkranen.
- Mensen en materieel zijn ondergebracht in
verschillende organisaties: aannemers, onder-
aannemers, leveranciers; niet alleen hun samen-
werking moet geregeld worden, maar ook moet
geregeld zijn wie voor wat verantwoordelijk is,
wie welk deel van het werk garandeert.
- Dit circus brengt hoorbaar en zichtbaar over-
last voor de omgeving met zich mee:
opgebroken straten, overdekte trottoirs, ver-
keersopstoppingen, geluidsoverlast.
- Onzichtbaar zijn de interne problemen van
het bouwproces: de organisatie, de telefoontjes,
de vergaderingen, storingen, het bepiekeren van
oplossingen, enz. Deze problemen worden reeds
opgeroepen in de ontwerpfase. Het is maar goed
dat je niet echt alles van tevoren weet.

-8-
Onderlegger overgenomen uit:
How Buildings Work van Edward Allen

-9-
1.3 HOEZO ••• NIEUW?

De snelheid waarmee nieuwe produkten en


systemen op de markt komen is toegenomen, de
laatste decenia. Dat is nieuw. Nadere beschou-
wing leert, dat bij nieuwe produkten en syste-
men steeds weer gebruik gemaakt wordt van
oude vertrouwde principes, doch anders gekom-
bineerd. De snelheid waarmee nieuwe kombina-
ties gemaakt kunnen worden is nieuw. Dit heeft
het keuzeprobleem doen veranderen: Kon voor-
heen gekozen worden uit bekende oplossingen
(of-of), nu moet er gekozen worden uit nieuwe
kombinaties van bekende oplossingsprincipes
(en-en).

- 1928. In Engeland werd een techniek van


stapelbouw ontwikkeld, waarbinnen de betonnen
draagkonstruktie gestort werd, een revolutio-
naire kombinatie van oude en nieuwe technie- _--------~
ken.

- 1965. De stalen wand-, tafel- en tunnel kisten


werden ontwikkeld, zoals die nog steeds in
gebruik zijn. De draagkonstruktie komt bijna
afwerkingsvrij uit de kist, de leidingen zitten al
op hun plaats. De uit grote elementen bestaande
bekisting wordt verwijderd om opnieuw te
worden gebruikt. Breedplaatvloeren daaren-
tegen vormen een vloerbekisting die blijft
zitten, als een vorm van verloren bekisting. Wat
is nieuw in vergelijking tot het eerste voor-
beeld?

. . . exon .che. 0.
- 1983. Nieuwe inzichten op het gebied van de
energiebesparing leiden tot nieuwe bouwwijzen.
Lichte stenen met een hoge isolerende waarden
worden gestapeld, waarna het konstruktieve
verband aangebracht wordt door de holtes vol te
storten met beton. Nieuw? hoezo ••• Nieuw?
Veranderende eisen des tijds veranderen de
oplossingen, met al hun voor- en nadelen. De
voordelen worden verkocht, staan in de produkt- ....
dokumentaties, de nadelen worden in het werk
opgelost en kosten geld. Dit zijn uitvoerings- L~_ _ _ _ _ _""":'-'--f.
,_0_0_
. /i_e_ch_,,_o_c_r._a_I7_~_c_h_t!'_o
0 _ 0. . . . . kosten waaraan iedereen gewend is geraakt,
daar wordt op- en mee gerekend. De ontwerper
moet dit weten, omdat hij/zij degene is die het
oude en het nieuwe kombineert.

-10-
gestapelde beton panelen wel stucadoor handtilbaar
later gestorte beton niet handtilbaar

stalen prefab kist breedplaatvloer

geen stucadoor niet hand tilbaar

"isolatie"-stenen stapelen
later gestorte beton
2.0. DE OPDELING

Het uitvoeringsproces is uitermate complex. Om hierin enige orde te


brengen worden in dit hoofdstuk zes verschillende onderwerpen steeds
op dezelfde wijze behandeld.

2.1 Zes facetten van de uitvoering 14


2.2 Materialen, produkten en elementen,
een logische volgorde 16
2.3 Materialen, produkten en elementen,
een historische volgorde 18
2.4 Mensen en vakdisciplines 20
2.5 Technieken 22
2.6 Gereedschappen 24
2.7 Materieel 26
2.8 Bouwdelen en bouwdeel groepen 28

-13-
2.1 ZES FACETTEN VAN DE UITVOERING

materialen, produkten en elementen


- Onder bouwmaterialen wordt hier verstaan: al datgene wat geen vas-
te bestemming heeft. Ze kunnen nog voor diverse funkties worden inge-
zet: blokken, platen, profielen, specie, slabben, folies, kit, draad,
enzovoort.
- Onder bouwprodukten wordt hier verstaan: produkten die worden
aangevoerd om in een gebouw te worden opgenomen.
- Onder bouwelementen wordt hier verstaan: bouwprodukten die
duidelijk voor één of meerdere bouwdelen of bouwdeel groepen bestemd
zijn: dakpannen, rioolbochten, trappen, gevelstenen, enzovoort.

bouwdelen en bouwdeelgroepen
- Een bouwdeel is ieder aanwijsbaar en meetbaar onderdeel van een
gebouw: fundering, vloerafwerking, keukenkast, kopgevel, riolering,
trap, leuning, deurslot, enzovoort.
- Een bouwdeelgroep is een stelsel of een systeem, dat uit bouwdelen
bestaat, die in samenwerking een bepaalde werking of hoofdfunktie
vervullen: muren, vloeren, daken, scheidingswanden, uitrusting.

mensen en vakdisciplines
Het werk op de bouwplaats wordt uitgevoerd door mensen, al dan niet
gespecialiseerd in een vak: timmerman, schilder, stucadoor, metselaar,
opperman, enzovoort.

technieken
Bouwtechnieken zijn er om bouwprodukten tot een gebouw te
verwerken: spuiten, injekteren, nieten, knippen, snijden, gieten,
klikken, enzovoort.

gereedschappen
Gereedschappen zijn allerlei benodigde werktuigen die door mensen
gehanteerd worden: handzaag, motor(hand)zaag, vijl, slijpschijf, kwast,
verf spui t, enzovoort.

materieel
Is datgene wat tijdelijk wordt aangewend om een bouwwerk tot stand te
brengen: loopplank, steiger, kruiwagen, vrachtauto, afrastering, keet,
bouwkraan, enzovoort.

-14-
I -

2.2 MATERIALEN, PRODUKTEN EN ELE-


MENTEN, EEN LOGISCHE INDELING

Het is mogelijk materialen, produkt en en


elementen op vele manieren in een indeling
onder te brengen. Een logische indeling is die
van klein naar groot, samenvallend met die van
amorf naar gevormd.

[J....
. ' . '. - - .. " plastisch materiaal
Dit zijn de niet gevormde materialen die in bulk op de bouwplaats

i/i>. • . worden aangevoerd, maar ook in kleinere verpakkingen. Tijdens het


bouwproces krijgen deze materialen hun uiteindelijke vorm.

kleine produkten

11 Dit zijn produkten in standaard vormen (konfektie). Met een beperkt


assortiment zijn heel veel vormen te maken door intensief stapelen of
andere manieren van samenvoegen. Voor de onderlinge verbinding van
deze elementen moet gebruik gemaakt worden van plastische materia-
len als mortel, kit en lijm, of van bevestigingsmiddelen (kleine
produkten) als spijkers, schroeven, enzovoort.

grotere produkten/elementen

FE
Ook dit zijn produkten in standaard vormen, doch door hun grotere
afmetingen minder universeel in hun toepassingen. Ook de mogelijkheid
tot het hiermee vormgeven zijn beperkter. Het samenvoegen geschiedt
als bij de kleine produkten.

twee dimensionale elementen


Dit zijn grote bouwelementen, waarvan de vorm niet tijdens de bouw in
het bouwwerk tot stand komt, doch meestal in de fabriek. Plaats en
funktie liggen als regel van te voren vast.

drie dimensionale elementen

CD Strikt genomen is ieder produkt drie dimensionaal, maar in dit over-


zicht onderscheiden ze zich van de twee dimensionale elementen, door-
dat hun ruimtebeslag zich verder uitstrekt dan hun materiaaldikten. De
afmetingen strekken zich uit van wasbak tot kompleet bouwwerk.

-16-
Een karakteristiek van de verschijningsvorm van
deze materialen, produkten en elementen.

Van schilder tot stuca- Verf, mortel, kit,


door , tot gietbouw schuim, beton, enz.

Per tube, per bus, per


kubieke meter.

--
Van vroeger tot nu en Hout, steen, metaal,
later kunststof.

Maximaal 40 kg.

Van broodjes tot platen, Steen, beton, gasbeton,


van blokjes tot blokken kalk zandsteen, gips, enz.

Maximaal 80 kg.

Van dragend tot vullend


tot dekkend. Van alle mogelijke
~ denkbare materialen.

Van honderden kilo's tot


enkele tonnen.

Van onderdelen van Komposities van alle


huizen tot komplete mogelijke materialen.
huizen.
Van heel groot tot heel
klein.

-17-
2.3. MATER lALEN, PRODUKTEN EN ELEMENTEN, EEN HISTO-
R ISCHE INDELING

In onze samenleving moet voor het verrichten van arbeid betaald


worden. In een voortdurende strijd de bouwprijs zo laag mogelijk te
houden is hierop altijd bezuinigd. Uitbui ting en uitschakeling van
mensen blijft niet zonder maatschappelijk gevolgen, maar dat is niet
het onderwerp van dit diktaat. De behoefte aan schaalvergroting en de
toename van technische mogelijkheden hebben elkaar in de hand
gewerkt en daarom is er een parallel tussen de vorige indeling van klein
naar groot en een historische indeling van materialen, produkten en
elementen.
kleine produkt en

11 Van oudsher is er altijd gestapeld met natuurlijke produkten, al dan niet


gedroogd of gebakken; alles werd met handkracht gedaan, er waren
weinig hulpmiddelen. Arbeid was goedkoop.

grotere produkten/elementen
Het arbeidsloon wordt hoger en de vraag naar bouwwerken neemt toe.
Renteverlies en inflatie gaan een rol spelen, bouwsnelheid wordt
belangrijker. Er ontstaat een behoefte aan weersongevoelige bouw-
wijzen. Fabrikagetechnieken en transportmogelijkheden verbeteren. De
omvang der bouwprodukten neemt toe.

plastisch materiaal

[J Gezien zijn produktiemogelijkheden staat het plastische materiaal in


dit historische overzicht tussen de grote elementen. Op de bouwplaats
is er steeds meer behoefte aan (goedkope) ongeschoolde arbeid. Nieuwe
produktie- en transporttechnieken maken, samen met vernuftige bekis-
tingssystemen het goedkoop verwerken van bijvoorbeeld beton moge-
lijk. Seriematige produktie wordt mogelijk door opnieuw te gebruiken
bekistingen, voor transport en verwerking worden nieuwe middelen
ontwikkeld, zoals mortel pomp, schuim- en kit pistool.

twee dimensionale elementen


De produktie vindt voor het grootste deel in de fabriek plaats en is
daardoor ongevoelig voor weersinvloeden. Ook assemblage en montage
op de bouwplaats is veel minder weersongevoelig. De kontinuïteit zo-
wel in de fabriek als op de bouwplaats vereisen een goede planning.

CD
drie dimensionale elementen
Hiervoor gelden dezelfde overwegingen als voor de twee dimensionale
elementen. Meestal beperken zich de toepassingmogelijkheden tot
kleine produkt en als wc-pot, wasbak enzovoort. Transportmogelijkhe-
den bepalen vaak de afmetingen van grote 2D- en 3D-elementen.

-18-
Dit overzicht laat zien dat in de loop der tijd de
produktie steeds meer verschuift van de
bouwplaats naar de fabriek. Daar worden zowel
projekt-gebonden als ook niet projekt-gebonden
produkten gemaakt. Op deze pagina worden per
onderscheiden groep de grote en kleine onder-
delen gekarakteriseerd aan de hand van de
vragen: "Wat?", "Waar?", "Wie?", "Hoe?".

grof fijn
Basismaterialen op de Vaste afspraken en
bouwplaats of in de beroepscodes (gilden,
werkplaats, verwerkt meesters, gezellen).
door vaklieden, die veel Standaardoplossingen
konden, met weinig (profilering, materiaal-
hulpmiddelen. keuze enzovoort).

Grotere produkt en waar- Ook in de afbouw meer


in al veel arbeid zit, in grote en "affe" produk-
de fabriek gemaakt. ten: machinaal timmer-
Welke vakman verwerkt werk, lijsten, deuren,
ze? Er ontstaan nieuwe enzovoort. De timmer-
funkties in de bouw. man leert monteren.

Fabrieksbeton, fabrieks- Naast verf komen er


kisten. Speciaal trans- nieuwe afwerkings-
port, verwerkt in een produkten: kit, schuim,
kontinu proces, door spuitpleister, mortel in
nieuwe specialisten: de containers. Dit heeft de
stortploeg. afbouw versneld. De
afbouw bepaalt nog
steeds het tempo.

De maatvoering vindt nu Dakplaten, noorse puien,


ook al in de fabriek binnenwanden en andere
plaats. Speciaal trans- affe opbouw vereisen
port. In het werk slechts nazorg.
aangebracht door de
montageploeg.

Op de bouw vinden Pasklare produkten


alleen nog voor-en hoeven alleen nog maar
nabewerkingen plaats. te passen. Het vroeg
Fundering en riolering inhijsen van grote
worden nog steeds door produkten geeft kans op
de "gewone" aannemer beschadiging tijdens de
verzorgd. voortgang van de bouw.

-19-
2.4 MENSEN EN VAKDISCIPLINES

Alles is te maken, maar vraag niet wat het kost. Toch draait alles
daarom. Afwijkingen van beroepsregels zijn altijd duur en daardoor
moeilijk realiseerbaar. De vakman is niet gewend dingen te doen, die
buiten zijn beroep vallen. Schrijft het werk dit wel voor, dan wordt er
als het ware een nieuw beroep geïntroduceerd. Het aanleren van
nieuwe routines kost tijd en werkt dus kostenverhogend. Toch is er veel
mogelijk, wanneer dit effekt ingecalculeerd wordt. In dat geval moeten
de kosten weg te werken zijn op bijvoorbeeld de projektgrootte of op
herhalingseffekten.

De arbeidsintensieve verwerking van kleine produkten op de bouwplaats


heeft geleid tot de ontwikkeling van haar eigen vakdisciplines. Alle


disciplines hebben hun eigen normen. Dat kan lastig zijn: "Het gebeurt
zo en niet anders". Het heeft ook voordelen: Beroepstrots zorgt voor
garantie. Hiermee moet zorgvuldig omgesprongen worden, want in
ambachtelijke bouw zoals renovatie en restauratie kunnen traditionele
vaardigheden niet gemist worden.

Nieuwe, zwaardere en grotere produkten en produkten met een grotere

LE
mate van afheid hebben geleid tot andere beroepen. Bij het toepassen
van grotere blokken vervalt het éénhandmetselen en daarmee ook de
echte metselaar. Maatvaste blokken en panelen van gasbeton, kalk-
zandsteen en gips maken het gebruik van lijm mogelijk. Het resultaat is
vlakke (bijna) behangklare wanden, waar de stucadoor nauwelijks meer
aan te pas komt: Bij dit soort wanden blijft zijn werk beperkt tot bij-
werken en repareren, nadat de leidingen zijn ingefreesd.

Wat betreft de plastische materialen verschuift het vakmanschap naar


de laboratoria van bijvoorbeeld de mortelcentrale en de kitfabriek en
tekenkamers van bijvoorbeeld de machinefabriek, waar de gietkisten
gemaakt worden. In nieuwe specialismen is plaats voor ongeschoolden:
betonstorter, -afwerker, kitspuiter, enzovoort. Het werkterrein van
oude beroepen versmalt zich. De metselaar bouwt niet meer het "hele"
huis, maar bekleedt bijvoorbeeld alleen nog de gevel.

Bij de 20-elementen gaan ook planning en maatvoering naar de fabriek.


Het produkt wordt op de bouwplaats gemonteerd als waren het grote
Lego stenen. Het oude bouwvak wordt hier ook slechts in de afwerkfase
uitgeoefend.

CD Voor 30-elementen geldt bovenstaande in nog sterkere mate. Op de


bouw wordt alleen gezorgd voor de noodzakelijke aanpassingen, de
inpassing en de eventuele afwerking.

-20-
Nieuwe beroepen Het bouwen van deze
ontstaan, oude beroepen villa was niet meer een
krijgen een nieuwe kwestie van stellen en
waarde. metselen. De metselaar
was eerder beeldhouwer.

Timmerman In hoeverre zijn de vaklieden beschikbaar en


Metselaar betaalbaar? Het uurloon is aanzienlijk, maar er
Opperman is geen kostbaar materieel nodig. Er is een
Stucadoor grote vrijheid in vormgeving. Het produktie-
Schilder tempo kan gemakkelijk aangepast worden (aan
Installateur de verkoop mogelijkheden, bijvoorbeeld).
Ook: Allesdoener

Timmerman-steller Er wordt nog steeds gestapeld, maar de blokken


Metselaar in blokken zijn niet meer handtilbaar • Deze methode is
Gibozetter-behanger geschikt voor de produktie in kleine series (20-
Opperman 30 woningen). In stadvernieuwingsprojekten zijn
Stucadoor-bijwerker ook nog kleinere series mogelijk.
Schilder
Installateur
Nog steeds:
Allesdoener?

Timmerman wordt maatvoerder. Procesmatige produktie


Metselaar wordt afwerker. op de bouwplaats ver-
Opperman wordt betonstorter. eist. Hier ontstaan de
Stucadoor wordt bijwerker • maatonnauwkeurigheden.
Schilder wordt spui ter.
Installateur wordt bekistingsacrobaat.
Wie spuit kit en schuim?

Fabrieksploegen, inclusief lassers, plaatsen de


panelen en elementen. De oude beroepen
leveren toe, leggen fundering en riolering aan Specialisten voor de
en verzorgen afwerking en aankleding van het opbouw. Voor de afbouw
geheel en bepalen mede het bouwtempo. De " zijn er de oude vak-
oude beroepen hebben hiermee een aanzienlijke lieden, de nieuwe
bijdrage in het bouwproces. specialisten.

Het bovenstaande, opgemerkt bij de 2D- Vakm an-kr aan machinist


elementen geldt in sterkere mate bij de 3D- vereist.
elementen, afhankelijk van de grootte en mate
van afheid der elementen

-21-
2.5 TECHNIEKEN

Bouwtechnieken hangen samen met de


toegepaste materialen en produkten. Op een
bouwwerk zijn dan ook net zo veel technieken
als produkten te onderscheiden. Op deze pagina
wordt daar enige orde in gebracht.

Bouwtechnieken beginnen boven de fundering.


Funderingen worden meestal heel ambachtelijk
gemaakt. Ze zijn projekt- en plaatsgebonden,
dat wel.
stapelen (klein)
Kleine materialen en produkten hebben hun eigen maatsystemen: Bij


het bouwen moet rekening gehouden worden met lagenmaten, koppen-
maten, pannenmaten, houtmaten, een maat voor ieder produkt. Ieder
materiaal heeft zijn eigen bevestigingstechnieken. Net als de kleine
produkten zijn deze bevestigingstechnieken eenvoudig, per stuk goed-
koop en universeel toepasbaar: metselmortel, spijkers, schroeven,
zwaartekracht. Soms zijn er speciale (tijdelijke) hulpmiddelen nodig. Bij
metselwerk bijvoorbeeld: profielen, mallen, schenkels.

stapelen (groot)
Hiervoor geldt in principe hetzelfde als bij het stapelen van kleine pro-
dukten en materialen. Wel is hier meer hulpmaterieel en meer specifiek
gereedschap vereist. In plaats van metselmortel worden hier vaak lijm-
technieken toegepast. De bevestigingstechnieken van de grotere pro-
dukten zijn meestal specifiek voor dat ene produkt ontwikkeld. Nadere
informatie moet gezocht worden in de fabrieksvoorschriften.

storten, gieten, spuiten

Cl
. ·.·.·...... · Aldus verwerkte materialen hebben de behoefte aan een ondergrond
gemeen. Een mal of bekisting voor beton, een rugvullig voor kit, min of
meer omsloten ruimten voor schuim. De vorm van mal en produkt

LJ worden sterk bepaald door de eigenschappen van het plastische produkt.


De mal mag geen hoeken vertonen, die niet te vullen zijn. Vaak zal de
mal of kist na verharding van het produkt hergebruikt moeten worden •
. Hiermee wordt rekening gehouden door het uiteindelijke produkt en de
daarvoor benodigde mal of kist "lossend" vorm te geven. Kombinaties
met andere technieken zijn ook mogelijk: Het Jack-Block systeem is
een kombinatie van storten en stapelen (opvijzelen).
monteren
Dit is het op het werk samenstellen of assembleren van datgene wat in
de fabriek gemaakt is. Het kan hierbij om grote produkten gaan:
Kasko's, dakplaten, noorse puien, binnenwanden, enz. Wanneer deze
produkten projekt gebonden zijn, stelt dit eisen aan de seriegrootte. In
verband met hoge investeringen in machines en dergelijke, zijn kleine
series (minder dan 150 woningen bijvoorbeeld) vaak niet mogelijk.

plaatsen

OJ
In de zin van het traditionele bouwvak is dit geen bouwtechniek meer.
(In de zin van deze pagina wel natuurlijk). De seriegrootte is voor de
produktie van belang, het plaatsen gebeurt per stuk. Denk hierbij ook
aan toiletpotten, kasten, badcellen en komplete mobile homes.

-22-
Voor de fundering gelden eigen systemen.
- Paalfundering:
Houten palen, opzetters, betonpalen, in
de grond vervaardigde palen.
- Fundering op staal:
Metselwerk, stampbeton, gewapende
betonstroken, doorgaande gewapende
betonplaat.
- Varianten:
poeren, betonringen, enzovoort.
2.6 GEREEDSCHAPPEN

De te gebruiken gereedschappen worden bepaald


door de toegepaste materialen en technieken.
Teveel soorten gereedschappen op de bouw kan
heel lastig zijn, denk aan verlengsnoeren, gas-
slangen, compressorslangen. In het ontwerpsta-
dium wordt hierover al veel vastgelegd. Niet
alleen over gereedschapgebruik tijdens de bouw,
maar ook levenslang daarna: Teveel gereed-
schap is ook lastig voor de onderhoudsdiensten.

Menskracht wordt in vele gevallen vervangen door machinekracht.


Standaard handgereedschap, van handzaag tot metseltroffel (altijd


eigendom van de gebruiker), wordt vervangen door elektrisch en pneu-
matisch gereedschap, van boor en zaag en schaaf tot hamer. (Dit soort
gereedschap is altijd eigendom van het bedrijf.) De "auto-matisering"
van de handgereedschappen heeft renovatie mede mogelijk gemaakt:
Het is mogelijk gebleven veel arbeid ter plaatse te doen. Met de intro-
duktie van nieuwe kleine bouwprodukten, zijn er ook nieuwe gereed-
schappen gekomen: denk hierbij aan speciale bevestigingstangen en
pistolen.

EB
Grote blokken worden verwerkt met behulp van de bekende hand-
gereedschappen, per produkt vaak aangevuld met speciaal gereedschap,
dat niet zelden door de fabriek ter beschikking gesteld wordt aan de
bouwer. Zo is er bijvoorbeeld voor de verwerking van kalkzandsteen-
blokken een speciale draagtang en voor gasbetonblokken zijn er rasp,
schaaf en zaag.

.[J
.
... .
' ..... . . "
De gietbouw vraagt, naast de bekende, niet om bijzondere gereed-
schappen, bij de kist horen eigen sleutels. Gebruik van kit, schuim, verf
en spuitmortel vereisen wel speciaal gereedschap (spuiten) en geheel

•• ·/i····• •.•• eigen materieel zoals bijvoorbeeld een compressor. Tenzij het hand-
werk is, is het daarom niet mogelijk ongestraft in een projekt inciden-
teel een kitvoeg toe te passen.

Bij de montage van 2D-elementen hebben plotseling gereedschappen


van buiten het bouwvak hun intrede gedaan. Natuurlijk zijn ook hier de
bekende handgereedschappen nodig voor de afwerking.

CD
In feite zijn er voor de plaatsing van 3D-elementen geen gereedschap-
pen nodig, tenzij er aansluitingen gemaakt moeten worden op voor-
zieningen als water, gas, elektra, riolering, enz. In de fabriek zijn wel
weer alle hierboven genoemde gereedschappen te vinden.

-24-
Ondanks alles blijven de oude basis gereed-
schappen veel gebruikt bij alle bouwwijzen en
systemen, in het bijzonder in de afwerkingsfase.
Het arsenaal basis gereedschappen is de laatste
jaren uitgebreid met gemakkelijk hanteerbare
gereedschappen uit de "Doe-Het-Zelf" hoek.

zaag
schaaf
klem
duimstok
boor
haken
troffel
schuurblokje
hamer
nietpistool

speciebakje
knabbelschaar
schietpistool
kitspuit
trilnaald
schuimkanon
lasappartuur
speciaal gereedschap

klemmen
sleutels
wartels
spanners
enzovoort
enzovoort
enzovoort

Hoeveel verschillende
gereedschappen zijn
wenselijk op een werk?

-25-
2.7 MATERIEEL

Ook het te gebruiken materieel wordt bepaald


door de toegepaste materialen en technieken.
Wanneer duur materieel nodig is, moet het ook
zo efficiënt mogelijk gebruikt worden. Wanneer
er een bouwkraan op het werk nodig is, moet
deze zoveel mogelijk benut worden.

Bouwen met kleine eenheden kan zonder veel materieel, het is mate-

11
rieel-ongevoelig. Maar pas op! Wanneer besloten is tot materieel onge-
voelig bouwen, moet voorkomen worden dat er alsnog een grote zware
pui of -erger nog- een zwaar prefab balkon, toegepast wordt, waarvoor
toch nog een dure kraan nodig is.

Naarmate zwaardere bouwdelen gebruikt worden, verschijnen er meer


werktuigen en is de introduktie van materieel begonnen. Om dit hulp-
materieel op de werkplek te brengen is vaak echt materieel (een bouw-
kraan bijvoorbeeld) nodig. Zoals gezegd, wanneer de bouwkraan er is,
moet hij ook gebruikt worden.

.[J
.. .
::. .
0
".

"-
.-
, "
..
_ ' - .
Of het nu gaat om de verwerking van spuitpleister, gietbeton, schuimen
of kitten, altijd is er materieel nodig: Containers, transportmiddelen,

ii . •.• · compressoren, kranen, enzovoort. Het moet wel de moeite lonen, al die
spullen aan te voeren. (Een gietkist wordt niet ingezet voor drie wonin-
gen).

2D- en 3D-bouwmethoden zijn ondenkbaar zonder gebruik van mate-


rieel, dit geldt vooral voor betonelementen. Deze systemen staan en
vallen met een goede planning van fabrikage, opslag, montage en daar-
aan voorafgaand, het transport. Vooral dat laatste kan een beperkende
faktor zijn. De afstand van fabriek naar werk is van economisch belang
zo ook de ligging van het werk. Welke weg wordt gekozen? Water, rail,
weg, lucht? Welke maximum afmetingen gelden hierbij? Wat is het
maximum gewicht? Wat kost dat? Bij welke minimum seriegrootte is

CD
dat haalbaar?

-26-
Dit is een overzicht van materieel op en rond de
bouwplaats. Oja ••. , voor het maken van funde-
ringen bestaat een geheel eigen assortiment aan
materieel.

AANVOER BOUWPLAATS

Gepakketteerde - Weinig materieel en


produkten worden - Weinig hulpmiddelen.
grootschalig aange- - Lage investeringen.
voerd. Dat is goed- - Voor opbouwen afwer-
koop. Let op: king bruikbaar.
- Begaanbaarheid van - Universeel toepasbaar
de weg. bij vele bouw methoden
- Opslagmogelijkheid. en stadia.

Idem, echter: De bouw- Idem, echter: Met het


snelheid verdraagt geen zwaarder worden van
trage aanvoer. J het produkt wordt ook
, het materieel zwaarder.

Met name voor beton en Voor de verplaatsing van


mortels worden zeer giet kisten is een kraan
grote auto's gebruikt. nodig. Deze is ook te
- Goede bereikbaarheid gebruiken bij het aan-
is vereist. brengen van dakplaten
Objektgrootte is van en gevelpuien.
belang.

Voor het vervoer van Bij de bouw van een


betonnen kasko's zijn beton kasko is een snel
diepladers nOdig. verplaatsbare kraan
Omdat de Delftse brug- nodig.
gen hiervoor te hoog Voor de afbouw kan
zijn, is voor een woning- gekozen worden uit:
bouwprojekt met grote - Een tweede lichtere
elementen ooit een kraan, of
tijdelijke dam gemaakt - Alleen maar handtilba-
in de Verwersdijk. re produkten gebruiken.
De grotere 3D-elemen- Het produkt blijft op de
ten moeten op hun ver- bouwplaats achter.
voerbaarheid gedimen-
sioneerd worden.
Denk hierbij aan:
- De hindernissen.
- Toegestaan gewicht.
-27-
2.8 BO UW DELEN EN BO UW DEELGROEPEN

In de inleiding van dit hoofdstuk (2.1 Zes


facetten van de uitvoering), werden bouwdelen
en bouwdeelgroepen genoemd, direkt na de
materialen, produkten en elementen, dat was
een rangschikking naar schaal niveau. Daarna
zijn vijf facetten nader belicht. Het vouwblad
achter in dit diktaat laat in matrixvorm de
relaties tussen de in dit hoofdstuk gehanteerde
b?uwdeelindeling en de bouwdeelgroepindeling
ZIen.

11 !!I!!::
~
Il!ill!i
5l!l§l!
:f!---

~ I\l!~
Elil~
==== !:1!~ IHIT
----

....
[J De vijf facetten en het vouwblad dienen als

\i > gedachten orden er. Op de bouwplaats komen al


deze onderdelen nooit zo geordend voor. In dit
hoofdstuk is het bouwproces bestudeerd door
het te ontleden. Het wordt daarom besloten met
deze schets waarin veel elementen van deze
ontleding in hun samenhang getoond worden,
ook hier komen de bouwdelen en bouwdeelgroe-
pen bij elkaar.
In de uitvoering is de verstrengeling van produk-
ten, bouwdelen, partijen en beslissingen in alle
hevigheid merkbaar.

- In de fundering wordt al een aardleidingdraad


opgenomen, als onderdeel van de bouwdeel-
groep leidingen.
- In de tundering worden sparingen aan-
gebracht voor later aan te brengen bouwdelen
- Aan prefab gevelelementen zit vaak een stuk
fundering vast, in de vorm van een vorstrand. (Is
dit nu gevel of fundering?)
_ Wanneer de gevel een onderdeel uitmaakt

CD
van de dakgoot, zijn de bouwdelen dak en gevel
dan nog te scheiden?
- In de vloeren en wanden worden tijdens de
uitvoering vele voorzieningen getroffen voor
diverse bouwdelen (trapopeningen, sparingen,
leidingen, bevestigingsmiddelen, enzovoort).

-28-
Deze voorbeelden geven aan dat ook bij de uit-
voering de bouwdelen niet eenduidig aan ver-
schillende bouwdeelgroepen zijn toe te wijzen.
De bouwdelen zijn niet los van elkaar te maken,
ze zitten aan elkaar vast en door elkaar, ook
wat betreft de uitvoeringsvolgorde.

leidingen en sparingen
reeds in fundering
opgenomen

gevel
of
fundering?

integratie van bouw-


delen en bouwdeel-
groepen vooral bij
wanden en vloeren

dak of gevel?

in hoeverre kunnen ze
onbeperkt door elkaar
lopen?
(c. v .-leidingen door
bovenlicht?)

-29-
*************************************************************
KODE OMSCHRYVING MANUREN
NU~1i1ER HOEV EEN NORM ONDERD

010 . 00 . 000 BOUWPERSONEEL

011.10.000 BOUWLEIDING
011.10.002 •..... W~~ IE UITVOERDER
0 11.1 0 .003 .....• WKN DEEL UITVOERDERS
011.10.004 . . . . . . WKN ORGANISATIEDESK.
011.10.005 •..... WKN IE WER~JRGANISATOR
011.10. 006 •••... WKN WERKORGANISATOR
011.10.007 . . . . . . WKN PRODUKTIE-ASSISTEN T
011.\0.008 . . . . . . WKN IE WERKADMINrSTR.
011~10.009 •...•• WKN WERKADMINISTRATEUR
011:10.010 •..•.. WKN PRAKTIKANT

011.20.000 BOUWBEGELEIDING
011.20.001 . . . . . . ~;T VOORCALCULATIE WRK
011. 2 0 . 002 .•.... PST TEKENKAMER
011.20.003 •..... PST BEDRIJFSBURO
011.20.004 ..•... PST PROJEKTLEIDER

019 .10.000 DIV.BOUWPE RSONEEL


019.10.001 ....•. WKN KRAANMACHINIST
Ü!';Î' w 10 . 002 ...... WKN LIFTBEDIENING
(1 1':;'. 10.003 ...... WKN TRACTORMACHINIST
ül'i'. 10.004 . . . . . . WKN ONDER~JUDSMONTEUR
01'),10.005 ...... I~KN l'iAGAZYNBEHEERDER
019. 10. OO~, ...... WKN BETONLABORANT

TRAN:=;PORT

3.0. DE SAMENHANG

De in het vorig hoofdstuk genoemde elementen mogen niet los van


elkaar gezien worden. Daarom ligt in dit hoofdstuk de nadruk op de
samenhang en tegenstellingen van uitvoeringswegingen.

3.1 De bouwplaats 32
3.2 Ruwbouw - afbouw 34
3.3 Drager - inbouw 35
3.4 De bouworganisatie 38
3.5 Uitvoeringsoverwegingen 40
3.6 De overwegingen overwogen 42
3.7 Wat weegt het zwaarst? 46

-31-
3.1 DE BOUWPLAATS

Een kenmerk van het bouwvak is, dat het


produkt daar gemaakt wordt waar het komt te
staan. De bouwplaats stelt haar eisen aan de
manier van bouwen en daarmee ook aan het
bouwwerk zelf.

ligging en bereikbaarheid
Dit kan de keuze van de bouwwijze danig beper-
ken. Bijvoorbeeld:
- Bomen in de straat. De kist kan niet aan de
straatzijde gelost worden. "Dus" gaat de kraan
naar de achterkant. "Dus" kan er aan de voor-
zijde geen zwaar prefab betonnen balkon in
worden gehesen.
- Trambaan in de straat. De bovenleiding van
de trambaan maakt aanvoer door deze straat
onmogelijk. De achterzijde is alleen toeganke-
lijk voor kleine auto's, beton wagens kunnen er
niet komen. Is hiermee gietbouw uitgesloten?
Wat zijn de alternatieven?

opslagmogelijkheid voor materialen


- Wanneer er in de straat geen ruimte voor op-
slag van materialen is, dan zal het pand in delen
moeten worden gerealiseerd. De konstruktie van
het ene deel zal de opslag, nodig voor het
andere deel, moeten kunnen dragen. Dit stelt
hoge eisen aan de uitvoeringsvolgorde. Tussen-
opslag moet tot het minimum worden beperkt,
bouwdelen moeten direkt van de vrachtauto
geplaatst kunnen worden.

te bebouwen oppervlak, soort gebouw


- Wanneer het gebouw een groot oppervlak be-
slaat, heeft dit gevolgen voor de toe te passen
bouwwijze. Bij het gebruik van 2D-elementen
betekent dit
- of heel lichte 2D-elementen,
- of een zeer zware (dure) kraan,
- of een speciaal voor dit werk gemaakte
kraan,
- of een andere bouwwijze.

- Het weer. In welk jaargetijde wordt er ge-


bouwd?
- (Oude) kabels en buizen in de straat. Kunnen
ze het bouwverkeer verdragen?
- Omgevingseisen ten aanzien van lawaai, tril-
lingen.
- Grondwaterstand. Is er bronbemaling nodig?
- Juridische bepalingen ten aanzien van de
lokatie.

- 435 normen (of zijn het er inmiddels meer)

-32-
-33-
3.2 RUWBOUW - AFBOUW

Tijdens de uitvoeringsperiode van een gebouw


kunnen verschillende stadia van afheid onder-
scheiden worden. Zo is het moment waarop het
gebouw water- en winddicht is van groot belang,
omdat hierna de afbouw weersongevoelig kan
worden voortgezet. Is dit de scheiding tussen
ruwbouw en afbouw? Hier onder wordt dit
grensgebied nader onderzocht, aan de hand van
de reeds eerder gehanteerde indeling van bouw-
produkten van klein naar groot.
Bij het bouwen met kleine produkten voltrekken de vorderingen zich
veelal gelijkmatig over de hele linie van werkzaamheden. Het weer


-regen en vorst- kan voor grote stagnatie zorgen, vooral bij metsel-
werk. Bij houtskeletbouw is dit minder het geval.
De binnenwanden worden vaak gelijk met de buitenmuren opgetrokken,
in verband met hun stabiliteitsfunktie.

Voor het bouwen met grotere produkten en elementen geldt boven-

EB staande, met dien verstande, dat de opbouw fase sneller verloopt en het
gebouw dus sneller dakdicht kan zijn. Ook hier hebben de binnenwanden
vaak een stabiliteitsfunktie. Ook het verlijmen van elementen is vocht-
gevoelig, doch in mindere mate dan metselwerk.

[J . De opbouw van in het werk gestort beton kan als de ruwbouw


beschouwd worden, de gevelinvulling wordt dan "ruwe afbouw"
genoemd. Denk hierbij aan een snelle invulling met grote 2D-elementen
.....< zoals "Noorse puien", waarvoor de, voor de gietbouw aanwezige, bouw-
kraan gebruikt kan worden. Hierna kan de afbouw weersongevoelig
beginnen. De stabiliteit van de konstruktie is op vele manieren te
verzekeren, ook zonder binnenwanden.

Bij het bouwen met 2D-elementen worden de binnenwanden vaak gelijk


met de andere muren gemonteerd, ze zorgen voor de stabiliteit tijdens
de montage. Later, nadat ze ondersabeld zijn, doen ze mee in de totale
stabiliteit. Hoewel deze wanden allemaal behangklaar zijn ("af?"), is er
toch altijd afwerking van beschadigingen nodig: hoeken, sparingen, lei-
dingen. ("ruw?").

CD
Daar waar prefab 3D-elementen worden gemonteerd -van dakkapel tot
heel huis-, is het woord "af" bouw meer op zijn plaats.

-34-
In ruwbouw is vaak al flink wat afbouw
opgenomen: ingestorte leidingen in wanden die
geen afwerking meer behoeven, beglaasde en
geschilderde puien, enzovoorts. In het ene geval
is de bouwtechnische scheiding duidelijker dan
in het andere. Daar waar de scheiding niet dui-
delijk is, wordt ze bepaald door de invalshoek
van de beschouwing.

ruwbouw en afbouw
vloeien in elkaar over.
het is een maakproces.

eveneens geen duidelijke


scheiding.

ruwbouw = opbouw
ruwe afbouw = puien
= daken
afbouw = binnenwanden
= installaties

ruwbouw met veel


afbouw daarin.

-35-
3.3 DRAGER - INBOUW

Ruwbouw en afbouw mogen niet verward worden met de begrippen


drager en inbouw.
Onder DRAGER wordt verstaan, dat deel van het gebouw (de woning),
waar de gebruiker geen invloed op heeft: het onveranderbare deel met
een lange levensduur. De drager is dus meer dan de draagkonstruktie,
het kan ook delen van bijvoorbeeld het leidingen en gevelsysteeem
bevatten.
Onder INBOUW wordt verstaan, dat deel van het gebouw, wat aan de
wensen en eisen van de gebruiker aangepast kan worden: het verander-
bare deel met een veelal kortere levensduur.
De exacte scheiding tussen drager en inbouw verschilt dus ook van
projekt tot projekt. Heeft de keuken een vaste plaats of zijn er meer-
dere plaatsingsmogelijkheden? De natte cel? De trap?
De scheiding tussen drager en inbouw is een antwoord op de vraag hoe
gebouwen tijdens hun levenscyclus aangepast kunnen worden aan de
veranderende eisen des tijds. Dit is niet het onderwerp van dit diktaat,
hier wordt volstaan met het belichten van enkele, hiermee samen-
hangende uitvoeringsoverwegingen.

het bouwen van de drager


Een belangrijk onderdeel van de drager, is de draagkonstruktie. De
drager moet zodanig ontworpen zijn (vooral plaats en maat van de
sparingen zijn belangrijk), dat deze later te herverkavelen is, van grote
naar kleine of van kleine naar grote woningen. In dit verband heeft het
niet instorten van leidingen twee voordelen:
- De bij herverkaveling noodzakelijke veranderingen aan de leidingen
zijn gemakkelijker uit te voeren.
- Door de leidingen niet in het beton op te nemen, kan er efficiënter
gestort worden. De procesmatigheid van de gietbouw wordt hierdoor
optimaal benut en in het geval van grote elementenbouw, wordt door
het achterwege laten van instortingen het aantal verschillende elemen-
ten drastisch verminderd
De drager wordt gebouwd door specialisten: De specialist aannemer
maakt de draagkonstruktie, de overige bouwdelen, die onderdeel vor-
men van de drager (bijvoorbeeld centrale verwarming, leidingkoker ,
elektrakast) worden er op vaste plaatsen aan toegevoegd door de in-
stallateurs.
het aanbrengen van de inbouw
In de volgens maatafspraken gebouwde drager past ieder, volgens
dezelfde maatafspraken ontwikkeld, binnenwandensysteem, waarin op
eigen wijze voorzieningen zijn op te nemen.
- De inbouw wordt geleverd en geplaatst door de specialist (fabrikant)
of door de bewoner zelf gemaakt (de doe het zelver).
- Het inbouwpakket is naar wens van de gebruiker te verplaatsen, ook
hier weer door de specialist of door de bewoner zelf.
- Door de maat afspraken zijn passende onderdelen ook veel later nog
verkrijgbaar.

gevolgen voor de uitvoering


- Nieuwe produkten
- Nieuwe verbindingstechnieken
- Nieuwe specialismen
- Nieuwe bedrijven
- Nieuwe beroepen
- Efficiënter uitvoering
- Veranderbaarheid tijdens de uitvoering
- Aparte aanbesteding van drager en inbouw

-36-
drager inbouw

De drager kan al gebouwd worden, terwijl


bewoners(groepen) nog over de verdeling
indeling spreken.
3.4 DE BOUWORGANISATIE

De logische opeenvolging van handelingen lijken gedirigeerd te worden


door een onzichtbare hand. Het is in het belang van alle betrokken par-
tijen dat het bouwproces zo efficiënt mogelijk verloopt, maar nadat het
werk is aanbesteed is het vooral de zorg van de aannemer: Hoe voor-
deliger hij werkt, hoe meer hij verdient. De kosten kontrole is bij hem in
goede handen, de kwaliteitskontrole niet altijd. Wanneer de afspraak is
dat de aannemer de gemaakte kosten kan declareren (bouwen onder
regie) zullen ook de kosten door iemand anders gekontroleerd moeten
worden.

de aannemer
De procedure volgens welke de aannemer bepaald wordt is van belang
voor de ontwerper. Het is mogelijk dat de aannemerkeuze bij voorbaat
vastligt omdat het een relatie is van de opdrachtgever. Het is ook
mogelijk dat er met een of meer aannemers onderhandeld wordt. In
deze gevallen en bij een onderhandse aanbesteding is min of meer
bekend wat de aannemer met zijn bedrijf kan en niet kan, de ontwerper
kan hiermee rekening houden. Bij een openbare aanbesteding is op geen
stukken na bekend wie het projekt uit zal gaan voeren en dit stelt eisen
aan het ontwerp: Het plan moet door iedereen eenvoudig te maken zijn.
Het toepassen van bijzondere konstrukties, die slechts door een enkele
gespecialiseerde aannemer goedkoop te maken zijn, voorkomt lage
inschrijvingen en zo wordt het toch nog duur.
Iedere aannemer zal het werk weer anders organiseren; iedere aan-
nemer zal op zijn beurt andere bedrijven bij de bouw betrekken, name-
PROJEO lijk de onderaannemers, ook allen met hun eigen manier van organi-
seren.

kostenkontrole
De gecalculeerde contractprijzen worden in de uitvoeringsfase nog eens
gewikt en gewogen, evenals de te hanteren bouwmethode. Inkopers
proberen goedkoop aan de spullen te komen door kwantumkortingen te
bedingen en door konkurenten tegen elkaar uit te spelen. De uitvoerder
bekijkt de personeel- en materieelinzet nog een keer, de uiteindelijke
werkplanning wordt nu gemaakt.

kwal i tei tskontrole


De kwaliteit van het werk wordt door de ontwerper vastgelegd in het
bestek en de bestektekeningen. Beter wordt het nooit, maar in het
openluchtcircus van de uitvoering komt de kwaliteit wel zomaar in het
gedrang. De opzichter, al dan niet in dienst van de opdrachtgever, zal,
uit samen met de direktie, over deze kwaliteit moeten waken. Wanneer dit
collegediktaat niet geschiedt in gezonde harmonie met de uitvoerenden, is het werk
Prof.ir. H.J. gedoemd te mislukken. De ontwerper moet er voor zorgen, dat het
Wagenmaker werk zodanig is gedetailleerd, dat de kwaliteit ook werkelijk kontro-
ir. D. W. Greven leerbaar is.

-38-
,"";...:j;,",-
l.-J ERf AL(,D·i"::~!E BOUt·JPL':;AT:;I · ,)~,TEN
il R C. HIT f C T ';,T~tWt\;:,R[lVE;;HI4Al

t,:·r,t. Ol'lSCHRYVING M:.'.NUREN I'IATERIAAL


NI)::,'::::f, HOE V EEN NORM ON('ERD F'ARAiJR EENt! ONDERD

,', 1 (, ('(' .0 ' )(1 Eu)UWPER';ONECL

.:' 1 j . J ,). (,,) .) 80UWLE r (I I Nr,


,)1 ~ . ; (). (,,)2 •••••• (.JIJ~ 1 E IJ r TVOEf,r'ER
':'11. . . . . . • U:Jt [IEEt. UI T'...'OE:R(lER ·:,
(!II. ' ':' . • ••• . • 1·Jt;N ORC,i',tJI ';:.tlTJE(i[:;:.V .
')11.1(1 . ':;')5 .. .. .. Wf ;!'! IE l-/E f~f.(: :~O:,A:-'j I -:,ATOR
(IJ: . • •.• . • ~~;fN WfTil';CoR(iANJ~,;:\ron
I) 11 • . . ('JI.N F'riCI(ll):(T i E _.~;:;:=. I '.:,TE~JT
011. :(0 . (1(1'':: • . • , , • I.') N I :: I-iERI;A[,:,:r"H;::fR .
('1 ~, 1(' . ('(j',' • •••• • 1~i;N I~E::;: k,-;(I;'11j\~I :;TK ATEUR
(, 1 J • 10. nl (! ••.••• 1,JI .N r';:"':-,I( T I lü;NT

'" I .: • :0'). (,(.(0 (li)I)\·WEC,EL.E: I [I 1 Nu


(I ! 1 . ::') . 0(11 . .. .•• F'::;.T v,)on( flLCUL{iT"IE WRK
()l i . . . .... ;:':;,T TEH:::t··~k.:·,:'ER
('11. . . . . • . P:;,T BEDRJ JF:::.EcURO
('11. ".... ) . 0,)4 ••. . .. F"':,T pr,I),JEI<TLE I (IER

':J 1 ·~ . 1').0('(1 DIV. DOUWF'ER:~.O.·.iEEL


"1:0"'.1(1.(',): • ••••• W: , N V,>;:AAN,·;;K:I·:If'IIST
,)! '~. 1 f) . ('02 •••••• l·:~,N Lrr=T:::[[:IENI~IG
\·· 1 '~' . 1('. (lO~' • •• . . . I~ I< N TRAC:Tor,r-I;4CH IN r ST
,) J '~' . I IJ . ;)(·4
('1·~' . 10 . 1),:'5
(119, 1(,. (,,)b

1)1 S' . 1(!. (107 •••• • • WI<N


<)19 . 11).008 • •• • • • WKN
01';;-.1(1.009

(120. (;1) . (J(I(J KETEN . LOOD:;EN-+ TOES.

1)21 . 10.000 KETEN+LOODSEN


()21 . I O . üO l •••••. I.JKN DIRE"KTIEKEET
.)21.10.0(12 • ••••• M2 MO~JT/DErtON I

1) 21 . 10.00':;' •. . . . . 3T TRAr·t:::;F'.DIR.
021. 1,).1)(14 •• . . . . l.-Jf',N lllTV.KEE"f
('21 .1 0 . (1('5
(,21 . 1').(106
')';:<J .1 ') . (11)7
(';:: 1.1 ').(1(1:':: • • • • •• M2 1101~ir
/DEI1 NI';SEf\;HUT
')2 1.10,00';.' • ••• •• ST TRAN';P . N13SENHUT
0"::1 .1 (· . (110 • • •••• WkN :=,CHAFTKEF.T
021 .1 ;) . 0 11 • •• . •• M2 OF'~;T i·AF.E!R . SCH{IFTI< .
')2'1 .: 0 . ,)1:':: • • • ••• ":,T TR;,,"L;F·. :;':H;.',r:·TKCET
(J:~ 1 • : .) . (! 1~; · ••••• 1.Jf:.N :;;( HrtFnUK,EN
':'''::1.1').014 ••..•. ~. T iR{;NSP. ::;Cj-i;:a=-rWAC'EN
('''::1 . 1':' . (115 • •••• • WKN I'1(; I:,;::',ZYN I<.E:ET • . S T
1)21 . j ,) . ()16 ... . . . ~;ï or";'T ... r~ FBR.M,~':,(~ZY~J
1).-~1. h) . 0 17 •••• • . 1..jkN LC(lD :::. 1'1.:;TERUiAl
('21 .I ,L(ll:;: I)F'ST .. AFCR . t-iAT. LI)(itlS
(>21 . J ':' . ('19 Tr::AN:~.F' cr;· ; . :·IA T . l.,)üDS.
"'~: 1 . 1,) . (''::0
')::j , j') . ':>"::l • . •••• M2 ,:: .·~fnCHT[l~ NT::.'O:: Fhl.lT
':·21 . :(1.('_-:2 • , •••• :·WN l-.IA·> E~·j fc.:LE[ö[;LOI:A;4L
(1":: 1.10.02.3 • • • •• . ::.T C:F"~.T"'{1FE:FL l~tISLC:i:: AAL
(J':::I . I(1 . 1)24 • ••••• :; T TRAN:~.F·.I·IA:3·tl(LEEDLOK
,)'::1 . 1(1. (;::5 • ••• .. l~)(N TOILETTEN
.1 (1 . 02,;' •••••• ST ür' ~:;,T ·tAF8R,T(lILETTEN
.1 ;) , 027 . .. . .. ::,T Tr,At~:,:,F'. TOILETTEN 'jf'(3GlGl~D{)j DOiJ@@(!,OOiJ@)

,)21 .1 0 . 02';:'
• • ••• . Wt(N E:rLETw.D, ::·EN
••.••• S T
Î • • :;Tl
AAj\j+AFV . TOILETWAGEN
••uwwaIlK
021.10.0;:0 • ••••• 1·lt .:N RYl.-I IF.LLOO[I"~.EN
()21 . 1(1.031 • •• • •• ~12 OP:,:;T +AFBR . RYlH ELLOO
021. :('.('32 • • , • • • :; T TRt,:·:SP . RHj i ELLOO[J';.
,)21 , I'~·. l)(i(l t;LC·E/"lE["N
1)':: . :';'.(101 ., •••• P::;. T f.TAF'ELt-:O::;TEN K:EiEN
1)":: 1.19.002 . .. . •. M2 E(,AL EER. TBV.KETEN
O:'::l . J·;' . ()() .:: · . . . . . M2 ONDER I,;" REP. KETEN

1)22 . 1') . (II)() INRICHTIN(, kETEN


()2:: . i') . ('(11 • ••••• 1'12 J r.J\lr::rn . kETEN
('''::'':: . 1') .(::)2 • • ••• • 1'":.2 I ri:~ I (.HTEt·1 kETEN
,)2~~~ . 1 (' . (":;':: • ••• , .1'12 (:~.TRl.lrl'iLN KETEi'~
• •• , • ,l.-;iN TELI'~ACH I NE
lL) . (II)':; ••••• • 1~I<N TELEtHAF·EL+TOE[lEH.
:0 . 00,:. •••••• j,jkf'; LJCHTDRLwr·ir~::'HINE
• ••••• F':;,T 1J1NTOOR-·ïËl( Ei"~E:EHOEF
(I_~:.":: • • •• . . . (..j!<r" L(!;""FIl:::Zr::TAi.iT.:ir~M·.T
,).::':--: . • • ~ • • • (.ji<t~ CV . \>ES:STREJ<!< r N(,EN
.)2~: . 1'). (11 () · . ••• • j·WN S r Gi\,~; . :;U(LOk·
ü22. 1(1. (lIl • •••• • 1·Ii<N .~; I RENE

AF(.:ERKEr~ !( [TE:'!
· , . . . . P::.T :;:.(.HIl['Er~;..' . 3TOFF .

':' .-" .. . 1 ':' . ':":'(1 rt~ :;TAL . T~~;,1 I ETEi l


(·'':' 4 . 11).(',)1 . . . . . . P·:;T ',,'EF:1N;r,!1I:\;(, KETEN
· ..... ~j: j\; :jl:::f\i:.R:_, I t· t EETW·:R\.J .
· . . . •. VF, ;;;:ii"~+~F'/ . '';EF(~; . I.'~::.TL •
• •••• . :,::; r::,.i:r·J ;:;::~:;, (. HE Ih:;:,T ..kL
•• "~. ' Fi ~ c.L.:::;;' I:";::,
,:,':'..'..1 ') . (":''':' .• :;. , C.'.';:;;: î G i_<)O ~iI:. r ::T ER\.J
,)..:;..; . 1(). (1(17

-39-
3.5 UITVOERINGSOVERWEGINGEN

In de voorgaande hoofdstukken zijn verschillen-


de uitvoeringsoverwegingen genoemd om de be-
sproken onderwerpen toe te lichten. Alle over-
wegingen moeten tot een beslissing leiden, maar
waaraan worden overwegingen afgewogen?
Moet de kwaliteit de doorslag geven? Of de
prijs? Of wegen maatschappelijke faktoren het
zwaarst? Maatschappelijk gezien kan het een
nadeel zijn dat er weinig mensen nodig zijn,
terwijl het gunstig is voor de bouwkosten.
Meestal heeft het laatste tot nog toe de door-
slag gegeven, maar blijft dat zo? Niet alle
overwegingen zijn van bouwkundige aard en de
waarde van de overwegingen verandert met de
tijd. Nog een paar in willekeurige volgorde.

- Ontwerpvrijheid
- Bouwtempo
- Arbeidsintensiviteit
- Vrijheid van werkvolgorde
- Weersgevoeligheid
- Materieelgevoeligheid
- Behoefte aan bijzondere aanvoerwegen
- Planningsgevoeligheid
- Nawerk op de bouwplaats
- Handtilbaarheid
- Benodigde hulpmiddelen
- Behoefte aan specialisten
- Beschadigingsgevoeligheid
- Hoeveelheid afval
- Kans op diefstal
- Behoefte aan geschoold personeel
- Gevoeligheid voor procesonderbreking
- Vrijheid van inkoop
- Uitvoerbaarheid
- Opvang van maatafwijkingen

-40-
De behoefte aan samenspraak van ontwerp en uitvoe-
ring is groot.
Een enquête bij ruim honderd projectleiders en uit-
voerders van een bouwonderneming geeft als mening
van de ondervraagden:
er is weinig literatuur waarin de uitvoeringstechniek
wordt behandeld en er wordt in beperkte mate door

...
ontwerpers aandacht besteed aan de volgende onder-
werpen.

het ma terieel ,.,,' ,,'


55% = wordt verwaarloosd
35% =denkt er een beetje aan
10% = weet het niet 10:'

wijze van montage


35% = wordt verwaarloosd
59% = denkt er een beetje aan
3% =zegt het precies
3% =weet het niet

maattoleranties
17% =wordt verwaarloosd
69% =denkt er een beetje aan
6% =zegt het precies
269:'.
0

1 0 17:'
6% =weet het niet
J06" 6:'

de terrein-inrichting
73% = wordt verwaarloosd
~'07J:'
14% = denkt er een beetje aan
3% = zegt het precies
10% =weet het niet
2014~ JoJ~ 10';

het klimaat
' 20 J 8 : , ê 1028';
28% = wordt verwaarloosd
38% = denkt er een beetje aan
~28:'

,·,"tt,., '
6% = zegt het precies
28% =weet het niet J06';

de eenvoud
45% = wordt verwaarloosd
46% =denkt er een beetje aan
3% = zegt het precies
6% = weet het niet JoJ:' 6~

het gebruiksvoorschrift voor het


nieuwe materiaal
38% = wordt verwaarloosd
42% =denkt er een beetje aan
10% =zegt het precies
10% =weet het niet

13 Bouwbaak oktober 1980

-41-
produkten en elementen
hebben met het oog op
de uitvoering voor- en
nadelen. de ontwerper
~,0et de af w"g i ng

",~ken, afgestemd op

ont '. -arpopdracht.


bi j voor bee Id:

ontwerpvrijheid bcuwtempo arbeidsintensief

het bouwtempo is \leeJhandar~~1 d t>i j de


gestaag maar laag. verwer'J<lng \'anklel ne
alles moet per stuk op produkten.
een doe het zelf club- zijn plaats gebracht
gebouw: worden.
- arbeidsintensief
- erg laag bouwtempo
- vrijheid van inkoop
zeer gewenst
(concurrentie).

zi jn

~ ~
.... .
........ - . . .....• . ..

L_j iaal vloeit van-


zelf op z'n plaats,
behulp van veel
ieel.

hoog bouwtempo, dit het inh i j sen vraagt


r I zeggè!l op de bouw-
lol weinig arbeid, mits de
Plà?tli . . .. . aanbreng
Voorët)ereld!ng en goed Is door-
een luxe bungalow: prOduktlevriigen veel
- vrijheid van inkoop tiJd~~oUd rekening

is geen probleem meteen •.•. aangepast


(exclusief) te~po voor de afbouw.
- bouwtempo zo hoog
moge I ijk
of kiezen?
er op de
aangeboden?

en

-42-
-[@@
.~j@

vrijheid van werk- bijzondere aanvoer-


volgorde weersgevoeligheid materieelgevoel ig wegen nodig

we i nig materieel- geen bij zondere


gevoelig. denk wel aan aanvoarwegen nodig:
de steigers. hoewel steenauto's
steeds groter en
zwaarder worden, kan
er a Itij d nog voor
kleinere auto's
gekozen worden.

hoewe I In mindere
mate, geldt ook hier
het bovenstaande.

(:i ,itn.",··. d",L betonmorte 1-

inere
kunnen
auto's
worden.

geen vrijheid van he:t verwerken van


werkvolgorde: zelfs de grote 20-elementen is
beladingsschema's van weinig weersgevoelig.
de vrachtauto's l i ggen vànaf windkracht 5 is
vast. er meer personeel
nodig. bij harde wind
·stopt het werk. (d i t
hangt mede af van de
hqogte) •

geen vrijheid van hier geldt hetzelfde


werkvo l gorde: als bij de 20-
hiervoor geldt elementen. de afmetin-
hetzelfde als bij de gen spelen natuurlijk
D-elementen. wel een rol : Gaat het
om een wc-pot of om
een heel huis?
planningsgevoelig nawerk handt i I baarhe I d special isten nodig

vee I nawerk: handT I I baar: ,,50 kg. zIJn metselaars,


weinig
tilTlT\erlieden en
systeemmonteurs
spec i a I i sten 1
zi jn

plannings- nleTh8ndt i I baar: ~ 50 geen specialisten


kg. nodig: hoewel, de
door de
gasbeton of gibo ploeg
omvang van het
doet niets anders dan
materiaal en het
worden getra I sc. gasbeton of gibowanden
maTerieel.
er 1S nauwe.1i Jks nog zetten.
ig:

niet handt i Ibaar, of stortploegen.


het zou de kitspuit
moeten zijn.

veel n i et handt i I baar. fabrleksfIlOlttageploegen


in de meT va5t1111 in de
nog enig I\OUwp I oeg •
in de knopen en

hiervoor ge I dt leer we i n·i g nawerk: niet handti Ibaar. de vrachtauto


bij de het zou hier eigenlijk chauffeur en kraan-
niet meer voor hoeven drijver als
special ist.
GOGD
OQQI]
beschadigingsgevoel ig- behoefte aan geschoold
he l d hoeveelheid afval personeel. vrijheid van inkoop

de sèhade bi ijft geschoold voor wat


be!>E!rkt tot de omvang
'valide (kleine)
ondllfde Ien. ze zijn
pet ' stuk wel
besèhad i g i ngsgevoe I i g,
ni~~r( omdat ze met de
hand ··verwerkt worden,
z:IJner weinig
beschadigingen.

het verwerken van de ofl nder afva I dan bij en, monteren kan minder keus, omdat er
gtof~~~~lementen met ode kleinere elementen, nieuwe technieken minder leveranciers
groterlAAter Iee I I e i dt omdat er op materiaal slijmen en ziJn. niet alle
tot~~~ Schade en is . fliaat , ontworpen moet kt I!(ken door mateçJ a I en en maten
daatdoorminder gemak- worden, en omdat er 6I\gesch,?olden ziJn uitwisselbaar.
kell JI\ te repareren. zuiniger met grotere gebeuren. dit leidt
elementen wordt eChter weer tot een
9mgesprongen. n i euwe vorm van
"geschoold" zijn:
fabriekskennis.

weinig beschadigings- het afval beperkt zich na het ontwikkelen van


gevoelig, hoewel tot het overschot aan . e.n i ge rout I ne zij n de
vorstschade mogelijk het einde van de dag. werkzaamheden door
is, (een restje beton of Iedereen te doen.
kit uit mortel pomp ot
kitspuit).

pasklare elementen op fabrieksteams, met er zijn maar enkele


het werk geven geen eigen opleiding. systemen en die zijn
afval, of het moet al slei:hts bij enkele
zijn van wat aanpas- iers verkrijg-
sings hak- of breek-
werk.

geen afval als het het aanbod van grote


goed Is. bouwdelen is
beperkt, de vrijheid
v!!n inkoop dus ook,

-4-5-
3.7 WAT WEEGT HET ZWAARST?

Zolang duidelijk is welke overweging het


zwaarst weegt, is het nemen van beslissingen
niet moeilijk. Maar beslissingen hebben vaak
onbedoelde (en onvoorziene) bijeffekten, over-
wegingen staan met elkaar in verbinding. Enkele
voorbeelden.

De tijdwinst van een snelle gietbouw- of 2D-


elementen methoden kan teniet worden gedaan
door een gevelvulling zoals metselwerk (die veel
langzamer te verwerken is): de wens van de
opdrachtgever, die een "stenen" huis wil.

25 Woningen worden afgedekt met 2D-dak-


elementen, omdat ze snel gelegd zijn en
vanwege hun affe onderkant. De fraaie onder-
kant verregent echter, omdat de dakpannen niet
snel genoeg gelegd kunnen worden (eerst
moeten immers de panlatten nog gespijkerd
worden). De plaat is weersgevoelig en vraagt
dus eigenlijk om een afdekking met een regen-
kerende folie zoals ventifol, of iets dergelijks.

Het metselen van dwars wanden in een giet-


bouwprojekt leidt tot vertraging in het bouw-
proces, in verband met het moeten wachten op
de metselaar en de droogtijd van het met-
selwerk.

Een snelle affe geveldichting (met een noorse


pui, bijvoorbeeld) maakt het nodig dat het
inbouwpakket eerst naar binnen moet. De vloer-
afwerking gebeurt na de geveldichting, maar
moet nu het inbouwpakket andermaal verplaatst
worden? Dit geeft kans op beschadiging en
verstoort de vloerlegger in zijn werk. Of kan
het inbouwpakket direkt op de plaats van de
natte cel opgeslagen worden? Deze wordt toch
pas later betegeld.
Zo zou een licht pakket, bestaande uit grote
platen, tijdelijk aan de draagkonstruktie
opgehangen kunnen worden, door gebruik te
maken van nog niet gedichte centerpengaten.
De creativiteit in het ontwerpen moet zich niet
slechts richten op het eindprodukt, maar ook op
de wijze waarop het gemaakt kan worden.

De dakdekker kan met zijn vlam grote schade


aanbrengen aan andere delen van de konstruk-
tie, zoals aan de PVC plakplaat van de hemel-
waterafvoer. Daar kan hij niets aan doen. Wie
wel?

Sommige produkten verdragen elkaar niet in hun


verwerking: De ontkistingsolie van de ruwbouw
doet de werking van sommige tegellijmen
teniet.

-46-
(jOGG
()()G~

' ," , .". . . . ,

" .... . '. '


. . " "

:: ...... : . . . .. ...
"

.
.. '

". " . . .
. '. :' '.' . .' . .
. . .
o l • •

".,'
" , . ... ' ..
," .. ', . " ,'.

...J~L

J[;][
,r--Îi

o
~
-47-
4.0. DE UITVOERINGSOVER WEGINGEN

In dit hoofdstuk wordt op enkele van de voornoemde overwegingen


dieper ingegaan. Hieraan zijn twee onderwerpen toegevoegd, te
beginnen, "Uitvoerbaarheid" -want daar gaat het allemaal om- en ten
slotte "Organisatiegevoeligheid", ook belangrijk.

4.1 Uitvoerbaarheid 50
4.2 Vrijheid van inkoop 52
4.3 Behoefte aan bijzondere aanvoer wegen 54
4.4 Beschadigingsgevoeligheid 56
4.5 Weersgevoeligheid 58
5.6 Handtilbaarheid 60
4.7 Vrijheid van plaatsingsvolgorde 62
4.8 Vrijheid van plaatsingsvolgorde 64
4.9 Logische plaatsingsvolgorde 66
4.10 Materieelgevoeligheid 68
4.11 Opvang van maatafwijkingen 70
4.12 Organisatievoeligheid 72

-49-
4.1 UITVOERBAARHEID

De overweging, hoe uitvoerbaar bijvoorbeeld


metselwerk is, hangt af van de vorm waarin het
moet worden uitgevoerd. Een lange, lage muur
is eenvoudiger uit te voeren en dus goedkoper
dan een smalle hoge. (Het kan in beide gevallen
toch een "stenen" huis opleveren.)

De metselaar en opperman moeten goed bij hun


werk kunnen komen en hebben hiervoor een
echte steiger nodig, welke tot het uiterste van
de topgevel moet worden doorgezet. Ze moeten
goed zicht houden op hun werk om aan de draad
te kunnen werken. Bij schoon werk zullen de
steigers vaker opgehoogd moeten worden dan bij
vuil werk (om de 150 cm) en de profielen
waarlangs gemetseld wordt, eveneens. Het "van
binnenuit" metselen van de buitenmuren (vanaf
de verdiepingsvloer, in plaats van de steiger) is
daarom ook niet mogelijk. Er mag evenmin van
worden uitgegaan, dat een halfsteens muur in
schoon werk, ook aan de achterkant schoon is
om aan te zien. (Ongelijke steenbreedten bij
gebakken produkten.) Dit is als regel wel toe-
laatbaar bij het gebruik van kalkzandsteen of
betonsteen voor scheidingswanden tussen
bergingen.

Veel hoeken en sprongen maken veel hulp-


middelen en materieel nodig. Dit bemoeilijkt
het metselen en het aan het eind van de dag
uitkrabben van de voegen. Om dit goed te
kunnen doen, moeten veelal de profielen worden
weggehaald, hetgeen veel stel werk met zich
mee brengt, de volgende dag. Als de metselaar
er niet goed bij kan, dan haalt hij graag even
een lat weg en een even losgehaalde lat wordt
niet altijd even precies vastgetimmerd. Hier-
door is veel kontrole op het werk nodig op het
recht en vertikaal staan van de profielen.

-50-
goedkoop

Bij hetzelfde aantal


vierkante meters
De winst van een affe
prefab gevel gaat
teniet, omdat de
metselaar steigers
nodig heeft. Dit geeft
duur bovendien veel kans
op glasschade.

Het er eenvoudig bij


kunnen •••••
en de steen plaatsen.

voegen uitkrabben steeds nieuwe vindin-


gen, praktisch voor de
vierkante meter, maar
hoe handig is het in de
hoeken e.d.?

-51-
4.2 VRIJHEID VAN INKOOP

In welke mate aan de uitvoering vrijheid van


inkoop wordt geboden, hangt natuurlijk nauw
samen met het ontwerp. Materiaalkeuze, kleur,
vorm aantal, afmetingen en levertijd vloeien
hieruit voort.

Uiteraard geldt ook hier, hoe exclusiever, hoe


moeilijker te krijgen, langere levertijden,
afhankelijk van specialisten, enzovoort. Deze
faktoren zijn duidelijk af te lezen van bepaalde
gebouwen, hoe het met deze inkoopvrijheid is
bij brand-, storm- en andere schade, laat zich
raden (Beschikt men dan nog over de oorspron-
kelijke mallen, of neemt men, net als bij tegels,
wat reserve in huis?)

Een voorbeeld van hoe moeilijk inkoopvrijheid


is:
Om een gebouw snel weersongevoelig te maken,
worden, na het aanbrengen van de noorse puien
en het dak, de goten aan het dak bevestigd. De
metselaar kan daarna in eigen tempo buiten
doorwerken, binnen kan men onafhankelijk hier-
van ook door: goede vrijheid van plaatsings-
volgorde dus. Om het mogelijk te maken achter
de goot te metselen, werd hier een rollaag
getekend, bovendien is deze goed op maat te
hakken onder de "muurplaat", een goede opvang
van maatafwijkingen is hierdoor mogelijk (zeer
uitvoeringsbewust). Door marktomstandigheden
zijn echter op dat moment alleen stenen met
gaatjes te krijgen. De zeer harde steenkwaliteit
maakt hakken moeilijk, bovendien ontstaan er
veel detailIer ingsproblemen.

-52-
Drie-verdieping-hoge panelen van witte kunst-
stof in een zeer beperkte oplage, met veel
types. Eerder een kwestie van wie wil en kan dit
maken, dan dat er sprake is van inkoopvrijheid.

Gaatjes opzij in de Ontdaan van pannen en


rollaag kan niet. goot.
Aanzien? Vorstschade! Op veel plaatsen
Metselaar heeft zo- sluit het zo aan.
veel mogelijk gemetseld .

Op hoeken van balkon-


muurtjes een betonblok
4.3 BEHOEFTE AAN BIJZONDERE AAN-
VOERWEGEN

Niet iedere doe-het-zelf botenbouwer realiseert


zich de afmetingen en het gewicht en moet zijn
produkt daarna met veel kunst en vliegwerk op
zijn plaats zien te krijgen. Dit doet zich ook in
de bouw voor.

Bouwelementen, die elders, minder weersgevoe-


lig en efficiënter zijn gefabriceerd, moeten wel
ter plaatse kunnen worden aangebracht.

- Het ontwerp moet zich er voor lenen. Woning-


brede puien wegen veel en maken het gebruik
van een kraan nodig. De kraan vraagt ruimte.
- Het inhijsen moet vlot kunnen gebeuren, tot ~-Fr==~==#-----i
op de definitieve plaats. De kraan behoort niet
gebruikt te worden om het element te stellen, L-_~---=::--_ _ _ _--.J
kraanuren zijn duur.
- Voor een enkel probleemgeval maakt men
geen speciaal hulpstuk.
- De afmetingen en het gewicht moeten aange-
past worden (handtilbaar ), of anders het ont-
werp.

-54-
Een heel gewicht en
daarbij nogal onhan-
delbaar.
Het gebruik van een
kraan is hier echt
nodig.

Hier gaat het inhij-


sen der elementen
uitstekend.

Hier niet.

Deze pui heeft men na


veel gepraat op het
werk doorgezaagd,
waardoor:
- lager gewicht
handtilbaar
handelbaar
- kwaliteit is niet
gestegen. Dit had
dus beter in de fa-
briek kunnen gebeu-
ren.
4.4 BESCHADIGINGSGEVOELIGHEID

De beschadigingsgevoeligheid van een detail of


een onderdeel hangt af van vele faktoren, bij-
voorbeeld:
- Wat zijn de materiaaleigenschappen?
- Moet het produkt uitharden, waardoor het
pas later zijn sterkte krijgt?
- Moet het getransporteerd worden?
- Moet het gebundeld worden tijdens het trans-
port?
- Moet het met de kraan gehesen worden?
- Of is het handtilbaar?
- Vraagt het speciale aandacht bij het stellen?

een voorbeeld
Bij een prefab betonlatei komt een aantal van
deze faktoren aan de orde. Het produkt is niet
handtilbaar en wordt in bundels (door middel
van ijzerdraad) met hijswerktuigen geladen en
gelost. Tijdens deze fase ontstaat er veel
schade, temeer daar de uitharding amper is
voltooid. Dun gedetailleerde betonrandjes
breken gemakkelijk af tijdens het opslaan van
de lateien op het werk. Nadat het plaatsen
(kraan en strop) en het stellen (hamer en
wiggen) achter de rug is en de metselaar ver-
trokken, vertoont de latei voorgoed de sporen
van de uitvoering.
Een iets forser detaillering met minder kwets-
bare randjes, zou de gebruikswaarde verhogen,
immers een gave latei in het zicht is er ook
voor het oog.

nog een voorbeeld


Gipskartonplaten zijn ook erg gevoelig voor
beschadigingen. Neem nu een noorse pui, die
aan de binnenzijde is bekleed met gipskarton.
Waarschijnlijk om de hele binnenzijde in het
zelfde vlak te houden is ook onder de deur een
strookje gipskarton aangebracht. Was dit wel
verstandig?
- De (natte) afwerkvloer laat zich hier niet
goed op sluiten.
- Met het bevestigen van de pui aan de vloer,
wordt het gipskartonplaatje gebroken door het
anker.
- Daarna worden er in de uitvoering de scherpe
kantjes nog wel af gelopen.
- Het is volkomen overbodig.

In het werk zijn deze beschadigingen onvermij-


delijk en werken verdere slordigheden op de
bouwplaats in de hand, maar in de ontwerpfase
hadden ze voorzien en voorkomen kunnen
worden.

-56-
beter zo

beter zo

gipsplaat
niet nodig

-57-
4.5 WEERSGEVOELIGHEID

Regen, wind, vorst en zon oefenen hun invloed


uit op het in uitvoering zijnde bouwwerk. Hier-
door kunnen gebreken ontstaan, die later pas
aan het licht komen, zoals lekkage, rot, krom':'
trekken, zwellen, oplossen, enzovoort. Het is
van belang, dat het detail in alle stadia van
wording deze invloeden kan doorstaan.

een voorbeeld
Tijdens het transport en de opslag van een in de
fabriek gemaakt binnenblad van een gevel, komt
de regen op plaatsen, waar het niet behoort te
komen. Zolang dit binnenblad niet door het
buitenblad van weer en wind is afgesloten, zal
het op andere wijze goed beschermd moeten
zijn, om blijvende schade te voorkomen.

nog een voorbeeld


In de fabriek aangebrachte foliën kunnen door
kou en wind bros worden en kapot waaien. Dit is
moeilijk afdoende in het werk te herstellen en
kan tot omvangrijke schade leiden, omdat juist
in de winter de bescherming tegen het weer het
hardst nodig is. Een goede materiaalkeuze kan
veel narigheid voorkomen, evenals een goede
detaillering. Ook tijdelijke maatregelen, als het
met een lat vastzetten van de foliën kan het
stukwaaien voorkomen.

Weer en wind veroorzaken niet alleen schade


aan het detail, maar kunnen ook het hele werk
stilleggen, bijvoorbeeld omdat er tijdens vorst
en overmatige regenval niet gemetseld kan
worden. Een snel dichtende prefab gevel maakt
het werk minder weersgevoelig, mits ook het
dak direkt daarna op het gebouw kan. Dit stelt
eisen aan de gootkonstruktie.

-58-
10 mm gipskarton
damprem
45 mm glaswol

Metselwerk is weers-
gevoelig voor de man,
maar ook de steen
verdraagt niet te
veel water, "Het werk
drijft weg",
4.6 HANDTILBAARHEID

De maakbaarheid van een detail hangt onder


andere af van het gewicht der onderdelen. In dit
voorbeeld is sprake van een betonnen prefab
luifel, die meewerkt als latei. Het geheel is
beslist niet meer handtilbaar , er moeten hijs-
werktuigen aan te pas komen, maar wel moet
dan eerst het metselwerk drogen, om het
gewicht te kunnen dragen. De metselaar kan dus
niet door, bovendien zijn er voorzieningen nodig
in de vorm van een ondersteuning, om kantelen
te voortkomen. Deze steun zal, juist voor de
ingang, een tijd lang een sta in de weg zijn. Om
door te kunnen met het metselwerk moet de
luifel omsteigerd worden en het lood moet aan-
wezig zijn om ingemetseld te worden. Pas op
voor vallende stenen! De voeger maakt het
verder maar af, hij kan er tegen die tijd - zij
het moeizaam - op zitten.

De toepassing van een handtilbare prefab


polyester luifel voorkomt vele problemen. De
losse latei, die nu nodig is, kan door de metse-
laar "eenvoudig" worden meegenomen in zijn
werk. Geen gewacht verder, minder planning,
geen kraan, geen steigerombouw, geen vallende
stenen, kortom iedereen kan doorgaan met zijn
werk.
De bewoner kan tot op het laatste moment
wachten met de beslissing, wel of niet een luifel
te nemen, hij kan de gevel eerst af zien. Het is
ook mogelijk, naderhand de luifel te verwijde-
ren.
Nadat het gevel werk is afgevoegd, kan de luifel
eenvoudig met de hand worden aangebracht.
Het eens per jaar oppoetsen van de luifel
bespaart verf.

Het is natuurlijk mogelijk dat er andere redenen


zijn, om toch een betonnen luifel te kiezen. Ook
hier geldt: Wat het zwaarst is, moet het
zwaarst wegen.

-60-
Geen kwestie van even
neerleggen enz ,
Maar: plannen,
wachten en stutten.
Niet zo eenvoudig
allemaal, een echt
ambachtelijk bouw-
werk. Dat wel.

Losse latei van prefab


beton, of staltonlatei

Een kwestie van mon-


teren. Eenvoudig in de
planning, niemand
hoeft te wachten.
4.7 VRIJHEID VAN PLAATSINGSVOLG-
ORDE

-r@)~ Aan de hand van twee voorbeelden worden twee


uitersten uitgelegd, te weten een maximum en
.~I@ een minimum aan plaatsingsvrijheid. In beide
gevallen gaat het om een dakkapel.

geen
- Het dak zal pas dicht kunnen, als de dakkapel
klaar is.
- Het is niet mogelijk de dakkapel later aan te
brengen.
-De werkplek is moeilijk bereikbaar, terwijl er
door velen aan gewerkt moet worden.
- Door de veelheid van materialen en technie-
ken is de kans op fouten, materiaal- en tijd-
verlies groot.
- Het is een tijdrovende konstruktie. Zolang
het dak niet dicht is kan men binnen niet
verder.

~
- Moeilijk op te nemen in de planning.
- De werkzaamheden zijn zeer weersgevoelig.
- Deze oplossing is erg duur.
Maar wel:

~.""
:.':"'"
- Grotere vrijheid voor de ontwerper.
Geschikt voor incidentele gevallen, zoals

~\ .. N
..

verbouw •
.:: .;:'~ .: ~.' - Volledige vrijheid van materiaalkeuze.
.•.

wel
=--Met het afmaken van het dak hoeft niet
gewacht te worden tot de kapel is geplaatst.
- Er hoeft niet op een moeilijk te bereiken
werkplek gewerkt te worden door velen.
- Eenvoudige planning.
- Goede en efficiënte oplossing.

Maar wel:
- Voor plaatsing is een kraan nodig.
- Deze oplossing is ook weersgevoelig: De dak-
kapel kan alleen bij rustig weer (weinig wind)
geplaatst worden.
- De ontwerper is gebonden, maar bij grote
series is veel mogelijk.
-62-
lat
mastiekrib
kiezelbak lood
aluminium daktrim
mastiek grind
isola tiedeken
aluminiumfolie
origontriplex
verf vulling beits
bevestigingsmiddelen
afwerklatten
draaiende delen
spuitwerk behang
nawerk
latten plinten
glas glaslatt~n /' R /
hang- en slUltwerk ~ ;':,
veel ~ereedschappen / ' ,.
van timmerman '
van schilder en '
dat alles op zo'n
klein plekje boven ,
in/ op het huis
het duurt wel erg
lang voordat het dak dicht is
Veel werkzaamheden ter plaatse, door velen.

De dakkapel wordt in het werk geplaatst, wanneer dit goed uitkomt.


(Bij regenachtig weer is een opening in het dak minder prettig.)
Lood aankloppen.
Daarna worden de pannen gelegd, of als ze er al lagen, worden de
pannen op de kapel aangesloten.
Tenslotte wordt de aansluiting aan de gereede kapel voltooid.

-63-
4.8 VRIJHEID VAN PLAATSINGSVOLG-
ORDE (VERVOLG)
In ieder detail waar veel materialen bijeen-
_rlBr@ komen doet zich het probleem van de vrijheid
van plaatsingsvolgorde voor. De gootknoop is
~ liEl zo'n detail.

geen
- Nadat de draagkonstruktie gereed is, stag-
neert het werk, omdat het dak op de goot wacht
en de goot op het maken van het buitenblad.
- Het dakdicht moment schuift op, waardoor
men binnen nog niet aan de slag kan.
- Alles wacht op de metselaar.
- Het bouwwerk staat ondertussen in weer en
wind, de isolatie wordt nat.
- Kwetsbare planning.
- Nadat de timmerman de gootklossen heeft
gesteld, moet bovendien de metselaar nog eens
terug komen.
- Daarna kan de goot pas afgemaakt en gedicht
worden. Deze goot brengt veel soldeerwerk in
de hoeken met zich mee.
- Pas hierna wordt het dakdicht moment
bereikt, waarop het binnenwerk wacht.
- Veel oponthoud kost bouwrente.
- Mede hierdoor kost deze oplossing veel geld
en ergernis.

wel
:---[\jadat de draagkonstruktie gereed is, kan de
goot aangebracht worden, waarna het dak zo
snel mogelijk dicht gemaakt kan worden.
- Binnen kan het werk beginnen.
- De metselaar kan ieder moment het buiten-
blad opmetselen en hoeft niet terug te komen -
hij kan in een keer het werk afmaken-, de
isolatie krijgt minder kans om nat te worden.
- Minder kwetsbaar in de planning.
- Deze oplossing veroorzaakt minder opont-
houd en is daardoor minder duur dan het boven-
genoemde voorbeeld.

maar:
- Deze kunststof goot op beugels ziet er wel
anders uit dan de om timmerde houten goot.
Moet het uiterlijk van deze qua uitvoering
goede oplossing nog aangepast worden?
-64-
De draagkonstruktie is gereed.
Het buitenspouwblad moet de gootklos dragen.
De gootklossen worden gesteld en aangemetseld.
De goot wordt afgetimmerd en gedicht.
Als laatste wordt het dak afgemaakt.

De draagkonstruktie is gereed.
De gootbeugels kunnen worden aangebrácht.
De goot kan worden aangebracht en het dak
kan worden gedicht.
Het buitenspouwblad kan onafhankelijk van de
rest van het werk worden opgetrokken.

-65-
4.9 LOGISCHE PLAATSINGSVOLGORDE,
WAAR GEBEURD!

geen
-~~ Tot slot van dit plaatsingsvolgorde-drieluik een

..c: j@ voorbeeld van de gevolgen van een niet door-


dachte beslissing. De stalen hijsbalk is recht-
streeks op het betonnen dak gemonteerd.
Daarna begonnen de problemen, het resultaat:

- Niet waterdicht.
- Isolatie wordt nat.
- Lekkage.
- Nestelen van vogels.
- Niet te onderhouden.
- Niet te kontroleren op doorroesten.
Alle hierbij betrokken vakmensen moesten er
het beste van zien te maken, allen moesten ze
terugkomen om hun werk af te maken. Het
schaamtevolle resultaat levert geen voldoening.
Is deze oplossing ontworpen, of "per ongeluk" in
het werk ontstaan?

wel
Bij dit geschetste alternatief is bij de plaats-
bepaling de hijsbalk vrijgehouden van de dak-
rand en de isolatie loopt onder de balk door.
Met het voorkomen van indringende verbindin-
gen zijn niet alleen technische problemen voor-
komen, maar ook de werkorganisatie is
verbeterd.

- De mensen kunnen hun werk in de normale


volgorde maken.
- Het doorzagen en weghakken van elkaars
werk is niet nodig.
- Betere konstruktie.
- Normaal onderhoud is mogelijk.
- Kontrole op roest (verzwakking) is mogelijk.
- Geen ergernis bij de mensen die het moeten
maken.
- Voor het oog is, na realisering van het totale
projekt, het verschil nauwelijks waarneembaar.
afwerkvloer maar regels lopen door
uitsparen

isolatie eromheen dakbedekking


doorplakken

de zaag, de beitel, maar nu?


het mes erin, ook in
de waterdichtheid

steeds moeten de Zo is het gemaakt.


mensen om dit obstakel
heen borduren en
terugkomen

Zo kan het ook,


iedereen kan stuk
voor stuk zijn werk
afmaken.

-67-
4.10 MATERIEELGEVOELIGHEID

Wanneer er voor een bouwwerk een bouwkraan


nodig is, moet er tijdens het ontwerp rekening
gehouden worden met de eisen die de kraan aan
het werk stelt. Deze eisen verschillen van kraan
tot kraan: een grote bouwkraan bij een lang-
gerekt bouwwerk staat op een kraanbaan en
bochten in de kraanbaan vragen veel ruimte. Dit
maakt een ontwerp dus materieelgevoelig.
Anderzijds vergroot de bouwkraan de vrijheid op
het gebied van de materiaalkeuze, immers: Het
gewicht speelt minder een rol, waardoor grote,
zware stukken kunnen worden toegepast. Hier-
door is er op de bouwplaats minder produktie-
ruimte nodig, de produktie kan elders gebeuren.
Dit maakt de bouw minder weersgevoelig en
met grote elementen kan snel gebouwd worden.
Aan de planning worden hoge eisen gesteld:
Goede plaatsingsvolgordes en logische werk-
indeling.

Het werk moet goed bereikbaar zijn, niet alleen


voor de grote elementen, maar ook voor de aan-
en afvoer van de bouwkraan zelf.

De mobiele kraan geeft een grotere ontwerp-


vrijheid. Doordat er geen kraanbaan nodig is, is
het ontwerp minder materieelgevoelig. De
kraan kan op bestelling komen en er kunnen,
zeker bij huur, diverse soorten komen, waardoor
er een grotere verscheidenheid in toe te passen
produkten ontstaat.
Het werken met de mobiele kraan vereist een
stabiele en goede rijbaan. Het hijsvermogen is
minder dan dat van een bouwkraan.

Ook hier is de logica in de plaatsingsvolgorde


belangrijk, om een efficiënte inzet mogelijk te
maken.

-68-
Bouwkraan voor het zware werk, mits goede
plaatsing mogelijk is. Maar: bij snelle 20-
montage bouw is de kraanopbouw te duur en is
een zware mobiele kraan effektiever.
De kraan en dus de kraanbaan moet er wel bij
kunnen komen. Let op de bocht!

De mobiele kraan is snel inzetbaar en te be-


stellen in juiste verhouding tot het werk.

~~ ~ §
i~ · .jID
, [[[]]
" - .. .. -}
4.11 OPVANG VAN MAATAFWIJKINGEN

J~L Maatafwijkingen moeten kunnen worden

Jrgg[
Î r------J r
opgevangen. Dit kan gebeuren in het detail
(overlappen of open laten), maar ook in het
materiaal, door af te zagen of te hakken, of
door het toevoegen van andere materialen (kit,
schuim enzovoort).

het ontstaan van maatafwijkingen


- Onregelmatigheden in het fabriekageproces.
(baksteenmaat).
- Het werken van het materiaal (uitzetting en
krimp).
- Doorzakken van de gietkist tijdens en na het
storten.
- Onnauwkeurigheden in de maatvoering op de
bouwplaats.
- Verplaatsing van de kist onder invloed van
het stortgeweld (scheefstand).
- Seriematigheid kan tot slordigheid leiden.
- Slijtage van het materieel (gietkisten).
- Het niet exact in lijn staan van wanden, door
een kombinatie van bovenstaande faktoren.

-70-
gibo 7 cm

hele steen! hele steen!

waar worden hier de


maatafwijkingen
opgevangen?
de onmogelijkheid van
allemaal passende
dingen

achter de pijp metselen


en voegen.

om dit goed te laten


passen, moet er een
maatvaste steen
gekozen worden.
maar wanneer weten
we die maat en hoe
vast is die maat?

hier was veel zaagwerk


nodig. een penant van
I 1/2 steen is prak-
tischer. (omdat de voeg
dan tolerantie biedt)

-71-
4.12 ORGANISATIEGEVOELIGHEID

Vrijheid van uitvoeringsvolgorde valt en staat


met de kennis en het voorstellingsvermogen van
de ontwerper over de uitvoering heeft. Daar-
over gaat het volgende praktijkvoorbeeld.

Bij een flatgebouw komen aan één kant balkons


en dwarswoningen. Om het gietproces niet te
verstoren, wordt gekozen voor het prefabri-
ceren van de betonnen balkons, die aan de vloer
worden ingestort. De volgende overwegingen
golden:

- Het direkt instorten (in plaats van later) is


een eis die "De Gemeente" in verband met de
verankering stelt.
- De balkonplaat kan steunen op de gietkist, bij
wijze van tijdelijke onderstempeling.
- Onderkant balkon is onderkant vloer.
- Het balkonkozijn staat op de opstaande
binnenrand van het balkon.
- De opstaande binnenrand vormt de aanslag
voor de plint, die tevens de afwerking van de
naad vormt.
Dit weloverwogen detail heeft tot vele hoofd-
brekens geleid, omdat niet was voorzien dat de
bekisting (een tunnelkist) er niet aan de balkon-
zijde uitgereden kon worden, in verband met de
opstaande binnenrand van het balkon. De pro-
duktie van de prefabbalkons was reeds in volle
gang, de eerste exemplaren waren al op het
werk, nodig bij het storten. Er werd besloten de
kist aan de andere kant te lossen en uit te
rijden. Hiervoor zou de kraan naar de andere
kant van het gebouw moeten, wat heel lastig
zou zijn voor de bouw van de dwarswoningen: de
kraanmachinist zou dan geen zicht op het werk
hebben. Dus werd besloten eerst de dwars-
woningen op te trekken en daarna pas de kraan
te verhuizen.
Door het "iets" uitlopen van de kist tijdens het
storten van de langswoningen ontstonden er met
de dwarswoningen aansluitproblemen van vele
centimeters.
Omdat de kraan aan de andere kant van het
gebouw stond, moest er voor de afbouw aan de
balkon- en dwarswoningzijde een extra mobiele
kraan komen.
Het is jammer dat het geschetste probleem niet
eerder onderkend werd, omdat het werk nu is
afgemaakt met veel kritiek en gemopper.
Ondertussen ging, wat de extra kosten betreft,
tussen de partijen de Zwarte Piet van hand tot
hand.

als we de bouwkraan
aan deze kant zetten,
-72- hebben we mooi
zicht op het werk.
Denk bij het toepassen van gietkisten ook aan de ruimte buiten het
gebouw, nodig om de kist te lossen (te smalle straat, bomen enzovoort).

-73-
5.0. DE GIETBOUW

In het vorige hoofdstuk zijn enkele overwegingen geïllustreerd met


voorbeelden waarbij er door het onvoorziene iets mis ging.
Kennis van het detail is van belang om het onvoorziene te kunnen
voorzien, de ontwerper moet "alles" weten van de toegepaste met hoden.
Om dat aan te tonen wordt dieper ingegaan op enkele ontwerp- en
uitvoeringsoverwegingen van de gietbouw.

5.1 Dagcyclus en de tunnelkist 76


5.2 Konstruktiematen en de tunnelkist 78
5.3 Blokvorm en de tunnelkist 80
5.4 Breedte- en hoogtevariaties en de tunnelkist 82
5.5 Bloksprongen en de tunnelkist 84
5.6 Detailleren met de tunnelkist 86
5.7 Materieelgevoeligheid en de tunnelkist 88
5.8 Nieuwe ontwikkelingen 90

-75-
5.1 DE DAGCYCLUS VAN EEN TUNNEL-
KIST

Het woord gietbouw wordt gebruikt om een


speciale manier van ter plaatse gestort betvn
aan te geven. Gietbouw is het 'Jouwen met
betonspecie als plastisch materiaal, in
fabrieksmatig vervaardigde mallen ~kisten).
Deze kisten kunnen steeds opnieuw worden
ingezet. Gietbouw mag op grond van deze
definitie dus niet verward worden met het
storten van beton in een eenmalig getimmerde
contramal van het gebouw.

Kist per projekt:


"Timmerman en
ontkisten".

In de gietbouw zijn
verschillende bekistingssystemen te onder-
scheiden:
- Tunnelkisten (hele en halve).
- Wandkisten.
- Tafelkisten.
- Glijkisten.

Systeembekistingen, Deze kisten worden gemaakt van hout, of, bij


Oosterhoff, prof.ir. J. veelvuldig gebruik, van staal.
Het diktaat "Systeembekistingen" laat een
momentopname zien, van wat er op de markt is.
Nieuwe technieken worden sneller ontwikkeld,
dan dat hierover boeken en diktaten geschreven
kunnen worden. Informatie over de nieuwste
technieken is dan ook het eerst te lezen in de
produktinformatie van de leverancier.
Hiernaast is zo'n voorbeeld afgedrukt.

-76-
Demonteren
1. Isolatiekappen en -scho tten
worden door de kraan verwijderd,
lA,ln plaats van isolatieschotten 0
kunnen zeilen worden gebruikt ~"I_)
2 Vervolgens worden de center-
pennen gelost en tijdelijk, in
verband met hel transport, tussen
gordmg en bekistingshuid
gestoken
3 De bevestlgmgspennen van het
kopse hot kunnen nu worden uit-
genomen en, evenals de center-
pennen , tussen gording en
beklslmgshUid worden gestoken
4 Nadat de wervel moeren van hel
kopschot ZIJn losgedraaid. komen
de krm-kopklemmen vrij, zodat de
krmbekistmg door de kraan kan
worden losgetrokken en getrans-
porteerd
5 Nadat borgpennen en eventuele
Invoegers in de randbekisling zijn
uitgenomen kan deze worden los-
gew;rkl en omgeklapt
6 Trapgatsparingen enfof andere
voorZieningen die aan de kist zijn
bevestigd moeten worden ge·
demonteerd
7 Koppelingen tussen tunnelhelften
worden gelost
. ':! voetvijzels van het uit te rijden
nnelelement worden ingedraaid .
zodat dit op de loopwielen komt
te staan
Daarna kan dit eleme nt tot op de
helft op de uItrijvlonder c .q
-steiger worden gereden
De hijstriangel wordt bevestigd
Het element wordt door de kraan
verder uitgereden en naar de
volgende stelplaats vervoerd
10 De achtergebleven kopschotten
kunnen worden 10sg'Jwrlkl en.
nadat de invoegers zijn los-
gedraaid. op de uitrijvlonder of
-steiger geplaatst
11 De stalen konussen. die tevens
dienst doen als afstandhouders.
worden met een stalen slagpen
Uit de betonwand geslagen

Monteren
12 Voordat het element tegen de
klm wordt geplaatst. moeten de
voorzieningen op het element
worden gemonteerd De stalen
konussen worden over de door-
' stoken centerpennen geschoven
1~ v worden de kopscholten aan de '-"" -_ __ ""l11I/
bevestigingspennen opgehangen .
14 Het element wordt door middel
van voet vIJzels op de Juiste hoogte
gedraald. De peHmaat die op de
klm IS aangegeven geeft de onder-
kant van de bekistIngshuid aan
14A Het element wordt met behulp
van de middenslempeis te lood
gezet
15 Het tweede element wordt door
de kraan naar de nieuwe stel -
plaats getransporteerd en direkt
op z'n plaats gezet
16 De twee lunnelelementen worden
gekoppeld
16A De middenstempeis worden in -
ge draaid en weggeklapt
17 Als de komplete tunnel gesteld
staat wordt de ultnjvlonder of
-steiger naar de nieuwe stelplaats
vervoerd
18 De bevestigIngspennen worden
nu geheel doorgeschoven en
geborgd
19 ':!e doo rgeschoven cen terpennen
orden met wervelmoeren vast -
~ezet
20 De randbels-Istlng wordt om -
geklapt en meI borgpennen vast -
gezet
21 Vloerwapening en leidingen
worden aangebracht
22 De kimbekistIng wordt boven de
wand geplaa t st en met behulp
van wervelmoeren vastgeze t aan
de kopscholten
23 De verwarmingsinstallatie wordt
In de tunnel gel'nstalJeerd en de
Isolatie sc holten of zeilen worden
vóórgehangen
24 Wanden en vloeren worden
gestort
25 Na het storten plaatst de kraan de
isolatiekappen op de woning en
wordt de verwarmingsinstallatie
aangezet (26 dogcy clu s 'i

=---~
, . .. i

=---~
===IIIi~ Outinord
. . .
5.2 DE KONSTRUKTIE MATEN EN DE
TUNNELKIST

[J
)(·. i • • ·.i
Veel van de uitvoeringsoverwegingen komen
voort uit de toegepaste bekisting. Behandeling
van de tunnelkist laat dat allemaal zien.

maatvoering en overspanning
Ondanks de, bij diverse kisten steeds verder-
gaande schakel- en kombinatiemogelijkheden,
om zoveel mogelijk maatvariaties te bereiken,
zijn de toepassingen qua overspanningsmaat
beperkt. De mogelijke overspanningsmaten zijn
afgeleid van de meest voorkomende maten in
repetitie-objekten, zoals woning-, hotel- en
bejaardentehuizen. Afwijkende maten zijn duur,
omdat hiervoor aparte aanpassingen en/of
kisten gemaakt moeten worden. Wordt dit door
projektomvang gerechtvaardigd, of heeft de
aannemer er voor een volgend projekt nog wat
aan, zodat de kosten over meerdere projekten
afgeschreven kunnen worden?

maatvoering en wand- en vloerdikten


Wand- en vloerdiktes zijn niet vrijblijvend.
Wanddikten zijn afhankelijk van de standaard-
maten van afstandhouders in de kist en de
standaardreferentieblokken voor wand- en
vloerdikte. Deze hulpstukken bepalen, te zamen
met de hierop afgestemde centerpennen en vul-
klossen de wand- en vloerdikte.

maatvoering en hoogten
Ook de hoogtematen liggen in dezelfde mate
vast. De standaardmaten zijn afgestemd op het
gemiddelde, zoals dat mede door wetten en
voorschriften bepaald wordt. Bij het realiseren
van afwijkende maten kan soms gebruik
gemaakt worden van hulpstukken. Enige hoogte-
afwijking kan worden gehaald uit de stelhoogte
van 10 tot 12 cm.

maatvoering en randafsluiting van de kist


De einden van de kist worden gedicht met eind-
of kopschotten, voorzien van een mal met de
contra-vorm van het aanslui tende detail. De
vorm moet altijd lossend zijn. Prefab consoles
moeten ook in dit kopschot opgenomen worden,
tenzij de consoles de diktemaat van de wand
hebben; dan wordt het kopschot ingekort. Zorg
er voor dat voorzieningen aan de bovenzijde het
inbrengen (storten) van de beton niet belem-
meren.

-78-
wanddikte bovenliggende wand
niet nastelbaar.

strip t :
ingestort; t: v
•' Y
9.5 draadeind

-79-
5.3 DE BLOKVORM EN DE TUNNEL KIST

Bij de bouw van het kasko komt de proces-


matigheid van de gietbouw goed tot zijn recht.
Het zou het eenvoudigst zijn het hele gebouw
als een trein achter elkaar te bouwen. Variaties
in hoofdvormen zijn aan de wetmatigheid van de
tunnelkist ondergeschikt. Het is duidelijk dat
het systeem alleen wanden kent, die parallel
staan.

bloklengte en cyclus
Om te storten, zijn er twee of meer kisten
nodig. Uit het aantal te gebruiken kisten volgen
bloklengte voorkeuren. Is dit te rijmen met het
stedebouwkundig plan? Het aantal te gebruiken
kisten hangt samen met die stortcyclus en de
bouwsnelheid. Om uithardingsverschillen binnen
een blok te voorkomen, wordt bij voorkeur na
het weekend met een nieuw blok begonnen. Ook
dit is van invloed op de kistinzet: wanneer een
blok tien woningen telt zal er dus gestreefd
worden naar een produktie van tien woningen
per week. De bouwsnelheid (het aantal tunnels
per dag) wordt aldus mede bepaald door de blok-
lengte.

de hoekoplossingen
Het ontwerp van knikken in blokken moet aan-
gepast zijn aan de mogelijkheden en onmoge-
lijkheden van het gebruikte systeem.
Maar: Is tijdens het ontwerp de aannemer al
bekend? Heeft hij het systeem waarmee het
ontwerp gebouwd kan worden? Wil hij het aan-
schaffen of huren?
Het kan ook andersom: De ontwerper laat zich
niets gelegen liggen aan de uitvoeringsover-
wegingen en laat de aanpassingen aan het
materieel over aan de makers.
Maar: Wat blijft er dan nog over van het ont-
werp? Wat kost het overtekenen en wie betaalt
dat?

ongeveer 1.20 m?
-of-.;.
;:::f~~~~::~t~lijk van · ~~~<"~_.:;.
,: {,:::
:;:~
::)4 ~
,"','

~:>.::
.... '.'

..,'.-"
.:

-80-
[OW ~
I \CJ(::J N.B. Wel met losse
wandkisten en tafel-
kisten (of vloerplaten)
te maken.

dag 1 dag 2 dag I dag 2 dag 3 dag 4 dag 5


I I I I I I I I I

eind eind
kist kist
1 1 3 1 1 1 3 1 1 3 1 1 3 1

~~ind~st~/ ~~,,~~~~/
~verplaatsbaar 3 kisten en ~e tweede - derde <: vierde verplaatsing
1 eindkist snelheid 10 woningen per week ---------

Hoe worden de kozij- Te maken met tunnel-


nen in de hoeken kisten en een eindkist,
geplaatst? zonder toepassing van
bijzondere vloer-
konstruktie.
De volgorde van
uitvoering is verschil-
lend.

aparte kist of vloer- Te maken met tunnel-


platen scheve wonin g kisten. Voor het vullen
van het gat in het
kistritme zijn bijzon-
dere vloertafeis of
-platen nodig. (Deze
gaan wel in de normale
cyclus mee.)

Met toepassing van


bijzondere wanden en
vloeren.

-81-
vloeren storten
naden in plafond
5.lf BREEDTE- EN HOOGTEVARIATIES EN
DE TUNNELKIST

breedtevariaties met verschillende kisten

[] Verschillende woningbreedtes worden met


verschillende tunnelbreedtes gemaakt. Het
aantal breedtes is afhankelijk van het aantal
ingezette kisten en dat hangt samen met de
gewenste bouwsnelheid. Om drie woningen per
dag te maken, moeten er vier kisten gesteld
worden, dus kunnen er maximaal vier verschil-
lende woningbreedtes gerealiseerd worden. (Bij
twee woningen per dag zijn dat er drie, enzo-
voort.)

breedtevariaties met dezelfde kisten


Er bestaan bekistingssystemen met halve
tunnelsegmenten, waarbij een grote breedte-
variaties wordt bereikt door inpasbare vloer-
panelen te gebruiken. Deze panelen zijn 30 of
60 cm. Zo zijn breedtevariaties mogelijk,
zonder dat er sprake is van een procesonder-
breking. Doordat dit systeem bewerkelijker is,
ligt de bouwsnelheid lager dan bij het gebruik
van hele tunnelkisten met een vaste maat. Bij
kleinere projekten hoeft dit geen bezwaar te
zijn.

hoogtevariaties
-@r@ Daar waar in twee lagen gebouwd wordt, kan
dat zonder problemen ook in een of drie lagen
_ ,A 1I® gebeuren, hiervoor zijn geen investeringen in
een extra kist nodig. De kisten, die normaal de
tweede laag zouden vormen, kunnen bij een
bepaald blok weggelaten worden en op een
ander blok gezet worden, dat al twee lagen
heeft en er dus drie krijgt. Voorwaarde voor
deze werkwijze is wel, dat de een- en drielagige
blokken bij elkaar in de buurt liggen, om
stagnatie door transporttijd te voorkomen.
Hierbij spelen uiteraard ook de bouwsnelheid
een rol en de tijd die er tussen het storten der
verschillende verdiepingen wordt aangehouden.

meanders
Z-vormige knikken in de bouwmuur kunnen
worden gemaakt met een extra tunnel, ter
breedte van de knik. De dwarswand ter plaatse
kan worden meegestort, of later worden
ingemetseld.
Als in elk der dragende wanden een knik moet
komen, dan moet elke woning met twee tunnels
per laag worden uitgevoerd.

-82-
\\~\/,1. f-- ~

'~, 2 halve tunnels met

~~ i7~1
.\ . ongelijke vloerpaspanelen
geven 4 mogelijkheden.

[IJ tunnel
breedte + 30 cm
breedte +60
breedte + 90 cm

P:Sl

a b , a b , a b a b , d a b ,
k;: l« \,ij l« l-V k;: k;: IA 1?--r:? k;:: '],v lj \,ij ~

Snelheid 2 won/dag: 3 tunnels gesteld, Snelheid 3 won/dag: 4 tunnels gesteld,


dus 3 breedtes. dus 4 breedtes.

~C:::SCSJ[::=JQJd
3e laag - 5e week ~~~
"-., I~-- ~~

2e laag~39BBB
Ie laag - Ie week Ie laag - 7e week

2e laag - 4e week Slc::SJc::SJC3


I e laag - 2e"'w~ek Slc::SJc:=sJc::SJr=='-=;r==;e=;,

Snelheid I won/dag, I blok/week: optimale bloklengte 6 won.


Tussen de lagen een wachttijd van I week (tevens I blok).

-83-
.[J. . .
5.5 BLOKSPRONGEN EN DE TUNNELKIST

horizontale sprongen
Een sprong in de gevel kan worden gerealiseerd
door een muur te verlengen of met behulp van
een (ankerloze) spouw, waarbij de twee muren
·.··.i.·· • ·•·• verschoven zijn ten opzichte van elkaar. In bei-
de gevallen zijn extra kistvoorzieningen nodig,
in het tweede geval moet er zelfs een volle
betonwand extra worden gestort. Hier tegen-
over staat, dat de kozijnmaat gelijk blijft aan
die van de andere woningen en dat de opvang
van het buitengevelblad overal is te verwezen-
lijken zonder al te veel kunstgrepen.
Strikt genomen kan de maat der sprongen alleen
overeenkomen met de horizontale hart-op-hart
maat der centerpennen (de bouten die de kist-
wanden stellen en op de juiste afstand van
elkaar houden. Wordt er een andere sprongmaat
gekozen, dan moeten er extra centerpengaten in
de kistwanden geboord (en dichtgestopt!)
worden.

verschillende woningdieptes
Om verschillende woningdieptes te kunnen
maken zijn er behalve ongelijke wandlengten
ook ongelijke vloer lengten en dus extra vloer-
kisten nodig. Dit verlaagt de bouwsnelheid en is,
vergeleken met het samentrekken van verschil-
lende woningdieptes, vanzelfsprekend duurder,
hetgeen ook geldt voor de verdere afwerking
van het gebouw.

verschillen in vloerniveaus
Daar waar niveauverschillen voorkomen, heeft
dit ook zijn gevolgen voor de bekisting. Hier
moet de bekisting in de hoogte worden aan-
gepast hetgeen niet eenvoudig is: er is als het
ware een verhoogde kim nodig. In de praktijk
blijkt, dat het zeer moeilijk is zo'n muur vlak en
strak uit te voeren.

Zie: "Ontwerpen van


bouw knopen" , college-
diktaat, Groep van
Randen.

-84-
Ir ~
11 11 11
waarop draagt het metselwerk?
11
11

Ir 11 1 k . ~ 6 \ \
,. voor alle sprongen extra kisten.

DDJ[]]J[IJ
extra wand (zie dilataties)

11 11
~ "wI 'M" 11 11

DTIrnJ
Natuurlijk is het logischer en efficiënter
dezelfde woningdieptes in een blok samen te
voegen. Maar was dat wat de ontwerper wilde?
5.6 DETAILLERING EN DE TUNNEL KIST

sparingen en instortingen
Om trappen, kozijnen en dergelijke op te
nemen, zijn er sparingen nodig in het beton. Het
maken van deze sparingen is, zolang er aan de
algemene konstruktieprincipes niet getornd
wordt, niet aan bepaalde plaatsen gebonden. Bij
afwijkende details kunnen voorzieningen als
stempels en raamwerken vrij kostbaar worden.
Het bouwproces wordt door veel (verschillende)
sparingen - "Storten we wanden of gaten?" -
gemakkelijk beïnvloed: soms kan het achteraf
boren van gaten efficiënter zijn. Hoe het ook
zij, sparingen kosten altijd tijd en geld.

de stortmogelijkheden
Het beton moet aangebracht kunnen worden. Er
moeten behoorlijke stortopeningen in de kist
zijn (zie 5.2, het bovendetail van de puntgevel)
en het beton moet zijn uiteindelijke positie
kunnen bereiken. Sparingen en andere onregel-
matigheden moeten door het vallende beton
kunnen worden omsloten. Vergeet niet dat veel
wapeningsstaal een goede vulling ook kan
bemoeilijken. Soms zijn er voor moeilijk bereik-
bare hoeken speciale stortluiken nodig.

de onmogelijkheden
Beton heeft, om een vorm te krijgen een kist
nodig en dat kan heel lastig zijn.

- Waar de kist is, kan op dat moment niets


anders zijn.
- De kist moet met de kraan te verwijderen
zijn.
- De kist heeft manouvreerruimte nodig.

-86-
kozijn instorten

~ ..•; i
bevestiging door
middel van een
plastic breekplug

je zou ook later een-


voudiger het kozijn ~
in een opening kunnen ~'---­
monteren.

stort mogelijkheden kolommen/schuif onder


het viadukt in r.w.15, voorzien van zeer
goed te omstorten openingen. ook mooi?

in te storten prefab
balk kan hier niet
i.v.m. kisthoogte
tunnelkist "......,....,..~-,-,/-,
eindkist
5.7 MATERIEELGEVOELIGHEID EN DE
TUNNELKIST

De gietbouw is bij uitstek materieelgevoelig.


Niet alleen voor het betonstorten, maar voor~l
ook voor de kist zelf (tunnelgewicht 80 kg/m )
is altijd een bouwkraannodig. Bij een goede
organisatie is de kraan tijdens de ruwbouwfase
goed bezet. Wanneer de kraan, nu hij toch op
het werk is, ook gebruikt wordt voor de dichting
van het dak en de gevel en voor het inbrengen
van het inbouwpakket, verandert het nadeel van
de materieelgevoeligheid van de zware kisten
plotseling in een voordeel. Zonder dit zou de
kraan er immers niet zijn. Een voorwaarde
hierbij is wel, dat de kraan slechts kort voor
andere werkzaamheden gebruikt mag worden,
zo behoort de kraan in principe niet voor stel-
werkzaamheden gebruikt te worden, daar zijn
goedkopere middelen voor. Kortom, hijsen en
wegwezen.
Zodra het gieten voorbij is, verdwijnt de dure
kraan, waarna het uiteraard mogelijk is, voor de
afbouw een lichte mobiele kraan op het werk te
hebben.

Extra veiligheidsmaatregelen bij de


hoogbouwprojecten
windkracht waarbij diversen
mede i.v.m. veiUg~
held wordt gestopt

overkapping boven ruw-


bouwveld
bij sneeuw 1 man extra

periode ok;t, tlm maart


2 man extra

afhankelijk van În winterperiode 1 man


windrichting edie
1

4.6
alh. windrichting

bij sneeuw 1 man extra;


deelname aan Yelti9héids~
actie d.m.v. affiches
afhankelijk van
windrichting
_"",l1li- ogen in vloeren gestort
voor YB:Uzetten wandbek.

-88-
-89-
5.8 NIEUWE ONTWIKKELINGEN

Het is reeds eerder gezegd: Nieuwe ontwikke-


lingen komen sneller dan kollegediktaten. Het is
daarom ook in dit geval niet mogelijk alles over
gietbouw in het algemeen en de tunnelkist in
het bijzonder verteld te hebben. Het laatste
nieuws is altijd te vinden in de vakliteratuur, de
produktdokumentaties van de leveranciers en op
beurzen en tentoonstellingen. Daarom tot slot
van dit hoofdstuk nog maar een knipsel.

GEVEL-
BEKISTING IN
GIETBOUW
In het werk gestorte beton-
vloeren en woningsch eidende
wanden zijn in de woning-
bouw gemeen goed gewor-
den, voor de gevel echter
denkt men : niet zo snel aan
gietbouw. Metselwerk wordt
vaak toegepast, de houten pui
ko m t som s weer terug of men
gebruikt prefab beton-elemen-
ten . Alle systemen hebben hun
eigen voo rdelen en bezwaren.
Prefe ree rt men ech ter beton
dan is prefabricatie niet de eni-
ge oplossing, er kleven ook na -
delen aan, zoals de extra trans-
portwapening en het dichten
van de naden. En, als niet mo·
nolitischë constructie, is de
stabiliserende bij drage aan het
skelet afhankelijk va n goede
verankering.
Oe firmaOUTINORO nu ont-
wikkelde ' een bekistingsme-
thode voor gevels welke deze
nadelen ophe ft . Het systeem
kan op elk willekeurig ruw-
bouwskelet worden toege-
past, on ge acht de gevel breed-
te. Zelfs .vorstranden. spron-
gen en hoeken zijn op deze wij-
ze ter plaatse te storte n. Het
systeem werkt snel : acht
spouwbláden kunnen in één
dag gemaakt worden door vier
man en een kraan. Een ploeg
van vijf man heeft dus de ge-
vels dicht in 6 '/, uur. Oe ra men
of deuren moet en er dan na-
tuu rlijk nog wel rn en de gevel
moet afgewe rkt met bu iten ·
spouwblad of beschieting .
Maar wordt de geve l op deze
wijze gestort direct na de vloe-
ren en de bouwmuren dan is
snelle afbouw m OfJ elijk. 'Snel -
ler en véél goedkoper geve i"
Opmerkelijk:
sluiten', stelt de documentatie,
en men wil d it graag aantonen
- Nog meer plastisch
met uitgewerkte koste nverge- materiaal.
lijkingen . Of illustreren met Nog meer af in de
een dia-presentatie. ruwbouw
-90- Omcirkel 0409 op de informatiek .. rt Weinig verander baar •
---t=+~
. á~_ • Vloeranker voor de bevestiging van
de borstweringsbekisting op de laatste
laag .

l~
J

V~" ~\'",
w-.

l ~"
----~l ' ----$~., tf!
~
!. /\ ,I
"
i

I I ~
De mobiele borstweringsmaf bestaat uil:
• een binnenpaneel, een buitenpaneel
en een paneel om de onder de vloer
Hel maken van de borstwering op uitstekende balk te bekisten.
de begane grond. Deze balkbekisting is scharnierend
bevestigd aan het buitenpaneel.
Speciale stempels geklemd tussen vloer
en plafond vormen vaste punten ten
opzichte waarvan de afstelling van
de gehele mal plaatsvindt. Eén enkele
kraanhandeling is voldoende voor
het verplaatsen van de komplete mal.
Het buitenpaneel kan voorzien worden
van een bekleding om decoratieve
effecten te verkrijgen.

Aannemingsbedrijf Deromedi
bouwwerk te Lille. Frankrijk
6.0. EEN PROJEKT

In dit hoofdstuk wordt een gerealiseerd woningbouwprojekt besproken.


De vraag wat goed is of slecht, is hierbij niet aan de orde. Enkele eer-
der genoemde uitvoeringsoverwegingen worden met elkaar in verband
gebracht.

6.1 De Peperklip 94-


6.2 Kleine produkt en en materialen 96
6.3 Grotere produkten en elementen 98
6.4- Plastische produkten 100
6.5 Twee dimensionale elementen 102
6.6 Drie dimensionale elementen 104-
6.7 De wisselwerking tussen overwegingen 106
6.8 De wisselwerking tussen overwegingen (vervolg) 108

-93-
6.1 DE PEPER KLIP

Alleree rst wordt een omschr ijving gegeven van


het projekt .

Op de volgend e pagina's wordt gebruik gemaak t


van de reeds eerder gehante erde bouwm ate-
riaal- en bouwde lenopde ling van klein naar
groot.
In de trappor talen is metselw erk van betonst een
toegepa st.
Voor de binnenw anden zijn "traditi onele" gips-
blokken gebruik t.
Een draagko nstrukt ie van ter plaatse gestort
beton.
Kant en klare betonne n gevelel emente n.
Op de binnenp laats staan echte 3D-elem enten
als berging en.

Signalement
Het woningbo uwproject 'De Peperklip' om·
vat 549 woningwe twoningen aan de Binnen·
haven in Rotterdam ·Feijenoor d . Het ontwerp
van prof. ir. Carel Weeber, van architecte nbu-
reau Hoogstad , Weeber, Schulze, Van Til -
burg uit Rotterdam , werd in 1979 gemaakt in
opdracht van het Gemeente l ijk Woningbe -
drijf Rotterdam . Aannemin gsbedrijf Van der
Vorm Woningbo uw Papendre cht nam de
bouw aan voor ruim 54000000 gulden . De
549 woningen omvatten: 76 HVAT-eenhe- invalidewoning begane grond type B
den , 185 drie-kame rwoningen , 126 vier-ka- met w isselkamer .
merwonin gen, 148 vijf-kamer woningen en -- ---'4t-
14 invalidew oningen . Het ontwerp werd door
Weeber eerder als volgt omschrev en : 'Gele-
gen tussen de Rosestraat en de Binnenhav en
+I

zijn de 549 woningen ondergeb racht in één


langwerpi g semi-gesl oten bouwblok waar-
van de drie koppen bestaan uit ronde in ze-
ven en negen lagen gestapeld e bouwlicha -
men, met maisonett es aan galerijen gelegen
aan de binnenkan t van het blok. Elke kop is 1
voorzien van twee liften en afgesloten met in- ~I
pandig ontsloten HVAT-een heden. De lang- -t
werpige bouwdele n bestaan uit portiekflat s woning aan een trappehuis met
in vier lagen gestapeld . Langs de buitenkan t drie slaapkamers.
is behouden s aan de Kadezijde het parkeren
gesitueerd voor in totaal 370 auto's. Acht
doorgang en verbinden het buitengeb ied met
het binnengeb ied van de Peperklip. Dit auto-
vrije binnengeb ied (ca. 2 ha) is ingericht met
tuintjes voor de begane-g rondwonin gen en
met openbaar groen. De gevels zijn samen-
gesteld uit prefab-ele menten van beton die
aan de buitenzijd e geheel zijn afgewerkt met
dubbelha rd gebakken tegels van 100 x
100 mm in de kleuren wit, grijs, zwart, geel,
blauwen rood . Met dit projekt hopen wij cat
vooral dank zij het grote aantal , bepaalde

r
kwaliteiten tot stand komen die meestal in de
woningbo uw onhaalbaa r blijken .' Tot zover
de toelichting van Weeber, ontleend aan een
projectdo cumentati e van het architecte nbu- ,,1
reau Hoogstad , Weeber, Schulze, Van Til-
burg.

+-
maisonnettewoni ng in de ronde kop-
ge bouwen met de woonlaag aan de galerij
aan de binnenron ding en een loggia aan de
-94- buitenzijde van het blok. Op de slaapverdie-
pIng vier slaapkamers.
·4
~ : :- ~
~ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 00 ' 00 00 00 00 00 00 0 0 0 0 00 00 00 00 00 00 0 ~

Overzicht begane grond van 'De Peperklip' ,

Gedeelte van de voorgevel aan de Rosestraat.

• • • • • • • • 311

• • • • • • • 111 1
rT: 1:1_

Doorsnede A-A.

'I
hj m ro
6.2 KLEINERE PRODUKTEN EN MA TERIA-
LEN

betonsteen
De wanden van de trapportalen zijn gemetseld
van betonsteen. Dit is een beschadigingsonge-
voelige en onderhoudsvrije wandafwerking. In
het geheel van gietbouw en prefabelementen is
het trappenhuis een zelfstandig traditioneel
bouwwerkje, met alle hulpmiddelen en vakmen-
sen die daarbij horen.
- Steigers om bij het werk te kunnen.
- De opperlieden maken voor het vertikale
transport van stenen en mortel gebruik van een
kleine bouwlift.
- Gezien de eigenschappen van het gebruikte
materiaal (geen stucwerk nodig en een goede
opvang van maatafwijkingen) is de metselaar
tevens afwerker en aansluiter van de konstruk-
tie.
- Al tijdens de ruwbouwfase van het werk zijn
de 2D-trappen en trapbordessen van prefab
beton ingehesen met de bouwkraan van de
gietbouw en hebben vanaf dat moment kunnen
dienen voor het personentransport tijdens de
bouw. Met het oog hierop dienen deze trappen
beschadigingsongevoelig gedetailleerd te zijn.
- De trappen kunnen opzij geschoven worden in
de richting van het schalmgat, zodat de metse-
laar er achterlangs kan metselen. Dit is moge-
lijk omdat hier geen indringende verbinding is
toegepast.
- De voeger profiteert hier ook van.

dubbelhard gebakken tegels


In de gevelpanelen zijn dubbelhard gebakken
tegels in standaard kleuren opgenomen.
De inkoopvrijheid is groot, de arbeids- en mate-
rieelgevoeligheid ook. Deze bezwaren vallen
mee, daar de produktie in de fabriek plaats-
vindt. Daarom valt het ook buiten het kader van
dit diktaat en wordt hier volstaan met enkele
foto's.

-96-
6.3 GROTERE PRODUKTEN EN ELEMEN-
TEN

broodjesvloeren
- De broodjes zijn handtilbaar en kunnen al
gelegd worden voordat de bouwkraan op het
werk is.
- De broodjes laten zich gemakkelijk leggen en
aanpassen in de ronde hoeken en zijn daarmee
ontwerpongevoelig.
- Sparingen en afmetingen hoeven niet van te
voren te worden aangegeven: planningsongevoe-
lig.
- Voor de broodjesvloeren is beton nodig, maar
dat is geen bezwaar, daar de facili tei ten om te
storten toch al aanwezig zijn voor de draag-
konstruktie.

staalplaten
- De in profiel geperste staalplaten, toegepast
in de kopgevels hebben een grote mate van
inkoopvrijheid.
- Ze zijn wel beschadigingsgevoelig. Daarom
zijn op de begane grond de kopgevels bekleed
met betonelementen.

houten gevelpuien
- Dit zijn geen affe 2D-elementen: Ze moeten
nog beglaasd en beschilderd worden.
- Hiervoor zijn extra hulpmiddelen nodig en
vaklieden op de bouwplaats.
- Voor het afschilderen is in een heel laat
stadium van de bouw nog een steiger nodig.
- Het gebruik van houten gevel puien beperkt
het aantal types van de betonnen gevelele-
menten.

gibo blokken
- De binnenwanden zijn gemaakt van Gibo-
blokken: grote inkoopvrijheid.
[@r@ - Vrijheid van plaatsingsvolgorde.
- Ze zijn gemakkelijk op maat te zagen. Dat
:.c: j@ komt vooral in de ronde eindwoningen goed van
pas.
- Een probleem is, dat de pakketten al tijdens
de ruwbouw naar binnen moeten, omdat ze later
niet meer door de kleine raamopeningen naar
binnen kunnen.
- De ruwbouwkraan kan ze inhijsen, maar,
waar moeten ze dan neergezet worden, i.v.m.
de nog aan te brengen vloer afwerking.

-98-
1 betonvloer
2 dubbelhard gebakken tegels 100 x 100 mm
3 binnen - en bultenspouwblad van beton
., polySlyreen Isolatie
5 dampremmende laag
6 Ingestort houten stelkolljn
7 hoekstaal veran~eflng
8 bevestigIngsbout
9 afwerkvloer
10 vulbeton
11 PUR-schuim
12 haarspeld
13 verankering In betonvloer
14 daktrlmvanalumlnlum
15 afschotlaag
16 grind
17 gevelbalk
18 systeemvloer begane grond
19 fugvulhng
20 aluminium raam
21 houten galerIlpuI
22vensterbankvankunstSIOf

-99-
6.4 PLASTISCHE PRODUKTEN

beton voor de draagkonstruktie


De wanden zijn gestort met behulp van houten wandkisten en de
vloeren met behulp van houten tafelkisten. Dit was de keuze van de
aannemer. De belangrijkste overwegingen hiervoor betreffen de organi-
satie van het werk en de maatvoering.

de organisatie
- De wanden en vloeren worden afzonderlijk gestort. Dit is een voor-
deel, omdat hierdoor de hele dag gestort kan worden, dit in tegenstel-
ling tot het gebruik van tunnelkisten, waarbij met het storten van de
wanden gewacht moet worden totdat de vloer gereed gemaakt is: hierin
moeten eerst de meeste voorzieningen worden opgenomen. In dit werk
zitten zelfs de cv-leidingen in de vloer, hetgeen bij tunnelkist zou
betekenen, dat er pas op het eind van de middag gestort kan worden, of
zelfs pas de volgende dag.
- Het afzonderlijk storten van wanden en vloeren heeft ook een
nadeel: de stortnaad tussen wand en plafond is moeilijk strak te krijgen
en vereist veel nawerk.
GOGG - In het beton zijn veel voorzieningen opgenomen: electra, waterlei-
ding, afvoer, centrale verwarming, gas en natuurlijk wapening. Hier-
OQ(jl] door zijn er iedere keer weer veel specialisten op de kistvloer: de
electricien, loodgieter, cv-monteur, vlechter en steller. Al deze
mensen lopen elkaar gemakkelijk in de weg en vernielen elkaars werk.
Dit stelt hoge eisen aan de werkplanning.

de maatvoering
Aan de maatvoering werden hoge eisen gesteld, omdat, gezien de
omvang van het projekt door meerdere ploegen tegelijk gewerkt werd.
Dit maakt het gebruik van tunnelkisten minder geschikt:
- Bij het storten zijn maatonnauwkeurigheden niet te voorkomen:
verschuiving van de kist door het stortgeweld en vuil wat het stellen
bemoeilijkt. Bij het gebruik van tunnelkisten worden deze maatonnauw-
keurigheden opgeteld en levert aan het eind van een lang blok afwijkin-
gen van vele centimeters op.
- Wandkisten worden steeds weer opnieuw gesteld, waardoor maat-
J~L afwijkingen per travee gecorrigeerd kunnen worden. Dat was in dit
Jrgg[
ir--] ,
werk ook nodig, vanwege de grote maatvastheid van de betonnen gevel-
elementen. Bovendien bieden kitvoegen slechts een geringe opvang van
maatafwijkingen (enkele milimeters per voeg).
Uiteraard konden er geen tunnelkisten gebruikt worden bij de waaier-
vormige rondingen op de koppen van het gebouw. Houten tafelkisten
kunnen met behulp van houten delen gemakkelijk aangepast worden.

kit
Voor de voegdichting tussen de gevelpanelen is kit gebruikt. Bij de
staande voegen is de kitdichting in twee trappen gerealiseerd. De
horizontale kitvoeg is enkel uitgevoerd, een twee-traps dichting wordt
verkregen, doordat de overlap van de betonpanelen voor de tweede
dichting zorgt.
Het aanbrengen van de 44 km kitvoeg is uiterst weersgevoelig en moet
om de tien jaar "herhaald" worden.

-100-
Onder: invalidewoning begane grond. type F
in ronde kopgebouwen

-101-
6.5 TWEE DIMENSIONALE ELEMENTEN

De gevelinvulling bestaat uit in de fabriek gemaakte betonnen 2D-


elementen, die helemaal afgewerkt op het werk aankomen.
- De keuze is niet zozeer op dit systeem gevallen omdat de prijs lager
is dan een gevelvulling van bijvoorbeeld metselwerk, maar vanwege de
hoge bouwsnelheid (per dag worden er 16 gevelelementen geplaatst),
waardoor de kosten uiteindelijk gunstiger uitvallen.
- De weersgevoeligheid van deze methode is veel geringer dan bij
metselwerk; alleen harde wind kan een spelbreker zijn.
- De arbeidsintensiviteit is in beide gevallen groot, maar bij prefa-
brikage gebeurt het meeste werk in de fabriek en niet op de bouw.
- De gevelelementen zijn uitermate materieel-gevoelig: Vacuumkisten
voor het storten, materieel voor vertikaal en horizontaal transport,
zowel in de fabriek, als op de weg, als op het werk.
- Het gebouw is met deze gevelpanelen snel regen- en winddicht te
maken.
- Voor het dichten van de gevel zijn geen steigers nodig (helaas voor
andere delen wel).

de fabrikage
Voor de fabrikage werden elf malsoorten gebruikt, die tijdens het
proces van eenvoudig naar moeilijk werden vermaakt. Dit betekende
wel dat per soort eerst alle elementen gemaakt moesten worden, voor-
dat de mal gewijzigd kon worden. Hierdoor hebben grote aantallen
elementen meer dan een half jaar op het fabrieksterrein gestaan, het-
geen nogal wat renteverlies veroorzaakt heeft. Met de plaatsing der
elementen kon pas worden begonnen, nadat alle benodigde elementen
voorradig waren.

de uitvoering
Om 16 zware betonelementen per dag te kunnen plaatsen, worden er
hoge eisen aan de wijze van aanbrengen gesteld. De hijsogen aan de
bovenzijde van het element waren zodanig geplaatst, dat het element
in de kraan aan de bovenzijde iets naar buiten helde. Hierdoor konden
eenvoudig van binnenuit stelplaatjes onder het element worden aange-
bracht. Nadat de voet van het element op de juiste plaats stond, nam
het door het vieren van de hijsdraden de vertikale stand aan. De hijs-
_r@@ draden konden boven de uiteindelijke positie van het element komen,
doordat ze door de ankersparingen in de bovenliggende vloerrand geleid
~r@ werden. Nadat het element, nog hangend in "de rek" van de hijsdraden,
in positie gebracht was, kon het eenvoudig met behulp van een hevel-
ijzer (koevoet) opgetild worden, om het aldus exakt te stellen. (hand-
tilbaar met hulpmiddel). De gevelelementen werden daarna verankerd
door de ankersparingen aan te storten met krimpvrije mortel, waarna
de panelen afgekit werden.
Daar waar in de binnenbochten van het gebouw de elementen tussen de
galerijconsoles moesten worden aangebracht, zijn elementen gebruikt
met grotere sparingen. Er was tijdig voorzien, dat elementen met
standaardsparingen niet aangebracht konden worden tussen de naar
elkaar toelopende consoles.

-102-
6.6 DRIE DIMENSIONALE ELEMENTEN

OJ
Net als op alle andere bouwwerken, komen ook
hier 3D-elementen voor, als wasbak en toiletpot
en keukenblok. Sommige bouwdelen worden als
3D-element geproduceerd, maar om wille van
het transport pas op het werk in elkaar gezet.
Dit geldt voor de spiltrappen en kasten. Zo
wordt voorkomen dat er hoofdzakelijk lucht
vervoerd wordt. De meest in het oog lopende
3D-elementen van dit projekt zijn de stalen
bergingen welke op een betonnen fundering zijn
geplaatst.

-104-
6.7 DE WISSEL WERKING TUSSEN OVER-
WEGINGEN

In het voorgaande zijn er uitvoeringsoverwegin-


gen opgesomd, gerangschikt naar de behandelde
materiaal- en elementsoorten, van klein naar
groot. Deze indeling schept wellicht orde in de
problemen, maar niet in de oplossingen. Voor
het kiezen van de juist oplossing moet vooral
ook bekend zijn hoe de meest uiteenlopende
overwegingen met elkaar in verbinding staan.
Hoe die verbindingen liggen kan niet gezegd
worden: dat verschilt van geval tot geval, van
moment tot moment. Dat ze er zijn kan worden
aangetoond met voorbeelden uit de praktijk. Nu
volgen er een paar.

Het bovenste gevelelement doet tevens dienst


als dakrand. Dit betekent dat de dakdekker het
dak pas kan dichten, nadat de bovenste geveIe-
lementen zijn aangebracht en tot zolang bestaat
er lekkage bij alle dak- en vloerdoorvoeren, als
schoorstenen en onluchtingskanalen. Het aan-
leggen van de afwerkvloeren verdraagt dit
water niet en dat terwijl het snel water- en
winddicht kunnen maken van de woningen een
belangrijk argument was om tot de keuze van de
2D-gevelelementen te komen. Het gebouw is
niet water- en winddicht voordat het dak
gedicht is. Had een ander dakranddetail dit
opgelost?

Door de aard van de gevelelementen (kleine


gaten, bovendien beglaasd op het werk aan
gevoerd), moet het binnenwandenpakket naar
binnen gebracht worden voordat de gevel dicht
gaat. De gibowanden worden op de strak
afgewerkte vloer gelijmd, maar, zoals uitgelegd
is de vloer nog niet gelegd. Het pakket is te
groot om tijdelijk opgeslagen te worden op de
plaats waar later de natte cel komt. Om dit
probleem te voorkomen, is geprobeerd de
afwerkvloer toch maar aan te leggen, voordat
het gevelelement geplaatst werd. Regen en
wind hadden vrij spel, waardoor de kwaliteit van
het resultaat onaanvaard bleek. Tenslotte is
gekozen voor een tijdelijke dichting van de
gevel, waardoor een logische werkvolgorde
gehandhaafd kon blijven. Oja, de gaten in het
dak moesten ook tijdelijk provisorisch gedicht
worden om dezelfde reden.

-106-
14

1 belOnvloer
2 dubbelhard gebakken tegels 100 x 100 mm
3 binnen· en bUIlenspouwblad van beton
<1 polvstyreen Isolatie
5 dampremmendelaag
6 Ingestort houten sleikoliln
7 hoekstaal veran~e[lng
8 beveSllg'ngsboUI
9 alwerkvloer
10 vulbelon
11 PUR·schulm
12 haarspeld
13 verankering In betonvloer
14 daklnm van aluminium
15afschollaag
16 grond
17gevelbalk
18 5ysleemvloer begane grond
19 rugvulhng
20 alum,nrumraam
21 houten galer'IPUI
22 vensterbank lIan kunststof
6.8 DE WISSEL WERKING TUSSEN OVER WEGINGEN (VER VOLG)

De gevelelementen maken het gebruik van steigers overbodig en omdat


de schuiframen van binnenuit gewassen kunnen worden heeft dit
gebouw ook geen glazenwassersgondel. Toch moet de kitspuiter nog bij
alle voegen langs, hiervoor heeft hij zelf voor een geïmproviseerde
hangsteiger moeten zorgen.
Voor de houten trapportaalpuien waren meerdere malen steigers nodig:
voor het stellen, glaszetten, voorlakken en aflakken. Dit is strijdig met
de op bouwsnelheid gerichte keuze van de grote gevelelementen. Blijk-
baar hebben andere overwegingen geleid tot deze beslissing:
- Voor de trapportalen konden geen standaardgevelelementen gebruikt
worden. Afwijkende elementen in prefab beton zijn duur (extra mal-
kosten), houten puien zijn snel en goedkoop te maken.
- De trapportalen zijn door het afwijkende materiaalgebruik herken-
baar gemaakt in de lange gevels.

De hoge bouwsnelheid is een belangrijk voordeel, maar het brengt ook


problemen met zich mee: De snelheid in de ruwbouw was 16 woningen
per week, maar de snelheid in de afbouw was "slechts" 12 woningen per
week. Er ontstond dus een steeds groter wordende achterstand van de
afbouw ten opzichte van de ruwbouw. Dit was vooral bezwaarlijk, daar
in de ruwbouw de c.v.-leidingen reeds waren ingestort. Om hieraan
schade te voorkomen, zou de afmontage van de c.v. zo snel mogelijk
hebben moeten geschieden. De onderlinge afstemming van systemen
zou op dit punt beter hebben moeten zijn, om wille van een efficiënter
uitvoering.

De centrale verwarming wordt gevoed vanuit enkele ketelhuizen,


verspreid liggend over het gebouw. De oplevering van een aantal
woningen moest worden uitgesteld, doordat het bijbehorende ketelhuis
nog niet voltooid was.

De fabriek komt de eer toe, gevelelementen gemaakt te hebben met


een grote maatvastheid en strakke hoeken. Strakke hoeken zijn echter
erg beschadigingsgevoelig en beschadigingen zullen zich scherp afteke
nen. Deze beschadigingsgevoeligheid had verminderd kunnen worden
door meer schuine vellingkanten toe te passen. Deze zijn alleen te
realiseren door extra toevoegingen aan de kist en dat verhoogt de
kosten.
Glasschade tijdens de bouwen door vandalisme buiten de werktijden is
opvallend gering geweest. Dat is mooi, want hierdoor was slechts
weinig nawerk nodig. Naar de redenen kan slechts gegist worden:
- Het affe karakter van de gevelelementen noodt tot voorzichtigheid,
zowel tijdens als na de werktijden.
- Het was een "kale" bouw met weinig hanteerbare losse onderdelen
waar mee gespeeld kon worden.

Ten aanzien van de onderhoudsgevoeligheid merkten we reeds op: beton


100 tot 200 jaar, kitvoegen 10 jaar. Hoe lang de houten kozijnen mee-
gaan in de trapportalen, is een vraag, wel weten we dat deze frequent
moeten worden geschilderd, iedere keer met behulp van steigers of
ladders. Hier is geen goede afstemming van de levensduren van ver-
schillende toegepaste materialen in een gebouw.

-108-
20
L-~PnJilllmll.21
verd. vloeren scheidings- en
funderingen beganegrond vloeren bouwmuren en platte daken gevels hellende daken voorzet wanden leidingen ui trustingen

grotere produkte
elementen

[. J.
plastisch
materiaal

•/·.•• i··.·•. •.·•

3D

L -_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ ~ ______________ ~
0:
-111-

You might also like