You are on page 1of 4

OEFENVRAGEN ADVANCED HEALTH LAW

Januari 2016
NB Onderstaande vragen zijn afkomstig uit tentamens van voorgaande jaren en
zijn tezamen representatief voor een regulier tentamen (zowel omvang als
inhoud). De antwoorden worden besproken tijdens het responsiecollege op 25
januari a.s.
Tip:
In hoeverre vragen
Wees niet te kort met je vragen, argumenten aan verbonden

Vraag 1.1 (3 punten)


Volgens Friele heeft wetgeving 2 functies: een waarborgfunctie en een
instrumentele functie. Wat is de waarborgfunctie van het klachtrecht in de
gezondheidszorg? En wat is de instrumentele functie van dit klachtrecht?
Antwoord:
Waarborgfunctie: Het waarborgen van de goede zorg die de zorgverleners
moeten leveren aan de clinten
o Verzekeren van een voldoende mogelijkheid voor clinten tot het
onafhankelijk laten beoordelen van onvrede
o Meer op het individuele niveau
o De waarborgfunctie is een minimumeis
o Meldplicht: openheid van euthanasie
Instrumentele functie: Het mogelijk maken voor de clinten om een klacht
in te dienen als de zorgverlener geen goede zorg levert
o Hoger niveau
o Meldplicht: Het correct en zorgvuldig uitvoeren van euthanasie

Deze komt in het tentamen!!!!Vraag 1.2 (6 punten) ( de Wkcz is dit jaar geen
tentamenstof, maar het toepassen van de methode reconstructie van de beleidstheorie
wel; een link naar de oude Wkcz is opgenomen in de map van het responsiecollege, zodat
je toch kunt oefenen)
Maak een globale analyse van de (oude) Wet klachtrecht clinten zorgsector
middels het reconstrueren van de beleidstheorie. Besteed in het antwoord ook
aandacht aan hoe je vervolgens een analyse van de praktijk uitvoert.
Antwoord:
Doel: Het verbeteren van de goede zorg
Benodigde maatregel: Een regeling die het mogelijk maakt dat de clinten
klachten kunnen indienen over de zorgverlener
De instrumenten die in de wet zijn opgenomen
De werking en de samenhang

Verplichting tot deskundige toeleiding is een instrument in de jeugdwet

Vraag 2 (4 punten)
Beschrijf de 4 doelen van de Wet toetsing levensbeindiging op verzoek en hulp
bij zelfdoding (Euthanasiewet). In hoeverre zijn deze doelen in de praktijk bereikt?
Motiveer je antwoord.

1
Antwoord:
1. Alle euthanasiepogingen en hulp tot zelfdoding wordt gemeld bij de
toetsingscommissie
2. Codificatie van jurisprudentie
3. Immuniteit voor vervolging voor artsen die aan de eisen voldoen
4. Zorgvuldige, gecontroleerde, en open praktijk van euthanasie en hulp bij
zelfdoding
a. Openheid & discussie

Vraag 3.1 (3 punten) (dit heeft Sebastiaan dit jaar niet in zijn college genoemd)
Garvelink heeft in zijn werkcollege gesproken over de motor van het zorgstelsel.
Wie of wat wordt hiermee bedoeld? Motiveer je antwoord.
Antwoord: de zorgverzekeraar

Vraag 3.2 (4 punten)


Garvelink heeft in zijn werkcollege over de organisatie en financiering van de
gezondheidszorg gesproken over de driehoek waarbinnen zorgverlening
plaatsvindt. Hij liet daarbij deze afbeelding zien:

Gebruik bovenstaande afbeelding om uit te leggen of en zo ja, in hoeverre elk


van de actoren (verzekerde, verzekeraar, zorgaanbieder, overheid) invloed kan
uitoefenen op de kwaliteit van zorgverlening in de praktijk.
Antwoord:

Vraag 4 (4 punten)
In een eerdere versie van de Wet langdurige zorg was in de wet zelf een lijst van
negen onderwerpen opgenomen die bij de bespreking van het zorgplan in elk
geval aan de orde moesten komen. Gevers, een gezondheidsjurist, heeft hierover
opgemerkt dat
de detaillering door opsomming van de negen verplichte gespreksonderwerpen
veel verder gaat dan nodig is. Afgezien van het feit dat een aantal van die
onderwerpen voor sommige clinten niet relevant zullen zijn, treedt de wetgever
hier onnodig in de verantwoordelijkheid van zorgaanbieders om vorm te geven
aan de kwaliteit van zorg. Het is voldoende dat wettelijk wordt gewaarborgd
zoals in het Besluit zorgplanbespreking dat gesproken wordt over de doelen en

2
wijzen van zorgverlening en de personen die daarbij betrokken zijn, een en ander
in het licht van de wensen van de clint ten aanzien van de inrichting van zijn
eigen leven. Van overheidswege hoeft geen gespreksagenda te worden verschaft.
Dat nog afgezien van het feit dat vervolgens vragen kunnen rijzen over de status
van de genoemde themas: louter gespreksonderwerpen of toch verkapte
aanspraken?
Acht je het schrappen van de gedetailleerde opsomming van
gespreksonderwerpen in de Wet langdurige zorg ten voordele of ten nadele van
de rechtspositie van de clint? Motiveer je antwoord.
Antwoord:

Vraag 5 (4 punten)
Op 1 januari 2015 is de Jeugdwet in werking getreden. Met deze wet is een
nieuwe opbouw van jeugdhulp in Nederland gentroduceerd, zoals weergegeven
in onderstaande figuur.

Hoe komen in deze piramide de doelen en uitgangspunten van de Jeugdwet tot


uitdrukking?
Antwoord:

Vraag 6 (5 punten)
Kwaliteitsregulering in de zorg vindt in Nederland plaats op basis van drie
wettelijke regelingen, te weten de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
(Wkkgz), de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet Big) en
de Wet op de geneeskundige behandelingsoverkomst (Wgbo).
Leg uit
a) op welk niveau elk van de drie regelingen de kwaliteit van zorg reguleert; en
WKKGZ: micro- en meso
b) hoe de drie verschillende regelingen zich tot elkaar verhouden.
Antwoord:

Vraag 7.1 (4 punten)

3
Tuchtrechtspraak speelt een belangrijke rol in het bevorderen van de kwaliteit
van zorg, maar het systeem blijkt kwetsbaar. Illustreer de kwetsbaarheid van het
tuchtrecht in de gezondheidszorg aan de hand van een voorbeeld.
Antwoord: Voor de patint is het prettig dat er iets geregeld is, maar het maakt
het

Vraag 7.2 (3 punten) (het bijbehorende werkcollege is dit jaar geschrapt, dus de vraag
vervalt)
De Inspectie voor de Gezondheidszorg gebruikt criteria en wegingsfactoren om te
bepalen of zij een klacht indient bij de tuchtrechter. Noem 2 van deze criteria en
leg uit welke rol zij spelen bij de afweging om al dan niet een tuchtklacht in te
dienen.
Antwoord:

***

You might also like