You are on page 1of 2

Bijlage 2 Format Toelichting lesontwerp

Student: Ivanka van der Meer Docent: G.


Vakgebied: Taal Stagegroep: 6
Klas: PEH16VD
Welke keuzes heb ik hier Toelichting/ onderbouwing van keuzes
gemaakt? (denk hierbij met name kernbegrippen uit
(vak-) specifieke theorie)
Kennis over (kinderen Ik heb de volgende beginsituatie gehanteerd:
in) de groep is Pedagogisch:
nadrukkelijk verwerkt Uit de sociogram heb ik gehaald dat veel kinderen uit de klas met
in de omschrijving van iedereen goed kunnen samenwerken. Veel kinderen hebben wel een
de beginsituatie van voorkeur met wie ze willen samenwerken. Er zijn drie kinderen die buiten
de groep, zowel in de klas vallen. Deze worden soms gekozen, bij de vraag met wie
pedagogische zin werk/speel je niet graag. Deze groep heeft een wij-gevoel. Uit mijn
(gedrag, voorgaande lessen heb ik gemerkt dat J/S en S/J en B/ K en S veel
groepsverhoudingen, samen praten. Ik moet hier op gaan letten tijdens de groepjes maken. De
groepsdynamiek) als rest van de kinderen zijn vaak actief bezig met de les.
in didactische zin
(vakspecifieke Vakspecifiek:
beginsituatie). De kinderen hebben twee lessen van deze spellingscategorie gehad. Bij
deze twee lessen mochten de kinderen de woorden flitsen of het dictee
meedoen met mijn mentor. De kinderen hebben dus al kennis gemaakt
met de woorden waarin een c zit die als een k of s klinken. Deze bekende
woorden ga ik gebruiken tijdens de coperatieve werkvorm. De kinderen
halen de voorkennis op van de woorden. Ze hebben de methode Taal
actief voor spelling en doen de verwerking op tablet. De coperatieve
werkvorm mix en ruil kennen ze nog niet. De kinderen hebben al wel
vaker een coperatieve werkvorm gedaan. Dit zal dus een nieuwe
werkvorm zijn voor hen.

Om een goede beginsituatie in beeld te krijgen, heb ik gekeken naar


verschillende kenmerken van de groep. Voor het pedagogisch gedeelte
heb ik gebruik gemaakt van de resultaten uit de Sociogram (Sometics) en
de klimaatschaal. Ik heb ook gekeken in hoe ver de kinderen zijn bij dit
gebied vakspecifiek. Het vakspecifieke gedeelte heb ik vooral door
observaties en een gesprek met mijn mentor. Ik ben er zo achter gekomen
dat ze op de tablet werken en welke methode ze gebruiken. Door het
gesprek met mijn mentor weet ik wat de kinderen al ooit hebben gehad.
De lesdoelen zijn De lesdoelen zijn:
afgestemd op de Aan het einde van de les kunnen de kinderen:
beginsituatie. In de - Woorden met een c die de klank hebben als een k goed spellen.
formulering ervan - Woorden met een c die de klank hebben als een s goed spellen.
wordt zichtbaar dat Deze lesdoelen sluiten aan bij kerndoel 11. De leerlingen leren een aantal
kennis van taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het
vakdidactiek en werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De
leerlijnen op een leerlingen kennen:
logische manier is - regels voor het spellen van werkwoorden;
verwerkt. - regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden;
- regels voor het gebruik van leestekens. (Tule.SLO, 2017)
Ik heb voor dit kerndoel gekozen, omdat de kinderen bezig zijn tijdens
deze les met het spellen van andere woorden dan werkwoorden. Dit zijn
bij deze les de woorden met een c, die als k of s klinken.
Werk- en Ik heb bij deze les gekozen voor de coperatieve werkvorm mix en ruil. Ik
groeperingsvormen gebruik deze werkvorm als inleiding van de les. Ik heb voor deze
zijn afgestemd op werkvorm gekozen, omdat de kinderen dan niet zelf kunnen kiezen met
specifieke kenmerken wie ze gaan samenwerken. Ik wil met deze werkvorm voorkomen dat
van de groep n op kinderen die buiten de groep vallen niet als laatste worden gekozen. Het
specifieke kenmerken kiezen van iemand is namelijk niet van toepassing bij deze werkvorm.
van vakdidactiek.

Werk- en Ik heb gekozen voor de coperatieve werkvorm mix en ruil. De kinderen


groeperingsvormen hebben al een aantal lessen gehad over woorden met een c die klinken
zijn functioneel als een k of s. Ze hadden na deze les bijna het dictee. Door deze
ondersteunend bij het werkvorm komen er in een korte tijd veel woorden bij kinderen aan bod.
behalen van de Ze zien zo veel verschillende woorden met een c, die als k of s klinken. Ze
lesdoelen. zien ook zelf hoe ze de woorden moet spellen. De kinderen herhalen de
woorden en corrigeren elkaar erop als ze het onjuiste antwoord geven.
Een aanzet tot De coperatieve werkvorm mix en ruil is een openingsspel. Deze
samenwerkend leren coperatieve werkvorm wordt meestal ingezet om de voorkennis op te
krijgt op een logische halen. Deze werkvorm kies je meestal niet als verwerking. Ik heb daarom
wijze plek in het deze werkvorm gekozen als inleidingspel.
lesontwerp.*

Een aanzet tot Ontdekkend leren is bij deze les niet van toepassing.
ontdekkend leren krijgt
op een logische wijze
plek in het
lesontwerp**

De proces- en Ik zeg vijf woorden, die de kinderen moeten kennen. De kinderen moeten
productdoelen worden deze woorden opschrijven. Het is dus een dictee van vijf woorden. Daarna
expliciet gevalueerd laat ik vijf verschillende kinderen de woorden op het bord schrijven. De
met de kinderen. kinderen kunnen zien of ze het goed hebben geschreven. Ik ga daarna
evalueren over de coperatieve werkvorm. Ik vraag hoe het in de klas
verliep en of ze het leuk vinden. Ik laat de kinderen dit ook nog
opschrijven op een blaadje. Ze kunnen op deze manier allemaal laten
weten wat er van vonden. Ik kan aan de hand van de blaadjes zien of de
kinderen de vijf woorden goed schrijven. Tijdens de mondelinge evaluatie
kunnen de kinderen al zeggen wat ze van de coperatieve werkvorm
vinden. Ik kan niet van iedereen horen wat ze ervan vonden dus ik laat de
kinderen dit ook nog allemaal opschrijven.
De werkvormen die Ik heb voor het evalueren van de les geen werkvorm gekozen. Dit doen
worden gehanteerd bij we klassikaal. De kinderen zijn dit gewend en doen evalueren meestal
evaluatie zijn klassikaal. Ze kunnen horen van elkaar wat een ander vond van de les.
passend bij Ze horen ook van elkaar wat er goed of fout ging. Ik observeer zelf tijdens
vakdidactiek en de les of de kinderen de woorden al kennen. Ik laat wel alle kinderen
sluiten aan op opschrijven voor zichzelf wat ze van de coperatieve werkvorm vonden en
specifieke kenmerken hoe ze les vonden gaan.
van de groep.

*bij tenminste 3 lesontwerpen


** bij tenminste 1 lesontwerp

Opgehaald van http://tule.slo.nl/Nederlands/F-KDNederlands.html (2017).

You might also like