Professional Documents
Culture Documents
In de overdenking van de groep sta ik stil bij de kenmerken van de groep. In mijn
lessen zal ik met deze kenmerken rekening moeten houden om het optimale
resultaat te kunnen behalen. In deze overdenking zal ik conclusies trekken naar
aanleiding van de resultaten van de typering.
Conclusie typering
In mijn klas zijn er bij elk vak grote verschillen op cognitief gebied. In mijn
lesvoorbereidingen zal ik dus rekening moeten houden met de kinderen van
de aparte leerroute, zodat zij ook productief bezig kunnen zijn in de les en
goed mee kunnen.
Op sociaal gebied is de klas in het algemeen op hetzelfde niveau. Voor de hele
klas gelden dezelfde normen en waarden. Samen houden ze zich aan de
regels. De ene leerling meer dan de ander, maar in het algemeen doen ze het
allemaal.
Ik merk dat de kinderen graag andere werkvormen toepassen in de groep. Dit
heb ik gezien in mijn lessen. Ze werken veel zelfstandig en veel op hun
tablets. Ik wil er rekening mee houden dat de kinderen vaker samen gaan
werken. Overigens is dit ook een opdracht uit de OGP. Ik moet in drie lessen
een coperatieve werkvorm toepassen en in een les een samenwerkende
werkvorm.
In de klas kan niet iedereen goed met elkaar samenwerken en vindt niet
iedereen samenwerken leuk. Ik zal tijdens het maken van groepen moeten
nadenken over de samenstellingen. Dit zal conflicten voorkomen.
Rollen in de groep
Joker - In de groep zit minstens een joker. Er is een duidelijke joker, maar er
zijn meerdere kinderen die deze rol denken te vervullen. De joker is iemand
waarvan de grappen worden gerespecteerd. Er zijn meerdere kinderen die
veel grappen maken in de klas en leuk doen, maar dit wordt niet altijd
gerespecteerd.
Sociaal werker - In de klas zijn meerdere sociale werkers. Een sociaal werker is
zorgzaam naar andere leerlingen toe. Vooral de meiden vervullen deze rollen.
Appellant - De appellant is (tijdelijk) de zwakste van de groep. Er is een jongen
in de klas die deze rol vervult. Hij is een Somalische jongen die nu drie jaar bij
ons op school zit. Hij loopt achter op elk vakgebied en beheerst de
Nederlandse taal veel minder goed dan de rest van de klas.
Verkenner - Er zijn meerdere verkenners in de klas. Ze kijken liever toe en
blijven meestal op de achtergrond. Dit betekent niet dat ze geen
leidinggevende rol kunnen vervullen. Ze kunnen dit zeker.
Volger - Er zijn meerdere volgers in de groep. Dit zie je in
samenwerkingsopdrachten. Ze doen wat er gezegd wordt en gaan hier
meestal niet op in. Ze hebben geen grote stem bij de beslissingen in de groep.
Organisator - De organisator heeft een leidinggevende rol. Hij of zij verdeelt
de taken in een groep bij samenwerken. Wij hebben meerdere organisatoren
in de klas. Het ligt er ook aan in welke groep ze zitten bij het samenwerken.
Deze leidinggevende rollen worden niet altijd geaccepteerd in de groep. Veel
kinderen vinden het niet leuk om een taak toegewezen te krijgen en willen
hun eigen taken uitkiezen. (Luitjes, M. & Zeeuws-Jans, I. de, 2015)
Lesdoelen
In de lessen zoals taal en rekenen zal ik hier rekening mee houden door
middel van het begeleiden van twee aparte groepen. Ik zal eerst de ene groep
uitleg bieden zodat ze hierna zelfstandig aan het werken kunnen. Vervolgens
kan ik de andere groep bij mij roepen voor aparte begeleiding. Hierdoor kan ik
ze beter hulp en uitleg bieden. Zodra deze groep ook aan het werk kan, kan
ik beide groepen helpen. Een deel van de klas is dus altijd zelfstandig bezig,
maar op mijn stageschool is dat geen probleem. Ze zijn erg zelfstandig.
Het merendeel van de klas werkt graag samen met anderen. De kinderen
werken meer zelfstandig in de lessen. Dit komt onder andere door de tablets.
Ik wil in mijn lessen ook samenwerkingsopdrachten aanbieden. Niet alle
kinderen kunnen goed samenwerken, maar met de juiste groep en
begeleiding moet het lukken. Johnson & Johnsen noemen enkele factoren die
effectieve samenwerking mogelijk maken: positieve afhankelijkheid,
individuele aansprakelijkheid en groepsverantwoordelijkheid, directe en
positieve interactie, adequaat gebruik van sociale vaardigheden en
groepsreflectie.(Alkema,Eddy, Tjerkstra, Willem (2011) Meer dan onderwijs (7e
herz.dr.). Assen: Van Gorcum.) De factoren directe en positieve interactie en
adequaat gebruik van sociale vaardigheden en groepsreflectie missen vaak
nog bij het samenwerken in mijn klas. Deze conclusies heb ik getrokken naar
aanleiding van observaties tijdens samenwerkingsvormen.
De kinderen vinden het erg leuk om actief betrokken te zijn in de lessen.
Door verschillende werkvormen toe te passen in de groep kan ik de
samenwerking verbeteren. Ik hoop hier mee te bereiken dat de kinderen
meer naar elkaar gaan luisteren. De kinderen in de klas willen namelijk
allemaal graag hun zegje doen, maar luisteren niet goed naar elkaar.
Daarnaast reageren ze veel op elkaar. De meeste kinderen reageren op de
ander als er iets gebeurt. Dit kunnen ze moeilijk onderdrukken.
Ik wil in mijn lessen dus bereiken dat ik elk kind voldoende aandacht kan
geven door middel van een goed doordachte les. In deze les moet structuur
en tijdsbewaking naar voren komen. Verder wil ik dat de klas goed met elkaar
leert omgaan en naar elkaar leert luisteren.
Status van deze kijkwijzer: de ingevulde kijkwijzer moet als bijlage toegevoegd worden bij de
kritische analyse (Bijlage 1, OGP3-handleiding):
+ Aanwezig
+/- wel aanwezig, er is nog ruimte voor verbetering
- nog niet aanwezig, of nog onvoldoende aanwezig
waarvoor gebruikt?
Bespreek je ook welke kanttekeningen (voor en tegen) je plaatst bij de
gebruikte instrumenten?
- Sociogram +
- Observaties +
- Klimaatschaal +
- Gesprek mentor
- Gesprek leraar vorig jaar
- Leerlingvolgsysteem
- Kijk (bij kleuters) -
- Groepsplan
- Anders, namelijk
Feedback
Ik heb feedback ontvangen van mijn mentor en/of medestudent. +