You are on page 1of 4

Bijlage 2 Format Toelichting lesontwerp

Student: Lisa Floris Docent: Silvia Kooman


Vakgebied: BVO Stagegroep: 4
Klas: PEH16VC
Welke keuzes heb ik hier gemaakt?
en
Toelichting/ onderbouwing van keuzes
(Denk hierbij met name kernbegrippen uit (vak-)
specifieke theorie)

Kennis over (kinderen in) de groep Voor het vastleggen van mijn beginsituatie, heb ik mijn
is nadrukkelijk verwerkt in de typering en overdenking gebruikt. In de beginsituatie heb
omschrijving van de beginsituatie ik een pedagogisch en didactisch component verwerkt.
van de groep, zowel in Het pedagogische component is vooral in mijn typering
pedagogische zin (gedrag, duidelijk geworden. Zo heb ik in de beginsituatie ook de
groepsverhoudingen, groepsdynamiek beschreven. Dit heb ik gedaan, zodat je
groepsdynamiek) als in didactische je kan aanpassen naar hoe de klas is. Hiervoor heb ik
zin (vakspecifieke beginsituatie). gesprekken met mijn mentor gehad.
Ook heb ik de kinderen goed geobserveerd toen ze aan
het knutselen waren tijdens de stageweek. Dit heb ik
gedaan, zodat ik goed kan aansluiten bij de huidige
situatie van de kinderen.
Door werkjes van de kinderen te bekijken en te
analyseren, ben ik er achter gekomen wat de kinderen al
kunnen en wat niet. Denk hierbij aan technieken etc.

De lesdoelen zijn afgestemd op de De lesdoelen zijn gebaseerd op het kerndoel 54: De


beginsituatie. In de formulering leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging
ervan wordt zichtbaar dat kennis te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te
van vakdidactiek en leerlijnen op drukken en om er mee te communiceren en kerndoel
een logische manier is verwerkt. 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van
anderen te
reflecteren.
Onder dit kerndoel staan tussendoelen beschreven.
Omdat een kerndoel te groot is om in n les te
bereiken, heb ik ervoor gekozen om tussendoelen op te
stellen. Dit heb ik gedaan met behulp van de leerlijnen op
Tule (SLO, 2017).
Ik heb in mijn overdenking een aantal doelen opgesteld.
Via het kerndoel en de leerlijnen heb ik gekeken welke
doelen ik bij deze les kan realiseren. Voor het bereiken
van de lesdoelen heb ik gebruik gemaakt van het
basisplan.

Ik geef de kinderen inspiratie door middel van


voorbeeldjes te laten zien.

Verder is in de lesdoelen ook de vakdidactiek terug te


vinden. In de doelen komt vakdidactiek van BVO terug,
namelijk het basisplan. Het basisplan heb ik bij het
lesontwerp gevoegd. Dit gaf voor mij duidelijkheid.
Werk- en groeperingsvormen zijn
afgestemd op specifieke
kenmerken van de groep n op
specifieke kenmerken van
vakdidactiek.

Werk- en groeperingsvormen zijn


functioneel ondersteunend bij het
behalen van de lesdoelen.

Een aanzet tot samenwerkend


leren krijgt op een logische wijze
plek in het lesontwerp. *

De proces- en productdoelen De groepen presenteren hun eigen stuk dans. Maar


worden expliciet gevalueerd met hierbij staat de rest van de klas niet stil. Het stuk dat we
de kinderen. samen hebben aangeleerd, danst de hele klas mee.
Wanneer het stuk komt dat de groepen zelf hebben
De werkvormen die worden bedacht, kijkt de klas naar de groep. Daarna danst de
gehanteerd bij evaluatie zijn hele klas het laatste stuk. Op deze manier kan ik
passend bij vakdidactiek en evalueren of de kinderen de aangeleerde dans kunnen
sluiten aan op specifieke uitvoeren en dat ze hun zelfbedachte dans kunnen
kenmerken van de groep. presenteren.

De evaluatie vindt klassikaal plaats. Na het presenteren


van de dans vraag ik aan de kinderen wie de dans op het
refrein nu kan uitvoeren (dit is het stuk dat ik de kinderen
heb aangeleerd). Ik ga in op de antwoorden die ik zie en
krijg van de kinderen. Verder vraag ik naar de
samenwerking. Op deze antwoorden ga ik in waar dat
nodig is, bijvoorbeeld bespreken met de kinderen wat er
de volgende keer anders zou kunnen in de
samenwerking. Door deze vragen met de kinderen te
bespreken evalueer ik de lesdoelen.

Ik verdeel zelf de beurten, waardoor alle leerlingen


moeten opletten. Ik kies namelijk ook leerlingen die hun
vinger niet omhoog houden. Dit doe ik zodat alle
leerlingen betrokken blijven bij de les. Door met de
leerlingen de lesdoelen en de samenwerking te
evalueren, kan ik controleren of mijn lesdoelen zijn
behaald en of er eventueel een vervolgopdracht moet
komen. Na het evalueren geef ik kort feedback aan de
groep. Hoe vond ik dat het ging? Wat vind ik dat de
volgende keer beter kan? Hebben de leerlingen voldaan
aan mijn verwachtingen? Hierop mogen de leerlingen
reageren.

*bij tenminste 3 lesontwerpen


** bij tenminste 1 lesontwerp

You might also like