Datum Vak Lesonderwerp Beginsituatie OD en lesdoelen Korte inhoud Evaluatie
en lesuur 9u00- Onthaal Ochtend-ritueel Algemene beginsituatie: Ontwikkelingsdoelen De kleuters doen bij het W. glundert als hij 9u45 (onthalen en De kleuters kennen hun BuBaO: binnenkomen hun jas een nieuwe taak verzorgen) plaats aan de tafels. Leergebied Communicatie uit en hangen de krijgt: de Ze kunnen zelfstandig en taal T2 boekentas aan de boekentassen hun jas uitdoen. De leerling begrijpt n kapstok. Per tafel wordt uitdelen. De kleuters weten hoe ze of meerdere de boekentas L. is dan weer hun boekentas moeten communicatiesystemen. zelfstandig teleurgesteld dat hij leegmaken. De leerling begrijpt leeggemaakt: geen taak heeft. Ze hebben geen vaste communicatie in omgang koek in de Misschien in de plaats in de kring. De met gekende personen in koekenmand toekomst voorzien kleuters kennen de een uitgebreide heen-en weerschrift dat er genoeg taken rituelen tijdens het omgeving. in de doos zijn voor alle ochtendonthaal: De leerling vraagt of legt fruit en yoghurt in de kleuters? Op die het goedemorgen lied contact via n of koelkast manier worden de maan-zon meerdere kanalen. Ondertussen krijgt de kleuters voldoende weeklijn De leerling durft te andere tafel een koek betrokken bij het aanwezigheden communiceren met en water. Nadien wordt klasgebeuren. taakverdeling anderen. er gewisseld. Wie klaar pimpampoentje is, zet zijn beker op zijn daglijn Leergebied foto en kan Wereldorintatie T2 doorschuiven naar de Individuele beginsituatie: De leerling gebruikt een sanitaire ruimte. L. moet veel water kalender. drinken De leerling ontwikkelt (nierproblematiek). zindelijk gedrag. (Lo.) N. durft vaak haar water Kinderen die klaar zijn weggieten kleine met plassen, kunnen hoeveelheden aanbieden. met een boekje aan tafel zitten. Wanneer S. moet glutenvrije iedereen klaar is, koeken eten. ruimen we de boeken op en gaan we in de Lo. draagt nog een luier. kring zitten. Ik zing samen met de S. oefent de op de kleuters het lied Dag begrippen gisteren en allemaal. Gevolgd door morgen. de liederen Tis zo fijn en Goedemorgen T. oefent de dagen van de allemaal. Daarna moet week bij de juiste prent. maan gaan slapen en komt zon tevoorschijn. Hierbij zingen we het lied Dag maan, dag zon. Ik verdeel de taken op het takenbord a.d.h.v. een doorschuifsysteem. Ik zing Welke dag is het vandaag?. De kleuter hangt de prent van pimpampoentje bij de juiste dag. Ik stel hierbij enkele vragen: Welke dag is het morgen? Welk dag was het gisteren?
Vervolgens is het tijd
voor de aanwezigheden. Ik zing samen met de kleuters het lied Wie, wie? en haal ondertussen uit de zak een foto van een kleuter. Deze kleuter mag zijn/haar foto op de buik van pimpampoentje kleven. Ik geef de kleuter een knuffel en zeg goedemorgen. Wanneer alle kleuters aan bod zijn gekomen, wordt pimpampoentje (handpop) wakker gemaakt. Ik neem pimpampoentje en zing het lied Hallo, hier ben ik weer. Ondertussen kriebel ik bij iedere kleuter en krijgen ze de kans om een kus te geven aan pimpampoentje. Ik hang pimpampoentje aan het haakje. Ik zing Spits nu je oren en maak het even stil. Ik overloop de daglijn met pictogrammen. 15u25 Taal Thema Vaderdag: Algemene beginsituatie: Ontwikkelingsdoelen Ik wacht tot het W. luisterde 15u55 verhaal vertellend Verhaal en BuBaO: helemaal stil is en zing aandachtig naar het voorlezen (1ste maal verteltechniek: Het Communicatie en taal dan een liedje verhaal. aanbrengen) verhaal wordt eenmaal De leerling (=voorleesritueel / klassikaal aangebracht. ervaart/herkent/onder liedje van Steef T. en S. toonden De meeste kinderen scheidt/reageert op Coorevits): hun betrokkenheid kennen het verhaal niet. alledaagse situaties. Ik zit zo gezellig in mijn door spontaan te Taal van de kleuters: hoekje, met mijn reageren op de De leerling begrijpt n Ik vermoed dat veel allermooiste boekje. prenten, op het begrippen uit dit boek of meerdere Weet je wat ik zie? verhaal en op nieuw zullen zijn. communicatie- Weet je wat ik zie? Ik enkele vragen. Aan de hand van de systemen. zal het je vertellen in 1, prenten zullen de meeste De leerling 2, 3! La. begreep dat het kinderen de woorden wel communiceert via n verhaal over Jans begrijpen. of meerdere Ik lees het verhaal Mijn papa. communicatie- papa van Guido van Individuele beginsituatie: systemen. Genechten vertellend De kleuters genoten A. Ay. en N. mogen vooral voor. Het boek gaat tijdens het De leerling onthoudt zaken aanduiden op de over Jan wiens vader de beluisteren van het visuele informatie. prent (prentvragen) . liefste papa van de hele verhaal. B. De leerling onthoudt wereld is. Een vader C. T., Lo. en La. moeten, al auditieve informatie. heeft veel dan niet met het gebruik De leerling volgt een mogelijkheden tot van SMOG, antwoorden verhaal op basis van spelen, zoals hangen op de gestelde vragen prenten of tekeningen. aan zijn arm, vliegen (voorspellingsvragen). De leerling begrijpt boven zijn hoofd, eenvoudige verhalen. kietelen, vingers tellen, voorlezen en nog veel D. S. mag vooral helpen bij meer! het navertellen a.d.h.v. de prenten.