Professional Documents
Culture Documents
Zelfinstruerende
leereenheid voor het
mbo
door Emy Vesseur
Voorwoord
Spellen is voor veel mensen lastig. Toch is het belangrijk dat je op je spelling let:
spelfouten vallen op en maken een slechte indruk. In bepaalde beroepsgroepen is
correct kunnen spellen een belangrijke vaardigheid. Denk aan administratieve,
secretarile, juridische en communicatieve beroepen, waarin geschreven teksten
een grote rol spelen in de beroepscompetenties. Maar ook in andere beroepen is
kunnen spellen volgens de regels van belang. Een goed gespelde sollicitatiebrief,
offerte, memo of order maakt immers altijd een professionele indruk.
2 Inleiding 10 De infinitief
Voor wie?
Deze ZIL (zelfinstruerende leereenheid) is bedoeld voor alle studenten in het mbo.
Het is een middel om je kennis van werkwoordspelling vast te stellen en te
verbeteren. Voorkennis is niet nodig. Wel moet je Nederlands kunnen begrijpen
(lezend en luisterend) op minimaal CEF-niveau A2.
Doel
Aan het eind van de ZIL ben je in staat om de verschillende werkwoordsvormen te
herkennen en correct te spellen. Deze vaardigheid heb je nodig om Nederlands te
schrijven op CEF-niveau B1, het minimaal vereiste niveau voor het behalen van je
mbo-diploma.
Vereisten
Om de ZIL te doorlopen, moet je beschikken over een internetverbinding, de
programmas Word en Java en een koptelefoon. Je webbrowser moet openstaan.
2 Inleiding
Werkwijze
Je maakt straks eerst de toets werkwoordsvormen. Dit levert een beginscore op.
Blijkt uit je beginscore dat je werkwoorden vaak verkeerd spelt, dan kun je de
onderdelen van deze ZIL zelfstandig en in je eigen tempo doorwerken.
Voor een goede verwerking van de leerstof is het noodzakelijk dat je de opdrachten
en oefeningen maakt. De opdrachten maak je in een Wordbestand. De oefeningen
maak je in het invulscherm van de webpagina. Als je de oefening af hebt, sluit je de
webpagina.
Bij een score van 80 procent beheers je het onderdeel waar de oefening betrekking
op heeft en kun je verder met het volgende onderdeel van de ZIL. Haal je de vereiste
80 procent niet, dan bestudeer je de theorie opnieuw en maak je de oefeningen net
zolang tot je een score van 80 procent haalt.
Planning
Het bestuderen van de theorie en het maken van de opdrachten en oefeningen neemt
ongeveer tien uur in beslag. Om je studie te plannen en resultaten bij te houden vul je
de studieplanner in. De studieplanner open je met de tweede knop bovenin.
Afronding
Als je de ZIL succesvol hebt afgesloten, laat je de ingevulde studieplanner controleren
en aftekenen door je docent. Bewaar dit document in je (taal)portfolio.
Evaluatie
Tot slot beantwoord je de vragen in het evaluatiedocument. Hiervan maak je een
print-out voor je docent en je (taal)portfolio.
3 Toets werkwoordsvormen
Met de toets werkwoordsvormen kun je zelf kijken hoe het met je werkwoordspelling
is gesteld.
Scoor je minder dan 80 zinnen goed, dan maak je nog te veel fouten in de
werkwoordspelling. Maar geen nood! In de volgende onderdelen leer je de
werkwoordsvormen herkennen en goed spellen.
Klik bij aanvang van de toets op het scherm Werkwoordsvormen en kies daarna
voor de versie scores, die geen verbeteringen of uitleg geeft. Als je de toets af hebt,
sluit je de webpagina.
Het werkwoord vormt de basis van een zin. Een werkwoord is een woord dat een
werking uitdrukt: het geeft aan wat mensen, dieren of dingen doen. Dat kan een
activiteit zijn (eten, schrijven), een gebeurtenis (plaatsvinden, ontstaan) of het
verkeren in een bepaalde toestand (liggen, zitten).
Opdracht 1
Opdracht 2
3. Werkwoorden met een dubbele klinker in het enkelvoud en een enkele klinker
in het meervoud.
ik loop - wij lopen, ik eet - wij eten, ik betaal - wij betalen
Opdracht 3
Als je een werkwoord goed wilt spellen, kijk je eerst met welke werkwoordsvorm je
te maken hebt.
1. persoonsvorm
2. voltooid deelwoord
3. onvoltooid of tegenwoordig deelwoord
4. infinitief
5 De werkwoordsvormen
Oefening 1
Geef aan om welke werkwoordsvorm het gaat. Het geeft niet als je veel fouten
maakt. Maak de oefening.
6 De persoonsvorm
Als je niet weet met welke werkwoordsvorm je te maken hebt, ga je eerst kijken
of het een persoonsvorm is. Is het werkwoord geen persoonsvorm, dan is het
een voltooid deelwoord, een onvoltooid deelwoord of een infinitief.
6 De persoonsvorm
Opdracht 4
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 4
ik loop - jij loopt - hij loopt - wij lopen - jullie lopen - zij lopen
Hier levert alleen het enkelvoud een probleem op. Het meervoud is gelijk aan het
hele werkwoord (infinitief).
7 De persoonsvorm tegenwoordige tijd
De stam van het werkwoord is het hele werkwoord (zoals je het uitspreekt) zonder
-en. De stam van lopen is dus loop.
Opdracht 5
stam ik loop
jij loopt
enkelvoud
stam + -t hij loopt
wij lopen
meervoud hele werkwoord jullie lopen
zij lopen
7 De persoonsvorm tegenwoordige tijd
Er zijn persoonsvormen die je niet van tijd kunt veranderen: de vormen die een
gebod uitdrukken. Dit noemen we de gebiedende wijs.
Kom hier!
Kwam hier! (niet mogelijk)
Weet je niet of het werkwoord wel een persoonsvorm is? Maak er dan even een zin
zonder gebiedende wijs van.
Twijfel je of de laatste letter van de stam een -d of -t is? Kijk dan naar de wij-vorm.
Twijfel je of er achter de stam nog een -t komt? Vervang het werkwoord door een
ander werkwoord, waarvan je wel zeker weet of er een -d of -t achter moet.
Opdracht 6
Oefening 5
Oefening 6
Oefening 7
Opdracht 7
ik gooide
jij/je/u gooide
stam + -de(n) hij/zij/ze/het gooide
wij/we gooiden
jullie gooiden
zwakke zij/ze gooiden
werkwoorden ik stopte
jij/je/u stopte
stam + -te(n) hij/zij/ze/het stopte
wij/we stopten
jullie stopten
zij/ze stopten
8 De persoonvorm verleden tijd
In de verleden tijd krijgen ze toch -de(n), omdat in het hele werkwoord een
-z en een -v staat: ik verfde, ik verbaasde.
Opdracht 8
Bedenk zelf vijf andere werkwoorden, waarvan de -v aan het eind van de
stam in -f verandert en in de verleden tijd -de(n) krijgen.
Opdracht 9
Oefening 8
Vul de persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden in. Pas als je 80
procent of meer scoort, mag je door naar het volgende onderdeel. Maak de
oefening.
8 De persoonvorm verleden tijd
Sterke werkwoorden krijgen in de verleden tijd een andere klinker en soms ook
een andere medeklinker.
Opdracht 9
ik liep
klinker in de jij/je/u liep
stam verandert hij/zij/ze/het liep
wij liepen
jullie liepen
sterke zij/ze liepen
werkwoorden ik ging
hele stam jij/je/u ging
verandert hij/zij/ze/het ging
wij gingen
jullie gingen
zij/ze gingen
8 De persoonvorm verleden tijd
Kijk uit bij vormen met een -t of een -d, die lijken op zwakke werkwoorden.
Hiervoor geldt: schrijf ze zo kort mogelijk. Dus de -t en -d mag je niet verdubbelen.
Oefening 9
Vul de persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden in. Pas als je 80
procent of meer scoort, mag je door naar het volgende onderdeel. Maak de
oefening.
9 Het voltooid deelwoord
Kun je ik heb of ik ben voor het werkwoord kunt plaatsen, dan is het een voltooid
deelwoord.
Ik heb gekocht
Ik ben gelopen
9 Het voltooid deelwoord
Dat is niet het geval bij werkwoorden met voorvoegsels als ont-, ver- en her-:
ontbieden, verdedigen, herinneren.
9 Het voltooid deelwoord
Twijfel je of een woord een voltooid deelwoord is? Volg dan de volgende stappen:
Stap 1
De minister wordt bij de koningin ontboden.
Is ontboden een voltooid deelwoord?
Stap 2
De minister werd bij de koningin ontboden.
Ontboden is dus geen persoonsvorm.
Stap 3
Ik heb of ik ben ontboden.
Ontboden is dus een voltooid deelwoord.
9 Het voltooid deelwoord
Opdracht 11
2. Maak van het voltooid deelwoord langer door er een -e achter te zetten en je
hoort hoe je het moet schrijven.
Maak de oefeningen. Pas als je op alle oefeningen 80 procent of meer scoort, mag
je door naar het volgende onderdeel.
Oefening 10
Oefening 11
Oefening 12
Zo kort mogelijk:
Oefening 13
Kies het juiste voltooid deelwoord voor het zelfstandig naamwoord. Pas als je
80 procent of meer scoort, mag je door naar het volgende onderdeel. Maak de
oefening.
10 De infinitief
De infinitief eindigt bijna altijd op -en: lopen, werken, lachen. Uitzonderingen zijn
gaan, staan, slaan enzovoort.
10 De infinitief
Een infinitief kan ook als bijvoeglijk naamwoord voor een zelfstandig naamwoord
staan.
Bijvoeglijk gebruikt:
Zelfstandig gebruikt:
Oefening 14
Oefening 15
Geef aan om welke werkwoordsvorm het gaat. Deze oefening heb je al eerder
gemaakt, maar deze keer mag je bijna geen fouten maken. Maak de oefening.
12 Engelse werkwoorden
Opdracht 12
Eindigt de stam niet op een van medeklinkers uit t ex-kofschip, dan krijgt het
werkwoord in de verleden tijd de uitgang -de(n) en eindigt het voltooid deelwoord
op een -d.
Als de Engelse stam op een -e eindigt, dan blijft die in het Nederlands ook.
Oefening 16
Oefening 17
Opdracht 13
Stap 1
Welke werkwoordsvorm?
Verander de zin van tijd
Stap 1
Welke werkwoordsvorm?
Van tijd veranderen: Met deze aanvraag overschreed u de begroting.
Dus: persoonsvorm.
Stap 2
Welke tijd? Tegenwoordige tijd.
Stap 3
Stam bepalen en ander werkwoord invullen.
Stam: overschrijd
Ander werkwoord: Met deze aanvraag koopt u de begroting.
Dus: overschrijdt
13 Alle werkwoordsvormen
Stap 1
Welke werkwoordsvorm?
Van tijd veranderen: Volgens onze boeken had u de rekening nog niet betaal
Dus: geen persoonsvorm, maar voltooid deelwoord (ik heb betaal)
Stap 2
Voltooid deelwoord op -n of op -t/-d?
Op -t/-d.
Stap 3
Verleng het woord en luister: betaalde
Dus: betaald
13 Alle werkwoordsvormen
Stap 1
Welke werkwoordsvorm?
Zin van tijd veranderen: De reisorganisatie zocht vervanging voor de gestrane bus.
Dus: geen persoonvorm, maar voltooid deelwoord (ik ben gestran)
Stap 2
Voltooid deelwoord op -n of -t/-d? Op -t/-d.
Stap 3
Verleng het woord en luister: gestrande
Stap 4
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?
Ja. Schrijf het dus zo kort mogelijk: gestrande
13 Alle werkwoordsvormen
Oefening 18
Oefening 19
Oefening 20
Opdracht 15
Vul het evaluatieformulier in. Maak hiervan een print-out voor je docent en je
(taal)portfolio.
13 Alle werkwoordsvormen
Maak de toets werkwoordsvormen nog een keer, maar kies nu voor de versie
verbeteren. Klik op uitleg, als dat nodig is. Daarna maak je de toets opnieuw
om je score te verbeteren.
14 Overzicht oefeningen
www.youtube.com