Professional Documents
Culture Documents
Studentnummer 2732718
Stageschool Het Palet Groep 3
Hapert
Naam mentor Ine Lunter
Handtekening mentor
De student heeft inzicht in groepsprocessen. Hij kan het pedagogisch klimaat in kaart brengen,
bespreekbaar maken en beïnvloeden. Hij handelt in diverse situaties, waaronder onverwachte
situaties in interactie met leerlingen (bijv. op speelplaats) en houdt daarbij rekening met zijn
voorbeeldfunctie, zijn rol als cultuurdrager en als wereldburger. Hij kan zich verplaatsen in het
gezichtspunt van de ander en de belevingswereld van kinderen.
A2 Leiding geven
De student bewaakt het pedagogisch klimaat, waarin een sfeer van veiligheid en vertrouwen
heerst. Hij opent en sluit de dag en bespreekt met kinderen het dagprogramma. Hij biedt
structuur, organiseert overgangsmomenten, hanteert regels en afspraken en betrekt de kinderen
daarbij.
De student
goed voldoende nog niet ?
voldoende
1.4 neemt leiding in de groep x
Ontwikkelingsgerichte feedback m.b.t. leiding geven:
Leiding geven gaat prima.
Nog werken aan aaneengesloten dagdelen.
A3 Gedeelde sturing
De student geeft ruimte en verantwoordelijkheid aan de kinderen en houdt daarbij rekening met
hulpvragen en de mate waarin kinderen verschillen in zelfstandigheid. Hij geeft kinderen
vertrouwen om zelfregulerend te kunnen optreden.
De student
goed voldoende nog niet ?
voldoende
1.3 past effectieve leerkrachtcommunicatie toe op groep en x
individu;
3.12 bevordert zelfsturing; x
4.5 maakt wederzijds afspraken en houdt zich daar aan. x
Ontwikkelingsgerichte feedback m.b.t. gedeelde sturing:
Effectieve leerkrachtcommunicatie is al vrij krachtig zeer bewust toegepast.
De student heeft zicht op de leer- en ontwikkelingslijnen die in de groep aan de orde zijn en
verantwoordt tegenover de groepsleerkracht het gebruik van programma’s en bronnen om
leerdoelen voor de stagegroep te formuleren. Hij formuleert leerdoelen voor de stagegroep,
rekening houdend met de verschillende onderwijsbehoeften binnen de groep. Hij formuleert
leerdoelen voor een langere periode in onderlinge samenhang. Hij houdt daarbij rekening met
aspecten van taalontwikkelend leren (interactie, context, strategieën). Vanuit de grondhouding om
opbrengstgericht te werken is hij zich bewust van observatie- en/of toetscriteria om vast te kunnen
stellen in hoeverre een leerdoel is behaald.
* stellen van leerdoelen bij alle leerstofdomeinen uit de kerndoelen m.u.v. Friese taal (Nederlandse
taal, Engelse taal, Rekenen/Wiskunde, Oriëntatie op Jezelf en de Wereld, Kunstzinnige Oriëntatie;
- een cyclus van leeractiviteiten over een langere periode differentiatie naar minimaal 3 niveaus
bij de leerstofdomeinen Nederlandse Taal en Rekenen/Wiskunde en het leerstofdomein van de
gekozen profilering rekening houden met leerstijlen, leertempo, leerniveau en (meer)taligheid van
kinderen
- een dagprogramma;
De student
goed voldoende nog niet ?
voldoende
3.7 zet methoden effectief en efficiënt in;
3.8 past mediadidactiek toe bij verschillende vakken;
3.10 houdt rekening met verschillen door variëren in
didactiek;
4.3 richt de leeromgeving uitdagend en veilig in;
4.10 verzorgt twee dagen aaneengesloten onderwijs.
Ontwikkelingsgerichte feedback m.b.t. leeractiviteiten in samenhang ontwerpen:
N.v.t.
De student begeleidt meerdere leeractiviteiten die onderling samenhangen. Hij verzorgt een
gedifferentieerde instructie, rekening houdend met het groepsplan en/of handelingsplannen. Hij
gaat na of de leerlingen de leerdoelen hebben begrepen en realiseert een passende fysieke en
virtuele leeromgeving. Hij begeleidt leerlingen bij het leerproces en biedt daarin gerichte hulp,
rekening houdend met verschillen tussen leerlingen. Hij geeft vanuit een positieve grondhouding
feedback aan leerlingen en organiseert docent- en leerlingfeedback als integraal onderdeel van het
leerproces.
- een dagprogramma;
De student
goed voldoende nog niet ?
voldoende
3.6 legt leerdoelen uit aan kinderen en controleert of deze x
begrepen worden;
3.7 zet methoden effectief en efficiënt in; x
3.10 houdt rekening met verschillen door variëren in x
didactiek;
3.11 herkent en erkent veelvoorkomende problemen bij het x
leren van een vak en benoemt welke taalsteun er nodig is bij
een vak;
4.3 richt de leeromgeving uitdagend en veilig in;
4.10 verzorgt twee dagen aaneengesloten onderwijs.
Ontwikkelingsgerichte feedback m.b.t. leeractiviteiten in samenhang begeleiden en tussentijds
evalueren:
N.v.t.
- een dagprogramma;
De student
goed voldoende nog niet ?
voldoende
3.15 zet de feedbackcyclus in als begeleidingsinstrument
(feedup, feedforward en feedback);
3.16 past onderwijsactiviteiten aan op basis van evaluatie
en feedback van leerlingen.
Ontwikkelingsgerichte feedback m.b.t evalueren en beoordelen van opbrengsten:
N.v.t.
* toepassen op bouwniveau.
De student
goed voldoende nog niet ?
voldoende
3.10 houdt rekening met verschillen door variëren in
didactiek;
4.3 richt de leeromgeving uitdagend en veilig in;
5.2 draagt actief bij aan onderwijsontwikkeling op groeps-
en groepsoverstijgend niveau;
6.3 haalt doelgericht de (digitale) wereld in de school.
Ontwikkelingsgerichte feedback m.b.t. vakoverstijgend ontwerpen vanuit de profilering:
N.v.t.
De student
goed voldoende nog niet ?
voldoende
2.5 bevordert ontwikkeling van leerlingen; x
2.6 signaleert hulpvragen en gaat daar onder begeleiding op x
in;
3.10 houdt rekening met verschillen door variëren in x
didactiek;
3.13 hanteert een bestaand handelingsplan/groepsplan; x
4.7 differentieert in subgroepen en/of creëert ruimte voor x
individuele begeleiding;
6.8 werkt binnen de bestaande zorgstructuur. x
Ontwikkelingsgerichte feedback m.b.t. groepsplannen onder begeleiden uitvoeren en evalueren:
N.v.t.
De student onderzoekt de ontwikkeling van individuele kinderen en maakt daarbij gebruik van de
daarvoor geëigende instrumenten en systemen. Hij is zich bewust van de invloed van het taalniveau
op het ontwikkelingsproces. Hij deelt de resultaten met de groepsleerkracht en doet voorstellen
voor een mogelijk handelingsplan.
De student
goed voldoende nog niet ?
voldoende
2.6 signaleert hulpvragen en gaat daar onder begeleiding op x
in;
3.17 analyseert toetsresultaten volgens opbrengstgericht x
werken;
4.6 registreert leerlinggegevens; x
6.8 werkt binnen de bestaande zorgstructuur. x
Ontwikkelingsgerichte feedback m.b.t. systematisch volgen en begeleiden van ontwikkeling van
individuele kinderen:
N.v.t.
C3 Differentiëren naar specifieke onderwijsbehoeften
De student heeft zicht op de zorgstructuur van de school. Hij informeert zich over specifieke
onderwijsbehoeften in zijn stagegroep en de wijze waarop de groepsleerkracht in samenwerking
hier planmatig in voorziet. Hij ontwerpt in overleg met een interne deskundige een passende aanpak
voor een specifieke onderwijsbehoefte.
* differentiëren naar één of enkele leerlingen voor wie een handelingsplan beschikbaar is;
De student
goed voldoende nog niet ?
voldoende
1.3 past effectieve leraarcommunicatie toe op groep en x
individu;
2.4 houdt rekening met emoties; x
3.15 zet de feedbackcyclus in als begeleidingsinstrument
(feedup, feedforward en feedback);
3.20 verbindt leerlingvragen aan conceptuele kennis van
een schoolvak;
6.6 integreert informatie van ouders in het pedagogisch- x
didactisch handelen.
Ontwikkelingsgerichte feedback m.b.t. differentiëren naar specifieke onderwijsbehoeften
N.v.t.
De student neemt initiatief om betrokken te worden bij het proces van rapportage aan
ouders/verzorgers. Hij onderzoekt de wijze van rapporteren binnen de school en neemt deel aan de
totstandkoming van de rapportages. In overleg met de groepsleerkracht bereidt hij zich voor op een
actieve rol in enkele gesprekken met ouders/verzorgers. Hij houdt daarbij rekening met de
gevoelens van ouders/verzorgers.
T.a.v. de situatie is sprake van
* deelnemen aan gesprekken met ouders/verzorgers van leerlingen in een nominaal leertraject;
De student
goed voldoende nog niet ?
voldoende
2.8 verantwoordt zijn pedagogisch handelen;
6.5 rapporteert aan ouders;
Ontwikkelingsgerichte feedback m.b.t. actieve rol nemen in rapportagegesprek met
ouders/verzorgers:
N.v.t.
De student betrekt ouders/verzorgers actief bij binnen- en buitenschoolse activiteiten. Hij verkent
de wijze waarop binnen de school vorm wordt gegeven aan partnerschap. Hij vergelijkt de aanpak
tussen meerdere scholen en vormt zijn eigen mening. Hij bespreekt deze met collega’s. In overleg
met de groepsleerkracht bereidt hij zich voor op het betrekken van ouders/verzorgers bij enkele
activiteiten. Hij neemt een actieve rol in het voorbereiden en begeleiden van ouderparticipatie. Hij
evalueert de activiteit met ouders/verzorgers.
* organiseren van eenvoudige ouderparticipatie waarbij ouders een begeleidende rol hebben;
De student
goed voldoende nog niet ?
voldoende
6.2 organiseert ouderparticipatie.
Ontwikkelingsgerichte feedback m.b.t. partnerschap met ouders/verzorgers:
N.v.t.
D4 Betrekken van experts, specialisten, organisaties bij leeractiviteiten vanuit de profilering
De student verdiept zich in het netwerk van de basisschool m.b.t. de gekozen profilering. Hij betrekt
regionale en/of lokale experts, specialisten of organisaties bij de voorbereiding, de uitvoering en de
evaluatie van leeractiviteiten met als doel leeropbrengsten voor kinderen te vergroten. Hij laat
daarbij een ondernemende houding zien. Hij verkent internationale, landelijke en/of regionale
expertisenetwerken.
De student
goed voldoende nog niet ?
voldoende
* feedback geven en ontvangen op het handelen als leerkracht, de kwaliteit van leerproces, de
opbrengsten van leeractiviteiten;
De student
goed voldoende nog niet ?
voldoende
5.1 toont een professionele houding.
Ontwikkelingsgerichte feedback m.b.t. organiseren en uitvoeren van collegiale consulatie:
N.v.t.