You are on page 1of 4

JAN HULSTIJN Deze voorbeelden illustreren op een informele wijze

de betekenis van wat onderzoekers het incidenteel leren


Stel dat iemand ons vraagt de woonkamer te beschrijven of terloops oppikken van feitelijke informatie noemen
van een goede vriend bij wie we al jaren lang regelmatig (Hulstijn, 2012). Incidenteel leren staat in contrast met
op bezoek komen. We zullen er waarschijnlijk redelijk intentioneel leren, een term die verwijst naar een opzet-
goed in slagen die kamer in detail te beschrijven. Toch telijke poging om feitelijke informatie in te prenten,
hebben we waarschijnlijk nooit bewust het besluit ge- zoals bij de voorbereiding van een examen of het leren
nomen om ons alles wat zich in die kamer bevindt, in te van een tekst voor een rol in een toneelstuk. Bij intenti-
prenten. We zullen vermoedelijk evenmin veel moeite oneelieren maken we vaak gebruik van geheugensteun-
hebben de hotelkamer voor de geest te halen waar we tjes (ezelsbruggetjes) en het is voor een groot deel een
een paar dagen geleden een nachtje hebben geslapen. kwestie van stampen, stampen en nog eens stampen.
Maar het is onwaarschijnlijk dat we nog precies weten De meubels en spullen in het huis van de vriend bij
hoe de hotelkamer eruitzag waar we vorig jaar overnacht wie we zo vaak langskomen, zijn de woorden die we
hebben. bijna dagelijks tegenkomen; de dingen die we zagen

26 Levende Talen Magazine 201217


WOORDEN LEREN
Een kwestie van aandacht en herhaling

Woorden leren: intentioneel of incidenteel? Wat is het


verschil, en hoe ga je ermee om in het vreemdetalen-
onderwijs? Belangrijker is het verschil tussen recep-
tieve en productieve beheersing. Voor beide geldt
dat aandacht en herhaling essentieel zijn. Veel lezen
en luisteren ('kilometers maken') is wel goed voor de
beklijving, maar onvoldoende voor de uitbreiding van
de woordenschat.

in de hotelkamer van een paar dagen geleden, zijn de hij niet al die woorden intentioneel geleerd heeft door
nieuwe woorden van een tekst die we net gelezen heb- rijtjes woorden te stampen. De meeste woorden worden
ben, terwijl de dingen in de hotelkamer van twee jaar dus terloops (incidenteel) geleerd.
geleden de nieuwe woorden zijn in een tekst die we een Incidentele woordverwerving betekent niet dat de
tijdje geleden eenmalig gelezen hebben en sindsdien woordkennis de leerling als het ware aan komt waaien
niet meer tegengekomen zijn. zonder dat zij of hij er enige aandacht aan geschonken
heeft. In het algemeen kan gesteld worden dat mensen
Woordenschat in de moedertaal geen informatie opslaan (dat ze dus niet 'Ieren', zou je
Achttienjarigen met een vwo-diploma bezitten een re- kunnen zeggen) zonder aandacht en herhaalde bloot-
ceptieve woordenschat van ten minste 18.000 basiswoor- stelling. Neem bijvoorbeeld woorden als toenemen en
den van het Nederlands (Hazen berg & Hulstijn, 1996). afnemen. Veel leerlingen komen deze woorden pas op
Voor havisten en vmbo'ers zullen die getallen wat lager school tegen, maar ze worden op school niet overhoord
zijn, maar voor iedereen die net een schooldiploma be- en leerlingen zitten thuis geen rijtjes Nederlandse woor-
haald heeft, kan gerust aangenomen worden dat zij of den met toenemen en afnemen te stampen. Wel is het zo

27 Levende Talen Magazine 201217


dat deze woorden voorkomen in bijna alle schoolvakken een vreemde taal en de uitbreiding van de Nederlandse
(dus niet alleen bij het vak Nederlands). Ze komen dan woordenschat zit hem in het feit dat leerlingen veel
voor in een betekenisvolle context. Hun betekenis wordt minder aan de vreemde taal worden blootgesteld dan
uitgelegd door de docent en misschien ook door het aan het Nederlands. Dat betekent dat er minder tijd is
leerboek. De woorden keren terug in huiswerkopdrach- voor herhaald gebruik en dat dus veel nieuwe woorden
ten en als de leerlingen ze bij het maken van het huiswerk die niet tot de telkens terugkerende basiswoordenschat
alweer vergeten zijn, dan moeten ze de betekenis ervan horen, snel weer vergeten dreigen te worden. Het kan
opnieuw opzoeken (of vragen aan iemand anders). Dat helaas niet anders dan dat realistische woordenschat-
vergt aandacht voor het woord in zijn context. Woorden doelstellingen gekozen moeten worden in het vreemde-
als toenemen en afnemen komen vaak voor in meerdere talenonderwijs. Dat betekent ten eerste een zorgvuldige
schoolvakken en daarom beklijven ze makkelijk (net als selectie van een beperkt aantal woorden als leerdoel, en
de herinnering aan de spullen in de woonkamer van een ten tweede zo veel herhaling van deze leerdoelwoorden
goede vriend). Kortom, we zouden de verwerving van dat ze beklijven. Leerlingen alleen maar veel teksten
toenemen en afnemen weliswaar terloops (incidenteel) laten lezen of films in de betreffende taal laten zien
kunnen noemen, maar de succesvolle verwerving ervan ('kilometers maken') is geen efficiënte manier van woor-
vergt aandacht en herhaalde blootstelling. denschatuitbreidinq, om twee redenen: de meeste leer-
Aandacht en vooral herhaalde blootstelling vergen lingen doen geen moeite om de betekenis van nieuwe
veel tijd. De belangrijkste verklaring van de enorme groei woorden op te zoeken (aandacht), en de meeste (voor
van de Nederlandse woordenschat in de schooljaren is de leerling) nieuwe woorden keren niet regelmatig terug
gelegen in het feit dat woorden die leerlingen voor het (herhaalde blootstelling). Het lezen van boeken en het
eerst op school tegenkomen, daarna nogjarenlangterug- kijken en luisteren naar films dienen meer de beklUuin9
keren in allerlei situaties, binnen en buiten de school. van eerder onderwezen woorden dan de uitbreiding van
de woordenschat. Bij voorkeur wordt het moeilijkheids-
Woorden leren in een vreemde taal niveau van de boeken aangepast aan het kennisniveau
Wat net gezegd is over aandacht en herhaalde bloot- van de leerling (9raded readers). Onder zulke minder
stelling in de verwerving van Nederlandse woorden, gunstige omstandigheden is er alles voor te zeggen om
geldt precies zo voor de verwerving van woorden in de woorden herhaald te laten stampen in minimale context
vreemde talen. De diepte en rijkdom van de aandacht die (dat wil zeggen in de context van losse zinnetjes).
de leerling schenkt aan een nieuw woord, zijn bepalend
voor het onthouden van woordinformatie op kortere ter- Wat kunnen leermiddelenontwikkelaar en
mijn: (1) betekenis opzoeken in het (papieren of digitale) docent doen?
woordenboek en die informatie opschrijven in een woor- Een goede leergang waarin veel lees- en luisterteksten
denschrift (of invoeren in de computer), (2) voorbeeld- zijn opgenomen, kan het opzoek- en opschrijf- en teken-
zinnen bekijken en opschrijven, en (3) relaties leggen werk van de leerling verlichten. De computer is hiervoor
met andere woorden, bijvoorbeeld door een 'spinnen- natuurlijk een uitstekend hulpmiddel. Wat de aandacht
web' van woorden te tekenen. voor woorden betreft: een woordenlijst met rijke woord-
Op langere termijn is eenmalige aandacht echter niet informatie moet bij voorkeur met één muisklik oproep-
genoeg. Onbekende woorden opzoeken en opschrij- baar zijn bij het lezen (en luisteren). Liefst wordt daarbij
ven (input only) is zeer nuttig, maar als die informatie zichtbaar gemaakt in welke teksten en in welke contex-
niet herhaald wordt of als het onbekende woord niet ten een woord al eerder is voorgekomen. Dit is belang-
veelvuldig en met korte tussenpozen terugkeert bij het rijk voor het leggen van rijke verbindingen van het doel-
verdere lezen (input plus), dan wordt het woord vrijwel woord met andere woorden.
zeker vergeten (Peters, Hulstijn, Sercu & Lutjeharms, Wat de herhaling betreft: nieuwe woorden moeten op
2009). Een woordenlijst inprenten voor een overhoring z'n minst zeven keer terugkeren, in het begin met korte
(intentioneel leren) is nuttig, maar evenmin garantie intervallen, en geleidelijk aan met grotere intervallen.
voor permanente beklijving. Zoals iedere volwassene uit In de geheugen psychologie is wel gesteld dat het ideale
eigen ervaring weet, zakt veel schoolkennis met de jaren moment waarop je informatie moet herhalen die je niet
weg tenzij die kennis regelmatig gebruikt wordt. Het vergeten wilt, vlak voor het moment ligt waarop je die
devies is dus: 'Gebruiken of verliezen' ('Use it or lose it'). informatie zou vergeten (Bjork, 1988). Maar we kunnen
Het grote verschil tussen woordenschatverwerving in dat 'vergeetmoment' natuurlijk niet met zekerheid voor-

28 Levende Talen Magazine 201217


spellen. De computer kan uitstekend helpen bij het her- Hause, Wir fahren zu den Verwandten en Wir fahren ins Kino.
haald overhoren van woordkennis (in de context van losse Bij meerwoorduitdrukkingen verdwijnt dus de (toch al
zinnetjes); de computer houdt bij elke overhoring bij of de kunstmatige) grens tussen woordenschat en gramma-
leerling een woord fout of goed heeft. In het eerste geval tica. Ook al heeft de leerlingen tientallen keren de juiste
wordt het woord snel herhaald in een volgende oefening; vorm gehoord en gelezen, dan is dat nog geen garantie
in het laatste geval neemt de herhaalafstand toe. voor juiste productieve beheersing. Voor taalproductie
Vanzelfsprekend bevat elk hoofdstuk van een leer- moet het brein procedures volgen die grotendeels los-
gang luister- en leesteksten die een stapje moeilijker zijn staan van de procedures in taal receptie.
dan die in het vorige hoofdstuk; in zulke teksten staan
dus ook nieuwe woorden. Maar er moeten daarnaast Gebruiken of verliezen
ook luister- en leesteksten zijn die wat woordenschat en Voor het onthouden van woorden is het niet zo belang-
grammatica betreft juist geen nieuwe elementen bevat- rijk of de leerlingen de woorden opzettelijk (intentio-
ten. Zulke teksten zijn belangrijk voor de herhaalde neel) of onopzettelijk (incidenteel) leren; de ene vorm is
blootstelling aan betrekkelijk nieuwe woorden en om niet per se beter dan de andere. Wat telt in beide vormen
te komen tot de snelle, automatische verwerking van de van leren, zijn twee dingen: voor receptieve beheersing
eerder aangeboden woorden en structuren. Als er in die aandacht en herhaalde blootstelling, afvaar productieve
teksten onbekende woorden zitten, komt het luister- of beheersing herhaald gebruik.
leesproces tot stilstand, en dat is niet bevorderlijk voor Veel teksten lezen is geen garantie voor een snelle
de automatisering van de taalkennis noch voor het lees- en efficiënte woordenschatgroei. Het brein werkt vol-
plezier. De kunst is natuurlijk om lees- en luisterteksten gens een simpel principe: gebruiken of verliezen! Leer
aan te bieden die ondanks het feit dat er geen (of nau- liever minder woorden voor de lange termijn dan meer
welijks) nieuwe woorden in voorkomen, toch inhoudelijk woorden voor de korte termijn. Leergangen en docenten
aantrekkelijk zijn. kunnen de woordverwerving vergemakkelijken met het
bieden van snel toegankelijke, rijke waardinformatie en
Productieve beheersing van meerwoorduit- met het bieden van veel lees- en luisterteksten waarin
drukkingen geen of nauwelijks nieuwe woorden voorkomen. Voor
Dat leerlingen woorden veel tegenkomen in lees- en de productieve taalbeheersing is het belangrijk dat
luisterteksten, betekent niet dat ze die woorden dan ook zowel enkelvoudige woorden als meerwoorduitdrukkin-
goed genoeg kennen om ze bij het spreken en schrijven gen geoefend worden in de context van hele uitingen in
te gebruiken. Voor productieve beheersing van woorden betekenisvolle communicatie. •
zijn productieve oefeningen nodig. Ook hier geldt het
devies: 'Gebruiken of verliezen'. Voor de productieve Jan Hulstijn is hoogleraartweedetaalverwerving aan de Universiteit van
woordverwerving, in aanvulling op de receptieve kennis, Amsterdam, <home.medewerker.uva.nl/j.h.hulstijn>. Dit artikel bevat
is aandacht nodig voor uitspraak, klemtoon, spelling en enkele (bewerkte) passages uit Hulstijn (2004) en Hulstijn (2012).

voor de verbindingsmogelijkheden van woorden met


liTERATUUR
andere woorden. Als leerlingen al vaak vaste woordver- Bjork, R. A. (1988). Retrieval practice and the maintenance ofknowledge.
bindingen in lees- of luisterteksten zijn tegengekomen, In M. M. Gruneberg, P. E. Morris, & R. N. Sykes (Red.), Practice
aspects of memory (pp, 396-401). New Vork, NY:Wiley & Sons.
zoals bijvoorbeeld make a decision, meet the expectations,
Hazenberg, S., & Hulstijn, J. H. (1996). Defining a minimal receptive
en throw a party, dan wil dat nog helemaal niet zeggen second-Ianguage vocabulary for non-native university students:
dat ze bij het spreken of schrijven weten welk werkwoord An empirical investigation. Applied linguistics, 17,145-163.
hoort bij decision, expectations of party. Daar is opnieuw Hulstijn, J. H. (2012). Incidentallearning in second language acquisi-
tion. In C. A. Chapelle (Red.), The encydopedia of applied linguistics.
aandacht en herhaling voor nodig. Oxford, UK: Wiley-Blackwell. [Deze encyclopedie gaat in de loop
Voor productieve taalverwerving is het nog belang- van 2012 online.]
rijker dan voor receptieve taalverwerking om aandacht Hulstijn, J. H. (2004). Oefenen in woord-voor-woord verstaan als vorm
van impliciet leren. In B. Bossers (Red.), Vakwerk!Achtergronden
te schenken aan alle woorden in de zin en om veel voor-
uan de NT2-lespraktijk (pp. 43-50). Amsterdam: Beroepsvereniging
komende woordcombinaties vaak te herhalen, zodat NT2. [Herdrukt in Bossers, B. (Red.). (2008). Klassiek uakwerk:
de leerling weet dat het Das geht mich nichts an en Das Achtergronden uan het NT2-onderwijs - de beste artikelen uit 5jaar
Vakwerk (pp. 63-72). Amsterdam: Boom.]
interessiert mich nicht is en niet Das geht mir nichts an en
Peters, E., Hulstijn, J. H., Sercu, L., & Lutjeharms, M. (2009). Learning
Das interessiert mir nichts, en dat je de voorzetsels nach, zu L2 German vocabulary through reading: The effect ofthree
en in moet gebruiken in respectievelijk Wir fahren nach enhancement techniques compared. language learning, 59, 113-151.

29 Levende Talen Magazine 201217

You might also like