DARIA VOELT ZICH THUIS

Emma-Ida Johansson

De Lees straat
Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen

4
 1

Daria zit op Nederlandse les.

Er zijn veel leerlingen in haar klas.
Ze komen uit verschillende landen.
Maar niemand komt uit het land van
Daria.

Daria vindt Nederlands heel moeilijk.

Haar hoofd zit vol met alle nieuwe
letters en woorden.

Als Daria thuiskomt, maakt ze eten

voor zichzelf en haar twee kinderen.
De kinderen doen het goed op school.

5
En ze zijn heel goed in taal.
Daria is trots op ze.

Na het eten maken Daria en de

kinderen samen huiswerk.
De kinderen helpen haar met
Nederlands.
‘Mama, je moet meer oefenen’,
zeggen ze. ‘Als je meer oefent, dan
leer je beter Nederlands.’
Daria belooft dat ze dat zal doen.
Ze wil dat haar kinderen ook trots op
haar kunnen zijn.

6
 2

Als de kinderen in bed liggen, gaat

Daria aan de keukentafel zitten.
Ze oefent haar Nederlands. Ze schrijft
woorden op, en spreekt ze hardop uit.

Het wordt laat, ze moet naar bed.

Maar Daria slaapt slecht. Dat komt
doordat ze zoveel heimwee heeft.

De volgende dag gaat Daria weer

naar school. Het is een leuke dag.
Ze zingen en ze leren Nederlandse
liedjes.

7
Daria wordt blij van zingen. Als ze
zingt, vergeet ze even dat ze moe
is. En ze vergeet dat Nederlands zo
moeilijk is.