Professional Documents
Culture Documents
Abstract
The Dutch alphabet may deviate from the Latin standard alphabet by using a 25 th character IJ.
Additional special characters often have been required for their fundamental religious symbolism,
which may be inherited from the runes or complex philosophical constructs and needed to be saved
for the people's identity. Examples for such letters such as the thorn Þ and the letter Æ (æ) (in Old-
English and in the Icelandic alphabet) may be found in old versions of languages.
As a long vowel the Dutch letter IJ may have played a similar role in philosophical symbolism. In
archaic societies rivers had been considered and honored as gods who had to be honored by long
vowels (such as Aa1, Ee) in their names. As a great number of creeks with the names Aa, Ee, and
others the rivers IJ and IJssel have been venerated by a similar long vowel name.
In Latin the “Long I” had been defined as the most important letter-symbol. In Dutch language
however the “Long I” does not belong to the standard character set of the Latin alphabet.
Coincidentally one of the old Mesopotamian cuneiform alphabets (the Ugaritic alphabet) had
arranged the letter IJ (Y) at a special location between the H and K, where the Dutch alphabet also
carries a IJ-combination, which apart from two short vowels also represents a long vowel “IJ”.
Strange as it may seem the Ugaritic alphabet more or less follows an identical ABC-sequence,
which the Dutch alphabet with all its vowels A, E, I, O, U had inherited from the Latin alphabet.
In this article the locations of the Ugaritic “Y”-symbol is compared with the Dutch “IJ”-vowel in
the middle of their neighboring symbols ...F, G, H, I, J, K, L, M...
The true “main character” of the Dutch alphabet may not be the I or J. Instead the letter IJ seems to
be a fundamental symbol, which had to be composed from a vowel I and a consonant J.
1 Aa (waternaam)
Inleiding
Het Nederlandse alfabet wijkt door de lange IJ op de 25e plaats af van het Latijnse alfabet. De
toevoeging van afwijkende letters aan een alfabet baseert vaak op een onderliggende religieuze
betekenis, die men bij het invoeren van de schrifttekens wilde bewaren.
Voorbeelden van dergelijke letters vindt men in vrijwel alle oude taalversies, zoals de Þ en de Æ (æ)
in bijvoorbeeld het Oudengelse en IJslandse alfabet. In het Oudengelse alfabet stuit men naast de Þ
en Æ (æ) nog op de letters Ð (ð), Ᵹ/G (ᵹ/g), Ƿ/W (ƿ/w)2.
In de Scandinavische talen vindt men daarnaast Ø (ø) en de Å (å). De Þ en de æ vormen
fundamentele concepten, die in de taal de oude gebruiken kennelijk door speciale schrijfwijzen
opslaan. De Þ vormt de beginletter van de naam Thor en de æ symboliseert begrippen zoals
“eeuwigheid”, “echt” (huwelijk), “wet” en “ik” (het ego-pronomen in het Deense dialect3).
Ook de Nederlandse letter IJ kan als klinker een dergelijke belangrijke rol gespeeld hebben.
Rivieren werden in de oude culturen als goden vereerd en vaak met lange klinkers (Aa4, Ee) in de
naam benoemd. De rivieren IJ en IJssel dragen een dergelijke naam en werden wellicht net als de
Aa en Ee met een lange klinkersnaam geëerd. De naam IJ is verwant aan het (West-)Friese Ae, Ee
of Die. Dit betekent 'water' (vergelijk het Franse eau).
In vergelijking met hoger gelegen landen hebben de woorden voor water in waterrijke landen zoals
Nederland en Mesopotamië een andere betekenis.
Ook in het Soemerische spijkerschrift van het destijds nog waterrijke Soemer (in het huidige Irak)
werd water met een klinker “a” gesymboliseerd. De klinkerscombinatie IA (“ya”) en AI (“ay”)
beschrijven in een groot aantal talen de voorouders “grootvader” en “overgrootvader”,
respectievelijk de eeuwigheid5.
Het toeval wil, dat men in een van de oude Mesopotamische alfabetten (het Ugaritische alfabet) in
spijkerschrift de letter IJ op een speciale plaats tussen de H en K terugvindt. De stadstaat Ugarit,
met een internationale haven, was een van de eerste plaatsen waar een alfabetisch spijkerschrift tot
ontwikkeling kwam. Dit laat bronstijd alfabet bestond uit 30 tekens, 27 voor consonanten, 3 voor a
i o wat uitzonderlijk was in het Semitisch systeem.
Merkwaardigerwijze volgt het oeroude Ugaritische alfabet vrijwel dezelfde ABC-volgorde, die wij
met alle klinkers A, E, I, O, U van het Latijnse alfabet hebben overgenomen. Dit is een hoogst
ongewone uitspraak, omdat wij ons alfabet volgens de taalkundigen van de Feniciërs overgenomen
hebben, die een alfabet zonder klinkers toepasten6.
In dit artikel worden de locaties van de letter IJ in het Ugaritische alfabet te midden van de
lettercombinatie H, I, J, K in het Nederlandse alfabet vergeleken. Het is nu de vraag in hoeverre
deze samenhang betekent, dat het Nederlandse lettersymbool IJ overeenkomt met de letter tussen de
H en K in het Ugaritische alfabet....
2 Of these letters, 20 were directly adopted from the Latin alphabet, two were modified Latin letters (Æ, Ð), and two
developed from the runic alphabet (Ƿ, Þ). The letters K, Q and Z were not in the spelling of native English words.
3 Æ Pronoun – (dialectal, Fjolde) I (first-person singular pronoun)
4 Aa (waternaam)
5 The Backbones of the Alphabets
6 Het Paleo-Hebreeuwse alfabet komt sterk overeen met het Fenicische alfabet. Ook bijvoorbeeld het Moabitisch
werd met een soortgelijk alfabet geschreven. Pas na vele eeuwen werd voor het Hebreeuws het Aramese alfabet
gebruikt, ook wel kwadraatschrift genoemd vanwege de vierkante vorm van diverse letters. Voor beide alfabetten
geldt, dat ze volledig uit medeklinkers bestaan. (bron: het Fenicische alfabet)
Het Oudengelse alfabet
In 1011 heeft de auteur Byrhtferð de 29 letters van het Oudengelse alfabet als volgt gerangschikt:
(24 letters uit het Latijnse alfabet (inclusief de et ligatuur) plus 5 extra Engelse symbolen, zoals ðæt
⟨ð⟩ (in modern Engels eth of edh), de &-conjunction, de Tiroonsen et (7), de uit de runen
overgenomen thorn ⟨þ⟩ inclusief de thorn met een dwarsstreepje Ꝥ (kleine letter: ꝥ)7 en wynn ⟨ƿ⟩ 8:
AB C D E FG H I K LM N O PQ R STVXYZ & ⁊ Ƿ Þ ÐÆ
Het valt op dat de J ontbreekt. Dit ontbrekende symbool speelt in de analyse een grote rol.
Deze letters kunnen ook op andere plaatsen in het alfabet gerangschikt worden, waarbij de klinkers
blauw en de speciale symbolen geel gekleurd zijn. De Æ is zowel klinker als speciaal symbool.
De dualis bevat in de Oudengelse spelling een relatief groot aantal speciale symbolen ƿ, þ, ȝ:
Voor de eerste persoon geldt als nominatief bijvoorbeeld:
ik wij twee wij
iċ ƿit ƿē
In het woord bijzonder en in sommige plaatsnamen komt de oude klankwaarde [i]? nog
voor, zoals in Wijchen en Wijlre. In het achtervoegsel -lijk staat zij voor de sjwa ([ə]?).
De lange ij
Het Handwoordenboek Hedendaags Nederlands van Van Dale zegt in zijn oudere edities over de ij
dat het een letterteken is, bestaande uit twee i's, waarvan de tweede verlengd is.
Het huidige Nederlands heeft de schrijfwijze van de lange ij als in ijzer aan de Spelling-Siegenbeek
(1804, Nederland) te danken.
IJzer werd vroeger (o.a. bij Multatuli) ook vaak als yzer geschreven. Multatuli schreef in
zijn handschriften de ij, maar in zijn uitgaven wilde hij dat de zetter daar een y-teken
plaatste. De ij was volgens hem geen letter11.
Kenmerkende schrijfwijzen voor de Spelling-Siegenbeek zijn bijvoorbeeld berigt, blaauw,
Dingsdag, gooijen, magt, kagchel, koningrijk, muzijk en zamen.
De i-grec
In het hedendaags Nederlands komt de Y alleen in leenwoorden voor. De Y wordt ook wel de
Griekse ij, i-grec (zoals in het Frans, maar met de klemtoon op grec) of ypsilon genoemd.
Sommigen vinden dat er 27 letters moeten zijn, maar weten niet of het dan x y ij z is of
x ij y z. Enkelen willen de bestaande spelling veranderen, en de y helemaal afschaffen.
Maar daar is geen officiële steun voor. 12
10 IJ (digraaf)
11 IJ (digraaf)
12 R. Harmsen. De Nederlandse "letter" IJ
De etymologie van IJ
Het Ugaritisch alfabet plaatst de IJ op de 10e locatie, waar zich nu de “J” bevindt. Als de ij een
letterteken is, bestaande uit twee i's, waarvan de tweede verlengd is kan men I en de J in het alfabet:
1. als twee losse letters (I en J) lezen, die elk op zich korte klinkers vertegenwoordigen
en tegelijkertijd:
2. de combinatie “IJ” als één letter lezen, die automatisch een lange klinker aanduidt.
Het is dan een spaarzame notatie, die aanduidt hoe zuinig de Nederlander met letters kan omgaan.
13 Bronvermelding: Long I
De rol van het trema in Tuïsto en Diïs
Tuïsto wordt door Tacitus in zijn Germania beschreven als oergod van de Germanen. Dit is tevens
de enige vermelding uit de oudheid van deze god.
Het deelteken of trema is een diakritisch teken in de vorm van twee stippen die, naast elkaar,
boven een klinker geplaatst worden. In het Nederlands wordt het deelteken gebruikt om onderscheid
te maken tussen een tweeklank en twee losse klanken. Tuïsto bevat dus twee losse klanken u en i.
In de archaïsche symboliek werden godennamen vaak gekozen door meerdere, verschillende
klinkers, die elk afzonderlijk uitgesproken moesten worden. In het Latijn werden deze namen en
woorden zoals Dyaus, Deus, Dios, Duis, enz. ook zonder trema correct uitgesproken.
Zonder deelteken verschilt een naam zoals Duis van Duïs, Dies van Diës, Deis van Deïs en Diis van
Diïs.
De twee puntjes van de ij zijn gewoon de twee afzonderlijke puntjes van de letters i en j waaruit de
digraaf ij bestaat. Drie puntjes boven de twee klinkers i in Diïs zijn echter verwarrend. Het is
denkbaar, dat men met Dijs het puntjesprobleem verhelpen kon, maar de twee losse klanken van de
twee losse klanken zijn daarbij verloren gegaan.
Het Ugaritisch alfabet leidt ons met de letters ḩ, ṭ, y althans in het bereik H, Θ en I naar het
Griekse alfabet.
Het Latijnse alfabet heeft op de plaats van de Theta Θ een I geplaatst, terwijl de Griekse Jota op de
plaats van de Ugaritisch y een J heeft achtergelaten.
In het Oud-Griekse alfabet stond H voor /h/, maar later gaf Η of η (èta, æ) de /E:/ weer.
Ugaritisch
a bγd h ḩ ṭ yk l mn pq r s t u
alfabet
Grieks alfabet A Β Γ Δ Ε F Ζ H Θ I Κ Λ Μ Ν O Π Ρ Σ Τ Υ Χ Ω
Oud Latijns A DEF H IK MN O S V
Latijns alfabet a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Nederlands
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z ij
alfabet
Tabel 4 Vergelijking van de het Ugaritische alfabet met het Griekse en Latijnse alfabet
De Ugaritische dualis correleert niet met de Oudnederlandse dualis “wit” (“wij twee”).
Tabel 5 Het concept voor het Gotische alfabet van Ulfila, de bisschop van de Visigoten
De hoofdletter IJ van het Nederlandse alfabet
De hoofdletter van het Nederlandse alfabet is wellicht niet de I of de J, maar de IJ, die men
kennelijk niet zonder meer door een I (of J) wilde vervangen.
Omdat de Engelse taal woorden uit het Nederlands overgenomen heeft, kan ook IJ tot deze
categorie behoord hebben.
Het persoonlijke voornaamwoord (“ik”) voor de eerste persoon enkelvoud behoort tot de
belangrijkste woorden in elke taal en is vaak direct met de Scheppersnaam zoals Tȳr gecorreleerd.
Het is denkbaar, dat de Engelsen dit woord Y of I dan ook net als de dagen van de week zoals
Tuesday15 met een hoofdletter schrijven. Voor de duidelijkheid is het in het bovenstaande Bijbelse
citaat niet nodig van een kleine letter y een hoofdletter Y te maken.
De singularis majestatis
In brief 1031716 formuleert Willem van Oranje een singularis majestatis 17, waarin hij het ego-
pronomen “ik” met een hoofdletter schrijft.
De prins gebruikt in het begin van deze brief de woorden:
• "Ic", "Ick" consequent met een hoofdletter,
• "meyn", "myn" consequent met een kleine letter,
• "ghy" met een kleine letter,
• "Ulieder", "ulieden" min of meer willekeurig gekozen met een hoofdletter, resp. kleine letter,
• "Godt" met een hoofdletter.
15 tīwesdæg (ne. Tuesday), on. tȳsdagr, tȳrsdagr. De dag is genoemd naar de germ. god *Tīwaz: ohd. Zio, oe. Tīw, on.
Tȳr, vgl. ook de got. runennaam tyz (Salzburg-Wener Alcuin-hs, wel te lezen tius < *teiws). — Bronverwijzing:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2010), Etymologiebank, op http://etymologiebank.nl/
16 Brief genummerd 10317, gedateerd 26-2-1573, vanuit Delft gericht “Aan gereformeerde gemeenten in Engeland en
Aan Nederlandse gereformeerde gemeente te Londen“ - Mede gericht aan de predikanten en kerkenraden te
Norwich, Sandwich, Maidstone, Colchester, Ipswich en Thetford.
17 o..a. Beschreven in Het Boek Tuisco (2010)
Brief 10317 van William (Prince) of Orange
William (Prince) of Orange
to the Dutch Churches in England
Delft, Thursday, 26 February 1573
Myne heeren Ic duncke dat tot noch toe ghy hebt moghen ghenouchsaemlick bekennen den goeden
wille die my Godt ghegheuen heeft, om Vlieder arme vaderlant in vryheyt te stellen zo wel in tgene
dat angaet de politie18 desselfs, als de religie ende hoe dat Ick verdraghen hebbe ontellicke
moyelicheden, dat Ic selfs meyn eyghen leven ghewaecht hebbe om tot desen ende te commen.
Waert dat Ic sowel de macht19 ende mogentheit hadde, als den goeden wille, Ick20 ware te vreden
alle het last vp myn schouderen te nemen, sonder yemant eenichsins daer mede te bezwaren21.
tWelck ghy hebt moghen verstaen22 vutedien dat Ic vlieden hier te vooren23 niet seer beswaert
hebbe, Insulckerwys dat Ic soude begheeren ten coste van myn eyghen leuen (waertmy moghelich)
tlant vuttecoopen ofte verlossen van de slauernye24 der goederen, lichamen, ende zielen daer in het
is, sonder dattet yemant yet costen soude.
Maer vlieden ghemerct dat mynen wensch niet en baet, ende dat myn eighen macht25 niet
ghenouchsaem is26 voor zulcken last, Ic ben bedwonghen helpe te begheeren eyst27 niet an alle
waere Christenen dien onghetwifelt dese zake belanct, ten minsten an die guene28, den welcken
(ghemerct sy van een lant zyn) de sake schynt naerder an te gaen. Ende namelick tot vlieden die vut
sonderlicke weldaet gods zyt vertrocken in een plaetse der ruste stilheyt. Dat den noot zeer groot zy
ziet ghy, ende daer es niemant onder V diess onwetende.
18 den staet
19 cracht
20 Ic soude geraden vinden
21 belasten
22 erkennen
23 voormaels
24 dienstbaerheyt
25 crachten
26 zyn
27 so
28 addition above the line by the corrector
29 “hebben” altered to “ben” by the corrector
30 addition above the line by the corrector
Samenvatting
Het Nederlandse alfabet wijkt door de lange IJ op de 25e plaats af van het Latijnse alfabet. De
toevoeging van afwijkende letters aan een alfabet baseert vaak op een onderliggende religieuze
betekenis, die men bij het invoeren van de schrifttekens wilde bewaren.
Voorbeelden van dergelijke letters vindt men in vrijwel alle oude taalversies, zoals de Þ en de Æ (æ)
in bijvoorbeeld het Oudengelse en IJslandse alfabet.
Ook de Nederlandse letter IJ kan als lange klinker een dergelijke belangrijke symbolische rol
gespeeld hebben. Rivieren werden in de oude culturen als goden vereerd en vaak met lange klinkers
(Aa31, Ee) in de naam benoemd. De rivieren IJ en IJssel dragen een dergelijke naam en werden
wellicht net als de Aa en Ee met een lange klinkersnaam geëerd.
In het Latijn werd de “lange I” als het belangrijkste lettersymbool beschouwd. De “lange I” behoort
echter niet tot de symbolen van het gewone Latijnse alfabet. Het aanbrengen van een speciaal
hulpmiddel (de apex) behoort in het Nederlands niet tot de standaard taalomvang.
Het toeval wil, dat men in een van de oude Mesopotamische alfabetten (het Ugaritische alfabet) in
spijkerschrift de letter IJ op een speciale plaats tussen de H en K terugvindt, waar zich in het
Nederlandse alfabet een IJ-combinatie bevindt, die naast twee korte klinkers I en J ook één lange
klinker IJ vertegenwoordigt. Merkwaardigerwijze volgt het Ugaritische alfabet vrijwel dezelfde
ABC-volgorde, die wij met alle klinkers A, E, I, O, U van het Latijnse alfabet hebben overgenomen.
In dit artikel worden de locaties van de letter IJ in het Ugaritische alfabet te midden van de
lettercombinatie H, I, J, K in het Nederlandse alfabet vergeleken. Het is nu de vraag in hoeverre
deze samenhang betekent, dat het Nederlandse lettersymbool IJ overeenkomt met de letter tussen de
H en K in het Ugaritische alfabet....
De ware “hoofdletter” van het Nederlandse alfabet is wellicht niet de I of de J, maar de IJ, die men
kennelijk niet zonder meer door een I (of J) wilde vervangen.
31 Aa (waternaam)
Inhoud
Abstract.................................................................................................................................................1
Inleiding................................................................................................................................................2
Het Oudengelse alfabet ........................................................................................................................3
De Nederlandse letter IJ.......................................................................................................................4
De lange ij........................................................................................................................................4
De i-grec..........................................................................................................................................4
De officiële locatie van de letter ij in het alfabet.............................................................................4
De etymologie van IJ.......................................................................................................................5
Dubbele klinkerscombinaties “ee” en “ii” of “ij”.......................................................................5
Lange klinkers in het Grieks ......................................................................................................5
Lange klinkers in het Latijn........................................................................................................5
Lange klinkers in het Nederlands................................................................................................5
De rol van het trema in Tuïsto en Diïs.......................................................................................6
Het vermijden van een trema......................................................................................................6
Het Ugaritische alfabet.........................................................................................................................7
De woorden in het centrum van het alfabet.....................................................................................8
De dualis in het Ugaritische alfabet ................................................................................................8
De vergelijking van het Ugaritische, Griekse, Latijnse en Nederlandse alfabet..................................9
De hoofdletter IJ van het Nederlandse alfabet....................................................................................10
De riviernaam IJ respectievelijk IJssel..........................................................................................10
Het Engelse ego-pronomen Y........................................................................................................10
De singularis majestatis.................................................................................................................10
Brief 10317 van William (Prince) of Orange............................................................................11
Samenvatting......................................................................................................................................12