You are on page 1of 26

970211 Cover Novem W/B 07-01-2002 14:20 Pagina 1

970211 Cover Novem W/B 07-01-2002 14:20 Pagina 2

Colofon
Deze brochure is opgesteld door Novem in
opdracht van het Ministerie van Economische
Zaken in het kader van het Lange Termijn
Gebouwde Omgeving programma. Binnen het
LTGO-programma komt een reeks brochures uit
die allen betrekking hebben op energiebespa-
rende technieken voor de gebouwde omgeving.

De informatie in deze brochure is grotendeels


afkomstig uit 'State of the art wit- en bruin-
goed, 1995' uitgevoerd door Van Holsteijn en
Kemna te Delft. De samenstellers hebben ter
actualisatie recente ontwikkelingen opgenomen.
Wit-en bruingoed
stand van de techniek, 1996

1 Inleiding

2 Wasmachines
Beschikbare en korte termijn besparingsopties
Lange termijn besparingsopties

3 Wasdrogers
Beschikbare en korte termijn besparingsopties
Lange termijn besparingsopties

4 Afwasmachines
Beschikbare en korte termijn besparingsopties
Lange termijn besparingsopties

5 Koelapparatuur
Beschikbare en korte termijn besparingsopties
Lange termijn besparingsopties

6 Kooktoestellen
Beschikbare en korte termijn besparingsopties
Ovenachtige kookapparatuur

7 Tv/video- en audioapparatuur
Bestaande en korte termijn besparingsopties
Lange termijn besparingsopties
2
Inleiding 1

Deze brochure geeft een overzicht van de technologische ontwikkelingen op het

gebied van energiebesparing voor de volgende huishoudelijke apparaten:

● wasmachines Het besparingspotentieel wordt afwisselend in % en


● wasdrogers Wh ten opzichte van het gemiddelde huidige markt-
● afwasmachines aanbod wit- en bruingoed gegeven.
● koelapparatuur Bij besparingsopties waarbij het rendement van de
● kooktoestellen elektriciteitscentrale (primaire omzetting) wordt
● TV/video en audioapparatuur vergeleken gelden de volgende uitgangspunten:
• elektriciteit wordt met een rendement van 40%
Deze apparaten zijn samen verantwoordelijk opgewekt;
voor ongeveer de helft van het totale huis- • stadsverwarming heeft een totaal rendement
houdelijk elektriciteitsverbruik1 . (elektriciteit + warmte) van 80 à 90%.
Deze brochure gaat in op (op korte termijn)
beschikbare opties voor energiebesparing
en lange termijn energiebesparingsopties
(beschikbaar over 5-10 jaar)

Gemiddeld huishoudelijk energiegebruik volgens BEK ‘95

6% Wasmachine 202 kWh

18% Koeling 599 kWh


49% Overige 1599 kWh

4% Koken 138 kWh

8% Wasdroger 266 kWh

2% Vaatwasser 66 kWh

12% Audio & Video 389 kwh

1 De penetratiegraad van de wasdroger en de afwasmachine neemt jaarlijks met 3% toe. Het aandeel van de wasdroger en de

afwasmachine op het totale elektriciteitsverbruik zal daardoor toenemen. Het elektriciteitsverbruik van verlichting bedraagt

gemiddeld 511 kWh/hh/jaar; op energie-efficiënte verlichting wordt in de brochure ‘stand van de techniek, verlichtingsbronnen,

1996’ ingegaan. Voor koken is gas de belangrijkste energiebron.

3
2 Wasmachines
Het gemiddelde elektriciteitsverbruik van het huidige ‘wasmachinepark’ (de

geïnstalleerde machines) bedraagt 1,32 kWh/cyclus voor een 60°C programma

zonder voorwas. Het elektriciteitsverbruik van dit meest gebruikte programma

bedraagt ongeveer 60% van het verbruik van het 90°C programma. Het verbruik

van het huidige aanbod wasmachines bedraagt gemiddeld 1,14 kWh/cyclus voor

het 60° C programma.

Het gemiddelde verbruik per wasbeurt ver- Beschikbare en korte termijn


toont een dalende trend door het wassen op besparingsopties
lagere temperatuur en de introductie van effi- De genoemde opties zijn reeds beschikbaar of
ciëntere wasmachines. Het totaalverbruik stijgt zullen binnen een periode van 5 jaar beschik-
echter doordat het aantal wasbeurten per huis- baar komen. De besparingen hebben betrekking
houden toeneemt. op het 60°C katoenprogramma zonder voorwas;
Veel elektriciteitsbesparingsopties zijn gericht het referentieverbruik is 1,14 kWh/cyclus.
op het verbeteren van de thermische efficiency
voor het opwarmen van water. Daarbij geldt: 1 Verbetering thermische efficiëntie
hoe minder water en hoe lager de temperatuur, Een van de belangrijkste parameters met
hoe minder energie er wordt gebruikt. betrekking tot de thermische efficiency is het
Andere besparingsopties richten zich op de aantal koudebruggen tussen de kuip en de
efficiency van de motor. Met het dalen van de omgeving. Met name de warmte-overdracht
wastemperatuur gaat het gebruik van de motor naar het stabilisatiegewicht speelt een belang-
een steeds belangrijkere rol spelen. rijke rol. Een zorgvuldige engineering levert een
besparingspotentieel van circa 100 Wh/cyclus.

2 Minimalisering vrije ruimte tussen kuip en trommel


Tussen de kuip en de trommel bevindt zich
geperforeerde ribbe tijdens het wassen tussen de 5 à 6 liter water.
Door de vrije ruimte te reduceren en door de
toepassing van actieve en passieve sproei-
systemen, zoals weergegeven in figuur 2.1 kan
schoep
circa 10 liter water per cyclus worden bespaard.
Het elektriciteitsverbruik daalt hierdoor met
circa 100 Wh/cyclus.
Wanneer gebruik gemaakt wordt van een geslo-
ten trommel kan worden afgezien van een kuip.
Figuur 2.1 Dit principe is geschetst in figuur 2.2. In dit
Het passieve sproeisysteem op basis van geperforeerde trommel- geval bedraagt de waterbesparing 25 liter/cyclus
ribben geeft een goede waswerking bij een lager waterniveau. en de elektriciteitsbesparing 250 Wh/cyclus.
Ofschoon er minstens één prototype beschikbaar

4
is, zal het zeker nog enige jaren kosten om een
kuiploze wasmachine te commercialiseren.

3 Verhouding lading/trommelvolume
Het vergroten van de trommelinhoud leidt tot
een verbetering van de wasprestatie waardoor 85
met minder energie een gelijke wasprestatie
kan worden gerealiseerd. Met beperkte maat-
regelen kan de verhouding lading/trommel-
volume worden verhoogd van 9,3 naar 10.
De besparing bedraagt in dit geval circa 160
a
Wh/cyclus. 60 60
Indien wordt uitgegaan van het concept voor
de kuiploze wasmachine kan de verhouding Figuur 2.2
worden verhoogd tot 15. De besparing wordt Schets van het 'tubless drum' principe.
daarmee 550 Wh/cyclus.

4 Waterniveauregeling volgende varianten geven een besparingen van


Een optimalisatie van de waterniveauregeling, respectievelijk 74, 174, 261 en 391 Wh/cyclus:
hetgeen doorgaans neerkomt op het in meerde- a 1 component elektromechanisch
re stappen innemen van water, geeft een be- b 1 component ladingafhankelijk
sparing van 8,5 liter water per cyclus. Dit komt elektronisch
overeen met een elektriciteitsbesparing van c 2 componenten elektromechanisch en
114 Wh/cyclus. Feitelijk is een dergelijke rege- d 2 componenten ladingafhankelijk
ling een beladingsregeling: afhankelijk van de elektronisch
hoeveelheid en de aard van de lading wordt
meer of minder water toegevoerd. Besparingsopties 7, 8 en 9 zijn een aanzet rich-
ting een optimaal wasproces door afstemming
5 Verbeterde wasmiddelen voor lagere temperaturen van afzonderlijke wasparameters (water, che-
Diverse wasmiddelfabrikanten ontwikkelen mie, kinetische energie, thermische energie en
wasmiddelen die het mogelijk maken bij een tijd). Het optimum vormt de éénknopsmachine
lagere temperatuur een vergelijkbaar was- waarin een fuzzy-control zorgt voor een voort-
resultaat te bereiken. Een verwachte tempera- durende optimale afstemming (zie lange termijn
tuurdaling met 5 tot 7 °C geeft een energie- opties). In o.a. apparatuur van Siemens en
besparing van 150 Wh/cyclus. De inzet van de Zanussi begint fuzzy-logica zijn intrede te doen.
huidige ontwikkelingen is een gemiddelde was-
temperatuur van 35-40°C op langere termijn. 7 Tijd/Temperatuur trade-off
Dit komt overeen met een besparing van meer Door het verlengen van de wastijd met 35 mi-
dan 300 kWh/cyclus. nuten en het verlagen van de wastemperatuur
van gemiddeld 58 naar 50°C, is het mogelijk
6 Automatische wasmiddeldosering om met minder energie een gelijkblijvende
Een automatische dosering van wasmiddel wasprestatie te bereiken. De besparing neemt
zorgt dat er precies genoeg wasmiddel op het aanzienlijk toe wanneer bovendien een zoge-
juiste tijdstip in de wascyclus wordt toegevoegd. naamde bio-step wordt toegepast. Dit houdt
Met name systemen waarbij de diverse compo- in dat de temperatuur tijdens de opwarmfase
nenten (waterontharder, wasactieve stoffen, gedurende 10 tot 20 minuten op 35 tot 40°C
enzymen en bleekmiddel) gescheiden worden wordt gehouden. Hierdoor kunnen de enzymen
toegevoerd bieden op het gebied van energie- in het wasmiddel beter hun werk doen.
en waterbesparing aanzienlijke voordelen. De De besparing bedraagt circa 53 Wh/cyclus.

5
8 Energiebesparende programma’s 9 Optische controle wasvoortgang
Hoewel veel nieuwe machines voorzien zijn Door gebruik te maken van sensoren die de
van E-programma’s en halve ladingknoppen, toestand van het waswater monitoren is het (in
behoren zij niet tot de algemene standaard. theorie) mogelijk de diverse procesparameters
Daarnaast worden zij, door de consument, nog (tijd, temperatuur, hoeveelheid wasmiddel, etc.)
lang niet optimaal gebruikt. Bij gebruik van tijdens het wassen aan te passen. Dergelijke
E- of Eco-toets wordt bij een lagere temperatuur sensoren zijn nog in ontwikkeling. Gegevens
gewassen en wordt de wastijd verlengd. Het over besparingspotenteel zijn niet beschikbaar.
effect komt overeen met, de onder punt 7
besproken tijd/temperatuur trade-off, (met dit 10 Verbetering motorefficiëntie
verschil) dat de temperatuurdaling aanzienlijk In de huidige wasmachines wordt een AC-
groter is (60° i.p.v. 90° C en 40° i.p.v. 60° C). motor toegepast met een efficiency van 28%.
Dit impliceert een daling van de wasprestatie. De toepassing van een zeer goede AC-motor
Bij gebruik van het halve lading programma (efficiency 32%) levert een besparing van circa
wordt het waterniveau verlaagd. De E-toets 35 Wh/cyclus. Een DC-motor levert een bespa-
geeft een besparing van 91 Wh/cyclus, de ring van circa 57 Wh/cyclus; aangevuld met een
halve ladingknop reduceert het verbruik met geavanceerde sturing loopt de besparing op tot
9 Wh/cyclus. circa 86 Wh/cyclus. De toepassing van de
meest geavanceerde DC-motor (efficiency 50%)
levert een besparing van circa 125 Wh/cyclus.
Deze zogenaamde Switched Reluctance Motor
is momenteel nog in ontwikkeling.

Nu en op korte termijn beschikbare besparingsopties voor wasmachines

Opties Besparings- Fabrikanten en


potentieel (%) onderzoeksinstellingen
(nummers corresponderen met de tekst)

3 Verhouding lading- en 14/50 AEG, Miele


trommelvolume van 9,3 naar 10/
kuiploos en verhouding 15 -
6 Automatische wasmiddel 7-34 Electrolux
dosering, diverse varianten
5 Verbeterde wasmiddelen voor 13-26 Lever, e.a..
lagere temperaturen
2 Minimalisering vrije ruimte 9/22 Miele, AEG
tussen trommel en kuip;
gesloten trommel
10 Efficiency motor 32-50% 3/11 Electrolux, Bosch Siemens, Miele
4 Waterniveauregeling 10 AEG, Miele, Bosch Siemens, Brandt
1 Verbetering thermische efficiëntie 9
8 E-toets 8 divers
7 Tijd/temperatuur trade-off 5 Candy
9 Optische controle wasvoortgang ? Hitachi, Matsushita, Sanyo, Zanussi
11 Hot-fill CV/stadsverwarming 21/49 (primaire energie) Miele, Bosch Siemens, vH&K, RIGO

Besparing ten opzichte van het huidige aanbod van wasmachines (1,14 kWh/cyclus). Genoemde besparing geldt,
tenzij anders vermeld, voor elektriciteitsverbruik.

6
11 Hot-fill
Wanneer in plaats van koud water, warm water
wordt toegevoerd dat is opgewarmd met een
efficiënte gasgestookte installatie (rendement >
65%) of met behulp van stadsverwarming kan koudwatertoevoer
een aanzienlijke besparing op primaire energie
worden bereikt. Bij een gasgestookte warmwa-
terinstallatie bedraagt de besparing op primaire
energie circa 21%; bij een stadsverwarmings-
zeepbak
installatie circa 49%.
Hot-fill wordt, in tegenstelling tot Amerika en kuip

Groot-Brittanië, op het Europese continent (nog


maar) weinig toegepast. De reden voor de lage
trommel
penetratie van hot-fill is vermoedelijk de angst
retour
bij de consument voor het inbranden van eiwit- stadsverwarming

vlekken. Onderzoek heeft echter aangetoond


aanvoer afvoer
dat deze angst bij de toepassing van elektroni- stadsverwarming pomp

sche regelsystemen ongegrond is.


warmtewisselaar

Lange termijn besparingsopties Figuur 2.3


De volgende ontwikkelingen bevinden zich in Gebruik van een externe warmtebron (stadsverwarming of HR-CV)
de R&D-fase en kunnen over circa 5 à 10 jaar zonder dat het wasproces beïnvloed wordt (zoals bij de toepassing van
een belangrijke rol gaan spelen. hot-fill) door de toepassing van een warmtewisselaar.

1 Ultrasoonwassen
Momenteel wordt in Denemarken uitgebreid 3 Verdere verbetering wasmiddelen voor lage
onderzoek verricht naar de toepassing van temperaturen
ultrasoon geluid om was te reinigen. Door de De verdere ontwikkeling van enzymen waar-
geluidsgolven wordt vuil ‘losgeweekt’ van de mee niet alleen eiwitvlekken, maar ook vet en
vezels. Hierdoor wordt het bewegen van de sommige kleurvlekken verwijderd kunnen
trommel overbodig en kan de wastemperatuur worden, in combinatie met katalysatoren voor
aanzienlijk worden verlaagd. De techniek bleekmiddelen, zal op termijn (5 à 10 jaar) een
wordt in de chemische industrie al enige jaren verdere daling van de wastemperatuur tot
toegepast en kan ook worden gebruikt in afwas- gevolg hebben tot 20 à 40°C in plaats van de nu
machines. De besparingen van de technieken gangbare 40 tot 60°C. Bleekmiddelen dienen
worden door diverse onderzoeksinstituten niet alleen als vlekverwijderaar, maar zorgen
hoog ingeschat. ook voor desinfectie bij lage temperaturen.
Het besparingspotentieel wordt geschat op 450
2 Sensoren en fuzzy-control Wh/cyclus.
De verdere ontwikkeling van sensoren alsmede
de opkomst en verdere toepassing van fuzzy- 4 Externe warmtebron
logica zullen in de toekomst mogelijk leiden tot Nog hogere besparingen op primaire energie
de éénknops-wasmachine. Instelling van tem- dan bij hot-fill kunnen worden bereikt door ge-
peratuur, hoeveelheid water, hoeveelheid was- bruik te maken van warmte afkomstig uit een
middel en procesduur worden dan automa- HR CV-installatie of uit stadsverwarming. In
tische afgestemd op de soort, de hoeveelheid dit geval is een warmtewisselaar in de wasma-
en de vervuilingsgraad van het wasgoed. chine opgenomen, zoals in figuur 2.3 is te zien.
Over het besparingspotentieel zijn geen gege- Bij CV ligt de besparing op primaire energie
vens bekend. rond de 55%; bij stadsverwarming rond de 80%.

7
3 Wasdrogers
Het gemiddelde energieverbruik van het 'wasdrogerpark' ligt op 4,2 kWh/cyclus

voor het katoen-kastdroog-programma. Het gemiddelde energieverbruik voor

het katoen-kastdroog-programma voor het huidig aanbod luchtafvoerdrogers

ligt op 3,7 kWh/cyclus en voor de condenserende drogers op 3,8 kWh/cyclus.

Beschikbare en korte termijn 1 Tijd/temperatuur en luchtdebiet/temperatuur


besparingsopties trade-off
De onderstaande opties zijn reeds nu of op Het verlengen van de droogtijd en het verlagen
korte termijn beschikbaar. Als referentiever- van de temperatuur ofwel het verhogen van het
bruik worden nieuwe drogers aangehouden luchtdebiet en het verlagen van de temperatuur
(luchtafvoerdrogers 3,23 en condenserende levert een besparing van 50 tot 100 Wh/cyclus op.
drogers 3,55 kWh/cyclus).
De efficiency van het droogproces wordt voor 2 Trommelgeometrie
een belangrijk deel beïnvloed door een juiste Van kleine professionele drogers (capaciteit
afstemming tussen de luchttemperatuur en het 6 kg) is bekend dat het vergroten van de trom-
luchtdebiet. Het gaat er met name om een opti- mellengte met 100 tot 150 mm, een besparing
maal contact tussen het natte wasgoed en de oplevert tot circa 5%. Wellicht is het ook op een
drooglucht te bereiken zodat de drooglucht andere manier mogelijk de lengte van het droog-
maximaal wordt verzadigd met vocht. oppervlak te vergroten.

3 Verbeterde thermische efficiëntie


Een beter contact van de drooglucht met het
textiel kan bereikt worden door een optimale
afstemming van o.a. het patroon van de lucht-
gaten, de lay-out van de diverse luchtkanalen
en de gebruikte filters. Gegevens over het
besparingspotentieel zijn niet bekend.

4 Sensoren en regelingen
Een juiste vochtigheidsmeting met sensoren
gevolgd door een juiste tijdregeling levert een
geschatte besparing op van 130 Wh/cyclus. De
verschillen tussen de systemen (op basis van
temperatuur, elektrische weerstand of statische
elektriciteit) zijn beperkt.

5 Verbeterd condenseersysteem
Het besparingspotentieel voor een geoptimali-
Figuur 3.1 seerd condenseersysteem (voor condensdrogers)
Efficiencyverbetering door recirculatie van de drooglucht. ligt op 100 Wh/cyclus.

8
6 Recirculatie c.q. warmtewisselaar
Bij de luchtafvoerdroger kan door het recircule-
ren van een deel van de drooglucht, zoals weer-
gegeven in figuur 3.1 ofwel door het toepassen
van een warmtewisselaar tussen de in- en
uitgaande luchtstroom, de efficiency worden
verbeterd. Het besparingspotentieel is naar
schatting 100-300 Wh/cyclus.

7 Warmtepompdroger
Toepassing van de warmtepomp, welke een
aanvulling vormt op het condenseersysteem,
is ongetwijfeld één van de meest interessante
besparingsopties. Prototypes van een aantal
vooraanstaande fabrikanten (o.a. Bosch/Siemens,
AEG en Miele) laten bijna een halvering (1400
Wh) van het energieverbruik zien. Een probleem
bij de commercialisering is (nog) de hoge kost-
prijs. Bij de huidige energie- en component- gasbrander
prijzen ligt de terugverdientijd in de buurt van
de levensduur. Figuur 3.2
Door de inzet van efficiënte kleine warmte- De drooglucht wordt bij de gasgestookte wasdroger verwarmd met een
pompen, zoals de Stirlingpomp, wordt een gasbrander.
nog hogere besparing verwacht.

8 Verbetering motorefficiëntie 10 Gasgestookte droger


In vergelijking met een wasmachine wordt de Gasgestookte wasdrogers zijn in de Verenigde
motor van de wasdroger continu en daardoor Staten algemeen geaccepteerd; op het vaste-
efficiënter belast. Het besparingspotentieel is land van Europa echter worden nog slechts
daardoor beperkt (schatting 5 à 10% op het schoorvoetend de eerste apparaten geïnstal-
motorverbruik). leerd. De “White Knight” van Crosslee (zie
figuur 3.2) heeft een elektriciteitsverbruik van
9 Hoog centrifugetoerental van wasmachine 0,25 kWh en gebruikt 0,35 m3 gas voor het
Het mechanisch drogen van textiel is vele katoen-kastdroog programma. De besparing op
malen efficiënter dan door middel van warmte. primaire energie bedraagt daarmee circa 50%.
Door wasmachines uit te rusten met hoge De bedrijfszekerheid en geluidsproduktie van
centrifugetoerentallen kan aanzienlijk worden de gasgestookte wasdroger zijn nog niet opti-
bespaard op het energiegebruik van de wasdro- maal. Miele werkt aan de ontwikkeling van een
ger. Ten opzichte van een centrifugetoerental gasgestookte droger die waarschijnlijk een
van 800 omw/min geeft een toerental van 1600 oplossing biedt voor de genoemde knelpunten.
omw/min een besparing van 27% op het droog-
proces; 3000 omw/min geeft een besparing van
40%. Vanwege de hoge efficiency van de toege-
paste motoren neemt het energieverbruik van
de wasmachine niet noemenswaardig toe.
Over het algemeen zijn de duurdere wasmachi-
nes uitgerust met hoge centrifugetoerentallen
(tot 1600 omw/min).

9
Nu en op korte termijn beschikbare besparingsopties voor wasdrogers

Opties Besparings- Fabrikanten en


potentieel (%) onderzoeksinstellingen
(nummers corresponderen met de tekst)

7 Warmtepompdroger 37* Bosch Siemens, Miele


6 Recirculatie en warmtewisselaar 3-10 Electrolux
2 Trommelgeometrie 5 -
(verlengen droogtraject)
4 Sensoren en regelingen 4 Bosch Siemens, Whirlpool
5 Verbeterd condenseersysteem 3* Brandt, Electrolux
1 Tijd/temp en luchtdebiet/temp
trade-off 1,5-3 -
8 Verbetering motorefficiëntie 1
3 Verbetering thermische efficiëntie ? Electrolux, Schuurink
9 Hoog centrifugetoerental
van wasmachine 27-40 diverse
10 Gasgestookte wasdroger 50 (primaire energie) Crosslee, Miele

Genoemde besparingen t.o.v. huidige aanbod luchtafvoerdrogers (3,7 kWh/cyclus)


*Besparing ten opzichte van huidige aanbod condensdrogers (3,8 kWh/cyclus)

Lange termijn besparingsopties 1 Indirect gestookte droger


De volgende besparingsopties bevinden zich Een andere manier om efficiënter om te gaan
nog in een experimenteel stadium. Voor de met primaire energie is gebruik te maken van
marktintroduktie wordt een periode van 5 à 10 warmte uit een efficiënte gasgestookte HR CV-
jaar aangehouden. installatie of uit het stadsverwarmingnet. Dit
principe is weergegeven in figuur 3.3 Bij een
HR CV en stadsverwarming bedraagt de bespa-
ring op primaire energie 30 tot 35% en ongeveer
80% respectievelijk.

2 Vacuüm-droger
Vacuümdrogers zijn bekend vanuit octrooi-
literatuur. Het gaat om systemen met een pomp
c.q. compressor en aanvullende verwarming ter
compensatie van het koeleffect van verdam-
condensor ping. In meer geavanceerde systemen wordt
hiervoor gebruik gemaakt van de restwarmte
van de pomp.
aanvoer
stadsverwarming

3 Magnetrondroger
retour
stadsverwarming Uit Amerikaans onderzoek naar de toepassing
koellucht
warmtewisselaar van het magnetronprincipe voor de droger
Figuur 3.3 blijkt een besparingspotentieel van circa 20%.
De drooglucht wordt via een warmtewisselaar verwarmd Omdat Europese drogers veel efficiënter zijn
met een externe warmtebron (stadsverwarming of HR CV). dan Amerikaanse drogers is de besparing voor
Europese modellen verwaarloosbaar.

10
Afwasmachines 4

Het gemiddelde elektriciteitsverbruik van het 'afwasmachinepark' bedraagt 1,85 kWh

voor het 65°C standaard programma. Afwasmachines worden geleverd in uit-

voeringen met een capaciteit van 4 tot 14 couverts; de meest toegepaste is de 12

couvert-machine. Nieuwe 12 couvert-machines hebben een gemiddeld elektriciteits-

verbruik van 1,5 kWh/cyclus; voor 8 couvertsmachines is dat 1,1 kWh/cyclus.

Beschikbare en korte termijn 3 Tijd/temperatuur trade-off


besparingsopties Door het verlengen van de wastijd kan bij een
Onderstaande opties zijn nu of binnen een lagere temperatuur een vergelijkbaar wasresul-
periode van 5 jaar verkrijgbaar. Als referentie taat worden bereikt. Het verlagen van de was-
wordt de 12-couverts afwasmachine aange- temperatuur van 65 naar 55°C en het verlengen
houden met een elektriciteitsverbruik van 1,5 van de wastijd met 10 minuten levert een
kWh/cyclus. besparing op van ongeveer 100 Wh/cyclus.
Voorwaarde hiervoor is het gebruik van nieuwe
1 Thermische efficiëntie (lage temperatuur) afwasmiddelen.
De thermische efficiency van de afwasmachine
kan op een aantal manieren worden verbeterd. 4 Laatste spoelgang op 55°
Door een reductie van de hoeveelheid materi- Naast het verlagen van de wastemperatuur (zie
aal kan de warmtecapaciteit worden vermin- punt 3) biedt ook het verlagen van de tempera-
derd. Bij een gewichtsvermindering van 5% kan tuur van de spoelgang een interessante bespa-
circa 20 Wh/cyclus worden bespaard. Het toe- ringsoptie. Bij een verlaging van 65 naar 55°C
passen van een isolerende kunststof kuip heeft wordt circa 200 Wh/cyclus bespaard. Een derge-
geen of zelfs een averechts effect op de thermi- lijke temperatuurverlaging vraagt om spoelmid-
sche efficiëntie, doordat meer materiaal opge- delen die goed werken bij lagere temperaturen.
warmd moet worden. Wel kan een aanzienlijke
verbetering worden bereikt door het beperken 5 Verbeterde waterniveauregeling/alternerende
van het aantal warmtebruggen. Naar schatting sproei-armen
bedraagt het besparingspotentieel circa 65 Het energieverbruik van de afwasmachine
Wh/cyclus. hangt voor een belangrijk deel samen met het
warm waterverbruik. Het waterverbruik kan
2 Pomp c.q. motorefficiëntie op twee wijzen worden verminderd. Allereerst
In de afwasmachine worden twee pompen kan door de toepassing van meer geavanceerde
gebruikt: de circulatiepomp en de afvoerpomp. niveausensoren het overschot aan water worden
De circulatiepomp drijft indirect de sproeiar- beperkt. Het besparingspotentieel ligt naar
men aan. De toepassing van een geavanceerde schatting op circa 1,6 liter per cyclus, hetgeen
circulatiepomp en motor levert een besparings- overeenkomt met 60 Wh. Ten tweede kan door
potentieel van circa 40 Wh/cyclus. Omdat de toepassing van alternerende sproei-armen
looptijd van de afvoerpomp kort is, is het (doorgaans worden beide sproei-armen tegelij-
besparingspotentieel hiervan verwaarloosbaar. kertijd aangestuurd) de totale hoeveelheid cir-

11
altenerende sproeiarmen

Figuur 4.1
Elektriciteits- en waterbesparing door altenerende sproeiarmen.

culerend water worden verminderd (figuur 4.1). Op deze wijze kan ongeveer een kwart (circa
Het besparingspotentieel is 3 liter water/cyclus, 110 Wh) van de restwarmte worden herge-
overeenkomend met 110 Wh. Bovengenoemd bruikt. In plaats van een warmtebuffer kan ook
systeem wordt onder meer toegepast door gebruik gemaakt worden van een warmtewis-
Zanussi. selaar, waarbij vers koud water langs het warme
water uit de voorgaande wasfase stroomt. Het
6 Halve lading programma besparingspotentieel wordt ingeschat op circa
De combinatie van alternerende sproeiarmen 170 Wh/cyclus.
en een halve ladingknop biedt de mogelijkheid
alleen het bovenste rek in de afwasmachine te 8 Drogen zonder aanvullende verwarming
benutten. In dat geval wordt aan de onderste Het merendeel van de tegenwoordig verkochte
sproeiarm een minimale hoeveelheid water toe- afwasmachines gebruikt geen elektrisch ver-
gevoerd. De besparing op elektriciteit is 400- warmingselement om de vaat te drogen; de
500 Wh/cyclus. Een volledige belading blijft
echter energiezuiniger.

Het watergebruik is te verminderen door het


water van de laatste spoelgang in te zetten voor
de eerste spoelgang van de volgende cyclus. Dit
levert een waterbesparing op van circa 5,4 liter
per cyclus. Behalve hergebruik van water kan
ook de beschikbare warmte uit de diverse pro-
cesstadia worden hergebruikt:

7 Warmtewisselaar
In enkele wasmachines is een tank gebouwd Figuur 4.2
die aan het einde van de wasfase wordt gevuld Opslag van restwarmte in een buffervat
met vers water dat wordt opgewarmd met de voor de volgende spoelfase.
nog beschikbare restwarmte (zie figuur 4.2).

12
warmte die is opgeslagen in het vaatwerk zorgt
doorgaans voor een voldoende snelle droging.
Op deze manier wordt circa 40 Wh per cyclus
bespaard. Een verdere verkorting van de droog-
tijd kan worden bereikt door toepassing van
een condenseersysteem waarbij gebruik wordt
gemaakt van een condensoppervlak in de vorm
van een tank gevuld met koud water (te gebrui-
ken voor de voorspoelfase van de volgende
cyclus) die aan de achterzijde van de kuip is
geplaatst (zie figuur 4.3). De toepassing van een
dergelijk systeem heeft geen nadelige gevolgen
voor de eerder genoemde besparing van 40
Wh/cyclus. Met een ventilatiesysteem kan de
droogtijd ook worden verkort. In dat geval is er Figuur 4.3
wel sprake van aanvullend energieverbruik Gebruik van in het vaatwerk opgeslagen warmte
(door de ventilator). Hierdoor daalt het en condenseersysteem om droogtijd te verkorten.
besparingspotentieel naar 36 Wh/cyclus.

9 Optische bewaking wasproces 10 Hot-fill


Door het bepalen van de vervuilingsgraad van Warm water afkomstig van een efficiënt gasge-
het waswater, kunnen tijdens de programma- stookt warmwaterapparaat (rendement > 65%)
loop de diverse parameters (tijd, temperatuur levert een besparing op van circa 16% op
en hoeveelheid wasmiddel) worden aangepast. primaire energie; bij een warmwaterinstallatie
Het besparingspotentieel van deze optie is op basis van stadsverwarming is het potentieel
niet bekend. circa 56% .

Nu en op korte termijn beschikbare besparingsopties voor afwasmachines

Opties Besparings- Fabrikanten en


potentieel (%) onderzoeksinstellingen
(nummers corresponderen met de tekst)

4 Laatste spoelgang op 55°C 13 -


7 Warmtewisselaar 7/11 Bosch-Siemens, e.a.
3 Tijd/temperatuur trade-off 7 -
5 Verbeterde waterniveauregeling;
alternerende sproei-armen 4/7 divers; Electrolux, Zanussi
2 Pomp c.q. motorefficiëntie 3 -
1 Thermische efficiëntie 1-4 -
8 Drogen zonder aanvullende
verwarming, e.v. met condensor
of met ventilator 2-3 divers
6 Halve lading programma 25-33* Miele, e.a.
9 Optische bewaking wasproces ? divers
10 Hot-fill CV/stadsverwarming 16/56 (primaire energie) divers

Besparing ten opzichte van het huidige aanbod afwasmachines (1,5 kWh/cyclus).
* Ten opzichte van machine zonder halve ladingtoets.

13
Lange termijn besparingsopties 2 Wassen bij lagere temperaturen
De volgende opties bieden perspectief voor Naar verwachting kan de gemiddelde wastem-
energiebesparing op de langere termijn (5-10 peratuur in de toekomst substantieel dalen als
jaar). gevolg van verbeterde wasmiddelen. Vanwege
het soort vervuiling (dierlijke vetten, e.d.)
1 Externe warmtebron blijven minimale gemiddelde wastemperaturen
Hogere besparingen dan met hot-fill kunnen hoger dan bij kledingwassen.
worden bereikt met warmte uit een HR CV-in-
stallatie of met stadsverwarming. In dat geval 3 Warmteopslag in water of in fase-
is een warmtewisselaar in de afwasmachine overgangsmaterialen
opgenomen. Bij CV ligt de besparing op primaire Om beter gebruik te maken van de beschikbare
energie rond de 39%; bij stadsverwarming rond restwarmte van warme spoelgangen kan
de 75%. Een principeschets van een dergelijke gedacht worden aan warmteopslag in een geï-
afwasmachine is gegeven in figuur 4.4. soleerde tank of in een tank met fase-over-
gangsmaterialen (Phase Change Materials,
PCMs ). Bij de laatste optie wordt de warmte
van het afvoerwater opgeslagen doordat het
PCM-materiaal overgaat in de vloeibare fase.
Vers koud water neemt de energie weer op bij
de overgang naar de vaste fase.

kuip
4 Ultrasone afwasmachine
Ultrasoontechniek wordt reeds toegepast bij
koudwatertoevoer industriële reinigingsprocessen. Bij toepassing
in de afwasmachine is het noodzakelijk dat het
spoelarm
vaatwerk geheel ondergedompeld wordt (zie
magneetventiel
eerder in hoofdstuk 1 bij wasmachines).
In de literatuur worden elektriciteitbesparings-
retour
stadsverwarming percentages van 20 tot 40% genoemd.

aanvoer
stadsverwarming
afvoer pomp

warmtewisselaar

Figuur 4.4
Gebruik van een externe warmtebron (stadsverwarming of HR-CV)
voor afwasmachine door de toepassing van een warmtewisselaar.

14
Koelapparatuur 5

Het elektriciteitsverbruik van de huidige koelkasten verschilt per uitvoering. In

de onderstaande tabel zijn de kentallen van respectievelijk het 'koelkastenpark'

en de nieuwe apparaten weergegeven.

Behalve de koelkast met vriesvak laten de goed moduleerbaar tussen 150 en 300 W met
genoemde koelapparaten een stijgende pene- een beperkt rendementsverlies (maximaal 5%).
tratie zien. Daarnaast is er een kooptrend van De ontwikkeling van de lineaire compressor is
koelapparatuur met grotere inhoud gaande. gericht op grotere koelvermogens (groter dan
Beide ontwikkelingen hebben een toename 100 W) dan de onderstaande Stirling compressor.
van het elektriciteitsverbruik tot gevolg Door het hoge rendement over een variabele en
lage koellast (van 10 tot 100 W koelvermogen)
Beschikbare en korte termijn geeft de vrije zuiger Stirling een besparing van
besparingsopties 50%. Voor koelkasten met superisolatie is de
Besparingen kunnen worden gerealiseerd door Stirling koeler daardoor een prima alternatief
opties die het koelsysteem efficiënter maken voor de traditionele compressor: een hoog
en/of de warmteverliezen te beperken. vermogen voor het openen van de deur en het
De genoemde besparingen zijn gerelateerd aan vullen van de koelkast met levensmiddelen en
het huidige marktaanbod zoals aangegeven in een laag vermogen voor continu bedrijf.
tabel 4.1. De Stirling- compressor is schematisch weer-
gegeven in figuur 5.1.
1 Verbeterde compressoren
Efficiënte elektromotoren en dunnere smeer- 2 DC motoren met toerenregeling
olie verhogen de efficiency van de huidige Compressoren uitgerust met zeer efficiënte
reciprocerende compressor. Door een verdere (rendement 85% i.p.v. 65%) DC-motoren en toe-
verfijning van de kleppentechniek worden renregeling (gepresenteerd door onder meer
stromingsverliezen verminderd. De gezamen- Electrolux) verminderen het elektriciteitsver-
lijke besparingen bedragen ongeveer 10%. bruik met 30%. Naast een efficiëntieverbetering
Huidige prototypen van de lineaire compressor door de zuinige motor daalt de condensortem-
hebben een rendement dat ongeveer 30% hoger peratuur (en stijgt de verdampertemperatuur)
ligt dan dat van vergelijkbare reciprocerende door deellastgebruik. Gezamenlijk leidt dit tot
typen. Daarnaast zijn lineaire compressoren een besparing van ongeveer 10%.

Tabel 4.1 Kentallen koelapparatuur


Koelkast Koelkast Twee-deurs Diepvries
zonder vriesvak met vriesvak koelkast kist/kast

Huidig elektriciteitsverbruik 0,77 1,03 1,64 1,30


nu geïnstalleerd (kWh/24h)
Elektriciteitsverbruik huidig 0,65 0,77 1,38 1,14
aanbod (kWh/24h)
Elektriciteitsverbruik 0,30 0,70 0,80 0,70
marktbest aangeboden (kWh/24h)

15
condensor verdamper zuigerveer verdringerveer

regenerator

verdringer lineaire motor zuiger behuizing

Figuur 5.1
De hoogrendements (lineaire) Stirling koelkastcompressor.

Electrolux experimenteert met een verdere ver- 3 Twee compressor techniek/Two-stage


hoging van het rendement van DC-motoren tot cycli/koelmiddelmengsels
90%. Door de toename van de hoeveelheid Koel-vrieskasten met twee gescheiden cycli
koper is de optie vooralsnog economisch niet voor koel- en vriesgebruik kunnen tot 20%
aantrekkelijk. Technisch is een rendement van zuiniger zijn. Uit de praktijk blijkt echter dat
95% zelfs haalbaar. Ten opzichte van de huidige tweedeurskoelkasten met twee compressoren/
compressormotoren levert dat een efficiëntie- thermostaten 10% minder zuinig is dan die met
verbetering van ongeveer 30%. één compressor. Dit komt doordat de toegepaste
compressoren een laag rendement hebben.
Electrolux biedt inmiddels een koel/vriescombi
met twee efficiënte compressoren aan.
cond De Lorentz-Meutzner cyclus werkt met één com-
pressor en een mengsel van twee koelmiddelen
(met verschillende verdampingstemperatuur).
Het mengsel wordt verpompt door een circuit
hte waarin de verdamper voor koeling in serie staat
com2 met de verdamper voor vriezen.
De eerste fractie verdampt in de koelvakver-
damper en de tweede in de vriesvakverdamper.
sep
Het experimenteel verbruik ligt 17% lager dan
liquid
voor een identieke één compressor koel-vries-
kast met een zuiver koelmiddel.
com1

Verbetering van het rendement van de twee-


deurs koelkast met twee compressoren is
lte mogelijk wanneer een mengsel van twee
koelmiddelen wordt gebruikt dat de twee
circuits via een damp/vloeistofscheider koppelt
Figuur 5.2 (figuur 5.2). Een theoretische besparing van
Schema van de Lorentz Meutzner cyclus. 50% wordt gegeven ten opzichte van systemen
met één compressor.

16
4 Nieuwe koelmiddelen
Een ozonvriendelijke vervanger voor R12 is
NARM 12. Door de grotere verdampingswarmte
van dit mengsel neemt het koelvermogen toe
55 mm
zodat de bedrijfstijd van de compressor wordt
teruggebracht. De lagere bedrijfstijd van de
compressor heeft een besparing van 7 tot 30% 75 mm

tot gevolg.

75 mm
5 Vergroting van oppervlak of warmtecapaciteit
condensor en verdamper
Door het oppervlak van condensor te vergroten
neemt de efficiency van het koelsysteem toe.
Bij een verdubbeling van het condensoropper- Figuur 5.3
vlak kan het verbruik van alle categorieën met Vergroting van de isolatiewaarde door dikkere isolatie.
ongeveer 10% afnemen.
Voor een vergroting van het verdamperopper-
vlak geldt (in theorie) hetzelfde. Praktisch Het is nog niet mogelijk (gebleken) om het vol-
gezien zijn alleen besparingen mogelijk bij de ledige oppervlak van de kastwand te bedekken.
koelkast zonder vriesvak, de tweedeurskoel- Hierdoor wordt het volledige isolatiepotentieel
kast (waar vries- en koelgedeelte ieder hun nog niet benut. De huidige toepassing geeft een
eigen verdamper hebben en de verdamper van besparing van ongeveer 35% ten opzichte van
het koelgedeelte vergroot kan worden) en bij PUR-isolatie met gelijke dikte.
de vriezer. De besparingen bedragen respectie- Onderzoeksinspanningen zijn gericht op het
velijk 2%, 5% en 10%. gebruik van nieuwe isolatiematerialen onder
Een vergroting van de warmtecapaciteit van een minder hoog vacuüm (tot 0,1 mbar) zoals
verdamper en condensor heeft in beperkte siliciumpoeder, aerogel en open cel PUR.
mate hetzelfde effect als een vergroting van het Door een volledige vacuümomhulling van de
oppervlak van deze componenten. De besparing kast wordt de hoge isolatiewaarde van vacuüm-
bedraagt 3%. isolatie beter benut. Besparingen worden
ingeschat op 65%.
6 Toename van isolatiedikte
De eenvoudigste manier om de isolatie van de 8 Verbeterd deurprofiel
kast te verbeteren is het vergroten van de Een van de “zwakke plekken” in de isolatie van
wanddikten (zie figuur 5.3). Afhankelijk van een koelkast is het (magnetische) afdichtprofiel
het type koel/vriesapparaat en de toename in van de deur. Lekverliezen, door een minder goed
isolatiedikte (van 20 tot 105 mm) kunnen de afsluitend deurprofiel, lopen op tot 25%.
besparingen worden gerealiseerd van 23 tot 44%. Eenvoudige aanpassingen aan het deurprofiel
De toename van de isolatiedikte resulteert resulteren in elektriciteitsbesparingen tot
echter in een vermindering van de inhoud of circa 2%.
vergroting van de buitenafmetingen. Hierdoor Naarmate de isolatiewaarde van de mantel
is deze optie niet algemeen toepasbaar. toeneemt wordt het aandeel van de lekverliezen
via het deurprofiel relatief groter. Door de
7 Vacuümpanelen/vacuümomhulling toepassing van een dubbel deurprofiel wordt
Een nieuwe techniek om de isolatiewaarde van de lekkage met 50% verminderd. Dit resulteert
de koelkast te vergroten zonder de inhoud te in elektriciteitsbesparing van 13%.
verkleinen is de toepassing van vacuümisolatie.
Vacuümpanelen hebben een isolatiewaarde die
acht tot tien keer beter is dan van PUR-schuim.

17
Nu en op korte termijn beschikbare besparingsopties voor koelapparatuur

Opties Besparings- Fabrikanten en


potentieel (%) onderzoeksinstellingen
(nummers corresponderen met de tekst)

7 Vacuümpanelen; vacuümomhulling 35/65 Owens Corning, DeGussa, Vacutherm, e.a.


1 Verbeterde compressoren; 10/30/50 algemeen; Sunpower, Global Cooling
lineaire compressor;
Stirling compressor
3 Twee compressor techniek; Lorentz- 20/50 divers
Meutzner; koelmiddelmengsels
6 Toename van isolatiedikte 23-44 divers, GEA
2 DC motoren met toerenregeling tot 30 Electrolux
4 Nieuwe koelmiddelen 7-30 divers
8 Verbeterd deurprofiel 2/13 GEA
5 Vergroting oppervlak of warmte-
capaciteit condensor/verdamper 3-10 GEA

De genoemde besparingen gelden voor de koelkast zonder vriesvak, de koelkast met vriesvak, de twee-deurs
koelkast en de diepvries kist/kast met een elektriciteitsverbruik van: 0,65; 0,77; 1,38; en 1,14 kWh/24 uur
respectievelijk.

Lange termijn besparingsopties ving onttrokken door een warmtewisselaar aan


De volgende opties kunnen op langere termijn de lage drukzijde van de buis en wordt aan de
(5 à 10 jaar) een rol spelen. omgeving afgestaan via een warmtewisselaar
aan de hoge-druk zijde.
1 Koeling met geluid Gegevens over het besparingspotentieel van
De zogenaamde sonic compressor bestaat uit beide systemen zijn niet bekend.
een buis waarin een staande golf wordt opge-
wekt met behulp van een resonator. Door deze 2 Verbeterde compressoren
staande golf onstaan drukverschillen tussen Verdere verbeteringen aan de Stirling compres-
het midden van de buis en de uiteinden, op het sor moeten leiden tot een rendementsverbete-
ritme van de resonator. Het ene uiteinde bevat ring van 15 tot 30% ten opzichte van de huidige
de resonator, het andere uiteinde een klep. prototypen.
Deze klep opent en sluit als gevolg van de Ook de lineaire compressor kan naar verwach-
drukverschillen en laat daarbij de, door de ting verder verbeterd worden. Naar verwach-
oplopende druk opgewarmde lucht, door. In ting is een rendementsverbetering van 15% ten
het midden van de buis, in het lage drukgedeel- opzichte van de huidige prototypen haalbaar.
te, bevindt zich ook een klep welke naar bin-
nen opent op het moment dat de druk laag is. 3 Fase-overgangsmaterialen
De lucht die binnenstroomt koelt af door de Met behulp van fase-overgangsmaterialen
drukverlaging. (PCM’s) is het mogelijk om met weinig ruimte-
Thermoakoestische koeling werkt net als de beslag koude op te slaan en een zeer constante
sonic compressor met periodieke drukverschil- temperatuur (de fase-overgangstemperatuur) te
len in een buis, in dit geval opgewekt met een handhaven. Door de toepassing van PCMs kan
luidspreker. Het verschil met de sonic compres- de inschakelfrequentie van de koelkast-
sor is dat er geen sprake is van een luchtstroom compressor omlaag worden gebracht waardoor
door de buis. De warmte wordt aan de omge- minder start- en stopverliezen optreden.

18
Ook kan in veel gevallen volstaan worden met
een kleinere compressor, omdat bij een grote
kortstondige warmtevraag een deel van het
koelvermogen geleverd wordt door het smel-
tende PCM. Hoewel op dit moment de toepas- condensorboiler/
warmtewisselaar
sing van PCM’s niet voldoende voordelen ople-
vert is de toepassing ervan zinvol indien de
inschakeltijd van de koelkastcompressor zeer
bekort wordt door toepassing van bijvoorbeeld
vacuümisolatie

absorptie/
4 De gasgestookte absorptiekoelkast koelaggregaat

Door een (slimme) combinatie van een gasge-


stookte absorptiekoelkast met een tapwater-
boiler kan het energieverbruik voor koeling
worden gereduceerd tot praktisch nul en wordt
tegelijkertijd tapwater bereid met een rende-
ment van 60%. Een dergelijk multigebruik stelt absorptieboiler/
warmtewisselaar
echter eisen aan tijdstip en hoeveelheid van
warmwatergebruik (waaraan een gemiddeld
gezin overigens voldoet). Figuur 5.4 toont een
prototype van de gasgestookte absorptie-
koelkast.

5 De duplex Stirling compressor Figuur 5.4


De duplex Stirling compressor bestaat uit twee De achterzijde van een prototype van een gasgestookte
vrije-zuiger Stirling machines: één om warmte absorptiekoelkast (met restwarmtebenutting).
om te zetten in beweging en één welke
gebruikt wordt als warmtepomp. De machines
zijn zodanig geïntegreerd dat maar drie bewe-
gende delen nodig zijn. Deze gecombineerde 7 Overige besparingsopties
machine is een alternatief voor de gasgestookte Op het gebied van cryogene koeling wordt veel
absorptiekoelkast doordat het theoretisch ren- onderzoek gedaan waarvan toepassing in de
dement een factor drie hoger ligt dan dat van huishoudelijke sfeer nog ver weg is.
de gasgestookte absorptiekoelkast. Evenals de Voorbeelden van veelbelovende technieken
gasgestookte absorptiekast is deze machine in zijn: magnetische koeling; de roterende/reci-
het prototypestadium. procerende Paul compressor; de Sibling Cyclus
en de pulse tube refrigerator.
6 De stadsverwarmingskoelkast Over het energiebesparingspotentieel van deze
Op basis van restwarmte, geleverd door het technieken, bij huishoudelijke toepassing, is
stadsverwarmingsnet, kan een koelkast wor- niets bekend.
den aangedreven. Het is technisch mogelijk
met een eentraps-diffusieabsorptie-aggregaat,
met zeer lage generatortemperaturen van
±90°C, verdampertemperaturen iets boven het
vriespunt te realiseren. Het energieverbruik
van zo’n koelkast wordt geschat op 2,6 GJsv,
ofwel een besparing van 75% op het primaire
energieverbruik.

19
6 Kooktoestellen
Voor koken wordt vooral gebruik gemaakt van kookplaten en diverse types ovens

(bakoven, gril, magnetron en combinaties). In Nederland kookt 85% van de

huishoudens op gas. Het gemiddeld gasgebruik van de gezamenlijke Nederlandse

huishoudens is 65 m3/jaar. Het gemiddeld elektriciteitsverbruik voor koken

(kookplaat, oven, magnetron, etc.) is 138 kWh/jaar. De populariteit van (kera-

misch) elektrisch koken is stijgend.

Beschikbare en korte termijn Elektrische kookplaat


besparingsopties De conventionele elektrische kookplaat voorzien
De rendementen van de verschillende kookap- van weerstandsverwarming en gietijzeren afdek-
paraten zijn zeer afhankelijk van het soort en plaat heeft een kookefficiency van 32 tot 42%.
de hoeveelheid voedsel die wordt bereid. In de De keramische, halogeen- en de inductiekook-
tabel zijn gemiddelde kookefficiencies (toet- plaat (zie figuur 6.1.) vormen efficiënte en
stelrendement en vanaf centrale) gegeven van gemakkelijk schoon te houden alternatieven
gasgestookte en elektrische apparaten. voor de conventionele elektrische kookplaat.

Gaskookplaat Elektronische regelingen


De conventionele gaskookplaat heeft een kook- De toepassing van elektronische regelingen
efficiency van ongeveer 47%. Efficiënte alterna- op kookapparatuur maakt het mogelijk op het
tieven zijn de keramische en de infrarood jet juiste tijdstip het vermogen aan te passen.
impingement gaskookplaat. De resulterende besparingen zijn ongeveer 20
De keramische gaskookplaat biedt de voorde- tot 45%. Deze waarden zijn afkomstig uit een
len van keramisch koken (makkelijk schoon- Deense studie, waarbij tests zijn gedaan met
maken) en biedt daarmee een relatief efficiënt kookprogramma’s voor een aantal recepten.
alternatief. De door Gastec ontwikkelde kataly-
tische keramische gaskookplaat geeft nagenoeg
geen NOx-emissies en heeft een verwacht
rendement gelijk aan dat van het conventionele
gaskomfoor. Voor de verschillende uitvoeringen
worden efficiencies tussen 35-47% genoemd.
Een nieuwe ontwikkeling op het gebied van
gaskookplaten, die op het eerste gezicht
vergelijkbaar is met de keramische gaskook- keramisch bodem
glas van de pan
plaat, is de zogenaamde “infrared jet impingent
cooktop”. Ook hier wordt gebruik gemaakt inductiespoel magneetveld ferro magneet

van keramische stralingsbranders, echter in


plaats van een vlakke gesloten glasplaat wordt Figuur 6.1
een geperforeerde glasplaat toegepast. Hierdoor Inductiekookplaat.
kan een efficiency van 66% worden gerealiseerd.

20
De stoomoven en pannen met geïntegreerde een lage ‘beladingsgraad’ verhoogt het rende-
verwarmingselementen vormen een efficiënt ment met 65-80%. De Bi-Radiant oven combi-
alternatief voor elektrische kookplaten. neert een lagere maar gerichte temperatuur
door warmtereflecterende wanden en donkere
Stoomoven (warmteabsorberende) ovenschalen.
De stoomoven is een energie-efficiënt alterna- Prototypes laten een besparing van 60% zien.
tief voor elektrisch koken. Volgens de fabri-
kant wordt 50-60% op elektriciteit bespaard. Magnetron
De magnetron is potentieel zuiniger dan de
Pannen met geïntegreerde verwarming elektrische of gasgestookte oven omdat de
Vergelijkbaar met elektrische waterkokers omhulling van de magnetron niet wordt opge-
(efficiency van 85-80%) worden in verschillen- warmd. Het gebruik van de magnetron is echter
de Zuid-Amerikaanse landen pannen toegepast alleen bij het koken van kleine hoeveelheden
met een ingebouwd verwarmingselement. Met met weinig water een efficiënt alternatief.
deze pannen worden efficiencies van 70-90% Zo ligt het omslagpunt voor het koken van aard-
bereikt. Soortgelijke ontwikkelingen vinden appelen bij circa 375 g; het opwarmen van een
plaats voor gasgestookte pannen met een nog kopje water op een conventionele gaskookplaat
hogere efficiëntie. Gedetailleerde informatie is 300% efficiënter.
over gasgestookte pannen ontbreekt. De efficiency van de magnetron ligt momenteel
op maximaal 50%. Naar verwachting kan deze
Ovenachtige kookapparatuur door de toepassing van een magnetrongenerator
met een lagere frequentie (MHz i.p.v. GHz)
Verbeterde thermische eigenschappen van worden verbeterd tot circa 80%. Door de lagere
ovens/Bi-Radiant oven frequentie is de penetratiediepte van de micro-
Over het algemeen is het rendement van ovens golven en daarmee de efficiency hoger.
laag. Het verkleinen van de thermische massa,
een goede isolerende omhulling en het ver- Heteluchtoven
plaatsen van de verwarmingselementen leiden De gelijkmatige opwarming van circulerende
tot een aanzienlijke efficiencyverbetering. hete lucht maakt de gasgestookte of elektrische
Een optimaal thermisch ontwerp gecombineerd heteluchtoven circa 30% efficiënter dan zijn
met een zogenaamde ‘oven in de oven’ voor conventionele tegenhanger.

Nu en op korte termijn beschikbare besparingsopties voor kookplaten

Opties Toestel- Toestelrendement


rendement (%) inclusief centrale
(nummers corresponderen met de tekst)

Infrarood jet impingment kookplaat 66 66


Gaskookplaat 47 47
Keramische gaskookplaat 35-47 35-47

Pannen met geïntegreerde verwarming 70-90 28-36


Elektrische inductie kookplaat 75 30
Elektrische halogeen kookplaat 61 23
Elektrische keramische kookplaat 38-50 15-20
Elektrische conventionele kookplaat 32-42 13-17

Elektronische regelingen 20-45% besparing

21
7 Tv/video-
en audioapparatuur

Gemiddeld verbruiken de televisie en de videorecorder respectievelijk 160 kWh

en 80 kWh per huishouden per jaar. Het elektriciteitsverbuik van audioappara-

tuur bedraagt 132,5 kWh/jaar.

Verwacht wordt dat de 'autonome' efficiëntieverbetering teniet wordt gedaan

door het groeiend aantal features op videorecorders en televisietoestellen en de

toenemende beelddiagonaal van televisietoestellen.

Een aantal huishoudens maakt reeds gebruik (nu: metaalhalide). Afhankelijk van de beeld-
van een (analoge) decoder voor betaal-TV (bijv. diagonaal en de LCD-techniek geeft een LCD-
Filmnet). Deze apparaten gebruiken 100 kWh scherm een besparing van 60 tot 90% ten
per huishouden per jaar. Verwacht wordt dat opzichte van de beeldbuis. De kleine inkijkhoek
het gebruik van decoders in de toekomst zal van LCD-schermen (lichtsterkte en kleur nemen
gaan toenemen. De set-top box biedt naast het snel af buiten deze inkijkhoek) maakt de tech-
decoderen (van kabel of satellietsignalen) ande- niek niet geschikt voor alle toepassingen. De vol-
re mogelijkheden voor de gebruiker zoals video- gende configuraties kunnen een oplossing voor
on-demand, betaal-TV en teleshoppen. Het de kleine inkijkhoek betekenen maar doen het
elektriciteitsverbruik van de set-top box is ge- besparingspotentieel voor een groot deel teniet:
middeld bijna 200 kWh per huishouden per jaar. ● projectiemonitoren: hierbij wordt het
beeld op de achterkant van een TV-scherm
Bestaande en korte termijn geprojecteerd. Projector en scherm zijn
besparingsopties hierbij in één behuizing gemonteerd. Deze
techniek biedt mogelijkheden voor grote
Verlaging van standby-verbruik van TV beelddiameters bij geringe kastdiepte. Door
Het huidige gemiddelde standby-verbruik van SHARP is recentelijk een breedbeeld toestel
de TV betreft 12% van het totale elektriciteits- geïntroduceerd op basis van deze techniek.
verbruik. De markbeste toestellen brengen het ● projectieschermtoepassingen. De techniek
standby-verbruik met 99% terug tot 0,1 W. Het is hierbij hetzelfde als bij de hierboven
totaalverbruik (bij de huidige kijk/standby- genoemde projectiemonitoren, maar in dit
duur) wordt daarmee met 11% teruggebracht. geval zijn scherm en projector afzonderlijke
onderdelen, zoals bij videoprojectiesyste-
Nieuwe beeldschermen men. Het vermogen van een LCD projectie-
LCD-beeldschermen worden toegepast in systeem (350 W) is aanzienlijk lager dan
onder andere draagbare PC’s en mini TV’s van traditionele projectiesystemen, maar
(zie figuur 7.1). De LCD-techniek is een energie- aanzienlijk hoger dan van standaard televi-
efficiënt alternatief voor de conventionele sietoestellen (25-66 W).
beeldbuis. Het elektriciteitsverbruik van LCD-
schermen hangt voor een groot deel af van
de toegepaste lichtbron achter het scherm

22
Ook de vlakke beeldschermen, zoals o.a. geïntro-
duceerd door Philips en Sony, hebben een ver-
bruik dat aanzienlijk hoger is dan van de stan-
daard beeldbuis.

Verlaging van standby-verbruik van videorecorder


Het elektriciteitsgebruik van de videorecorder
in de standbytoestand is 92% van het totale
verbruik. De marktbeste machines gebruiken
in de standbytoestand 2,5 W (geïnstalleerde Figuur 7.1
apparaten gebruiken 12 W) waardoor het LCD scherm in portable mini TV.
standby-verbruik met 80% wordt gereduceerd.
Een verdere vermindering is mogelijk door het
uitschakelen van het display gedurende stand- bindingen, gecombineerde TV/PC en audio-
by. Het verbruik kan hiermee worden geredu- centres) gaat naar alle waarschijnlijkheid een
ceerd tot circa 1W waardoor op het totaalver- steeds belangrijkere rol spelen in huishoudens
buik met 73% wordt bespaard. waardoor het elektriciteitsverbruik voor deze
functies zal toenemen.
Afname van vermogen bij audioinstallaties
De meest verkochte systemen zijn de midi- en Nieuwe beeldschermtechnieken
minisystemen. Het percentage los verkochte Een aantal potentieel energie-efficiënte scherm-
componenten, elk voorzien van een aparte technieken kan worden toegepast in TVs/PCs.
transformator, vertoont een dalende lijn. Noemenswaardig zijn FEDs (Field Emissive
Daardoor neemt opgenomen vermogen van de Displays) waarin een combinatie van vacuüm-
gemiddelde audioinstallatie iets af. Hoe hoog en halfgeleidertechniek een plat scherm ople-
de resulterende besparingen zijn is onbekend. vert dat zonder ‘backlighting’ voldoende hel-
derheid geeft. FED’s combineren de positieve
Verlaging van standby-verbruik van audioinstallaties eigenschappen van traditionele beeldbuizen
Gecombineerde sets (mini- en midisets) zijn (helderheid van kleur en inkijkhoek) en die van
meestal voorzien van afstandbediening. Het LCD schermen (plat, licht in gewicht). De wer-
standby-verbruik van de geïnstalleerde toestel- king is vergelijkbaar met die van traditionele
len en het huidig aanbod is respectievelijk 15 beeldbuizen: elektronen worden door een
W en 10 W. Het standby-verbruik kan, over- kathode geëmitteerd en vervolgens door een
eenkomstig videorecorders, aanzienlijk worden fosforiserende anode ingevangen. De fosforise-
gereduceerd: 3 W met een continue display, rende laag licht op wanneer elektronen worden
1 W indien de display uitgeschakeld wordt bij ingevangen. Het beeld wordt opgebouwd met
standby (marktbeste toestellen). behulp van de schermsturing. In tegenstelling
tot bij de gewone beeldbuis is er sprake van
Verlaging standby-verbruik set-top box een groot aantal kathodes (bijvoorbeeld net zo
De eerste generatie set-top boxen die nu op de veel als pixels). De elektronenstroom hoeft dus
markt komt kent geen of weinig verschil in aan- niet te worden afgebogen. Hierdoor kan de
en standbystand. Met de invoering van een beeldbuis plat (en licht) worden uitgevoerd en
energiezuinige standbyvoorziening kan het ver- kan het energieverslindende afbuigmechanis-
bruik met ten minste 50% worden gereduceerd. me achterwege blijven. FED’s zijn daardoor
aanzienlijk zuiniger dan traditionele TV scher-
Lange termijn besparingsopties men. Een ander alternatief, dat zich nog in het
Lange termijn energiebesparingsopties voor prille ontwikkelingsstadium bevindt, is het
videorecorders en audioinstallaties zijn niet electroluminescente scherm op basis van licht-
bekend. Telecommunicatie (Internet, kabelver gevende polymeren.

23
970211 Cover Novem W/B 07-01-2002 14:16 Pagina 1
en in de b
ouw

Uitgave
Deze brochure is opgesteld door
Novem in opdracht van het
Ministerie van Economische Zaken.

Novem
Catharijnesingel 59
Postbus 8242
3503 RE Utrecht
Telefoon 030 - 239 34 93
Fax 030 - 231 64 91

Samenstelling en eindredactie
IVAM Environmental Research B.V. Amsterdam

Concept en productie
Kris Kras Design bv, Utrecht

DV1.1.92. 97.09 © Novem

You might also like