Archivistiek

Sjoerd Terraneo 100621189

Archivistiek Gegeven door Fifine Kist

Reinwardt Academie 17-1-2019

Inleiding

Voor u ligt het eindwerk van het keuzevak archivistiek, als gegeven door Fifine Kist.

Tijdens dit vak zijn wij bezig geweest met, zoals de naam al aanduidt, archieven. Bij dit vak is er
gekeken naar archieftheorie aan de hand van het boek van Laura Millar, “Archives, Principles and
Practices” en werd er wekelijks een tekst ingeleverd over deze theorie, en eventuele gaten in de stof
of andere nieuwschierigheden. Ook word er van dit boek uitgegaan tijdens het schrijven van de
begrippenlijst die hier voor u ligt.

Deze begrippenlijst is samengesteld mede door mij, Sjoerd Terraneo, en mijn medestudenten Merel
Meulepas, Sven Kenma, en Femke van Walstein. Ieder heeft hierbij geholpen bij het opstellen van de
begrippenlijst en hebben wij hier ook onze gedachtes over uitgedeeld.

Verder zijn er na het leren van een basis van archivistiek, bezoeken gebracht aan verschillende
archiefinstellingen, waaronder het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, het Nationaal
Archief te Den Haag en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Ook hier werd gekeken hoe
de theorie werd toegepast in deze archieven, en wat er verschilt tussen theorie en realiteit.

Een onderwerp wat mij persoonlijk aansprak tijdens dit keuzevak, en mede ook reden voor kiezen is
omdat het integer handelen van een archivist naar mijn mening zeer belangrijk is en een onderwerp
waar niet genoeg aandacht aan word besteed in het cultureel erfgoedveld.

Ook is gekozen voor dit keuzevak om te kijken naar de omgang van archieven in betrekking tot
omgaan met gevoelig materiaal en hoe dit gaat, en het helpen van onderzoekers tijdens.

Gebaseerd op de opdrachten van de weken is als eindopdracht dus ook de komende begrippenlijst
gemaakt. Deze staat ingedeeld op hoofdstuk, gebaseerd op het boek van Millar.
Conclusie

Na de bezoeken aan de archieven en het bespreken van de theorie is gebleken dat archieven over
het algemeen veel interessanter zijn dan origineel zou blijke. Veel archieven zijn, zoals geen verassing
zal zijn, een broedplaats voor meer geschiedenis. Het ding waarom dit door veel mensen niet word
erkend komt door de identiteit van archieven zoals deze zijn. Vooral bij het Nationale Archief te Den
Haag is er wel een duidelijke push om meer mensen in het archief te krijgen, niet alleen als
onderzoekers, maar ook als bezoekers om dit alles meer rendabel te maken.

De twee punten waar ik het meest nieuwschierig naar was, het ingeter handelen, en het omgaan met
gevoelig materiaal blijken voornamelijk meer in de praktijk goed af te zijn dan in de theorie. Tijdens
de theorie werd er veel uit gegaan van het goed van de archivaris, wat voor mijn mening een niet te
stevig uitgangspunt is. Maar dit valt heel goed mee in Nederland, waar elke archivaris mij verteld
heeft over wat er gedaan word om lekken tegen te gaan. Nogsteeds ben ik wel nieuwschierig hoe dit
gaat in andere landen en wat er gedaan word om het archiefgeheim te waarborgen, maar het zal
natuurlijk onmogelijk zijn om dit compleet veilloos te maken. Het boek zelf specifikeert zelfs nog dat
het bestaan van de archivaris belangerijker is dan het behouden van de archieven, wat begrijpelijk is.

Verder heb ik veel geleerd over het onderzoeken in archieven en het omgaan met gevoelig materiaal
in deze, en heb ik mij verder in het keuzenvak zeker naar mijn zin gehad.