Professional Documents
Culture Documents
c
2
Dit Dat
deze Die
Deze en die solo se usa directamente antes de un sustantivo. En otros casos se usa siempre dit
(aquí) o dat (allí).
Zelfstandig gebruikt:
dit dat
p. ej.
Dit boek is erg mooi. Vs Dit is het mooiste boek dat ik ooit heb gelezen (esto es el libro
más bonito que nunca he leído)
Deze huizen zijn erg mooi vs Dat zijn erg mooie huizen (estas son casas muy bonitas)
Deze auto rijdt heel snel. Dit is een auto die heel snel rijdt
Dit boek is erg mooi, het (het boek) gaat over rovers (boek- het, verwijzenè het)
Deze huizen zijn erg mooi, ze (de huizen) hebben felle kleuren. (deze è meervoud, verwijzen
ze)
Deze man is dik, hij weegt 100 kilo (man is de, verwijzen is hij)
Deze vrouw is aardig, ze geeft veel kadootjes (vrouw is de, verwijzen ze (es feminina))
Deze jongens zijn moe, ze gaan zo slapen (jongens is meervoud aanwijzenè deze, verwijzen
èze)
Deze dames zijn deftig, ze dragen bontjassen (dames is meervoud, aanwijzenè deze, verwijzen
ze)
Deze tafel is bruin, hij is gemaakt van hout (tafel is deè aanwijzen, deze, verwijzen hij)
Dit meisje is lief, ze maakt nooit ruzie. (meisje is het anwijzenè dit/dat, verwijzen ze)
-
! " # "
Deze kamers zijn groot, maar die (aquellas, otras habitaciones) zijn groter
Dit huis is groot, maar dat (aquella otra casa) is groter.(huis is hetèdit, aanwijzenè dat)
Dit meisje is lief, maar dat meisje is liever / maar zij is liever (porque es una persona)
Aanwijzen van iets dat geen persoon of object is: (zelfstandig gebruikt)
Deer oefeningen:
http://members.multimania.nl/mbc/vnw/aanwvnw1.htm
V
- roonkamer- la sala
- groot
- ruim
- licht
- donker
- opgeruimd
c
- Eerder- later
- Hoe laat is het? - Vroeger- later
- reet u misschien hoe laat het is? - Vanmiddag komt Jan langs
- Heeft u de tijd? - Vanavond gaan we bij oma eten
- Kunt u mij zeggen hoe laat het is? - Dorgenochtend moeten we vroeg
opstaan
- 3 januari heb ik om 5 uur een
afspraak bij de dokter
- Het is 9 uur ´s ochtends - ´s
- Hoe lang duurt deze vergadering?
morgens
- Ik ben te laat!
- Het is 12 uur ´s middags
- Ik ben te vroeg
- Het is 3 uur ´s middags
- ranneer is het afgelopen?
- Het is 6 uur ´s avonds
- ranneer begint het?
- Het is middernacht
- Het is 2 uur ´s nachts Ik sta altijd om 8 uur op
- Het is 8 uur
- Het is 1 over acht Ik sta bijna altijd om 8 uur op
- Het is 10 over 8
Ik sta meestal om 8 uur op
- Het is kwart over acht
- Het is 10 voor half 9 Ik sta vaak om 8 uur op
- Het is half 9
- Het is 5 over half 9 Ik sta soms om 8 uur op
- Het is kwart voor 9 Ik sta heel soms om 8 uur op
- Het is 10 voor 9
- Het is 9 uur Ik sta bijna nooit om 8 uur op
- ranneer ga je naar bed?
- ranneer sta je op? Ik sta nooit om 8 uur op
- Hoe lang duurt je werkdag?
- Van 8 tot 5
- 9 uur
- Over 10 minuten ga ik naar huis
- Ik ben er in 10 minuten
- Dat duurt lang!
- 10 minuutjes geleden
- Hij komt over 5 minuten
- Hij is er zo!
- Hij komt even langs
- Hij gaat straks weer weg
- Ik is nog steeds thuis
- Ik ga nu al weg
- Ik ga weer naar huis
- Ik ga nog niet naar huis
- Ik ga even naar de buurman