You are on page 1of 4

Grammatica Spaans periode 2

Imperativo = gebiedende wijs

• Wat is imperativo - Druk een bevel, een gebod of een verzoek uit in bevestigende zin (
Imperativo afirmativo) of in de negative zin ( Imperativo negative)

Ga weg! - gericht aan 1 persoon Blijft u maar zitten! - gericht aan 1 persoon beleefd
Blijven jullie maar zitten! - gericht aan meerdere personen Laten we gaan! - gericht aan personene waar jijzelf ook bij bent

• Hoe maak je een Imperativo afirmativo?


Onvoltooid tegenwoordige tijd (regelmatige)
trabajar beber abrir
1e pers. enkelv. yo trabajo bebo abro

2e pers. enkelv. tú trabajas bebes abres

3e pers. enkelv. Él /ella trabaja bebe abre

1e pers. meerv. nosotros trabajamos bebemos abrimos

2e pers. meerv. vosotros trabajáis bebéis abrís

3e pers. meerv. ellos trabajan beben abren

Basis regels:
Enkelvoud – tegen 1 persoon:
• Tegen iemand die je met “jij - tú” aanspreekt pak je de 3e persoon enkelvoud:
Trabaja! = werk! (zeg je tegen iemand die je normaliter met tú aanspreekt)
Bebe! = drink!
Abre! = open!

De beleedheidsvorm dus “usted” maak je door de a te vervangen door een e en andersom


Trabaje! = werk! (zeg je tegen iemand die je normaliter met u - usted aanspreekt)
Beba! = drink!
Abra! = open!
De beleedheidsvorm in meervoud dus “ustedes” – een n extra plaatsen  Abran!

Meervoud – tegen meerdere persoon dus jullie – onbeleefde vorm:


• Tegen meerdere personen die je met jij aanspreekt ( dus jullie of vosotros) vervang je
de r van het infinitive door d
Trabajad! = werk! (zeg je tegen personen die je normaliter met tú aanspreekt)
Bebed! = drink!
Abrid! = open!

• De “wij – nosotros” vorm komt nog! (Hoef je nog niet te leren?)

1
Grammatica Spaans periode 2

Imperativo van onregemaltige werkwoorden ( enige regels maar soms echt


onregelmatig!)

Indicativo Presente (Tegenwordige tijd)

Hacer = Poner = Salir Traer Venir Oír =


doen, aanzetten, =vertrekken, =brengen, =komen horen
uitvoeren inschakelen, uitgaan bezorgen
dekken
yo hago pongo salgo traigo vengo oigo
tú haces pones sales traes vienes oyes
él /Vd hace pone sale trae viene oye
nosotros hacemos ponemos salimos traemos venimos oímos
Vosotros/ hacéis ponéis salís traéis venís oís
Vds
ellos hacen ponen salen traen vienen oyen

De imperativo (gebiedende wijs) van bovenstaande werkwworden zijn total onregelmatig:

Hacer Poner Salir Traer Venir Oir


Je spreekt :
Tegen een “Jij – tú” persoon haz pon sal trae ven oye
Tegen meerdere “jij-vosotros” haced poned salid traed venid oíd

Tegen een Vd persoon haga ponga salga traiga venga oiga


Tegen meerdere Vds personen hagan pongan salgan traigan vengan oigan

Meervoud voor Jij –personen:vosotros, het zelfde regeltje als de regelmatige: vervang je
de r van het infinitive door d

Meer onregelmatige vormen van gebiedende wijs


Tener Ver=zien Ser
= =zijn
hebben
Je spreekt :
Tegen een “Jij – tú” persoon ten Ve sé
Tegen meerdere “jij-vosotros” tened Ved sed

Tegen een Vd persoon Tenga vea sea


Tegen meerdere Vds personen Tengan vean sean

2
Grammatica Spaans periode 2

Objeto Directo = Lijdend voorwerp

Zin Ontleding
Wim rijdt de auto Rijdt = werkwoord (het word wat verandert indien je de zin in enkel of
meervoud zet)

Wim conduce el Wim = onderwerp ( vraag Wie of Wat rijdt ?- Wim)
coche
De auto = lijdend voorwerp ( vraag Wat - ‘que’ rijdt Wim?)

Het lijdend voorwerp - Objecto Directo in een zin zijn altijd zelfstandige
naamwoorden die personen of dingen aanduiden. Het lijdend voorwerp kun je altijd
vervangen (verkorten) door de een voornaamwoord (pronombres) zoals: het, ze, haar,
hem, mij, ik, jij ………enz.

Geeft het Objecto Directo (OD) aan:


• persoon of personen aan dan vervangen door: Me
Te
Le,la
Nos,
Os,
Les, las

Lo,la
• Dingen aan dan vervangen door: Los, las

Wim conduce el coche  el coche kan je hier veervangen door lo

Dus verkorte zin wordt: Wim lo conduce

Voorbeelden:
Julieta pinta el cuadro. - Julieta lo pinta

Carlos tiende la cama. - Carlos la tiende.

3
Grammatica Spaans periode 2

Gebruik van Objeto Directo + Imperativo (gebiedende wijs)

(“jij”) Koop de sinappelen  Compra las naranjas!

Deze OD kan je vervagen door Las

Bij Imperativo wordt het woordje Compralas !


na het werkwoord vastgeplakt

Voorbeelden:

Roberto, pon la mesa, por favor = Roberto, dek de tafel, a.u.b.!

la

Roberto, ponla, por favor

You might also like