You are on page 1of 129

~

Art.nr.85
I

Hoe modern is de
Nederlandse architectuur?

ti:-I
lJ.J

T' o bib-liotheek
BOUWKUN~E

nr. ~7.s,~ .
-
1'iii'
1 '19

Symposium Delft, 27 a~
Deze reader is een uitgave in het kader van het Symposium 'Hoc modern is de
Nederlandse architcctuur?' georganiseerd ter gelegenheid van het afscheid van Rem
Koolhaas als hoogleraar aan de Faculteit der Bouwkunde.

Uitgave:
publikatieburo
Faculteit der Bouwkunde
Berlageweg 1 2628 CR Delft
Telefoon (015) 784737

Samenstelling:
Wouter Deen
Christoph Grafe
Bernard Leupen

Typewerk:
José van Os
Raquel van Eek
Marjon Smits
Gonnie van der Plas

Layout:
Wouter Deen
Christoph Grafe

Foto's:
Fotografische Dienst Bouwkunde

Omslagontwerp:
Nathalie de Vries

Druk:
Huisdrukkerij TU Delft

Bijzondere dank aan:


Hendrik Schouten
Hans Kruse
Gerard Cos
Henk Berkman

Delft, april 1990


INHOUDSOPGAVE

Inleiding 3
EdTaverne
Carel Weeber: Architectuur als statement 11
Joost Meuwissen
Peperclip te Rotterdam 17
Hans van Dijk
Hertzbergers Huizen 25
Wouter Deen
Interview met Herman Hertzberger 37
Bart Lootsma
Cees Dam: Chi-Chi 41
JoCoenen
Een kwestie van stijl 51
Leen van Duin
I
De Januskop van het post-modernisme 59
,Joris Molenaar
Herbergzame ongenaakbaarheid 71
., Hans Ibelings
Ben van Berkel 81
Hans van Dijk
Benarde Muze 83
EdTaverne
,-
Een fragiele constructie van het heden 91
Bart Lootsma
'-
A Uni verse of Clues 97
Joost Meuwissen
Autobiographical 105
Arie Graafland
Beckett en Duchamp in New York 111
Hans Kollhoff
Modernity 125

1
Inleiding

Toen in de internationale vakbladen duidelijk trots op de eigen traditie om te slaan in banale


werd dat de dagen der tympanen geteld waren zelfgenoegzaamheid? Vragen de gestaag
ging er door het architectonische wereldje van de voortgaande maatschappelijke en technische
lage landen een nauwelijks verholen gevoel van ontwikkelingen niet om een veel fundamentelere
opluchting: ook deze gevaarlijke storm was aan aanpak?
het land achter de dijken voorbijgegaan, zonder Voor de beantwoording van deze vragen is de
al te veel schade aan te richten. De teneur was simpele gymnastiek met de tekenpen niet
duidelijk: als je maar stug genoeg aan iets voldoende. De relevantie van een bepaalde
waardevols vasthoudt blijf je altijd overeind, en architecuur is immers alleen te beoordelen in het
zal uiteindelijk blijken dat enige voorzichtigheid kader van meer algemene opvattingen en theo-
bij het oppakken van modieuze grillen van rieën. Toch is het ook niet zo dat de
overzee de beste raadgever blijft. Zo kregen in architectuurtheorie in Nederland een totaal
Nederland de vertegenwoordigers van het onbekend of onontgonnen terrein zou zijn;
Postmodernisme geen voeten aan de grond en bladen met een architectuurtheoretische pretentie
bleef de continuiteit met de heroïsche moderne komen regelmatig uit en vinden aftrek. Er is
beweging van de jaren twintig in stand. kennelijk iets mis met de relatie tussen het
Het teruggrijpen naar deze esthetiek is juist de theoretische circuit en de alledaagse
laatste tijd intoenemende mate waarneembaar. bouwproductie. Staat de architectuurtheoretische
Overal in Nederland verrijzen gebouwen die naar discussie dan te ver af van de problemen van de
dit grootse verleden verwijzen; witgestucde praktijk, zijn de vragen die gesteld worden niet
blokkendozen die het oog bekoren door hun relevant genoeg of zijn het de architecten die
perfectie en die ook in het buitenland niet maar al te graag op het beproefde pad voort
onopgemerkt gebleven zijn. De vloed van willen gaan?
publicaties over Nederlandse architectuur getuigt Deze vragen willen wij in deze inleiding aan de
hiervan. orde stellen en proberen nader uit te werken.
De Nederlandse architectuur is dus in beweging Vanuit een verkenning van de cultureel bepaalde
en de resultaten zijn vaak: heel verdienstelijk. en historische achtergrond van de merkwaardige
Toch blijft de beschouwer achter met zijn kloof tussen theorie en praktijk zal een poging
vragen: hoe komt het dat aan het begin van de gedaan worden om te traceren welke invloeden
jaren negentig het 'Nieuwe Bouwen' de tot de huidige impasse hebben kunnen leiden.
inspiratiebron voor architecten van alle Daarbij zoeken wij niet zo zeer naar
generaties blijft vormen? Waarom zou een mechanistische verklaringen; het is voor ons van
esthetiek die teruggaat naar het begin van deze meer belang of er een sleutel kan worden
eeuw vandaag nog relevant kunnen zijn. En gevonden die tot een minder oppervlakkige
waar blijft de discussie hierover? Waar begint de discussie kan leiden.

3
Al van oudsher wordt 'Nederland' beschreven in genoeg diezelfde huiver voor de breuk en het
cliché's; eenvoud, schoonheid en afwijzing van grote gebaar terug. Misschien dat het .
het oppervlakkige worden door schrijvers synthetische karakter van de Nederlandse
meestal verklaard vanuit de precaire geografische ruimtelijke cultuur een dermate onwrikbaar
situatie waarin het land zich bevond. 1 De uitgangspunt heeft gevormd dat elke speculatieve
Nederlander uit de nationale glorietijd, de vrijheid reeds bij voorbaat in de kiem is
Gouden Eeuw bepaalt tot in onze tijd het gesmoord. Planners en architecten blijven
zelfbeeld van de natie. Voor uitgebreide angstvallig de uitgestippelde paden bewandelen
theorievorming en intellectueel snobisme is in het en conformeren zich aan het bestaande. De
algemeen weinig ruimte. 2 De nadruk op de uitgangspunten die als latente ideologie aan hun
burgerlijke deugden is een constante in de werk ten grondslag liggen worden niet
beschrijvingen van de Nederlandse cultuur. Aan gefomuleerd, laat staan aan discussie
alle deze eigenschappen zitten echter ook minder blootgesteld.
positieve kanten: een conformistische Over het algemeen voltrekken de ontwikkelingen
zelfgenoegzaamheid en diepgeworteld in Nederland zich dus op een rustige manier,
conservatisme. Deze aspecten maken Nederland zonder breuk of schokbewegingen. Toch groeit er
tot een geliefd onderwerp voor (buitenlandse) zo nu en dan de behoefte aan vernieuwing en
historici; er zijn immers weinig landen waarbij fundamentele verandering. Bijzonder opvallend
conservatisme en een zekere avantgarde-positie is deze tijdsgeest in de jaren '20, een tijd waarin
zo hand in hand gaan. Nederland de eerste, nog afwachtende stappen in
Het spelende, visionaire denken in grote richting van een modem land onderneemt. De
verbanden is weinig kenmerkend en wordt in de maatschappelijke behoefte aan vernieuwing laat
geschiedenis zelden uitgelokt. De ontwikkeling ook jonge kunstenaars en architecten niet
van het burgerlijke Holland voltrekt zich immers onberoerd en Nederland ziet voor het eerst sinds
in rustige banen, zonder opschudding, zonder . de Gouden Eeuw weer een avantgarde op het
breuk. Laat geïndustrialiseerd is de overgang toneel verschijnen die probeert eigen antwoorden
naar de kapitalistische maatschappij zachter dan te vinden op het moderniseringsproces dat het
elders in West-Europa. Zo is het ook mogelijk land in de greep houdt. Mondriaan en Van
dat Nederland zich aan de 17e eeuw is blijven Doesburg, Rietveld en Duiker ruimen radicaal op
spiegelen. Een moderne identiteit, die bij voor- met de zienswijze van de voorgaande generaties.
beeld al aan de Franse cultuur van de 1ge eeuw is De breuk met de kunst en de architectuur van de
af te lezen3 , wordt in Nederland eigenlijk pas na 1ge eeuw voltrekt zich dan ook op - voor hun tijd
de 2e wereldoorlog ontwikkeld. - werkelijk schokkende wijze en geeft de
Als we nu kijken naar de ruimtelijke inrichting bevrijding waar de jonge kunstenaars naar
van een land dat voor een groot gedeelte snakken. Een totaal nieuw ruimtebegrip ontstaat,
kunstmatig tot stand is gebracht en op alle dat nog steeds zozeer,boeit dat de fascinatie die
niveau's is ontworpen vinden wij paradoxaal uitgaat van monumenten als het Schröderhuis of

4
------ -- -- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Sanatorium Zonnestraal tot op heden zeer architectuurtheoretici ontstaan die de eerder


tastbaar is. Merkwaardig is echter dat ondanks genoemde bladen van intellectueel voedsel voor-
deze onmiskenbare revolutionaire drift de ziet Het debat dat in dit circuit wordt gevoerd
ambitie om zich bezig te houden met de leidt echter al sinds het hoogtepunt van de
daadwerkelijke vernieuwing van het hele Forum-periode niet meer tot grote reacties in de
territorium van de planning zelfs bij de praktijk. Zo ontstaat geleidelijk aan een dode
architecten van de Stijl maar met mate bestaat cultus van de theorie die zelden meer aan enige
De resultaten van hun werk bestaan dan vaak ook practische toetsing wordt onderworpen. In dit
uit algemeenheden of onzichtbaarheden die op verband is trouwens interessant dat dit sinds het
de schaal van een trappenhuis uitgevoerd kunnen einde van de jaren '50 een tijd lang heel anders is
worden - decoratie met een universele pretentie geweest toen de Forum-architecten zelf pogingen
waarvan de kleinschaligheid niet alleen te ondernamen om tot theorieën over de
verklaren is vanuit de marginale sociale positie architectuur te komen. In die zin is deze periode
van de kunstenaar-architecten. Architecten die een gelukkige uitzondering voor wat betreft de
een fundamenteel andere visie op de relatie tussen theorie en praktijk. Met het in
maatschappij proberen te verwerken, zoals Mart onmin raken van de Forum-gedachte is echter
Stam, doen dat voornamelijk in het buitenland. ook deze verworvenheid over boord gegooid
Langs deze vernieuwende ontwikkelingen in de zonder dat ooit structureel op de vragen die
architectuur blijft echter altijd het pragmatische Forum heeft aangesneden verder is ingegaan.
element van invloed op het grootste gedeelte van Wat blijft is een architectuurtheorie die zonder
de bouwpraktijk - al of niet voorzien van een respons functioneert en een praktijk die
modernistisch omhulsel. nauwelijks vragen aan zichzelf meer stelt.
Deze laatste houding kenmerkt ook een groot De arbeidsdeling tussen architectuurtheoretische
deel van de architectonische praktijk van de jaren professie en de praktijk is echter niet meer
'80. De discussie over impliciete uitgangspunten eenvoudig terug te draaien door nostalgisch naar
blijft nagenoeg achterwege of wordt aan mensen mensen als Van Doesburg, Van Loghem of Van
van "buiten het vak" overgelaten, zonder dat Eyck te verwijzen, die hun opvattingen op
architecten de pretentie koesteren zelf geinspireerde wijze konden verwoorden. Wat
fundamenteel nieuwe antwoorden te ontbreekt is een schakel die het theoretische
onderzoeken om zo de praktijk theoretisch te debat vertaalt naar de kant van de praktijk en in
onderbouwen. Voor het opereren op de markt is het debat zinnige kanttekeningen kan plaatsen.
een dergelijke legitimatie zelden een noodzaak Doordat praktijk en theorie nu onafhankelijk van
en de aanleiding voor onderzoek lijkt voor het elkaar functioneren blijft het onderzoek naar het
gemiddelde architectenbureau nauwelijks eigentijdse zonder gevolgen. Technologische en
aanwezig. maatschappelijke ontwikkelingen gaan echter
Toch is er gedurende de laatste jaren ook in gewoon door. Er is momenteel een versneld
Nederland een eigen professie van veranderingsproces aan de gang waar niemand

5
zich aan kan onttrekken; dit proces manifesteert werden in Nederland snel omgebogen tot de
zich onder andere in het moderniseren van de vraag hoe de massaliteit overwonnen kon
productie en de infrastructuur en werkt door in worden.4 Daar mee zijn de aanzetten van
de veranderende leefpatronen. De uitgebreide ideevorming over de stad welke de complexiteit
mogelijkheid tot verplaatsing bepaalt nu al in en gelaagdheid (Freie Universität West-Berlijn)
belangrijke mate het leven en de nieuwe van de stedelijke samenleving onderkent onder
electronische communicatiemogelijkheden tafel verdwenen. Een van de hoofdpunten van de
zouden binnen afzienbare tijd het traditionele kritiek van Forum was de rigide scheiding tussen
begrip van het openbare als terrein van de stedebouw en architectuur geweest die CIAM
toevallige sociale confrontatie op losse schroeven voorstond. Een gevolg hiervan was dan ook dat
kunnen zetten. Deze ontwikkelingen maken het men zich niet zo zeer richtte op het ontwerp van
in toenemende mate onmogelijk om zich terug te de stad zoals dit vrijwel tegelijkertijd in
trekken in de oude humanistische denkbeelden en Barcelona of Italië gebeurde maar op het terrein
vanuit de marge de boze wereld te becommenta- tussen architectuur en stedebouw om zo de
riëren. scheiding te overwinnen. Het resultaat is een
De vraag is dus wat de architectonische professie
Peler Smilhson. '"Firsl Clusler-cily ". 1952
kan doen om niet geheel door de hedendaagse
ontwikkelingen overrompeld te worden. Daarbij
zal belangrijk zijn of het lukt het overheersende
beeld van de werkelijkheid dat in Nederland
heerst en dat nu al op vele gebieden niet meer /
adequaat blijkt te zijn, bij te stellen (te denken
valt hierbij aan de manier waarop het groene hart
van Holland vanuit de grote steden wordt aange-
tast).
In dit verband lijkt het ons zinvol om terug te
kijken naar eerdere aanzetten tot een
fundamentele discussie. Wij noemden eerder al
de Forum-groep die duidelijk op zoek was naar
een nieuw begrip van stedelijkheid. Ondanks de ï
overheersende aanwezigheid van de Forum- \
gedachte gedurende meer dan een decennium I \
werden een aantal onderwerpen die door Forum - J ",\
en misschien nog meer door Team Ten - zijn
aangesneden niet uitgediept De pogingen om tot
,. 1
een nieuwe stedelijkheid te komen die het werk I
van de Smithsons en Bakema karakteriseren I
I
I
6

L
l
subjectieve invulling door de architect die vanuit gezien. Onder invloed van de discussie die elders
zijn humanistische opvatting eeen antwoord op (met name in Zuid-Europa) gevoerd wordt, krijgt
de massaliteit van de moderne stad probeert te de compositie van de stad als geheel weer
vinden. Daarbij komt nog dat veel van de aandacht waarbij Weeber zijn legitimatie zoekt in
gedachten die Forum over stedelijkheid een historisch beredeneerd bewijs van formele
ontwikkelde in de jaren '70 zijn verdwenen in de doelmatigheid(typologie) . Hij is op zoek naar
suburbane open haard van de Stichting Nieuwe een stedelijke architectuur die binnen het netwerk
Woonvormen. van de stad haar eigen doelmatigheid realiseert
Vanaf ongeveer 1978 zien wij een reactie die en de gefragmenteerdheid van het totaalbeeld
aanvankelijk vooral door Carel Weeber aanvaardt. Weeber staat daarbij vrijwel
geformuleerd wordt. De stad wordt door hem voortdurend onder vuur, niet in het minst omdat
vooral als een neutraal objectief formeel netwerk hij het humanistische credo dat architectuur een
bijdrage tot de bevrijding van de bewoner zou
leveren afwijst en de architectuur voornamelijk
als een organisatorisch -technisch instrument
beschouwt.
Ook Rem Koolhaas, die eveneens vanaf het einde
van de zeventiger jaren in Nederland invloed
krijgt, wijst de tot betutteling verworden
"bevrijding" door architectuur af. Architectuur is
voor hem het creëren van mogelijkheden tot
activiteiten, een gedachte die in andere bewoor-
dingen ook door Herman Hertzberger en Aldo
van Eyck is geformuleerd. Koolhaas echter wijst
het vooraf toekennen van waardeoordelen aan al
die activiteiten af.Architectuur en stedebouw zijn
niet langer meer het wanhopig tegengaan van de
. maatschappelijke krachten, ingegeven door de
gedachten over menselijke schaal maar het
optimaal organiseren van alle factoren die
invloed hebben op dehedendaagse metropool..
Deze organisatie voorziet hij echter van een meer
subjectieve component door zijn fascinatie voor
bepaalde aspecten van het moderne leven (conge-
stie, dynamiek, chaos) mee te laten ontwerpen,
een dé-systematisering die Carel Weeber niet
toelaat.

Carel Weeber. Venserpolder . 1980


7
Dat de bijdragen van zowel Carel Weeber als wij dat willen of niet - dagelijks ondergaan niet
Rem Koolhaas een zekere invloed hebben gehad enkel te trotseren, maar te aanvaarden en om te
(ook al is het alleen maar door de afwijzing buigen, zal het mogelijk zijn adequate
ervan) kan niet ontkend worden, maar van een oplossingen voor nu te bedenken; in de meest
fundamenteel debat waarbij ook de in de jaren ware zin van het woord moderne oplossingen.
zestig ontwikkelde gedachten in de discussie
betrokken worden kan geen sprake zijn.
Het lijkt alsof de discussie over architectuur in Christoph Grafe
Nederland vooral gekenmerkt wordt door
Wouter Deen
desinteresse of een merkwaardig gebrek aan
relativeringsvermogen waarbij architectuurtheo- Bernard Leupen
rieën veranderen in een kwestie van een geloof
dat zonder nadenken beleden kan worden. Op
deze manier blijft het voor de architect mogelijk Noten:
te werken zonder een eigen standpunt te bepalen 1) Johan Huizinga, Nederland's beschaving in de zeventiende eeuw,
Haarlem 1941, hoofdstuk 4 : eenvoud en rust
of te formuleren. Het verhindert echter dat de
2) Simon Schama, Overvloed en onbehagen (The Embarrassment of
verschillende aanzetten aangegrepen en gebruikt Riches), inleiding: Het Bataafsche element, Amsteroam 1987
worden om adequaat te reageren op technische en 3) Matshall Bennan beschrijft aan de hand van Baudelaire de
maatschappelijke ontwikkelingen. De veISchillende houdingen ten opzichte van de moderniteit, de
ved!eerlijking van het moderne en tegelijk de vehemente aanval op
noodzakelijke discussie is met een dergelijke de moderniteit. Hij ziet in Baudelaires werk een voorbeeld voor het
houding niet gebaat. moderne perspectief dat zich verzet tegen finale oplossingen en dat
zich in voortdurende strijd bevindt met de tegenstzellingen binnen
Nederland heeft behoefte aan nieuwe concepten; het moderne. Baudelaire, Modemism in the streets, in All that is
een nieuwe architectuur. De vraag wat het begrip solid melts into air, New York 1982
Moderniteit nu inhoudt moet daarbij opnieuw Zie ook het artikel 'De pogingen om de chaos te bestriden zijn vaak
destructiever dan de chaos zelf , een gesprek met MarshalI Bennan
gesteld worden. Als dit begrip voor de huidige door Rene Boomkens en lrene Klaver in De Groene Amsterdammer
situatie gedefiniêerd wordt is er sprake van 4 nov. 1987.
werkelijk Modernisme, een Modernisme dat wij Bennan zal trouwens aanwezig zijn op het Symposium 'Context and
Modemity' dat van 13 tot 15 juni 1990 in Delft georganiseerd
begrijpen als 'de strijd om onszelf thuis te voelen
worot.
in een veranderende maatschappij', zoals 4) Gesprek met Jaap Bakema door C. Boekraad naar aanleiding van
Marshall Berman dit formuleerts. Bouwen 2(}'40, Wonen Nr. 11 (maart 1972), p. 19-30
Alleen als het lukt de veranderingen die wij - of 5) Marshall Bennan: All that is solid melts into the air, New Y ork
1982, p. 6

8
- - - - - - - - - - - - - -- - - - - -

Het opnemen van de hiernavolgende essays en door een soepeler houding. Desalniettemin
artikelen in deze reader heeft een tweeledig doel: claimt Hertzberger een blijvende geldigheid van
allereerst zijn ze bedoeld om een min of meer re- zijn humanistische uitgangspunten.
presentatief beeld te geven van de architecten en De carrière van Cees Dam is enkele jaren later
critici die zullen spreken op het symposium; begonnen dan die van Hertzberger. Hoewel hij
daarnaast houden de artikelen op een directe of nog les heeft gehad van Aldo van Eyck, is Dam
indirecte manier verband met het thema van het toch meer en meer een eigen koers gaan varen
symposium. binnen Nederland. Zijn aandacht voor decoratie
Hoewel de titel verwijst naar de jaren '20, legt en oppervlakkigheid strijkt niet met de latente
het kritisch gehalte van deze vraag eerder een Nederlandse ontwerpopvattingen, en zorgt voor
link met 1959, als de "Architectuur van de ande- een omstreden positie binnen Nederland. Bart
re gedachte" in Forum wordt geformuleerd. De Lootsma geeft echter een genuanceerde analyse
Forum-beweging heeft een kritische houding ten van Cees Dams oeuvre.
opzichte van het moderne project zoals die is uit- Ook Jo Coenen (die in Eindhoven heeft gestu-
gemond in het starre functionalisme van de jaren deerd) vaart een eigen koers, en dit geeft deels
'50. een indikatie voor de bijzondere plaats die de
Ed Taverne geeft een goed beeld van de ontwik- Eindhovense opleiding inneemt binnen Neder-
kelingen vanaf 1959, vanuit het perspectief van land. Coenen is sterk georiënteerd op de zuidelij-
Carel Weeber geschetst (de tekst is ontleend aan ke (buur)landen, wat ook terug te vinden is in
de monografie over Weeber). Het belang dat Ta- zijn lijst van referenties. Zowel in zijn architec-
verne schenkt aan Weebers gedachtengoed voor tuur als in zijn stedebouw streeft hij naar een in
het architectonische debat in Nederland vinden de traditie en herkenning gefundeerde betekenis-
wij terug in Joost Meuwissens beoordeling van verlening en is zijn benadering zeer ruimtelijk en
de Peperklip als grensverleggend bouwwerk. In teCtonisch van aard.
dit artikel uit 1983 komen Weebers opvattingen Leen van Duin plaatst Jo Coenen in een postmo-
vrij geprononceerd naar voren. derne context;hij onderscheidt in Nederland vier
Waar Weeber aan architectuur slechts een be- richtingen waarin zich het postmodernisme afte-
perkte invloed op de samenleving toekent, blijft kentJo Coenen ziet hij in de beweging die be-
Herman Hertzberger trouw aan de humanistische wust naar de traditie verwijst. Een andere rich-
grondslagen die de Forum-beweging kenmerken. ting die hij onderscheidt, omschrijft hij als archi-
Hertzberger heeft - tot op heden toe - conscen- tectuur die nostalgisch naar monumenten van
deus en constant hierop voortgebouwd, maar techniek verwijst. Onder deze high-tech-revival
Hans van Dijk laat zien dat Hertzberger toch ook valt volgens hem ook het werk van Benthem &
koerswijzigingen aanbrengt, niet alleen onder Crouwel. Hoewel deze architecten de doelstellin-
druk van de veranderende maaschappij maar ook gen van de moderne architectuur van functionali-

9
teit en doelmatigheid onderschrijven, vindt Leen expliciete visie op wat stedebouw zou kunnen
van Duin in het douanekantoor te Hazeldonk zijn.
meer het citeren van de beeldtaal ervan terug. Ook het artikel van Bart Lootsma laat iets van
Het architectenburo DKV grijpt juist wel in alle zijn activiteiten bij de kunstacademie Arnhem
opzichten uitdrukkelijk terug op concepten en doorschemeren: hij schetst aan de hand van een
ideëen uit de jaren '20. In een analyse van hun in 1983 in Bern gehouden kunstmanifestatie
twee belangrijkste ontwerpen tot nu toe trekt Jo- het - diffuse - beeld van een nieuwe, internatio-
ris Molenaar een vergelijking met de Russische nale generatie van architecten die de polemi-
communehuizen uit de jaren '20 (zoals het Nar- sche lessen uit de jaren '70 verwerken in
kom fin-gebouw van Ginzburg), wat een goed in- 'constructieve' voorstellen en ontwerpen.
zicht geeft in de relevantie van deze concepten Op de tentoonstelling "Autobiographical Archi-
voor de huidige ontwerppraktijk. tecture" brengt Joost Meuwissen een groep ar-
Ben van Berkel neemt in dit gezelschap een chitecten samen (die deze generatie-indeling
enigszins dubbelzinnige plaats in: na een studie negeert) die hij aanwendt voor de introductie
aan de Architectural Association in Londen was van het begrip Autobiografie, een begrip dat in.
hij de eerste tijd na zijn terugkeer in Nederland de architectuur niet gangbaar is, maar wat hij
vooral actief als criticus; nu, de laatste jaren ver- als een bruikbaar instrument ziet bij het ont-
schuift het accent uitdrukkelijk naar zijn ont- werpen én het interpreteren van projecten.
werpactiviteiten. De tekst van Hans Ibelings Arie Graafland neemt binnen de groep van cri-
geeft een kernachtige omschrijving van Ben van tici een bijzondere plaats in:afgestudeerd in de
Berkels werk en ideëen. sociologie en gepromoveerd op zijn dissertatie
De plaats van Hans van Dijk is altijd ondubbel- "Estheticsh vertoog en ontwerp", benadert hij
zinnig geweest als redacteur van Archis is hij de architectuur sterk vanuit een wetenschappe-
een van de centrale personen van de Nederlandse lijke invalshoek, waarbij hij veel meer afstand
architectuurlcritiek. In "Benarde Muze" geeft hij neemt tot de discipline architectuur dan in arti-
een zeer persoonlijke visie op 'architectuur met kelen voor tijdschriften over het algemeen ge-
een grote A', en daarmee op het huidige architec- bruikelijk is. In de hier opgenomen tekst bena-
tuurclimaat in Nederland. dert hij het probleem van de moderniteit op een
In de opbouwen vertooglijn van de essays van abstract niveau, met behulp van mensen als
Ed Taverne is zijn academische achtergrond - Ta- Kristeva, Berman, Beaudrillard, door Koolhaas'
verne is professor in de architectuur- en stede- interpretatie van Downtown Athletic Club te
bouwgeschiedenis van de Rijks Universiteit Gro- koppelen aan een werk van Duchamp, De Vrij-
ningen - in zekere zin te herkennen. Zijn grootste gezellenmachine.
interesse ligt bij de stedebouw, wat tot uiting Hans Kollhoff tot slot is al diverse malen in
komt in de onderwerpen van zijn artikelen. Het Nederland actief geweest met lezingen en pro-
artikel over het Museumplein vQrmt hierop geen jecten; hij heeft een korte tekst geschreven over
uitzondering, en in dit artikel geeft hij een vrij het begrip moderniteit.

10
l
I
!

Ed Taverne

Carel Weêber: Architectuur als statement

en geborgen te voelen. In de praktijk was er


'It bothers me that architects present themselves overigens sprake van een verbazingwekkend
as problem sol vers and social scientists. !t's a aanpassingsvermogen. De architect Bakema
marketing strategy to cover up their real inten- presteerde het zelfs om in de populàire televisie-
tions, wich are to make some kind of architec- reeks 'Van stoel tot stad' (1962/'63) beide thema's
tural statement. Every architect that's any good, - de toenemende ruimteconsumptie en het drei-
no matter what they say, is trying to make gend verlies van 'menselijkheid' - op aansteke-
some personal mud pie'. lijke wijze met elkaar te verzoenen, en niet
slechts verbaal. Aan het begin van de jaren
Frank Gehry vijftig had Van Tijen een deel van het oeuvre van
het bureau Van den Broek en Bakema al bestem-
peld als 'fraai esthetisch cubisme', een kritiek die
toendertijd niet goed viel, maar die achteraf een
Aan het begin van de jaren zestig leken er voor perfecte weergave is van het licht vulgaire,
de architectuur en stedebouw in Nederland emotionele optimisme dat de nieuwe urbane
werkelijk gouden tijden te zijn aangebroken. architectuur uit die jaren zo typeert en dat zo
Signalen van een nieuwe toekomst waren niet hevig contrasteert met de onzekerheid waarmee
zozeer de manifesten van een jonge generatie stedebouwers en architecten de inrichting van de
rebellerende architecten als Aldo van Eyck, stad - Rotterdam in het bijzonder - benaderden.
Herman Hertzberger, Dick Apon, die 'zojuist - in Op één stralende uitzondering na: het befaamde
1959 - het vaktijdschrift Forum van een andere Cityplan dat de architecten Bakema en Stokla
gedachte hadden voorzien, alswel de perspec- voor de binnenstad van Eindhoven ontwicrpen.
tieven op een welvaartsgroei, zoals die door een Het Cityplan is een geslaagde poging om het in
optimistische planning werden voorgespiegeld. wezen suburbane model van de Rotterdamse
Groei, schaalvergroting en expansie, ook van Lijnbaan tot kern te maken van een als mcga-
ruimtegebruik en grote aspiraties - zo kenmer- structuur gedacht nieuw stadscentrum. Geheel in
kend voor een hoogconjunctuur - dienden zich de lijn van de door Te;un X ontworpen stadsmo-
aan. De ruimtelijke ordening kwam in de ban van dellen maakte Bakema het verkeer, zowel in
het jaar 2000. 1 technische als in fenomenologischè zin, tot het
Dit optimisme is maar ten dele terug te vinden in ordenend beginsel van de uiteengevallen functies
de architectuurdiscussie, die voornamelijk werd van het wonen, werken en de recreatie, maar ook
gevoerd over de negatieve gevolgen van de van een beeldende compositie. Het voorgestelde
verwachte, snelle verstedelijking: het verlies van bebouwingsplan, de differentiatie in laag- en
de menselijke maat, van het vermogen zich in de hoogbouwgebieden, wordt bepaald door de op
omgeving te oriënteren, zich daarin te herkennen een stramien van 60 meter ontworpen vcrkccr-

11
,
sleidingen- en schachtzones en door de daar- waarvan Bakema's Van Stoel tot Stad het meest
binnen gehanteerde maatmoduul van 6 meter bij uitgesproken voorbeeld is, en het Eindhovense
7.20 meter. 2 Samen met de lange bebouwing in Cityplan het meest geslaagde ontwerp - als ook
het centrum vormen de als pretpaleizen en expo- met de planningsmechanismen van stedebouw-
sitiecentra ontworpen perifere superblokken kundigen en civiel ingenieurs die in projecten als
echte 'core wall buildings', die zorgen voor een Hoog-Catharijne te Utrecht (1963 v.v.) de archi-
min of meer dramatisch driedimensionaal stad- tectuur om zeep dreigden te brengen.
sinterieur. In zijn uitvoerige toelichting op het afstudeer-
In zijn toelichting voor de gemeenteraad op 20 project tijdens het dispuutcollege van prof.ir. J.H.
december 1968 vertelde Bakema dat hij op dat van den Broek te Delft (1965) werden door
moment samen met Carel Weeber - met wie hij Weeber de eerste aanzetten gegeven tot een theo-
het Nederlands paviljoen voor de wereldtentoon- retisch debat over architectuur en stedebouw, dat
stelling in Osaka bouwde - bijzonder contact had later door middel van statements en een aantal
met de Japanse architect Kenzo Tange, 'die ik gevarieerde ontwerpen steeds weer - en niet
waardeer als een man van formaat, die in de zelden op prikkelende wijze - van nieuwe brand-
stedebouw en de architectuur probeert te doen stof zou worden voorzien.
wat wij eigenlijk ook nastreven, namelijk het In 1965 begon het met een polemiek tegen de
ontwikkelen van een stedebouwkundige architec- stellingen van Team X (Forum), die het alom
tuur en de scheiding tussen die twee gebieden te erkende gemis aan samenhang tussen wonen,
laten overlappen'.3 Bakema vertelde er niet bij dat werken en verkeer in de functionele, naoorlogse
zijn jonge collega Weeber de spectaculaire struc- stad trachtte op te heffen door een op expressie
turen van Tange met heel andere ogen bekeek. gerichte, architectonische exploitatie van het
Deze herkende daarin een essentie welke hij zelf 'tussen'. Die de ruimtelijke functionele
eerder, en niet zonder gevoel voor polemiek, had verschillen juist wenste te accenturen met een
geformuleerd in zowel zijn afstudeerproject voor extra dosis subjectiviteit, door het extravert en tot
een Kreatief Centrum voor Rijnmond (1962- object maken van de architectuurbepalende
1964) als in het Prix-de-Rome-ontwerp voor het elementen onder verwaarlozing van datgene, wat
Centraal Station te Amsterdam, (1966). Twee - althans voor Weeber - architectuur was, name-
ontwerpen waarin de mogelijkheden onderzocht lijk de vorming van de ruimteverdeling en de .
werden voor het ongedaan maken van de door ruimte-indeling.
Bakema zo gewaardeerde overlapping van de Weeber zelf daarentegen zocht in beide
stedebouw en architectuur; waarin beide juist ontwerpen naar een ander middel om opnieuw
waren ontkoppeld om opnieuw als ze'lfstandige vorm en samenhang aan de stedelijke omgeving
elementen te kunnen samengaan in een zeer te geven. Niet via de architectuur, die niet in staat
precies gearticuleerde (mega)structuur. is om de stad als onvoorspelbaar en continu
Beide ontwerpen polemiseren zowel met de veranderend patroon van evenementen te regis-
fenomenologische benadering van de stad - seren, maar met behulp van een neutraal netwerk,

12

L
'en dit net heet stedebouw'.4 Weebers afwijzing besloten ligt, op te nemen. Net als in het ontwerp
van iedere vorm van stedebouwkundige architec- voor een nieuw stadscentrum op het Noorderei-
tuur, zowel die van de Delftse School, Forum als land te Rotterdam, wordt stedebouw niet zozeer
van Team X, werd mede ingegeven door de geassocieerd met een esthetische compositie van
discussies over de autonomie van de architec- losse, architectonische objecten, maar veeleer op
tuur, zoals die aan het begin van de jaren zestig pré-Sitteske wijze gekoppeld aan de organisatie
in de Bouwkundige Studiegroep te Delft werden van de infrastructuur. Zowel aan de Maas als aan
gevoerd. Daar werd aan de hand van analysen . het IJ zijn de regionale verkeersnetten integraal
van het werk van zowel Ledoux, Boullée en . in de bouwstructuren opgenomen; ontstaan
Legueu als van Wagner, Loos, Wright, Duiker, patronen van verticale en horizontale hoofdver-
Van Loghem, Kahn, het concept van de auto- bindingen, waarbinnen later elementen van een
nome architectuur ingezet in de strijd tegen de geringere complexiteit op flexibele wijze kunnen
vorm filosofie van de Delftse School.s worden ondergebracht.
Omdat in de na-oorlogse architectonische Wat opvalt is de bescheiden rol die in beide
cultuur - zowel in het architectuuronderwijs als ontwerpen aan de architectuur wordt toegekend.
in de gemeentelijke diensten voor stadsontwikke- Evenmin als stedebouw een kunst is in de zin van
ling - specifieke opvattingen over stedebouw , een artistieke enscenering van de stad, zo voegt
geleidelijk aan verdwenen waren, opgelost in de de architectuur geen ander beeld toe aan de zich
fundamentele vraagstukken van de ruimtelijke als eenheid manifesterende constructie. De archi-
ordening, werden volgens Weeber de formele tectuur is vooral in het Prix-de-Rome-ontwerp
mogelijkheden van bijvoorbeeld hoogbouw voor niet meer dan de toepassing van een bepaalde
het tot standbrengen van een duidelijk stadbeeld vorm van industrial design op de betontechniek,
niet of nauwelijks benut. In plaats van te zoeken vergelijkbaar met de kwaliteit van het pantser bij
naar een modieuze uitdrukkingsvorm voor func- schaaldieren, van de kreeft bijvoorbeeld, 'een van
tionele en constructieve doelmatigheid, wilde de mooist gearticuleerde dieren die we kennen'.6
Weeber daarentegen hoogbouw tot de orde Door de theoretische implicaties van deze beide
roepen en als element gebruiken voor een drie- vroege ontwerpen nam Weeber op dat moment
dimensionale stedebouw in de vorm van een een architectuurstandpunt in, dat aan het einde
megastructuur. van de jaren zestig bijzonder actueel zou worden
In het ontwerp voor een nieuw Centraal Station in de discussies binnen de studentenbeweging te
te Amsterdam wordt, evenals in het voormalige Delft.
stationsgebouw van Cuypers overigens, de struc- De democratisering van Bouwkunde, welke over
tuur, als ruimtelijke en constructieve ordening, in een periode van tien jaren heeft plaatsgevonden
alle richtingen driedimensionaal gearticuleerd en (1967-1977), heeft uit een oogpunt van vernieu-
geschikt gemaakt om het complexe programma wing van de architectuur weinig of niets opgele-
van metro- en spoorlijnen, warenhuis, kantoren, verd. Vergeleken met de verregaande heroriënta-
hotel, winkels, parkeergarages en busstation ties, de speurtocht naar de context van de archi-

13
tectuur in de zin van traditie, geschiedenis en tentoonstellingen, waarin het werk van ir. J.B.
stad, zoals die gelijktijdig in bijvoorbeeld Parijs, van Loghem, Mart Stam en later Van den Broek
Milaan of Veneti~ plaatsvond, heeft er zich in op plananalytische wijze werd onderzocht en
Delft weliswaar een mentaliteitsverandering gepresenteerd. De nieuwe culturele horizon werd
voorgedaan, maar die betrof in eerste instantie de in 1971 ook voor een groot publiek duidelijk via
sociale verhouding tussen staf en studenten, de tentoonstelling Bouwen '20-40 - De Neder-
tussen architect en samenleving, en heeft niet landse bijdrage aan het Nieuwe Bouwen.
geresulteerd in een verdieping van het culturele Tentoonstelling en catalogus stonden niet zozeer
gehalte van het bouwen: de architectuur. in het teken van het architectonisch beeld, de
Daarmee heeft het Nederlandse bouwen niet analyse van de syntaxis en het vocabulaire van
alleen grote schade opgelopen, maar is zij uit een verwante architectuurbeweging, alswel, zoals
oogpunt van professionaliteit en wetenschappe- Weeber in zijn inleiding schreef, 'in het onder-
lijke inhoud internationaal gezien achterop strepen van de betekenis van het functionalisme
geraakt. Dit wil overigens niet zeggen, dat de op het mDrele vlak: de strijd om een beter fysiek
democratisering een ontwerploos tijdperk zou leefmilieu is hier door enkele architekten,
hebben ingeluid. Integendeel, er ontwikkelde opdrachtgevers en overheidsinstanties
zich in Delft een aantal nieuwe ontwerp- en gestreden'.8
onderwijspraktijken, zoals volkshuisvesting, Dat de betekenis van de architectuur niet over-
stads- en plananalyse, historische architectuurkri- schat moet worden, 'zeker niet in een samenle-
tiek, die een institutionele legitimatie hebben ving waarin aan behoeften die door middel van
gegeven aan wat Weeber al in 1967 in de notitie, architectuur bevredigd kunnen worden, behoeften
Schiet de opleiding tot architekt aan de afdeling voorafgaan waartegenover de architectuur en
bouwkunde allang te kort?, had bepleit, name- daarmee het werk van de architecten machteloos
lijk dat architectuur 'het ontwerpen van de ruim- staat' (Weeber), bewees verder Jacques Nycolaas
telijke konditie' is. Niets meer en niets minder.? met zijn inleiding getiteld: Volkshuisvesting der
Terwijl elders in Europa het architectuuronder- arbeidende klasse: drager van maatschappelijke
zoek archeologische excursies ondernam naar de tegenstellingen, de eerste serieuze aanzet voor
zuiverheid van de architectuur en de geschiedenis een eerste kritische studie naar de historische
begon te ondervragen naar de teloorgang van de ontwikkeling van de woningbouw in Nederland. 9
culturele dimensie van de discipline, zocht men En alsof dat nog niet genoeg was liet aan het eind
in Delft veeleer naar voorbeelden van maatschap- van de tentoonstelling ir. Yap Hong Seng een
pelijk ge~ngageerde architectuur uit eigen omge- elegant doch complex schema zien, waarin op
ving en werd er - in het verlengde van de eerder verpletterende wijze de 'totale kontrole' zichtbaar
gesignaleerde activiteiten van de Bouwkundige gemaakt werd, waar anno 1971 de produktie van
Studiekring, de dispuut en commentaarcolleges een woning aan was onderworpen; waarin de
van Van den Broek - een begin gemaakt met een juridische, economische, planologische en zelfs
respectabele reeks van onderzoeksprojecten en esthetisch« normen grexpliciteerd werden,

l 14
waaraan een woning behoorde te voldoen en
waarbinnen het ontwerpen zich uiteindelijk
bewoog.

noten
1 H. van der Carnmen, L.A. de Klerl<. Ruimtelijkeordening.Van
plannen komen plannen. Utrecht/Antwerpen 1986, 178
2 Cityplan Eindhoven Van Abbemuseum, Eindhoven 1969,43
3 Cityplan Eindhoven, 11
4 "toelichting Ir. weeber Ontwerp voor Kreatief Centrum voor Rijn·
mond (okt.'62·juli'64)', Delftse School 13 (1965), 14-18
5 In 1962 werd in het Stedelijk Museum Het Prinsenhof de tentoon-
stelling "autonome architectuur" georganiseerd in het kader van de
reunie van de Bouwkundige Studiekring.
hier werden ontwerpen getoond van Boullee, Schinkel, Loos, Van 't
Hoff, Duiker en Aldo van Eyck. De Bouwkundige Studiekring was
eigenlijk de voortzetting van de door Granpré Molière geleide fUosofi-
schestudiegroep.
Vergelijkbare discussies werden gevoerd in de befaamde dispuutcol-
leges van ir. Van den Broek en in de pagina's van het tijdschriftje
DeIJtseSclwol. C. Boektaad (e.a.), De Elite, Delft 1970, 10-12
6 L. van Duin, 'interview met Carel Weeber, Rotterdam, 18.06.86',
Architectonische Studies 4, 1987,27·32
7 C. Weeber, 'Schiet de opleiding tot architect aan de afdeling Bouw-
kunde allang te kort? Enkele significante punten wat betreft het vak
architectuur in relatie met andere disciplines', Delftse School 16, 1967,
20-29
8 Bouwen '20-'40. De Nederlandse bijdrage aan het Nieuwec Bouwen,
Van Abbemuseum, Eindhoven 1971,4. De in 1983 door het Neder-
landse Documentatiecentrum voor de Bouwkunst in samenwerlcing
met enkele musea georganiseerde manifestatie onder het thema 'Het
NieuwevBouwen in Nederland 1920-1960' heeft dit standpunt in tal
van opzichten gecorrigeerd en genuanceerd.
9 Kort daarop verscheen J. Nycolaas, Volkshuisvesting.Een Bijdrage
tot de geschiedenis van woningbouw en woningbouwbeleid in Neder-
land, met name sedert 1945, Nijmegen 1974

Deze tekst is deel van de inleiding van de mono-


grafie over Carel Weeber, uitgegeven bij 010 in
Rotterdam

15
16
Joost Meuwissen

Peperklip te Rotterdam

De Peperklip is niet alleen een opengevouwen het resultaat nog buigzaam is. De Peperklip is
gesloten bouwblok dat zich ergens in Feyenoord een weke vorm, zoals het burgerweeshuis in zijn
nestelde, tussen spoorlijn en haven. Het is ook omtrek onbepaald was. Het zijn open vormen
niet zozeer een moment uit de reeks interessante waarin de hardheid volledig intern is. De hard-
woningbouwprojecten die Carel Weeber heeft heid, in de zin van een gestreng manifest, wordt
ontworpen, ofschoon we weten dat hij sociale als het ware van binnenuit gearticuleerd. Het ma-
woningbouw als de gelukkigste opgave ziet. 1 De nifest gaat over alles waar een architectuurtrac-
Peperklip is vooral een gebeurtenis in de Neder- taat nu eenmaal over gaat, van de houding van de
landse architectuur. Zijn verschijning is een ecla- architect en zijn institutionele gebondenheden tot
tante ongerijmdheid, waarmee de architectuur als aan het materiaalgebruik en de beste detaillering.
begrip, de standaard die we aanleggen en het ge-
middelde waaraan we werken relateren, op de Opgave
een of andere manier zijn verschoven. Of, in de Zo weinig burgerweeshuizen als er in Nederland
woorden van W. Quist: ...... wat ik ervaren heb in worden neergezet, zo toevallig ontstond deze
de Peperklip is datje zegt. dit kan helemaal niet. woningbouwopdracht aan Carel Weeber. "Het
Dit is waanzin. Het is te hard. uit zijn verband. project.... is min ofmeer toevallig van de grond
Het heeft met die wijk niet te maken. Tegelijker- gekomen. Toen de strijd woedde over de plaat-
tijd overtuigt het object je dat het wel kan .... ...2 sing en realisering van het Eroscentrum aan het
. De mogelijkheden zijn verruimd. Poortgebouw. werd door de Dienst Stadsontwik-
keling aan Weeber gevraagd een voorstel voor
Een grensverleggend bouwwerk is uiteraard een een volkswoningbouwproject in te dienen als al-
zeldzaamheid. De laatste keer dat zoiets in ternatiefvoor het bordeelplan. Hel verzet van
Nederland was voorgevallen is aan het eind van bewoners. woningzoekenden en actiegroepen te-
de jaren vijftig geweest, met de verschijning van gen het initiatief van het gemeentebestuur om in
Aldo van Eycks burgerweeshuis in Amsterdam. Feyenoord een eroscentrum te vestigen. kon zich
Zulke architecturen zijn experimenteel in de zin op een redelijk alternatief baseren. Men was
dat ze nieuwe normen stellen en binnen nieuwe niet alleen tegen een bordeel. maar men was
grenzen worden geconcipieerd, juist omdat de voor volkswoningbouw. Onder de druk van de
oude normen en grenzen zo ernstig worden geno- snelle ontwikkelingen leverde Weeber een plan
men. Misschien is grensverlegging daarom hier in (voor) 549 woningen met een school en een
een beter woord dan nieuwe, omdat het dezelfde cultureel centrum ..3 waarvan de woningen zijn
grenzen zijn die worden verlegd. Zulke bouw- verwezenlijkt.
werken verinnerlijken alle voorwaarden waaron- Het moest een snel en slagvaardig alternatief zijn
der en alle niveaus waarop architectuur in hun voor de culturele bovenwijkse voorziening wier
cultuur wordt voortgebracht om te laten zien dat vestiging de gemeente hier wilde consolideren.

17
Het is juist in deze slagvaardigheid dat Weebers niet groot maar wel moeilijk. Hij moet ervoor
project de kleinburgelijke ambiance van protest- zorg dragen dat de algemené, objectieve normen
bewoners en actiezoekenden kon ontstijgen om die op een bepaald gebied voor de architectuur
hen met een ontwerp te wapenen dat elk idee van zouden kunnen gelden in het eisenpakket worden
bewonersinspraak en buurtvergaderingen achter- opgenomen of er in ieder geval niet door worden
wegeliet. ontkend. Het experimentalisme waartoe architec-
Wat resulteerde was een woningbouwblok van ten in de experimentele woningbouw worden uit-
een schaal die via de gangbare woningbouwpro- genodigd is wezenloos.
cedures op deze plaats waarschijnlijk niet geac- Als drager van algemene, objectieve normen is
cepteerd zouden zijn. Weebers project ontleend de opdrachtgever niet zozeer een architectuurpro-
zijn "onmiddelijkheid". "snelheid" en voldongen- ducent als wel "cultuurproducent" . Zo bijvoor-
heid aan het feit dat de enige eis van de groepsbe- beeld in de gezondheidszorg: ".... ondanks het
woners was dat het bordeelplan werd over- kostbare karakter (... ) dragen (ziekenhuizen) op
schreeuwd. geen enkele wijze bij aan de ontwikkeling van de
Het ging meer om een overval dan om een grote architectuur. Er bestaat geen modern ziekenhuis
greep. Het is een wezenlijk verschil. Weeber dat in de architectuurliteratuur als exponent van
wordt nogal eens gezien als een bouwmeester moderne architectuur in culturele zin is opgeno-
van de grote greep, alsof er in Nederland op- men. De producenten van ziekenhuizen laten het
drachtgevers zijn die hem hiertoe de gelegenheid als cultuurproducent totaal afweten. De aan-
bieden. Zo is het niet. Goede architectuur ontstaat dacht schijnt geheel gericht op hetfunctioneren
ook niet via een carte blanche, in zijn optiek. Een waarbij een specifieke uitdrukking van efficiënte
verschijnsel als experimentele woningbouw, en controle domineert. Nergens een poging om
waar de bestaande normen en regels wat worden leven. ziekte en dood te verbeelden. Integendeel.
verzacht opdat de architect wat meer vrijheid deze beelden worden consequent vermeden. als
heeft om te komen tot nieuwe oplossingen wordt waren deze ongepast. Slechts geur van medicij-
door Weeber als een "zijspoor" van de hand ge- nen verraadt de bestemming en hoeveel artsen
wezen. Experimentele woningbouw levert slechts zouden niets liever doen dan ook deze afzuigen".
"incidenten" op. "Er wordt een soort normloos- Weeber pleit dan, op een wat romantisch-positie-
heid mee gepropageerd en dat kan gevaarlijke ve manier "voor ziekenhuizen als gebouwen
kanten hebben. Je moet juist proberen nieuwe. waarin de zieke ziek mag zijn. geen spoor van
algemene normen te ontwikkelen" en dit kan zijn eigen huis. maar juist nadrukkelijk anders.
juist alleen maar binnen "de bestaande taal (die) niets verhullend van zijn toestand. maar wel de
goed genoeg (is) . (. .. ) In de architectuur (... ) bevestiging dat ziekzijn ook een vorm van leven
mag de persoonlijke smaak niet aan de orde zijn. mag zijn".9 Of, in de termen van Karl Mann-
maar moet je objectieve normen proberen te ont- heim, het gaat in de uitdrukking van een ontwerp
wikkelen. Anders komen we echt nergens".8 niet alleen om een zuiver functionele rationaliteit
De taak van de opdrachtgever is in Weebers ogen maar om een substantiële, inhoudelijke rationali-

18
teit waarbinnen een uitdrukking van functionele een zeer beperkt middel. "De architectuur mag
efficiency pas zin krijgt, dat wil zeggen niet, zo- niet overschat worden. zeker niet in een samen-
als wel in het geval van de tegenwoordige zie- leving waarin aan de behoeften die door de ar-
kenhuizen, onnodig duur wordt. chitectuur bevredigd kunnen worden behoeften
Reguliere sociale woningbouw is zo'n prettige vooraf gaan. waartegen de architectuur -en
context omdat door het subsidiêringsstelsel de daarmee het werk van de architecten- machte-
aanwezigheid van algemene normen gewaar- loos staat". 11
borgd is, in de woonprogramma's is van de Voor- Architectuur kan zo slechts een onderdeel zijn
schriften en Wenken. van een planning die gericht is op de bevrediging
van behoeften. "In Nederland. of althans. het
Objectiviteit lijkt in Nederland duidelijk en evident. vervult de
Architectuur, of gebouwen, dit komt op hetzelfde architectuur haar functie in planning. komt als
neer,10 ze bevredigen geen behoefte of tenminste, het ware daaruit voort".12 Aan de ene kant is de
ze hebben hier niet het alleenrecht toe. Men kan "ruimte" in de planning een middel tussen moge-
een eroscentrum bouwen maar de prostitutie lijke andere middelen. Het middel "ruimte" of
wordt ook wel zonder een dergelijke architectuur "architectuur" is afweegbaar tegenover andere
bedreven. Men kan haar als bestemming opne- middelen die misschien in de meeste gevallen
men in het bestemmingsplan maar misschien adequater zijn. De architectuur is een "techniek",
neemt ze de gereserveerde ruimte helemaal niet ze is een technische wetenschap. Hieruit volgt
in. Architectuur, of ruimte als haar categorie, is echter, aan de andere kant, dat de "ruimte" of de
"architectuur", omdat ze nu eenmaal in het verle-
den steeds als techniek zijn gebruikt, ook de
overgang naar een eigen ontwikkeling hebben
doorgemaakt, "doordat ze ge17l(Jkkeiijk in de sa-
menleving betekenis- en waardedragendefunc-
ties verwerven. Betekenissen en waarden die
vaak ontkoppeld zijn van externe doelen. Dit be-
tekent dal de (architectuur) haar eigen interne
doelen gen.ereert die uitsluitend door eigen mid-
delen bereikt kunnen worden. Doel en middel te-
gelijkertijd".13
Het begrip architectuur wordt door Weeber niet
geformuleerd op grond van een eeuwige behoefte
aan bouwwerken, een fundamentele hang naar
huis en haard of op basis van de ruimte als nu
eenmaal bestaande fysische categorie. Deze din-
gen zijn er wel, maar ze spelen geen rol in de de-

19
finiëring van de architectuur. In feite wordt de ar- ning, als het ware door de eeuwen heen, ontstaat
chitectuur bepaald op grond van een gebrek aan een soort objectiviteit, op sommige gebieden en
eigenheid, waardoor ze als het ware beschikbaar gedurende bepaalde perioden. Bijvoorbeeld het
is als drager van welke betekenissen dan ook, die gesloten bouwblok of de gridstad. Deze objecti-
mensen er nu eenmaal aan hechten, "architectoni- viteit is niet ide~l van aard, alsof de gridstad
sche" betekenissen incluis. De architectuur is een voor eens en voor altijd geldt. Zij is ook niet arti-
medium zoals de film zonder eigen dikte, zonder stiek van aard, alsof de gridstad een persoonlijke
eigen literaire weerstand. creatie is van een min of meer romantische kunst-
De architectuur is geen literaire activiteit Omdat enaar. De objectiviteit is "formeel" van aard. Zij
alles aan de oppervlakte ligt. Bijvoorbeeld de ontstaat met het gegeven dat mensen nu eenmaal
bouwwerken van Aalto hebben geen geheimen, soms hun behoefte willen bevredigen met ruimte-
behalve het geheim hoe hij het doet. Het werk is lijke of architectonische middelen. Een stadsdeel
niet demonstratief, ".... het is voor de liefhebber of een bouwwerk moet dan worden vormgege-
opvallend en voor de voorbijganger een vanzelf- ven. Deze vormgeving, of een gebouw rood is of
sprekende aanwezigheid. (... ) (Aalto) laat (... ) blauw, bevredigt geen bepaalde behoefte maar
nergens vraagtekens achter. Zeldzaam ontspan- beantwoordt aan algemene normen die door men-
nen .... ". Het "geheim hoe je het doet" is onder- sen op dit gebied geheel los van hun behoeften
werp van het levensverhaal dat de architect wel worden aangelegd. Omdat er nu eenmaal straten
wil vertellen maar dat vanuit de tegenwoordige zijn verwacht men dat een straat openbaar is. De
architectuur niet anders dan als een "vervalsing" behoefte, bijvoorbeeld de behoefte aan prostitu-
verschijnt. In het beste geval, het geval van Aal- tie, staat hier los van maar kan eventueel ook
to, is het veJ:haal "uitverteld" met de dood van de door een langwerpige stedebouwkundige ruimte
persoon. 14 worden bevredigd.
De stedebouwkundige of architectonische ruimte De gridstad of het gesloten bouwblok zijn tegen-
is niet fenomenologisch te ompalen omdat het woordig objectief in formele zin omdat ze "hel-
om een verschijnsel gaat dat in vele exemplaren der" genoeg zijn om te beantwoorden aan de al-
kan worden herhaald. Dat Weeber afziet van een gemeenste norm die mensen aan stede bouw aan-
categorische definiëring van de architectuur is in leggen, namelijk openbaarheid. Hierdoor kunnen
overeenstemming met het standpunt van Hus- ook ieder bouwwerk in een dergelijke stad of ie-
ser1. 15 Zelfs de argumentatie is dezelfde. Als de dere invulling in een gesloten bouwblok aan deze
architectonische ruimte een "eigen" karakter algemene norm, deze conventie, blijven refereren
heeft, een "plekje" is, dan geeft een reeks van ar- in hun vormgeving, die daardoor oók een formeel
chitectonische ruimten een reeks plekjes te zien objectief karakter kan behouden. 17
waarin de bepaling van deze eigenheid door ge-
brek aan verschil illusoir is. 16 Bouwblok
De architectuur is geen literaire maar een techni- Maar de normen zijn in de meeste gevallen vaag.
sche activiteit. Pas in de loop van haar beoefe- In de gezondheidszorg zijn helemaal geen nor-

20
....

men, behalve in het efficiënte ontbreken ervan. het in dergelijke woningbouw niet om een bouw-
In de sociale woningbouw zijn ze precies gefor- werk, maar om een niet-gebouw, een on-gebouw.
muleerd, zelfs door architecten zelf, op het geag- "Er is een ontzettende vertekening ten aanzien
gregeerde niveau van de voorschriften. Bijna van de betekenis van architectuur. (... ) Ook de
overal elders is het de architect die zijn project betekenis van de gebouwen in de stad hier. Die
kan proberen de onduidelijkheid en de aarzelin- hele opstelling, waarschijnlijk onder invloed van
gen in wat mensen vinden over het soort object de welstandscommissie. Elk gebouw wordt beke-
van ontwerp in zo'n project tot uitdrukking te ken als een gebouw dat enig belang heeft. In Azië
brengen in een enkel beeld. Het is omdat het ar- bestaat de hele stad uit gebouwen die niet zijn.
chitectonische beeld zelf vaag is, in literair op- Je kunt ze slopen, veranderen en het doet er niet
zicht, dat het altijd het beste past op situaties toe. Een totaal andere conceptie van wat gebou-
waar de mensen eigenlijk niet weten wat ze wil- wen zijn. De Aziatische stad bestaat hoofdzake-
len. Het architectonische beeld van de Peperklip lijk uit on-gebouwen die geen rol spelen in onze
is eenduidig, maar de betekenis is vaag. Het ogen. En dat is natuurlijk ook zö in de prak-
bouwblok echter is nogal ingewikkeld, stede- tijk":1JJ
bouwkundig gezien is het een complexe aarze- Van de drie grote negentiende eeuwse stede-
ling tussen zijn verschijning als een enkel prach- bouwkundige woningbouwmodellen, de cottage
tig gebouw of als gesloten bouwblok dat rondom (tuinstad), de Phalanstères en het stedelijke
een openbare ruimte ligt. bouwblok, is het laatste het vruchtbaarst voor de
Weeber geeft met de Peperklip een bijzondere ontwikkeling van de architectonische vormge-
interpretatie van het gesloten bouwblok. Het gaat ving, omdat het zich op het vlak van de architec-
om een lineaire structuur die zich zo slingert dat tonische vormgeving aan een fixatie op de typo-
de uiteinden elkaar bijna raken. Het is niet zozeer logie van het bouwwerk onttrekt. Er zijn de typen
een groot, klassiek gebouw met een binnenhof van de woningen en van de ontsluitingen en er is
(het "type Europees gebouw" waarvan Palladio het stratenpatroon. Het weke karakter van het
de ontwerper was)18 als wel een continu te bebou- bouwblok vergt de aanwezigheid ervan. In het
wen oppervlak dat nu eenmaal gesloten is als het weke bouwblok moeten als het ware de woning-
stratenpatroon is uitgezet. Omdat de straten in typen, ontsluitingstypen en het gevelordes los
werkelijkheid of virtueel op elkaar uitkomen is van hun melange in het bouwwerk worden bestu-
datgene wat zich tussen de straten bevindt een deerd, gekozen en vormgegeven. Het leidt tot een
continue bebouwing. Het is het concept van het genuanceerd architectonisch onderzoek waarvan
bouwblok in de negentiende eeuwse stad, waar- de verschillende lagen (woningen, ontsluitingen,
van de stedebouwkundige vorm passief is. Het gevels, straten) in verschillende maatschappelijke
volgt het stratenpatroon. De straat is primair, het appreciaties en instellingen zijn verankerd. De
gebouw secundair, de gevels volgen de rooilijn. woningen horen tot de Voorschriften en Wenken
Het woongebouw is een gesloten bouwblok om- die een neerslag zijn van architectonisch onder-
dat het passief de rooilijnen volgt. 19 In feite gaat zoek op nationaal niveau. De ontsluitingen horen

21
r

hield de bUttigheidsarchitect slechts de gevel genwoordig gewend zijn geworden. Er zijn ge-
over om zich architectonisch uit te leven. "Er is vels gemaakt die op de aspecten van geluid,
een situatie ontstaan waarin de architect naar warmte en explosie een in sociale woningbouw
de buitenkant kijkt. terwijl de overheid met een ongebruikelijk hoog kwaliteitsniveau te zien ge-
aantal kwalteitseisen de binnenkant bewaakt. ven. De_verschillende afmetingen van de gevel-
De architect ervaart de voorschriften van de panelen hebben tot een innovatie in het bouwbe-
overheid als een bedreiging voor zijn creativiteit drijf gevoerd. Er is, als een soort vervolg op het
en daarom stelt hij er zich vijandig tegen op. Hij Peperklipproject, een verstelbare mal ontwik-
neemt de houding aan van een romantisch keld:24 De ronde vormen van het bouwblok heb-
kunstenaar. Maar daardoor zet hij zichzelf tege- ben natuurlijk te maken met reductie van moge-
lijkertijd buiten spel":ZJ. Paradoxaal genoeg was lijke hoeken.2j Niet dat de productiestroom van
de gevel zo puur architectuur dat zelfs nog de in- de bouw het bouwblok volgde (de trommelvor-
terne architectendiscussies binnen de welstands- mige koppen werden in aparte stromen opgetrok-
commissies als een keurslijf werden ervaren door ken), maar de afwezigheid van hoeken is van be-
truttigheidsvoorstanders als Hertzberger. lang voor de innovatiemogelijkheden van de ge-
In feite is de welstandscommissie voor Weeber velpanelen. Voor het gebruik van de gekleurde
helemaal niet zo interessant. juist omdat het een keramische tegels ontving de architect de Sikken-
interne architectendiscussie betreft. Dat ze er is is sprijs.
een teken van maatschappelijke appreciatie. De Vroeger was de Sikkensprijs een geldbedrag
welstandscommissie moet haar precieze taak waarmee men iets leuks kon doen. Tegenwoordig
naar behoren vervullen. Maar uitbreiding van wordt het bedrag besteed aan een project. Voor
haar werkterrein naar bijvoorbeeld het interieur de uitreiking aan Carel Weeber maken Hans KeI-
in de woningbouw zou uit den boze zijn,23 omdat ler en Ed Taverne een film over de veranderingen
op zulke terreinen de architecten niet met elkaar in de Nederlandse architectuur. De Peperklip is
maar juist met andere maatschappelijke groepe- zelf in de weekheid van zijn plattegrond als een
ringen moeten "spreken". Dit geldt dan eigenlijk film die van de ene rol op de andere wordt ge-
ook voor de gevelorde zelf. spoeld. Hij heeft de vorm van een film die wordt
In dit opzicht kunnen de kwaliteiten van Wee- gedraaid. Het geeft misschien een zicht op de bij-
bers project duidelijk worden omschreven. Deze zondere eigenschappen van het architectonische
kwaliteit is hoger naarmate een gebouw als de beeld. Het architectonische beeld is als het cellu-
Peperklip zich als een poliep door de instituties loid van de fûm in de projectiefase en niet als het
uitbreidt en tegelijkertijd zich daarin differen- scherm waarop we de geprojecteerde film zien.
tieert Goede architectuur is een bouwwerk dat
de beoefening van architectuur in het sociale le- Noten
ven verankert. 1 C. Weeber - "Ik vind het zelf leuker om sociale woningbouw te doen
We zouden deze kwaliteiten stuk voor stuk kun- dan andere bouw - En ik weet eerlijk gezegd niet precies waarom".
Wanen-TA/BK 4/1978, blz. 31 -32. Tevens C. Weeber in z red-
nen nagaan. De woningen zijn ruimer dan we te- VPRO-televisieprogramma "H.J.A. Holland antmoet prof ir. Carel

22

l
î

Weeher". Uitzending 8 juni 1980, VPRO-pcrsdienst,Hilversum 1980, zelfde objectiviteit aan. Zoals wc merlcen gaat het hier an een ·ideële·
blz. 6: " ....ilczelf vcrwerlc ootzcttend graag de sociale wooingbouw. Dat objectiviteit. Deze is eigen aan een hele klasse van geestdijke voort-
vind ik een geschikt milieu, ook in maal8chappelijke zin, an in te wer- brengselen van de cu1tuurwere!d, een klasse die alle wetenschappelijke
ken". scheppingen en de wetenschap zelf omvat, alsook bijvooJbee1d de
2W.G. Quist - 'ïoelichting op hetootwerp", in C. Weebe:re.a. _·De scheppingen van de schooe letteren. Werlcen van deze klasse zijn niet
Pepexklip, wooingbouwproject te Rotterdam", Cement 7/1982, blz. 38- vatbaar voor herhaling in vele loortgelijke exemplaren, in tegenstel-
41, blz. 41. ling tot werlctuigen (hamers, tangen) of bouwkunst en de gelijk. .... •.
3 U.S. Barbicri - • Architect Care! Weeher gaat met een ongebogen pa- 16 "Het is op het ogenblik een bcc:tje zo dat elk huisje zijn plekje moet
perclip de Rotterdamae vormloosheid te lijf', Vrij Nederland 10 mei hebben. Dat is schijn geloof ik. Want elk herlcenbaar plekje is gelijk
1980, blz. 23. aan het ander herlcenbare plekje, waardoor het helevcrhaal van de ver-
4 C. Weeher - 'ïoelichting op het ootwerp· , in C. Weebe:r e.a. - ·De Icheidenheid illusoir is·: C. Weebe:r - ·ik vind het zelf leuker om soci-
Peperklip, wooingbouwproject te Rotterdam", Cement 7/1982, blz. ale wooingbouw te doen .... • tap. gecit. in C. Bockraad - ·Cultuur- en
407-416, blz. 407. stedelijke politiek in een sociaaldemocratisch bestuurde stad", Wonen-
5 C. Weeber- 'ïoelichting op De Peperklip·, New Found Land T A/BK 9/1978, blz. 6-8: U. Barbicri c.a. - Kritiek en ontwerp, Proeven
2/1981. van architeetuurkritiek, SUN, Nijmegen 1982, blz. 183.
6 C. Weebe:r - 'ïoelichting op het ootwerp·, tap. Vgl. C. Weebe:r- 17 C. Weebe:r - ·Geen architectuur zonder stedebouw", intermediair 19
' ïoelichting op De PepeIklip" tap en C. Weebe:r - ·De Pepexklip te oktober 1979, blz. 57-65; in H. de Haan c.a. (reds) - Wie is er bang
Rotterdam·, Bouw 14/15/1983, blz. 45-48. voor nieuwbouw.... Coofrontatie met nederlandse architecten,lntqme-
7 H. Bekkering - "Objectiviteit in vormgeving, Carel Weeber over disir bibliotheek, Amsterdam 1981, blz. 227-236; ·Fo!ll1ele objectivi-
vormgeving in architectuur en stedebouw", Contour 1/1983, blz. 12/14 teit in stedebouw en architectuur ala onderdoel VlD rationele plom.ina', Plan
8 C. Weeber, gecit. in R. Boonstra - ·Carel Weeber cootra de nieuwe 11/1979, bIz. 26-35.
truttigheid", Elseviers magazin 25 augustus 1979, blz. 86-91. 18 H. Bcldtcrin& tap. bi.. 14. In De Peperldip wordt de binnenhof juin extra afge-
9 C. Weeber - zt, in z red - (Op weg naar nieuwe gebouwen in de ge- lmopen doo< de rooding van bet blok aan de hav=zijde.
zondheidszorg), Tuns+Hoosting Architekten, Rotterdam 1982, z blz.
10 C. Weeber - zt, in B.G. Stege (red) - Verslag van de themamiddag
straat aan bot bouwwerk kan worden _""put,
19 Ofbot bouwwerk verwijst DUrccn mogi:lijk bo1lcr stratenpatroon, waarbij de
zolls in bot Amlaploin te Alpbon
aan den Rijn. · Bij Arena heeft men zelfs de loop van de weg langs de
Prijsvragen op 5 maart 1982. Georganiseerd door de Koninklijke
gesloten zijde op de gcanetrie aangepast. Men heeft die geometrie als
Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bod van Nederlandse
een sterke kapstok opgevat. Dus het had toch een heel objectief karak-
Architekten BNA, z uitg. zp 1982, blz. 12.
ter·. C. Weeher, gecit. in 1. Rodermood c.a. - ·Carel Weebe:ren zijn
11 C. Weeber - "Laat zich de architectuur in een tentooostelling veran-
streven naar stedebouw zonder vrsagtekcns". De Architect 9/1980, blz.
twoorden?", in 1. Bremer e.a. (reds) - Bouwen '2(}.'40. De Nederlandse
52-55, blz. 54. Maar ook hier is de • geometrie" van het bouwblok vir-
bijdrage aan het Nieuwe Bouwen, Van Abbemuseum Eindhoven
tueel de gcanetrie van een str~tenpatrooo waaraan het bouwwerlc als
17.9.1971 tlm 7.1 1.1971, z uitg. zp zd, blz. 4. Vg!. tevens C. Weebe:r,
op voorhand werd aangepast.
gecit. in R Slet e.a. - "Carel Wecber, Leen van Duin, "Binnen het on-
20 C. Wceber, gecit. in R Slet tap, blz. 505.
derwijs is "ontwerpen gewooo ordenen van materiaal- dat kan ontkop-
21 C. Weeber - "Geen architectuur zonder stedebouw" tap, blz. 57;
peld van de maal8chappelijke context·, B-nieuws, 10(1977)22, blz.
502-505, blz. 503: ·Het begrip architectuur is zwaar overspannen,
227; ·Formele objectiviteit...." tap, blz. iJ.
22 C. Weebe:r, gecit. in R. Boonstra tap, blz. 89: ·Een onevenredig
ovetbcladen, zwaarmoedig, zonder lol, plezier en optimisme.
deel van het budget komt in de gevel terecht. ... ".
12 C. Weeber - Tekst openingsrede, Doelen 11 juli '80, ongepub!. ty-
23 C. Weebe:r - zt, in Ha. Bakker (red) - ·Discussie over welstand te
poscript, blz. 2 (Inleiding gehouden bij de tentoonstelling "10 beelden
Rotterdam, 15 oktober 1977, Samenvatting·, in S.U. Barbien (red)-
voor Venetil!· in de Doelen-expositiezaal te Rotterdam).
zt, Rotterdamse Kunststichting, sektie architectuur, zp. zd. z. blz.
13 C. Weebe:r - ·Wat regelt de Ruimtelijke Organisatie van de Ge-
24 door Schokbeton bv te Zwijndrecht. • .... een stlndaardmal, waarop
bouwde Omgeving (ROGO)?, Kollege tweede week", in B. Leupen
elk element, mits het vlak is, gcmaaktkan worden· : RM. Feenstra-
(red) - Ruimtelijke vormgeving, !ste trimester, Ic t/rn 4c week 1977/8
·Vervaardiging van de sandwich-clementen", in C. Weeher c.a. - "De
K.W.G.-P., Bouwkunde TH Delft, (Delft) (1977), blz. 11-16, blz. 12.
Pcperklip· tap, blz. 411-414.
14 (C. Weeber) - ·Alvar Aalto", De Waarheid 8 juni 1976; B-nieuws
25 C. Weeber - "De Pepexklip te Rotterdam· tap.
9(1976) 40, blz. 868. Vlg. tevens C. Weebe:r - "Aalto, Een verteller on-
der apostels·, Plan 11/1978, blz. 21-25.
15 E . Hussert - Over de oorsprong van de meetkunde. Het Wereldven-
ster, Baarn 1977, blz. 53-54 (Husserliana Vl, blz. 368); "De meetkun- Dit artikel is eerder verschenen in Plan nr, 9,
de heeft zelfs vanaf haar eerste funderend begin een eigensoortig ho- 1983
ventijdelijk bestaan, waarvan wij overtuigd zijn dat het toegankelijk is
voor alle mensen en in de eerste plaats voor alle werkelijke en moge-
lijke wiskundigen van als volken en alle tijdperken. Dit geldt zowel
voor de meetkunde in het algemeen als voor al haar bijzondere vor-
men. En alle nieuwe vormen die door wie dan ook op grond van de
reed. bestaande vormen ontwikkeld worden, nemen onmiddellijk de-

23
tot een typologie van woongebouwen zoals die paald aspect van het gebouw het best tot zijn ar-
aan de Delftse Hogeschool werd onderzocht. De chitectonisch recht rou komen. Hebben we het
gevels horen tot de innoverende bouwindustrie. over de woningplattegrond, dan doen wij nu een-
De straten horen tot de dienst Stadsontwikkeling maal een architectonische studie in nationaal ver-
in zijn poging tot gedetailleerdere stedebouwkun- band. hebben we het over de orde van de gevel,
dige plannen. dan is de bouwindustrie de plaats voor het uitte-
De architect heeft niet zozeer een integrerende sten van een nieuwe architectonische detaillering.
functie tussen verschillende disciplines die met Enzovoort.
het bouwen iets te maken hebben. Hij is niet zo-
zeer de coördinator van het bouwteam (via het Kwaliteiten
ontwerp waar alles in moet zitten), maar het is Het gaat in alle gevallen om het situeren van de
omgekeerd. De architect differentieert in zijn architectonische activiteiten op die plaatsen waar
project naar de aggregatieniveaus waar een be- ze het meest tot hun recht komen, bet best wor-
den benut en de grootste continuïteit voor de ar-
chitectuur als te beoefenen vak bewerkstelligen.
Er is, in het hele bouwwerk, geen plekje dat ar-
chitectonischer zou zijn dan de andere, bijvoor-
beeld de gevel. De gevel is het rijk van de wel-
standscommissie, dus van een onderlinge archi-
tectendiscussie, maar het wil niet zeggen dat de
gevel autonomer architectuur zou zijn dan de
plattegrond of het straten verloop. Het is de mis-
vatting van de architecten van de Forumbewe-
ging, de "truttigheid", dat ze afzagen van enige
verdediging van het vakgebied in de maatschap-
pelijke instelling. Hun voorstellen waren zelden
een studie in stedebouwkundige planvorming als
discussieplaûorm waar architecten ook anders
dan met klachten aan zouden kunnen deelnemen.
Hun woningplattegronden waren liever "experi-
menteel" dan een studie in het kader van de
Voorschriften en Wenken. ".. .Niet alleen is de
architect bevreesd voor functionele normering;
hij ziet ook geen kans in de ontwikkeling te par-
ticiperen"..21
Niet in staat te participeren in de ontwikkeling
van stedelijke ruimten of woningplattegronden

24
Hans van Dijk

Hertzbergers huizen
De mogelijkheden en grenzen van een leidend thema

Hertzbergers ontwerpen en gebouwen zijn te Als architect en critici elkaars gevoeligheden


rangschikken in reeksen. Gezamenlijk vormen ze zouden ontzien, zou de publieke gedachtenvor-
het schoolvoorbeeld van een oeuvre, een samen- ming over architectuur snel op dood spoor raken.
hangende hoeveelheid werken. In dit artikel Wie in korte tijd en in beknopte vorm een bere-
wordt getracht die samenhang te interpreteren als deneerd oordeel aan het papier probeert toe te
de voortdurende vertaling van hetzelfde motief: vertrouwen verkeert daarbij in een andere positie
het woonhuis en de informele omgang van de be- dan de architect die jarenlang met veel toewij-
woners ervan. De ontwikkelingen in Hertzber- ding aan zijn ontwerpen en gebouwen werkt tot
gers werk komen voort uit de grenzen die de me- ze zich -en dat is zeker het geval bij Hertzberger-
tafoor van het woonhuis ontmoet en de weer- aaneenrijgen tot een oeuvre dat bestaat uit sa-
stand vanuit de maatschappij die anders reageert menhangende reeksen maar waarbinnen ook
op Hertzbergers samenlevingsmodel dan hij nieuwe vertrekpunten zijn te ontdekken. Het is
hoopt of verwacht. Maar eveneens blijkt dat de haast onvermijdelijk dat een kritisch oordeel de
architect in de meest recente ontwerpen ver- rijkdom aan ontwerpintenties en gerealiseerde
trouwde concepten heeft verlaten en nieuwe we- kwaliteiten reduceert, waardoor de architect zich
gen inslaat. soms het slachtoffer voelt van onbegrip. Is het
oordeel daarentegen positief, dan kan de ontwer-
per zich belast voelen doordat zijn eerstvolgende
werk onherroepelijk zal worden gemeten aan het
inmiddels geboekte succes.
In twee van de vele vraaggesprekken met Hertz-
berger die de afgelopen tijd zijn gepubliceerd,
geeft hij uiting aan beiderlei gevoelens. Aan het
einde van een openhartig gesprek vertrouwde
Hertzberger aan Ischa Meyer toe: "Ik heb tien,
vijftien jaar behoorlijk krampachtig gewerkt; ik
wilde, koste wat het kost, iets laten zien. Dat is
gelukt. Daarna kwam de angst niet meer aan de
aldus gewekte verwachtingen te kunnen voldoen;
een nieuwe druk".l In een eerder gepubliceerd in-
terview confronteerde Mil de Kooning Hertzber-
ger met de kritieken en irritaties die zijn werk
heeft opgeroepen. De architect stelde zich hierin
veel defensiever op. Hij pareerde de tegenwer-
pingen door nogmaals zijn inmiddels bekende

25
overwegingen uit de doeken te doen. Voor de waarneming van het werkelijke gebruik, bijstel-
Kooning was dit niet geheel bevredigend: "Her- ling van hypothese- overdraagt, alsmede de sa-
man Hertzberger is méér dan de man in dit ge- menstelling van zijn musée imaginaire -zijn
sprek. Een maker bijvoorbeeld. en een Bouwer. beeldenreservoir is weliswaar rijk gesorteerd
En een ontwerper van schitterende details. En maar toch eindig in omvang- plaatst zij zich in de
ook is hij kwetsbaarder dan zijn gebouwen" rol van "meester": iemand bij wie observatie,
(cursivering HvD).l oeuvre en didactiek sterk persoonsgebonden zijn.
In laatstgenoemd vraaggesprek laat Hertzberger De wereld die Hertzberger als leermeester om
zich ergens ontvallen: "Ik durf in een gesprek zich heen schept is zo sterk middelpuntzoekend.
ook niet een tijd mijn mond te houden omdat ik De laatste jaren laat hij zich in toenemende mate
bang ben dat de mensen me dan saai vinden. Dus op polemische wijze uit over het werk van eigen-
ik denk "Ik ga maar weer eens wat zeggen" en tijdse collega's - hij wordt daarin waarschijnlijk
over het algemeen valt met dat betrekkelijk mak- gestimuleerd door zijn groeiende internationale
kelijk". erkenning. Toch is daarvan niets terug te vinden
Deze neiging tot verbaal aanwezig zijn, tot ver- in de dictaten die van zijn colleges zijn samenge-
tellen, tot willen overtuigen, die -vooral tegeno- steld.3
ver een massaal, verwachtingsvol publiek- bij Bij zo'n meesterrol staan studenten voor de keus
Hertzberger af en toe zelfs de grenzen van de de- zich in de rol van "leerling" te handhaven en te
magogie bereikt, komt voort uit zijn diepgewor- ontwikkelen of, als ze dat niet willen, een afweer-
telde, didactische iristelling. Toch vormt juist de- mechanisme te mobiliseren, dat des te krachtiger
ze neiging de oorzaak van bovengenoemde irrita- zal zijn naarmate de didactiek intensiever is.
ties. Een vergelijkbaar dilemma tussen bewondering
Sinds zijn benoeming aan de Afdeling der Bouw- en irritatie maakt zich van de auteur meester,
kunde van de Technische Hogeschool in Delft in wanneer hij zich moet uitlaten over het gebouw-
1970 heeft hij zich een bijzonder toegewijd aan de en ontworpen oeuvre van Hertzberger. Aan
actief ontwerphoogleraar getoond, die ook in de beide gevoelens gaf ik eerder uiting. Het kantoor-
avonduren activiteiten op zijn atelier organiseer- gebouw voor Centraal Beheer beschouw ik nog
de. In overvolle zalen volgden steeds nieuwe ge- steeds als het enige "meesterwerk" dat de Neder-
neraties zijn colleges, waarin hij algemene stel- landse architectuur in de jaren zeventig heeft op-
lingen trachtte te funderen op de waarnemingen geleverd.4 Het is een overtuigende demonstratie
die hij over de hele wereld had gedaan en tevens van het humaniseren van de werkomgeving, en
inging op de wijze waarop bij het gebruik binnen heeft daarvoor terecht internationale erkenning
de door hem gerealiseerde gebouwen registreer- gekregen. Bovendien is het als experiment zon-
de. der meer geslaagd. s De irritatie betreft de voort-
Door de openhartigheid waarmee de docent durende aanwezigheid van het handschrift van de
Hertzberger zijn proefondervindelijke wijze van architect, de onontkoombare nabijheid ervan, en
ontwerpen -hypothese over het gebruik, ontwerp, de onwrikbaarheid van de gehanteerde systema-

26

l
tiek. Deze gevoeligheden vragen om analyse, om of zo men wil "domesticeren" van het openbare
van daaruit de werken te beoordelen die Hertz- gebied. Behalve deze uitbreiding van de huise-
berger onlangs aan zijn oeuvre heeft toegevoegd. lijke verzorgingssfeer tot buiten de eigenlijke wo-
ning, tracht Hertzberger de domesticatrie van de
Domesticatie collectief gebruikte ruimte op nog een andere
De verzoening van de openbare en de private wijze te bereiken, namelijk door het huis als me-
sfeer speelt bij Hertzbergers werk een cruciale tafoor te projecteren op andere situaties. Bij de
rol. De begrippen openbaar en privé vat hij niet scholen in Delft en Amsterdam weet hij zich
op als de polen van een abstracte tegenstelling, daarbij gesteund door Maria Montessori en haar
maar als aanduiding van domeinen die voortdu- volgelingen, die de "voorbereide ruimte" voor het
rend elkaar bepalen binnen een "territoriale span- schoolgaand kind ondermeer vergeleek met een
ningsreeks". Dat deze denkwijze zijn oorsprong huis, echter ontdaan van de anti-sociale besloten-
vindt in Van Eycks tweelingfenomenen, zijn heid? Bij het kantoorgebouw Centraal Beheer
drempelbegrip (la plus grande realité du seuil) was het leidmotief dat de gebruikers tot bewoners
en diens relativiteitsdenken zal Hertzberger zelf moesten worden. De ideale woonstaat duidt
als eerste toegeven. 6 Waar het hier om gaat is Hertzberger aan als een "stedelijk interieur" en
welke begrippen Hertzberger ermee verbindt en verder is er de door Van Eyck aan Alberti ont-
welke architectonische middelen hij gebruikt om leende vergelijking van een groot huis en een
de "gestalte van het tussen" in het leven te roe- kleine stad.
pen. Als Hertzberger het huis als metafoor projecteert
In plaats van de tegenstelling openbaar-privé te op de collectief gebruikte ruimte, is de vraag re-
overbruggen met het even abstracte en schemati- levant hoe hij zich het ideale huis voorstelt.
sche "semi-privé" en "semi-openbaar", koppelt Hertzberger hoort niet tot de architecten die zijn
hij haar aan begrippen als "toegankelijkheid" en denkbeelden daarover hebben gedemonstreerd in
"verantwoordelijkheid voor beheer en verzor- een ontwerp voor een vrijstaand woonhuis of een
ging". Door de privé-ruimte, bijvoorbeeld een villa. Toch laat hij niet na te vertellen dat hij na
woning, meer toegankelijk te maken, verliest ze een bezoek aan het Maison de Verre in Parijs van
haar krampachtigheid als gesloten bolwerk. Be- Pierre Chareau en Bemard Bijvoet zijn beroep
langrijker nog is de omgekeerde consequenties: koos. 8
als de openbare ruimte ontvankelijk wordt voor Een vrijstaande villa zou hem als opdracht min-
persoonlijke verantwoordelijkheidsgevoel en der interesseren vanwege het isolement ten op-
zorg van de directe gebruikers, zal ze intensiever zichte van de openbare wereld en het ontbreken
worden benut en rijker worden. van een territoriale spanningsreeks. Hertzbergers
Hertzbergers antwoord op verschijnselen in de individuele woonhuis zou gesitueerd moeten zijn
openbare ruimte als agressie en verwaarlozing en in een stedelijk of suburbaan milieu. Hoe het er-
op het collectieve beheer ervan; dat tot vervreem- uit zou zien laat zich reconstrueren uit zijn wo-
ding zou leiden, bestaat uit het territorialiseren, ningbouwprojecten waarbij stapeling niet nood-

27
r

zakelijk was. Van belang is dat de verticale circulatie naast dit


Bij de diagoonwoningen in Delft gebruikte hij centrum plaatsvindt, maar vooral dat het op geen
twee middelen om de polariteit tussen openbaar enkele wijze in verbinding staat met de openbare
en privé te doorbreken. De eerste was de uitwis- ruimte buiten het huis.
selbaarheid van de voor- en achterkant, die door- Bij de speurtocht naar Hertzbergers nooit ge-
gaans worden geassocieerd met respectievelijk bouwde, individuele woonhuis is een minder be-
een representatief "gezicht" naar de openbare kend ontwerp van belang. Het betreft de cluster-
ruimte en het privédomein van de tuin. woningen die hij voor de Documenta Urbana in
Die uitwisselbaarheid wordt mogelijk gemaakt Kassei ontwierp, maar die, in tegenstelling tot
door het aan de bewoners over te laten of ze aan zijn portiekwoningen, nooit zijn gebouwd. Hoe-
de voor- of achterzijde willen wonen, eten of sla- wel de architect hier was gebonden aan een half-
pen. Ze wordt ook stedebouwkundig onderstreept open blokverkaveling onderzocht hij verschillen-
door drie van de acht woningen 180" te draaien, de schakel mogelijkheden, waarbij de alzijdige
zodat de achterkant daar naar de straat is gekeerd. toegankelijkheid zou worden versterkt. Door de
De sfeer van de dakterrassen en de auto (inclusief stedebouwkundige randvoorwaarden moest hij
de verzorging ervan) vermengt zich met die van echter de uitwisselbaarheid van voor- en achter-
de tuin. zijde opofferen. Ook heeft hij hier het split-level
Doordat de verzorgingssfeer zo naar twee kanten principe niet toegepast, waarmee hij in Delft de
tot buiten de woning wordt uitgebreid en het huis scheiding tussen de bewoners op de verschillende
van twee kanten toegankelijk is ontstaan er twee vloervelden teniet kon doen. De nadruk valt bij
territoriale spanningsreeksen in plaats van een. dit ontwerp op de buitenkamer, die in relatie staat
De woning krijgt zo een centrum dat virtueel het tot een terras en een tuin. Visuele relaties tussen
sterkste privé-karakter heeft. In werkelijkheid de verdiepingen kunnen daar worden gelegd.
gaat het echter om een symbolische representatie Maar het eigenlijke centrum van het huis bestaat
van de relatieve openbaarheid binnen de woning weer ui een overkoepelde vide in de nabijheid
zelf. Symbolisch, omdat het niet gaat om de col- van de trap. Hertzberger laat uitdrukkelijk de mo-
lectief gebruikte woonruimte - deze bevindt zich gelijkheid open dat de bewoners de buitenkamer
immers op één van de vloervelden aan de perife- dichtbouwen. In dat geval blijft er niet alleen een
rie. het eigenlijke centrum is de door een rech- gedifferentieerde buitenruimte over (het terras en
thoekige lichtkoepel bekroonde vide tussen de de tuin) maar bovendien blijft het symbolische
trappen en de split-Ievelsgewijs verspringende centrum onaangetast.
vloervelden in. Dankzij de rolatiesymmetrie in de Hertzbergers ideale woning zou twee kenmerken
plattegrond is het ook in formeel opzicht het cen- hebben. Ten eerste de centriguale uitbreiding van
trum. Het is echter geen statistisch of monumen- de private verzorgingssfeer naar het openbare ge-
taal centrum, omdat de vide rond de verticale ro- bied toe, hetgeen in het exterieure beeld zichtbaar
tatie-as betrekkelijk klein is en de visuele relaties wordt in de aanbouwsels en uitbreidingen van de
steeds via ruimtelijk diagonalen lopen. bewoners zelf.

l
28
,

Ten tweede een centripetale representatie van de Het gegeven dat bovenwoningen geen tuin heb-
relaties die tussen huisbewoners bestaan en die ben tracht Hertzberger steevast te beantwoorden
vorm krijgt in een verticale, van boven verlichte met het aanleggen van ruime woonbalkons. Ge-
ruimte, in de nabijheid van de trappen, betrekke- zin en gasten moeten daar rond een eettafel kun-
lijk onaantastbaar is voor veranderingen door de nen zitten en niet worden gedwongen op een rij
bewoners zelf en zonder direct contact met de langs een balustrade plaats te nemen. Maar an-
openbare straatruimte. ders dan portieken zijn balkons geen directe
schakels in de spanningreeks tussen openbaar en
Woningbouwprojecten privé. Twee projecten vormen daarop een uitzon-
Een vergelijking tussen Hertzbergers nooit ge- dering. In de Haarlemmerhouttuinen hebben ook
bouwde individuele woonhuis en de reeks wo- de benedenwoningen geen tuin. In plaats daarvan
ningbouwprojecten van het portieketage type is kregen ze een "balkon" op het niveau van de
dubbel hypothetisch, maar kan enkele details woon straat via welke ze ook toegankelijk zijn. In
verklaren uit een "verplaatsing van concepten". het ontwerp voor de woningen in Berlijn-Span-
dau zijn de bovenwoningen via de woonbalkons
op het trappenhuis aangesloten.
In alle andere gevallen hebben de balkons naast
hun gebruiksfunctie ook een sociaal en een esthe-
tisch effect. Door de complexe ruimtelijke scha-
keling kunnen bewoners op hun balkons met el-
kaar in contact treden. De functie die het centrum
in de Delftse diagoonwoningen moest vervullen -
het representeren van relaties tussen de huisbe-
woners- wordt in sociaal opzicht naar het niveau
van het burencontact verschoven. In ruimtelijke
zin kan zo het "centrum" uit het middelpunt ver-
dwijnen en deel gaan uitmaken van de overgang
tussen privé en openbaar. Tegelijk verliest het zo
zijn symbolische karakter: de openbaarheid is
buiten de woning reëel.
In de gerealiseerde woningen in Kassei heeft het
trappehuis die functie overgenomen: het extra
ruimte bordes wordt door de buren gebruikt en
verzorgd. het lichtkoepeitje lijkt een rudiment te
zijn van het bovenlicht van het symbolische cen-
trum, dat hier naar buiten is verplaatst.
Een combinatie van trappehuis en woonbalkons,

29
zoals in het Spandau-project is uitgeprobeerd, keningen aan het licht komen.
zou de synthese kunnen brengen tussen een verti-
cale, van boven verlichte ruimte, met daarin het Collectieve gebouwen
verticale verkeer, en de overgangsreeks tussen Hertzberger is niet de enige architect die het
openbaar en privé. woonhuis als metafoor gebruikt bij het ontwerpen
De woonbalkons hebben echter ook een estheti- van gebouwen waar grotere collectiviteit moeten
sche functie. Als de bewoners van de bovenwo- samenwonen en samenwerken. Veel unieker is
ningen hun verzorgingsgebied niet tot in de open- dat hij de informele omgang tussen huisgenoten
bare ruimte kunnen uitbreiden, kunnen de bal- daarbij ook als model hanteert voor grotere socia-
kons tenminste bewerkstelligen dat het dagelijks le verbanden en het individuele verantwoordelij-
leven het beeld van de collectieve buitenruimte kheidsgevoel voor het verzorgen van de geza-
bepaalt. Enigszins gechargeerd kan men zeggen menlijke ruimte onontbeerlijk acht voor het be-
dat Hertzberger de wanden van zijn "stedelijk in- heer van collectieve gebouwen. Samenwonende
terieur" stoffeert met tableuax-vivants van huise- en -werkende individuen zouden zich, al naar be-
lijke tonelen. hoefte in federatief verband moeten aaneenslui-
Nog niet lang geleden heeft hij gerefereerd aan ten, zodat men zich ook collectief kan herkennen
de aandacht die schilders als Jan Steen, Pieter de in de wijze waarop de gezamenlijke ruimte wordt
Hooch, Jan Vermeer en Vincent van Gogh beste-
den aan het alledaagse leven in en rondom het
huis. De informele omgang van mensen in de
huiselijk sfeer, die door hen wordt verbeeld, er-
vaart Hertzbergers als een typisch Nederlandse
cultuurtraditie. Ze is weliswaar niet vrij van
kleinburgerlijkheid, maar in ieder geval gevaarlo-
zer dan een samenleving waarvan het gezicht
wordt bepaald door "de glans en grootheid van
een kleine minderheid".9 Hertzberger wil zo met
zijn niet-imponerende, niet-dominerende archi-
tectuur en zijn niet-hiërarchische ruimte-organi-
satie het kader scheppen waarbinnen dit gemoe-
delijke sociale leven zich niet alleen kan afspelen
maar ook zichtbaar wordt gemaakt. het is een es-
thetische voorkeur die vergelijkbaar is met het
sociaal-realisme van de 19de eeuwse schilder- en
romankunst. Het is vrij van iedere heroïek, zowel
de valse heroïek van het socialistisch realisme,
als de tragische variant, die in Le Corbusiers te-

30
,

tiek waar de Nederlandse samenleving in de jaren


zeventig erg ontvankelijk voor was, toen ze de
democratische vernieuwingsideeën van het voor-
gaande decennium trachtte te verwerken en ze
onder sociaaldemocratisch bestuur stond. Die
ontvankelijkheid is inmiddels sterk afgenomen.
Bij Hertzberger heeft dat geleid tot het bijstellen
en zelfs verlaten van enkele concepten.
Het projecteren van het huis en de sociale om-
gang die zich er binnen afspeelt op scholen, be-
jaardentehuizen en kantoorgebouwen had aan-
vankelijk drie consequenties. Omdat een collec~
tief uit vele individuen bestaat, moest de span-
ningsreeks tussen openbaar en privé binnen het
gezamenlijke bouwwerk worden vermenigvul-
digd. Dat leidde tot het fragmentariseren van het
gebouw in individuele plekken, georganiseerd
langs een netwerk van openbare ruimten, dat het
liefst zo hiërarchisch mogelijk moest zijn georga-
niseerd. Me de individuele verzorging van de
beheerd. Een centralistisch beheer gaat in zijn openbare ruimte rond het collectieve gebouw was
ogen snel een eigen leven leiden en wekt ver- het moeilijker gesteld. Het door Hertzberger ge-
vreemding bij degenen die eraan zijn overgele- wenste collectieve verantwoordelijkheidsgevoel
verd. Dit model van een federatieve, van onderop ontstaat niet zo makkelijk. Bij het bejaardenhuis
georganiseerde samenleving is anarchistisch van De Drie Hoven werd het openbare groen ver-
origine. het verschilt diametraal van Le Corbu- deeld in individuele werktuinen, maar anders dan
siers maatschappijvisie, die een mengsel was van werd verwacht namen niet de bejaarden de ver-
Fourierisme, syndicalisme en de bewondering zorging ervan op zich maar een school in de
voor het door één visionaire ondernemer geleide buurt, die behoefte had aan schooltuintjes.
bedrijf. Le Corbusier gebruikte geheel andere De tweede consequentie van Hertzbergers huis-
modellen voor zijn collectieve gebouwen: de model is de optimale, alzijdige toegankelijkheid
phalanstère, het klooster en het oceaanschip; van het collectieve "huis". De openbare ruimte
goed georganiseerde en onder eenhoofdige lei- binnen zou naadloos moeten aansluiten op de
ding staande gemeenschappen. openbare buitenruimte. Ook hier heeft de realiteit
Hertzbergers samenlevingsmodel is een kritiek het ideaal gelogenstraft. Van de vele ingangen
op de wijze waarop de naoorlogse welvaarts- en waarmee De Drie Hoven en het kantoorgebouw
verzorgingsstaat is georganiseerd. Het is een kri- Centraal Beheer zijn uitgerust zijn er inmiddels

31
vele gesloten. In het laatstgenoemde geval heeft en Amsterdam, heeft Centraal Beheer geen sym-
het niet doorgaan van stedebouwkundige plannen bolisch centrum. De representatie van het "open-
het realiseren verhinderd van een looproute tus- bare rijk" bestaat uit een raster van passage-ach ti-
sen de stad en een nieuw aan te leggen spoorsta- ge ruimtes tussen de torentjes met de individuele
tion die gedeeltelijk door het gebouw heen zou werkeilanden. Een van de tegenspraken binnen
hebben gelopen. dit concept is dat deze ruimtes niet samenvallen
Bij het bejaardenhuis De Overloop en de recente met de circulatieroutes op het basisniveau. Zowel
kantoorgebouwen drongen de opdrachtgevers aan daar als op de hogere verdiepingen interfereert
op één hoofdingang, zodat binnen- en buiten- het raster van de looproutes met dat van de passa-
openbaarheid van elkaar werden gescheiden en ge-achtige ruimtes. De laatste komen dan ook het
het niet-hiërarchisch circulatienetwerk moest meest tot hun recht op plaatsen waar de bruggen
plaats maken voor een distribuerend stel routes. tussen de eilanden ontbreken, bijvoorbeeld bij de
Tenslotte maakten doelmatigheidseisen het vaak torens voor de technische installaties. De openba-
noodzakelijk dat de begane grond moest worden re ruimte is aanwezig in twee rasterstelsels, de
opgeofferd aan parkeergarages of afgesloten ene symbolisch, de andere functioneel. Maar bei-
dienstruimten. Het openbare gebied binnen het de zitten in de weg.
gebouw kwam daardoor vaak op de eerste verdie- In de latere kantoorgebouwontwerpen lost Hertz-
ping te liggen: een nieuw basisniveau dat niet berger dit probleem op door weer één centrale,
aansloot op de openbare buitenruimte. van boven verlichte ruimte te kiezen. Deze ruim-
Om voor deze problemen een oplossing te vinden tes vallen doorgaans samen met de belangrijkste
heeft Hertzberger de derde consequentie van zijn horizontale circulatieroutes, terwijl ook het verti-
huismetafoor aangegrepen, namelijk de vergro- cale verkeer zich erbinnen afspeelt, of in de on-
ting van het symbolisch centrum. In grotere ge- middelijke nabijheid ervan. Het systeem van
bouwen bleef dit vaak afgeschermd van de bui- werkeilanden en verbindende looproutes moet
tenwereld, werd het van boven verlicht, maar be- voor deze centrale ruimtes worden onderbroken.
halve als representatie van de collectiviteit kon Bij het ontwerp van Grüner en Jahr in Hamburg
het ook gemeenschappelijke gebruiksfuncties in krijgt de centrale ruimte dankzij zijn verkeers-
zich opnemen. In het bejaardencentrum De Over- functie een lineaire vorm. In het veel compactere
loop is deze ruimte als ontmoetingscentrum be- gebouw dat Hertzberger inzond voor de prijs-
stemd. Op aandrang van de architect kan ze ook vraag voor de Stadtwerke in Frankfurt is een
als restaurant worden gebruikt. 1o Een royale trap Kundenhalle opgenomen. Vanwege haar pu-
leidt van de ingang naar dit centrum op de eerste blieksfunctie zou het openbare binnengebied hier
verdieping. Van daaruit vertrekken trappen naar werkelijk kunnen aansluiten op de straatruimte.
de hogere woon verdiepingen. Het hoogteverschil van 2,65 meter wordt door
Bij de kantoorgebouwen is het iets anders ge- middel van roltrappen overbrugd op de plaats
steld. Anders dan zijn voorlopers, de prijsvraa- waar de hal aansluit op een uitgespaarde hoek
gontwerpen voor de stadhuizen in Valkenswaard van het gebouw.

32

l
,

Bij het definitieve ontwerp voor het Ministerie omgang tussen leerkrachten en leerlingen en de
van Sociale Zaken is de centrale ruimte opnieuw bijbehorende verzorging van de omgeving, nog
lineair en wordt ze tevens begeleid door hoofd- het meest vergelijkbaar is met die van de ouders
routes en stijgpunten. In de plattegrond heeft ze en kinderen van een huisgezin. In de Apolloscho-
een geknikte vorm, in de doorsnede blijkt dat ze len zijn de centrale ruimtes opnieuw van de bui-
zich boven verschillende basisniveaus verheft de tenwereld afgeschermd en worden ze van boven
begane grond bij de centrale ingang, de tweede verlicht. Ook hier ligt het basisniveau hoger dan
verdieping ter plaatse van de zijvleugels. De ont- de straat, maar het schoolplein vormt een ge-
wikkeling van schets-, voorlopig en definitief meenschappelij}c plateau, dat met zijn speelplek-
ontwerp is betekenisvol. Van de vides, die Hertz- ken en tuinen toch nog mogelijkheden biedt om
berger aanvankelijk, naast zijn centrale ruimte in het verzorgingsgebied voort te zetten in de open-
het gebouw had willen opnemen is er tenslotte bare ruimte. Door het splitlevelprincipe krijgt de
niet één overgebleven. De meeste kantoorver- centrale ruimte niet alleen een amfitheater, maar
trekken liggen aan de buitengevel of aan de cen- worden ook de visuele contacten tussen klasloka-
trale ruimte. In dat opzicht benadert Sociale Za- len geïntensiveerd.
ken qua type het atriumgebouw, waarvan Helmut De strakke plattegrond waar de lokalen en trap-
Jahns State of Illinois Center een recent voor- pen rond de centrale hal zijn georganiseerd herin-
beeld is. ll nert aan Palladio's villa's, de doorsnede met zijn
Ook op het gebied van de ontspannen verhou- piano nobiIe eveneens. Als bouwrnassa's voegen
ding tussen privé en gemeenschappelijk gebied de scholen zich in het patroon van vrijstaande
. heeft Hertzberger concessies moeten doen. De herenhuizen aan de Appollolaan. De woonhuis-
tijd van het open kantoor ligt inmiddels weer metafoor blijkt hier optimaal zijn geldigheid te
achter ons. 12 In het Ministerie van Sociale Zaken bewijzen.
zijn nog wel open en half-open werkplekken aan- Toch is Hertzberger in de school op het Ambon-
wezig, maar het overgrote deel van de werkeilan- plein nog een stap verder gegaan. Daar heeft hij
den -nu achthoekig en veel groter dan bij Cen- de Palladiaanse, orthogonale symmetrieassen
traal Beheer- is opgedeeld in afgesloten vertrek- weer ingeruild voor zijn geliefde rotatiesymme-
ken. Zo bezien blijft Centraal Beheer als mee- trie. Het centrum gebied is gedifferentieerder, om-
sterwerk van de jaren zeventig onherhaalbaar, dat naast het amfitheater nog een ontmoetings-
niet omdat de architect niet aan de gewekte ver- ruimte is gemaakt. De visuele relaties verlopen
wachtingen kan voldoen, maar omdat de pro- nu weer alle langs ruimtelijke diagonalen. Het
bleemstelling -het combineren van de voordelen centrum is weer optimaal gedynamiseerd.
van cellenkantoor en B ürolandschaft - het al- Nieuw zijn ook de gebogen gevels, waarmee de
weer gedateerd is. klaslokalen worden samengevat in één totaal-
Het meest ongeschonden komt de metafoor van vorm en niet apart worden gearticuleerd. Deze
het individuele woonhuis naar voren in Hertzber- verandering hangt samen met Hertzbergers voort-
gers scholen. Dat is niet verwonderlijk omdat de durende dilemma tussen een genererende "bou-

33
worde" en de verschijning van een gebouw als biliseerd door de traptorens, die volgens een re-
object in de stad. gelmatig raster over het terrein werden geplaatst.
Dit principe is vergelijkbaar met dat van de Ja-
panse metabolisten in de jaren zestig, die tijde-
Bouworde en plastische waarden lijke invullingen tussen permanente kernen voor-
Vanaf zijn eerste werken heeft Hertzberger ge- stonden.
probeerde de spanning tussen deel en geheel, tus- Hoewel de latere uitbreidingsfasen nooit plaats-
sen articulatie van afzonderlijke elementen en de vonden, verwijzen de uitstekende balkopleggin-
hoofdvorm, op te lossen door middel van een sy- gen aan de trapschachten nog steeds naar een vir-
stematiek die zowel formeel als bouwtechnisch tuele uitbreidbaarheid. Terwijl Hertzberger met
van aard is. Hij omschrijft de door hem nage- zijn bouworde destijds nastreefde dat een gebouw
streefde bouworde als "de eenheid die ontstaat in elke fase van zijn geleidelijke realisatie steeds
wanneer in een bouwwerk niet alleen de delen àf was, leggen details als deze juist de nadruk op
met elkaar het geheel bepalen, maar omgekeerd de permanente onvoltooidheid ervan.
evenzeer de afzonderlijke delen als even logische Hetzelfde geldt voor de bouworde van Centraal
consequentie uit dat geheel voortkomen."13 Hij Beheer. De buitenkanten van de torentjes, die
vergelijkt die eenheid met een structuur, waarin binnen het "stedelijk interieur" van de passage-
de van plek tot plek vereiste bouwkundige oplos- achtige ruimtes bepalen, verschijnen pardoes in
singen verschijnen als permutaties van elkaar. het gebouwexterieur en hebben daar geen enkele
Een dergelijk soort eenheid waardeert hij vooral ruimtevormende functie meer. Aan weer en wind
in het weeshuis van Van Eyck, waar met een be- blootgesteld, verstoken van de kleurige posters
perkt aantal middelen een helderheid is ontstaan en levenstekenen, waartoe de grijze betonopperv-
die Hertzberger eerder met de klassieke architec- lakken binnen oproepen, lijken ze in het stads-
tuur associeert dan met de kasbah. In tegenstel- beeld nog slechts te wachten tot ze in een volgen-
ling tot de klassieke ordes, die op consensus be- de fase gezelschap krijgen.
rustten, wil Hertzberger voor ieder gebouw een Bij Centraal Beheer was nooit uitbreiding voor-
aparte "taal" ontwikkelen. zien, maar het ontwerp voor Valkenswaard toont
Een eerste poging daartoe is de uitbreiding van aan dat deze bouworde wel degelijk is voortgeko-
het Linmijgebouw. Hier vatte hij de bouworde op men uit het idee van het behoud van eenheid bij
als een constructief systeem van prefab betonele- een gefaseerde realisering. In Apeldoorn wordt
menten, dat al naar gelang de ruimtebehoefte kon het exterieure beeld gedomineerd door de additie-
worden voortgezet. Maar omdat de elementen het ve articulatie van individuele werkeilanden. An-
oude gebouw in een soort kankerachtige groei ders dan bij de woningbouwprojecten kan het in-
zouden overwoekeren, zou iedere controle over formele leven zich er niet manifesteren. De mid-
de totaalvorm ontbreken. delen om de totaalvorm te beheersen - rotatie-
In het gerealiseerde ontwerp van De Drie Hoven symmetrie en een licht piramidale opbouw - zijn
werd de uitbreiding van het bouwsysteem gesta- onvoldoende om het gebouw als geheel een iden-

34

L
titeit te geven die noodzakelijk is nu bedrijven en formele, dagelijkse leven. Maar om al deze indi-
instituten op veel groter schaal niveau dan vroe- viduele toevoegingen mogelijk te maken, zelfs op
ger hun plaats in de stad zoeken. Door de bou- te roepen, zet hij zijn gebouwen zo vol "aanzet-
worde vernietigt Hertzberger zo de bemiddeling ten" dat ze onontkoombaar zijn en opdringerig
tussen het individu en de stad, die hij juist zegt worden.
na te streven. Alan Colquhoun ging zelfs zo ver Het Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht is in
te spreken van een "onmenselijke" herhaling van dit opzicht een overgangswerk. De bouworde is
identieke eenheden, als overheersende indruk. 14 gereduceerd tot zware, blokvormige kapitelen in
Deze bouwordes gehoorzamen slechts aan hun een betonskeletsysteem dat voor de rest van het
eigen interne wetten en komen zo in conflict met Maison Domino-type is. Als eenheidscheppend
de eisen die vanuit de stedelijke ruimte aan ge- middel bewijzen ze hier hun kwetsbaarheid en
bouwen van deze omvang mogen en moeten overbodigheid. Waar de kolommen en hun kapi-
worden gesteld. Ze dragen niets aan voor de op- talen niet nodig zijn, zoals in de grote zaal, er-
lossing van het probleem van de gevel - de zin vaart men dat als een verademing, waar ze ver-
volle beêindiging van de bouworde of de bemid- schijnen in de buitengevels, die hier de rooilijnen
deling tussen bouworden en de bestaande orde- volgen, leiden ze tot overbodige en soms absurde
ning van de stedelijke ruimte. Juist waar er al een details. Het is een catalogus van oplossingen voor
stedelijk interieur is waarmee de collectiviteit een probleem dat niet bestaat.
van stadsbewoners zich identificeert, is het pro- In zijn laatste ontwerpen is die krampachtigheid
bleem van de gevel aan de orde. verdwenen. De bouworde van de Apolloscholen
. Maar Hertzbergers vroege bouwordes roepen een is afgeleid van een betonskelet à la Duiker en
nog principiëlere kritiek op. Omdat ze worden heeft nog iets van een grammaticaboek waar alle
gebaseerd op additieve constructiesystemen - vervoegingen moeten worden gedemonstreerd.
bouwdozen, zoals hij het zelf uitdrukte - is de na- Maar bij het Filmmuseum in Berlijn en in de kan-
gestreefde eenheid in het geheel steeds afhanke- toortorentjes van het Pirelli-ontwerp gaat hij uit
lijk van de aanwezigheid van de onderdelen. Zo
moet de ordescheppende architect altijd en overal
aanwezig zijn, uit angst dat het gebouw anders
uit elkaar valt. Als het geheim van de eenheid be-
sloten ligt in elk der samenstellende onderdelen,
wat blijft er dan van over als die elementen er op
bepaalde plekken niet zijn?
Het is precies dit dilemma dat de irritatie oproept
waarover in het begin van dit artikel sprake was.
Hertzberger wil een architectuur maken die
voortdurend aanleiding geeft tot interpretatie,
spontaan gebruik en die ruimte laat voor het in-

35
van bouwvolumes die een grote plastische auto- en Beton, nr. 2, 1984
3 Van de vier dictaten die Hertzberger van zijn Delftse colle-
,:!omie bezitten. Deze vonnen gehoorzamen niet
ges wil laten samenstelling zijn er inmiddels twee versche-
de rooilijn, maar verschijnen wel degelijk als nen: Herman Hertzbcrger, Het openbare rijk en Ruimte ma-
zelfstandige, stedelijke elementen. Tevens krij- ken, ruimte laten, (Theorie en praktijk van het ontwerpen, sa-
gen ze een ruimtebepalende werking, en in het menvatting colleges architectuurbeschouwing 1973-1982,
geval van het Filmmuseum worden de cilinder- resp. deel A en B), Delft, vakgroep 13 Architectuurbeschou-
vonnige satellieten daartoe zelfs aangesneden. In wing, Afdeling der Bouwkunde
4 Hans van Dijk, "Herman Hertzberger, Architectural princi-
deze werken zijn de obsessies met de bouwordes pIes in the decade of Humanism" , Dutch Art + Architecture
van het vroege werk verdwenen, ook de associa- Today, 1979, nr. 6 pp. 25-35
ties met Van Eycks werk worden er niet door ge- 5 Zie de verklaringen van W.M. Jansen, hoofd interne dienst
wekt. Veeleer dringen vergelijkingen zich op met van Centraal Beheer en destijds bouwcoördinator, Hans Ste-
vens, "Kantoor van Centraal Beheer na dertien jaar niet ver-
de Le Corbusier van de Cité des Réfuges en de
ouderd", Bouw 1986, nr. 20, pp. 57-59
Franse ambassade in Brasilia. Het etaleren van 6 Tenzij anders vermeld wordt bij de verwoording van Hertz-
het spontane leven is verdwenen. En uit de schet- bergers opvattingen gebruik gemaakt van zijn collegedictaten,
sen van het Pirelli ontwerp blijkt dat de inspiratie zie noot 3
van de Hollandse huistafereelschilders heeft 7 "Het moet een echt huis zijn; waarmee ik een stel kamers
bedoel en een tuin waarover de kinderen de baas zijn..... Ma-
plaatsgemaakt voor de flessen en de kannen van
ria Montessori, wals geciteerd in N. van Ewijk, M. Trotman
Morandi. Hertzbergers ontvankelijkheid voor de Sormani "Voorbereide omgeving, acht karakteristieken", De
va lori plastici van de Italiaanse stillevens is niet architectuur van de Montessorischool, Amsterdam 1985
verwonderlijk, gezien zijn voortdurende belang- 8 Herman Hertzberger, "L'Espace de la Maison de Verre", L'-
stelling voor plastische tektoniek. In de vroegste Architecture d'Aujourd'hui nr. 236, december 1984, pp. 86-90
ontwerpen kwam die tot uitdrukking in de detail- 9 Herman Hertzberger, "De traditie van het nièuwe bouwen
en de nieuwe mooiigheid", in Hilde de Haan, Ids Haagsma
lering, in het Milanese en Berlijnse project ver- (red.) Wie is er bang voor nieuwbouw?, Amsterdam, 1981,
schijnt ze in de vorm van stedelijke objecten. Pla- pp. 149-154
sticiteit onderstreept de permanentie en de solidi- 10 Aanvankelijk was het de bedoeling dat de maaltijden langs
teit van de architectuur; ze maakt haar tot de con- de individuele woonvertrekken zouden worden gedistribueerd
travorm van het vluchtige en veranderlijke leven. 11 Zie Archis 1986, nr. 5, pp. 38-44
12 Tot deze conclusie kwam Francis Duffy al in 1980. Zie
Bij Hertzberger gaat het nu echter minder om een zijn "Office Building and organisatorial change", in Anthony
kleinschalig, plastisch landschap dat individueel D. King (ed.),.Building and Society, Londen, 1980, pp. 254-
in bezit wordt genomen, maar eerder om een ste- 280
delijk en zelfs monumentaal decor voor het reële, 13 Zie noot 3.
openbare leven. 14 Alan Colquhoun, "Tbe Superblock" (1971) gepubliceerd
in Alan Colquhoun, Essays in Architectural Criticism, Cam-
bridge, Massachusetts, 1981, pp. 83-103. Zie ook zijn "Cen-
Noten
traal Beheer" (1974), op cit., pp. 104-109.

1 Ischa Meyer, "Twee kanten", interview met Herman Hertz-


berger, Vrij Nederland, 11 mei 1985, pp. 22 dit artikel is eerder verschenen in archis nr. 12,
2 Mil de Kooning, "Herman Hertzberger in gesprek", Vlees 1986

36

l
,

Wouter Deen

Interview met Herman Hertzberger

You yourself have mentioned in previous inter- I think nothing is as boring as having succeeded.
views that you abandon certain design attitudes Once is pleasant of course but when you repeat it
in order to find new ways. In how far is this a many times it soon gets tiresome.
consequence of general developments such as a So I do not change as a consequence of weakness
changing society and the architectural discus- but of strength. I can permit myself to explore
sion and in how far is this a result of a personal new solutions.
development? But there are also social developments. For in-
stance, from 1%8-1972 I made the design for
My starting points have certainly not changed, it Centraal Beheer. The idea there was to create
is only that I do not try to achieve my aims in some kind of settlement which could he entered
one distinct way any more. At a certain moment from all possible sides.
an architect becomes more independent from At the moment I'm working on the Department
prominent predecessors; he is able to permit him- of Social Affairs, which clearly has just one en-
self to do so, I mean the freedom to be influ- trance. This is not because I have suddenly
enced by a younger generation rather than by the changed my mind on this subject. It is just that
older one. You also become fed up with certain the extemal situation has changed to such an ex-
things which once have been a recipe for suc- tend that it cannot he realized any more nowa-
cess. days. I do not get the chance, irrespective of the
fact whether I would lilee it or not.

In an article by Hans van Dijk ifrom the Dutch


architectural magazine Archis) it is indicated
that in the case of the Department of So cia 1Af-
fairs you use new architectonic elements like,
for instance, symmetry and hierarchy. Do you
see this as just a result of a changing commis-
sion and situation or is it a need to find new
means as weU?
N{y starting points remain unchanged: I still be-
lieve in the great importance of collective space
next to individual space. There are so many other
people who stress the latter, I do not find it inter-
esting and we don'thave to score on that point.
So, those starting points have not changed. In the
Department of Social Affairs you will find just as

37
strong a stress on collective space as in the Cen- would never make them of sheet iron, because
traal Beheer building. What you will see, though, then they would look like petroleum cans.
is a different way of shaping it. In Centraal Beh- So I do think that I will introduce sm all changes
eer it is more sponge-like, spreading over the en- at a certain moment, perhaps fewer concrete
tire building, whereas in the new building it is block façades, but the concept will in principle
like a strip running the length of the building. remain usabIe.

I understand that the designsfor the Ministry of You say somewhere that your feelingfor scale
Social Affairs had been shelvedfor quite a long has increased as weil.
time before it was taken up again. What is it like Yes, I want things to become larger. It's part of
to work again on a design after such a long your physical structure, somehow or other. I don't
time? Did youfeel the need to change things, know where it comes from, perhaps it's the way
was there roomfor change at all? things develop in general. The result is that I now
I have never had great difficulty in this respect find Vredenburg a bit smaU-scale myself, where-
because I always take rather small steps. I'm not a as the criticism of other people didn't really im-
person who suddenly finds himself designing in a press at the time. But it is question of
totally different style, thereby compromising my- skill too, really, being able to work with larger
sclf. As far as that is concemed I'm not reaUy forms without ending up with emptiness.
susceptible to trends. I am really fairly constant
and change only those things that shift after a
time. The film museum in BerIin is one of those
projects that has been on the shelf for a very long
time. So, wh en it will have been built, which I
hope and expect, I will yet again be able to say:
"That has taken ten years."
Of course, when you start to work on it again you
see elements you wouldn't use any more; some
things change and some elements remain. I sim-
ple carry on with it, because style or trend are not
really important to me.
Those drums I wanted to be made of concrete
blocks wiU perhaps be plastered because I have
seen that you can do very fine things with plaster.
I have thought about making them in two colours
instead of just white under the influence of cer-
tain things but also because I have this idea of the
staircase that cuts them in halves. However, I

38
In Holland there is this stereotypical way of put- However, when Rem has an idea of a strip likea
ting you and Aldo van Eyck at the opposite end kind of section of a problem, perrnitting a free in-
of Koolhaas. You have spoken in those terrns fi11, that is, a strip forrned very much like a struc-
yourself at times. Yet, Koolhaas has once indi- ture and says: 'Tm not going to determine it any
cated a kind of similarity between the three of further, life itself will do that", then, of course, he
you asfar as an interest in the programmatical is the purest structuralist imaginabIe. The story of
aspects of design are concerned. I see this as warp and weft is the most fundamental principle
follows: you are both occupied with the creation of structuralism. As far as that is concemed 1 no-
of possibilities .. Koolhaas in terms of pro- tice in Koolhaas', but also in Tschumis work -
grammes and scenarios, you in terms ofinfill those follies, the way in which the plot has been
and performance. The fundamental difference arranged with all those points of intensity on to
would be that he uses neutrality, emptiness and which the entire plan is pinned - those things that
absence, whereas you use provocation and invi- structuralism meant to us at the time.That we are
tation. How do you see that relation? as contradictory can, apart from a desire for po-
Well, Koolhaas is of course a very structuralistic lemics, be attributed to the fact that people
architect. The thing is that people who talk about equalled structuralism with messing about with
structuralism are only talking about the outward units that were too smalt. But that is not real
appearance but not about the story that's behind background of structuralism.
it. So they see him as a contradiction. The love we share for a Cerdà plan or the New
York grid - a love which is more or less explicit
in all my stories and from which Centraal Beheer
has partly originated - is in fact the very same
thing from which Koohaas and Tschumi derive
their structure. lt's just that they don't use that
word.
When you look, however, at Koolhaas' plan for
Melun-Senart he says: "Look here, we cannot
cope with all those housing projects anymore,
that's all in the hands of developers anyway. But
where we do have influence is in those areas that .
are left over." Looking at the model you will see
that he puts the housing blocks almost on top of
one another, saying: "There is reason to believe
that the density will he very high indeed. " 1 can
of course appreciate that kind of cynici sm as a
joke and 1 do understand the idea that he can
shape the open space, that is pure structuralism.

39
But I cannot go along with simply saying: "We'll office an English name, and you may grumble at
leave this, the developers will see to it." I think Holland, blood is thicker than wa!er. I think he's
that the realisation of these things i. e. the hous- a typicaIly Dutch architect.
ing, however tiresome it may be and despite your He must find this dreadful to hear.
limited power, does belong to the task of an ar-
chitect. I do not think you can simply drop this
area because the dwellings will be crammed in
too little space and your powers will be limited. I
think you should most certainly concern yourself
with it. Deze text is een deel van een interview dat afge-
nomen werd op 23 mei 1989. De hele text is ge-
You think there is too much indifference in it. publiceerd in de INDESEM boeken, verschenen
As far as that is concerned there is a difference in bij het Publicatieburo van de Faculteit der Bouw-
starting points after all: are you or are you not oc- kunde
cupied with people. I'm not saying that Rem
doesn't en gage in people. When you go to the
Nederlands Danstheater (Dutch Dance Theatre)
you will see spaces that have been made for peo-
ple. You feel weIl there and on many counts it is
more spatial than what I did at Vredenburg.
So that's not the problem. But talking about this
kind of housing it is.
I do think that Rem is changing and that he is
busy with other things, so I don't think it oppor-
tune now to sharpen that contradiction.

I think the contradiction is being handled in a


much too stereotypical way. Looking at Kool-
haas' designfor the Hague town-hall you wil!
see clustered offices as weil, especially at the
higher floors.
Rem's plan came much nearer to me than
Meier's, who simply made two straight bars.

Do you think that there is a kind of Dutch men-


tality behind it?
I do. You may live in London, you may give your

40
l
I
Bart Lootsma

Cees Dam: Chi-Chi

Een paar jaar geleden kwam ik regelmatig in Den De glazen cilinders bevatten voor iedere apparte-
Haag. De zondagen ging ik vaak naar het strand ment een vestibule waarvan men de ramen ge-
in Scheveningen om te wandelen, om uit te waai- heel weg kan schuiven zodat een balkon ontstaat
en of om in de zon te liggen. Zo'n wandeling be- met een wijds uitzicht over zee, open voor zonen
gon meestal bij de visserijhaven en het haven- zeewind. In de zomer stond de Residentie Sein-
hoofd en eindigde bij het pretentieuze en hope- post er stralend wit bij - een hommage aan alle
loos verkitschte gebied rond het 1ge eeuwse Kur- hedonistische aspecten van de moderne architec-
haus - gelukkig met uitzicht op de fraaie tuur: mondain ook.
modernistische pier van Dijk, Maaskant en Apon In de winter, vooral als het stormde, maakte het
uit de jaren vijftig. Onderweg kwam ik dan langs project op een andere manier indruk. Dan hing er
een opmerkelijke complex met luxe appartemen- een sfeer van verlatenheid -het restaurant geslo-
ten, gelegen op het hoogste punt van Schevenin- ten, de ramen van de vestibules dicht en het glas
gen, het Seinduin. Het geheel maakte een verstil- ervan naadloos overgaand in de wit betegelde ge-
de indruk: een getrapte compositie van witte vels - versterkt doordat over het geheel een film
blokken met op iedere ribbe een glazen cilinder, lag van fijne nevel, vooral bij storm. Voor het
het geheel in een hoefijzervorm gegroepeerd eerst werd ik me ervan bewust dat op het dak van
rond een plat rond paviljoen, een restaurant. het restaurant een bronzen sculptuur van Neptu-
nus stond. Ik zette de kraag van mijn regenjas op
en het gebouw was filmdecor geworden. Het is
verbazingwekkend dat nog geen Nederlandse ci-
neast het als zodanig heeft gebruikt, zoals dat
wel is gebeurt met de gebouwen van Arquitecto-
nica in Miami, die eenzelfde soort van kwaliteit
hebben, zij het op een veel grotere schaal.

Cees Dam is in Nederland een omstreden archi-


tect. Dat komt zeker omdat perikelen rond een
aantal van zijn gebouwen in de pers zijn versche-
nen, hetgeen niet zo verbazend is gezien de aard
van de opdrachten; we laten ze hier dan ook ach-
terwege, want ze hebben slechts indirect met de
waardering voor zijn architectuur te maken. En
ook die is omstreden.
Dat komt omdat het werk van Cees Dam te ma-
ken heeft met oppervlakte; inderdaad: in beide

41
betekenissen van het woord. In de Nederlandse
architectuurwereld is dit natuurlijk taboe. De
meeste Nederlandse architecten beschouwen de
traditie waarin zij werken als uitgesproken con-
structief-rationalistisch, wortelend bij Cuypers
(en via hem bij Viollet-Ie-Duc) en Berlage. Deze
traditie wordt langzamerhand echter wel wat al te
simplistisch opgevat: als Wim Quist, Nederland's
meest gewaardeerde architect op het moment, het
Haags Gemeentemuseum uitbreidt met een on-
derwijsmuseum, dan oriênteert hij zich vooral op
de wijze van construeren van Berlage en op het
door hem gehanteerde maatraster. In de gevel ge-
bruikt hij wellicht dezelfde gele steen als berlage,
maar in een eenvoudig verband dat het geheel
dood slaat, en er volkomen aan voorbij gaat dat
Berlage op de ETH in Zürich direct in de traditie
van Semper is opgeleid, zodat hij zijn metselver-
banden zeer zorgvuldig uitzocht: ze hebben im-
mers een symbolische betekenis en verwijzen on-
der andere naar de oorsprong van de architectuur
in het weven. Afgezien van de kwaliteit die in die
symbolische verwijzing schuilt levert dat bij Ber-
lage ook een ervaarbare kwaliteit op in zijn ge-
vels die bij Quist ter enen male ontbreekt: de ge-
vels van Berlage "tintelen", zoals Jo Coenen zou
zeggen.
In een keuze uit de beste Nederlandse architec-
tuur, zoals die ieder jaar door de Stichting Wonen
gemaakt wordt, was Quist voor 1986 met twee
gebouwen vertegenwoordigd (en waarschijnlijk
terecht) maar ontbrak het Stadhuis van Almere
van Cees Dam in een kritiek in Archis heb ik dit
al eerder betreurd vanuit de impliciet rationalisti-
sche selectiecriteria van de jury: "Hoewel dit
(stadhuis) een zeer dubbelzinnig project is, dat
aan de achterkant ook duidelijk zijn constructie

42
Als zijn belangrijkste invloeden noemt Dam in
meerdere interviews Rietveld, Bijvoet, Scarpa en
Van Eyck. Ook de bibliotheek in het bureau be-
vat uitsluitend de modernen. Privé verzamelt
Dam eerste drukken van de belangrijkste ge-
schriften uit de moderne architectuur.
Toch moet gezegd worden dat de invloed van
Rietveld in zijn werk niet zichtbaar is, en Dam
die ook niet direct kan verklaren: hij heeft les ge-
had van Rietveld, maar waarschijnlijk betreft het
eerder een soort laconieke levenshouding die hij
bij zijn leraar waardeerde. Hoogstens vindt men
in sommige gebouwen, zoals het Moller-instituut
in Tilburg, een centripetale ordening terug, echter
niet van de ruimte maar van de bouwmassa's, die
wellicht vergelijkbaar zijn met het werk van Riet-
veld uit de jaren vijftig wordt bevestigd door het
feit dat hij in het Stadhuis van Almere fauteuils
gebruikt die Rietveld in die periode ontwierp.
toont, is de commissie waarschijnlijk vooral te- De invloed van Bijvoet is het duidelijkst zicht-
ruggeschrokken voor Dams spelen met tactiele baar in het woonhuis en padvindershonk die Dam
kwaliteiten en ook voor het daaruit voortvloeien- aan het begin van zijn carrière realiseerde: in hun
de gelaagd vormgegeven, bijvoorbeeld marmer gebruik van ruwe steen en hun lessenaarsdaken
op beton in de gevel, een gelaagdheid die zich zijn ze direct op het woonhuis geënt dat Bijvoet
overigens als ontwerpprincipe doorzet in het hele in Wassenaar bouwde. Dam spreekt echter vooral
gebouw. Dam plaatst zich daarmee in een andere over Bijvoet waar het het omgaan met maten en
traditie dan die van Choisy (waar de selectiecri- proporties betreft.
teria van de jury mee overeenkwamen, B.L.), na- Al zeer vroeg raakte Dam gefascineerd door het
melijk in die van Semper, waar het uitgangspunt werk van Carlo Scarpa, en vooral dit blijft op de
van de architectuur niet de constructie is, maar dag van vandaag niet alleen goed zichtbaar in de
het weefsel, de wand ( ... )". vorm van directe citaten, maar ook in Dams op-
Nu moet wel eerlijk gesteld worden dat Dam vatting dat de architect zich bij voorkeur niet al-
daar niet op deze manier mee omgaat, en Semper leen met het gebouw moet bezighouden maar dat
ook niet bewust studeert: hij zegt zelf nadrukke- hij moet proberen ook het interieur en wellicht
lijk zijn wortels te hebben in de recentere archi- het meubilair en andere attributen vorm te geven.
tectuurgeschiedenis. In tegenstelling tot de meeste Nederlandse archi-
tecten houdt Dam ook het beroep van de decora-

43


teur in ere.
De invloed van Scarpa is in het vroegere werk
van Dam bijvoorbeeld zeer goed zichtbaar in de
eerste winkel voor couturier Frans Molenaar. De
manier waarop daar met schijnbaar achter elkaar
schuivende vlakken de ingang is gemaakt, maar
ook het interieur laat die invloed zien; alweer de
typische verschoven en getrapte vlakken die de
ruimte vormgeven op een manier die aan de Stijl
doet denken maar het niet is, en het precieuze
materiaalgebruik. De vlakken binnen zijn met
stof bekleed en met metaal omlijst, de twee cir-
kels met ingeschreven vierkanten die Scarpa en-
kele malen als venster toepast komen in de Sto-
pera in Amsterdam en in het Stadhuis van Alme-
re als letterlijk citaat terug, zij het niet zo subtiel
uitgewerkt: Dam gebruikt echter deze vorm al
sinds de jaren zeventig op verschillende wijze;
als plattegrond in een autoshowroom en in een
wolkenkrabber, in tafels en in vazen.
De mogelijkheid in de vorm -die bij Scarpa het
ontmoeten van eeuwigheid en eindigheid van het
leven betekent- zijn eigen monogram (CD) te le-
zen, amuseert Dam.
Als laatste grote invloed op het werk van Cees
Dam moet ik zeker Aldo van Eyck noemen, hoe-
wel die invloed niet zo voor de hand ligt als we
naar het werk van Dam kijken; ze werkt echter
op vele terreinen door. Dam kreeg les van Van
Eyck aan de Amsterdamse Academie voor
Bouwkunst in het begin van de jaren zestig. Pro-
jecten van hem werden in die periode zelfs in Fo-
rum gepubliceerd. Later zou Dam zich echter be-
wust van het officiële architectuurdebat in Neder-
land afzijdig houden. Vooral de tendens naar
kleinschaligheid in het structuralisme, alsmede de
neiging de sociale contacten tussen mensen en

44
hun gedrag überhaupt te willen vormgeven bevie-
len hem niet.
Dam zegt "gewoon te zijn gaan bouwen" en,
daarover bestaat geen twijfel, geen behoefte te
hebben aan "getheoretiseert": "Dat is onzeker-
heid", zegt hij, "het heeft of te maken met erbij
willen horen, of met je ergens tegen willen afzet-
ten".
Toch is het jammer dat het door gebrek aan tege-
ninitiatief van bijvoorbeeld iemand als Dam, het
structuralisme zich heeft kunnen ontwikkelen tot
wat we nu in navolging van Carel Weebers botte
aanvallen de "nieuwe truttigheid" noemen.
De invloed van Van Eyck is vaak nog vrij direct
bij Dam terug te vinden, met name in de structuur
van zijn gebouwen: de schakelingen van recht-
hoeken en blokken in met name de woon- en
werkgemeenschap voor gehandicapte kinderen in
Eersel en in Residentie Seinpost lijken direct af-
geleid van het Burgerweeshuis. Dit wordt nog
versterkt doordat Dam in beide projecten de hoe-
ken opent op een manier die aan de terrassen in
Van Eycks Weeshuis doet denken: rond de hoek
wordt een cirkel getrokken die binnen en buiten
verbindt zodat een overgangsgebied ontstaat.
Dam spreek over Seinpost in typisch Van Eyckse
termen: "Het heeft iets van samen èn alleen, het
heeft iets van complexiteit èn iets van helder-
heid. En dat is de moeite waard, vind ik".
Dit genuanceerd vormgeven van overgangsgebie-
den ontwikkelt zich bij Dam op een vergelijkbare
manier als bij Venturi tot een gelaagd vormgege-
ven van de ruimte. Ook Venturi ging in dit ver-
band bij Van Eyck te rade en hij citeerde hem in-
stemmend in Complexity and Contradiction. In
dezelfde periode als de Amerikaanse postmoder
nistische architecten maakt Dam dus een verge-

45
r

lijkbare ontwikkeling door, Seinpost is dan ook de zin van het formuleren van een stellingname
zeer goed te vergelijken met het Bronx Develop- ten opzichte van een voorhanden zijnde situatie)
ment Center van Richard Meier in New York als men het uitgangspunt beperkt tot een rij elitai-
(1970-1977). re voorbeelden die slechts een minimaal percen-
Ook in andere opzichten gaat de vergelijking met tage van de totale bouwproductie realiseerden.
Meier op, hoewel Dam diens virtuositeit niet
haalt. Ook Meier is een architect die niet theoreti- Als we het werk van Dam nu eerst eens in een
seert maar zich vooral manifesteert dor de verlei- andere traditie plaatsen, dan ziet het perspectief
delijkheid van zijn gebouwen, en zijn specifieke er meteen al een heel stuk anders uit: wat te den-
handschrift, waarbij Meier het geluk had dat an- ken van voorgangers als Robert Mallet-Stevens,
dere theoretici zich met zijn werk gingen bezig- Willem Marinus Dudok en Josef PI~nik. Dat stel
houden. Iets wat in het Nederlandse architectuur- een andere continuïteit voor dan Scarpa, Riet-
debat niet gauw zal gebeuren: de architect moet veld, Josef hoffman - maar wel één die Dam
zich verantwoorden -zomaar iets moois maken meer recht doet. Het betreft hier architecten die
kan natuurlijk niet Op deze manier kan er echter een oeuvre van gemiddeld hoge kwaliteit hebben
ook nooit de inspirerende wisselwerking tussen gerealiseerd, comfortabel, getuigend van een ze-
architect en criticus ontstaan die toch de recht- kere smaak en voorliefde voor genot, met hier en
vaardiging van het bestaan van de criticus uit- daar gebouwen met een onmiskenbare originali-
maakt- en die tot een beter architectuurklimaat teit. Het werk is misschien het beste te karakteri-
zou kunnen leiden. seren als Zeitgeist gemäB modem. Modem krijgt
Rietveld, Bijvoet, Scarpa, Van Eyck -het is ge- dan ook de betekenis van mode. Met name Mal-
bruik geworden om architectuur te herleiden tot let-Stevens bouwde vooral voor een modieus en
de grote voorbeelden, en dat met name tot de gro- trendy publiek dat het nodige geld te rentenieren
te avant-gardisten die natuurlijk alles bewuster en had, zoals de modekoning Paul Poiret en het art-
scherper hebben geformuleerd en prikkelender deco beeldhouwers-echtpaar Martell. (Het is in
uitgevoerd- hoewel niet altijd beter. Bovendien dit verband geen toeval dat Dam in interieurs her-
worden invloeden altijd herleid tot uitsluitend de haalde malen zijn waardering uitspreekt voor de
eigen discipline. Zo ontstaat dan al snel het beeld beeldhouwer Henri Larrens). De filmdecors van
van een traditie die zichzelf uitholt, van een ar- Mallet-Stevens zijn beroemd geworden, en dan
chitectuur in een onvermijdelijke crisis die alleen . vooral ook die waar het luxe interieurs betreft.
op het allerergste kan uitlopen. Nu is het de vraag De films spelen zich vaak af rond filmsterren en
in hoeverre deze avant-gardisten -hoe belangrijk toneelspeelsters die zich als femme fatale ontpop-
ze ook zijn in het formuleren van ideeên over ar- pen. (l'Inhumaine, bijvoorbeeld, van Marcel
chitectuur en cultuur in het algemeen- daadwer- I'Herbier).
kelijk bepalend zijn voor de kwaliteit van de ge- Dam ontwierp voor modeontwerper Frans Mole-
bouwde omgeving. Bovendien is het de vraag in naar -die een goede vriend van hem is- winkels
hoeverre men avant-gardist kan zijn (nog altijd in en een woonhuis; hij verbouwde theaters, chique

46
-l
restaurants en een casino; hij ontwierp decors niet uit dat deze producten een zeker succes ver-
vOdr musicals. woningen voor cabaretier Wim dienen, en dat het voor een Hollandse architect
Sonneveld en bierbrouwer Freddy Heineken. - en een prestatie is om zo ver te komen, maar in na-
niet te vergeten de Opera in Amsterdam in sa- volging van de Renault 5 en de Bruynzeelkeuken
menwerking met Wilhelm Holzbauer. Over de van Pierre Cardin, is het nog maar een klein stap-
grote zaal van de Opera. gestoffeerd met rood je naar een gewone Volvo 343 in zwart met een
pluche en goud. en met een flonkerende sterren- rood pluchen interieur, en vooral van buiten her-
hemel van Peter Stuycken spreekt hij ook ver- kenbaar aan een gouden streepje en de handteke-
liefd in termen van een modeontwerper: "Ik vind ning van de man met smaak. Zo wordt design uit-
het mooi dat het op de rand van chi-chi is. het is gehold. (Overigens signeerde ook Mallet-Stevens
net niet chi-chi". Als ik zeg dat het werk van zijn gebouwen: Rob Mallet Stevens, architecte.
Cees Dam modieus is, dan bedoel ik dat echter 1927).
nadrukkelijk niet in de zin van elk jaar wat an- In de architectuur is het signeren van gebouwen
ders -nu eens hot-pants en pastelkleurtjes, dan meestal een teken van het feit dat de architect
weer klassiek onder de knie om de verveling van zich als kunstenaar beschouwt Dat is bij Dam
de doorsnee huisvrouw te verdrijven- maar in de ook zeker het geval. Het is ook iets wat te maken
betekenis van een zekere zorg voor kleding en heeft met de organisatie van het bureau: iedere
zorg voor het lichaam: ook dat is cultuur. al heeft tekening die gemaakt wordt, wordt door Dam
het al gauw de bijklank van de bourgeoisie. Het persoonlijk gecontroleerd en vervolgens gesig-
kan een ernstige benadering zijn, waartegen de neerd -hier ligt ook het ontstaan van het signeren
benadering van Matteo Thun, elders in dit num- überhaupt- en dat is een andere oorsprong dan bij
mer vertegenwoordigd met zijn Heavy Dresses, Pierre Cardin, waar de handtekening op het label-
schril en cynisch afsteekt: die benadering is echt tje in de kleding stond. Het signeren van Dam
oppervlakkig en vooral gekunsteld. Wat Cees heeft ook een andere betekenis dan bijvoorbeeld
Dam van die gekunsteldheid redt, ook een over- bij Hans Hollein. Als Hollein het museum in
eenkomst tussen hem en de grote modeontwer- Münchengladbach signeert (op een gouden hoek-
pers, is een eigen handschrift. Daarin schuilt ech- je) dan bedoelt hij daarmee dat hij het hele mu"
ter wel meteen een andere valkuil, die Dam dicht séum, met alles wat zich daarin bevindt, als zijn
genaderd is: het handschrift, en dan vooral in de Gesamtkunstwerk beschouwt. Dat heeft zeker
meest uiteengesproken vorm daarvan, de handte- 'zijn wortels in het denken over het Gesamtkunst-
kening, krijgt een waarde op zich - een snob-ap- werk van rond de eeuwwisseling. maar bij Hol-
peal. En zo zou het kunnen gebeuren dat er bin- lein ook in de conceptuele kunst, en er schuilt bij
nenkort in de Amsterdamse P.C. Hooftstraat een hem, zoals in al zijn werk, een zekere ironie of op
designwinkel komt waar uitsluitend producten de minst een dubbele bodem. Die humor van
van Dam verkocht worden: meubilair (in zebra- Hollein is iets wat Dam zeer apprecieert, en ook
hout bijvoorbeeld, of in metaal met een patina), in andere opzichten, waar het zijn gebruik van
glazen, vazen, tegels. hang- en sluitwerk. Ik sluit goud betreft en de manier waarop Hollein

47
schaamteloos duidelijk maakt dat zijn interieurs gemaakt verandert hij het dak van het Museum
bestaan uit decorstukken, lijkt het erop dat het voor Moderne Kunst in Bonn in een indianen-
werk van Hollein Dam een zekere durf heeft ge- dorp, of bespot hij Aldo Rossi's rechtlijnigheid in
geven. Waar Hollein echter een Gesamtkunst- vier torentjes waarvan de vlaggetjes in verschil-
werk maakt, ironisch of niet, doet Dam dat be- lende richtingen draaien. (De torentjes dragen bo-
wust niet. Zoals hij ook ruimtes niet zo wil vorm- vendien de namen van de vier personen die bij
geven dat ze eigenlijk maar op één manier zijn te deze opdracht betrokken waren). Niet voor niets
gebruiken, zo is hij er ook zeer tevreden mee als is hij als Ironismus een van Oostenrijks meest
in de vormgeving ergens iets niet klopt; dat geeft vooraanstaande karikaturisten.
een losser gevoel en maakt de architectuur min- Bij Dam zijn het losse attributen waarmee hij zijn
der dwingend. Meubels taan ook los en zijn ver- gebouwen van een ironische louch voorziet.
plaatsbaar, in tegenstelling tot Hollein, die ban- Vaak duidt dit op een mate van zelfspot, hoewel
ken inbouwt en dwingende zichtlijnen vastlegt, natuurlijk de Scarpa-vensters die zijn monogram
zodat men werkelijk het gevoeld kan krijgen dat vormen totaal in het gebouw zijn geïntegreerd.
er in deze ruimtes te leven valt. De manier van Met name de grote kitsch-vazen die hij op de ter-
ontwerpen van Dam heeft -alweer- meer te ma- rassen van het Stadhuis in Almere plaatst drijven
ken met de wijze waarop filmdecors gemaakt de voor Hollandse begrippen schaamteloze bour-
worden: het geheel is volstrekt op de tekentafel geoissfeer van het gebouw, die eerder het karak-
ontworpen, moet een zekere sfeer hebben, en te- ter geeft van een stadhuis in een Franse provin-
gelijkertijd moet het de indruk wekken spontaan ciestad, op de spits - ze maken het gebouw tege-
in het gebruik tot stand te zijn gekomen. Het le- lijkertijd uitdagend en acceptabel.
ven wordt gesitueerd. De inrichtingsstukken krij-
gen het karakter van rekwisieten. Wat het gebruik In zijn laatste ontwerpen gaat Dam steeds verder
van rekwisieten betreft, en ook in zijn humor, in het decoreren van de gevels. Zo krijgt een kan-
lijkt Dam overigens eerder verwant met Gustav toorgebouw in Rotterdam een zwarte systeemge-
Peichi dan met Hollein. vel met geabstraheerde bloemmotieven en gou-
Ook bij Dam is het uitgangspunt de functionele den rozetten, een ruwe huid zoals Dam zegt, die
organisatie van het gebouw die vervolgens van moet contrasteren met een gevel in de spiegelas.
een zakelijke structuur wordt voorzien die niet Dit decoreren is iets wat teruggeleerd moet wor-
zelden een gematigd high-tech karakter heeft, zo- den, de constructietekeningen bestaan niet meer
als bij het Moller-instituut in Tilburg. Zowel bij en bovendien is de techniek van het bouwen
Peichi als bij Dam zijn het hier in eerste instantie überhaupt veranderd. Het is iets dat voor Dam
de installaties en leidingen die aanleiding geven pas echt lijkt te zijn begonnen bij de Stopera in
tot een speciale vormgeving. Peichi gebruikt de Amsterdam, waar hij de marmeren balkjes met
behuizing van de airconditioning voor symboli- bronzen knoppen boven de ramen monteerde (-
sche verwijzingen. Zijn gebouwen worden zo bij- hoewel natuurlijk ook het interieur van het casino
voorbeeld tot slagschepen, maar met hetzelfde in Scheveningen al zeer overdadig was).

48
Als voorbeeld van zijn manier van omgaan met . Zo'n diagram noemt hij de structuur van het ge-
decoratie noemt Dam de steunen van het ruimte- bouw, hoewel het juist in deze diagrammen goed
vakwerk in de raadzaal van het nieuwe stadhuis te zien is hoe hij zich van het structuralisme ver-
in Amsterdam. Die laat hij vergulden om ze te wijderd heeft. Dams structuren zijn geen rasters
"ontmaterialiseren", zoals hij zegt. Als ik op- maar zo eenvoudig mogelijke schema's gebaseerd
merk dat zich ook in de zogenaamde gouden zaal op eenvoudige geometrische figuren. Opvallen
van het klooster in Melk dergelijke vergulde ka- daarbij is dat ronde ruimtes vaak bestemd zijn
pitelen bevinden zegt hij: "Ja, heel goed, maar voor functies waarvan te verwachten is dat ze
wij kennen dat natuurlijk vooral van de televi- niet veranderen: vergaderzalen (de raadzaal in
sie; dan zit daar zo'n strijkje te musiceren". Almere), ontmoetingsruimten, balkons, trappen-
huizen. Zij zijn vaak accenten in het gebouwen
Bij een dergelijk gevaarlijk spel op de rand van op cruciale punten gesitueerd. Verder probeert
"chi-chi" zit het risico van uitglijders er natuur- Dam zijn gebouwen zo flexibel mogelijk te ma-
lijk altijd in, zoals bij het gekke torentje van de ken.
Optiebeurs in Amsterdam, maar het blijft boei- Vanaf het begin van zijn carrière brengt Dam een
end en amusant om te zien, terwijl het aan de duidelijke geleding in zijn gebouwen aan geba-
kern van de architectuur, die voor Dam bestaat seerd op een hiërarchie in ruimtes: grote en klei-
uit het vinden van een heldere functionele struc- ne, hoge en lage, waarbij hij vaak door een opzet-
turering van de ruimtes, geen afbreuk doet. Het telijk disproportioneren van de tussenruimtes de
vinden van een ruimtelijke structuur van het toe- hoofdstructuur duidelijker zichtbaar maakt. Dit
komstige gebouw is ook altijd het uitgangspunt was altijd al een verschil met de architectuur van
voor het ontwerpproces. In eenvoudige diagram- bijvoorbeeld Van Eyck, Hertzberger en Theo
men -meestal uitgaande van de plattegrond- geeft Bosch maar in de laatste jaren valt in het werk
Dam ruimteli relaties en hiërarchict5n aan van Dam een terugkeer te bespeuren naar een
symmetrische opbouw van de plattegrond en een
monumentaliteit die doet denken aan de manier
waarop in de jaren '30 meerdere van origine "mo_
derne" architecten, zoals onder andere Mallet-
Stevens en Oud, toegaven aan de vraag naar een
grotere verstaanbaarheid van de architectuur. De
verstaanbaarheid voor een groot publiek van po-
tentiële opdrachtgevers lijkt ook een van de
grootste troeven die Dam met zijn architectuur in
handen heeft.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Forum, 32e


jaargang, nr. 1

49
50
Jo Coenen

Een kwestie van stijl

"Ik heb enkele waardering voor die ontevre- we moeten kiezen. Je kunt kiezen ofwel voor het
den en onrustige figuren die ( ... ) in woord consequent volgen van één stijl, dus zuiverheid,
en geschrift, altijd met nieuwe hervormin- ofwel voor het vermengen van meer stijlen, bri-
gen bezig zijn. En als ik wist dat er in dit collage. (Voor beide houdingen zijn in de litera~
geschrift iets zou staan waardoor men mij tuur voldoende theoretische verantwoordingen
van een dergelijke dwaasheid zou kunnen beschikbaar). Kiezen in dit verband betekent eli-
verdenken, dan zou ik niet graag toestaan mineren; het proces van elimineren schetst de
het te publiceren". groei van het ontwerp. Uit het complex van mid-
delen wordt zo gekozen, dat aan de steeds wisse-
Dit citaat uit Over de methode van René Descar- lende opgave de passende oplossing geboden kan
tes 1 schetst de sfeer van het hiernavolgende arti- worden. Juist in deze keuzen zijn voor de diverse
kei over stijl. De actuele architectuur- en stijldi- problemen formele overeenkomsten te herken-
scussie beweegt zich tussen de nostalgische hang nen, die de uiting van een stijl kunnen zijn.
naar het verleden en het overmoedige geloof in Ten onrechte stelt men dat alles kan, mits de keu-
een computergestuurde samenleving. Wie de ac- zen en de stappen daartoe maar consistent zijn.
tuele architectuurtijdschriften bijhoudt, heeft Het is daarom niet vreemd dat men in deze tijd
kunnen opmerken dat er in het denken over ar- van ongekende mogelijkheden moeite heeft met
chitectuur sprake is van vele richtingen. Deze het vinden van een nieuwe norm. Nu alles mag
richtingen onderscheiden zich niet alleen theore- en kan, is er in de architectuur sprake van een ze-
tisch, maar ook tekentechnisch gezien. Hoewel kere wildgroei: elk individu bepaalt zijn eigen
men in het algemeen weinig of niet spreekt van stijl. En het is zelfs de vraag of er in onze sterk
stijlen en schoolvorming, ben ik van mening dat geïndividualiseerde samenleving nog ruimte is
er wel degelijk stijlen en scholen te herkennen voor één stijl. Theoretisch is het mogelijk geble-
zijn. Deze beschouwing vertelt over mijn per- ken op uiteenlopende manieren op de architecto-
soonlijke kijk op stijl en geeft mijn reactie op nische opgave te reageren, waardoor stijl meer en
hetgeen om mij heen in de architectuurdiscussie meer gereduceerd wordt tot een formele stelling-
plaatsvindt. name in plaats van dat stijl uit kan groeien tot
een ethische houding.
Stijl: een houding in het kiezen
Inf!1iddels hebben wij bij het ontwerpen de be- Over de tekening
schikking over een haast onbeperkt arsenaal van Omdat architectonisch ontwerpen een synthese is
architectonische middelen en technieken. Het van beeld- en plan-aspecten, die in de ontwerpte-
blijkt dat wij alle voorhanden stijlen kunnen toe- kening worden vervat, ligt het voor de hand dat
passen. Omdat ons geen enkele beperking meer we verleid worden door reeds bestaande belden,
is gebleven, is meteen het probleem geschetst: een foto of een tekening. Ik ben zelfs van mening

51
dat deze beelden zeer inspirerend kunnen wer- materialen bouwen mag, spreekt boekdelen, nu
ken. Toch is de ontwerptekening slechts een de fenomenen industriële architectuur en High
hulpmiddel en zal geen doel mogen en kunnen Tech sterk in de belangstelling staan. In navol-
zijn. Architectuur ontstaat pas in het gevecht met ging van de ingenieuze constructies van Renzo
de wetten van de ruimte, die van het licht, de be- Piano en Norman Poster, kunnen wij gadeslaan
weging, de constructie en het materiaal. dat ook in Nederland van alles in het werk wordt
De tekening heeft andere wetten. Wanneer de gesteld om de industrieproducten creatief te ge-
twee dimensies van de tekening tekort blijken te bruiken.
schieten om de architectuur die ons voorstellings- Bij het vaak afstandelijke karakter van het "asso-
vermogen speelt, weer te geven, doen we alle ciatieloze" industrieproduct wil ik enkele kantte-
moeite om haar in een drie-dimensionale sugge- keningen plaatsen. Het val niet te ontkennen dat
stie te vertalen, zoals in perspectief, axonometrie wij mensen kunnen huisvesten in hoge, lage, ano-
of maquette. Ondanks al onze pogingen blijft de nieme gebouwen, die slechts zijn samengesteld
tekening een gebrekkig middel om de nieuw te uit eindeloos repeterende reeksen van door de in-
bouwen realiteit te benaderen. Luigi Snozzi dustrie gefabriceerde of door de computer gete-
wenst zich nog slechts te beperken tot de platte- kende gevelelementen. Assemblage blijkt een
grond, de doorsnede en als resultante daarvan de economisch interessante methode te zijn, maar
gevel. Daarbij valt op dat zijn ruimtes anders zijn het resultaat is pijnlijk. Mij gaat het te ver deze
dan door de tekening van de plattegrond gesug- banale, functionalistische manier van bouwen tot
gereerd wordt. Deze lijkt vooralsnog stoer en esthetisch model of zelfs tot nieuwe stijl in de ar-
saai, maar de gerealiseerde gebouwen zijn ruim- chitectuur uit te roepen. Ook de esthetiek van he-
telijk sterk en het geheim daarvan schuilt in de dendaagse beeldend kunstenaars, bijvoorbeeld
wat niet op tekening stond. Peter Struyken, kan niet als priori als richtingge-
Mijn conclusie is dat de architectonische opgave vend beschouwd worden voor de verschijning
om ruimte te maken slechts ten dele opgelost kan van grote gebouwen. Deze esthetische modellen
worden door grafische verwijzingen of avant-gar- zijn als zodanig wel bruikbaar, maar moeten on-
distische technieken, maar hoofdzakelijk door de dergeschikt blijven aan meer wezenlijke architec-
wisselwerking van constructie, licht en structuur tonische waarden.
van het materiaal. Het karakter van het drie-<li- Hoewel ook Mies van der Rohe nieuwe, industri-
mensionaal gebouwde moet zijn grafische sugge- êle materialen gebruikte, blijft de traditionele ma-
stie overstijgen. nier van architectuurbeoefening in zijn gebouw
afleesbaar. Zelfs Schinkels taal klinkt er door:
"Ach Mensch, det is doch janz ejal, womit du zijn gebouwen zijn niet waardevrij. Ook de grote
das Haus baust, mit Holz, Beton, Eisen oder gebouwen van Ehn bewijzen dit; ik herinner aan
Scheisse, auf die Musik kommt es dan!" de klassieke opbouw van de gevel, die het totaal
Deze uitspraak van Hans Poelzig betreffende de een reeks van herkenbare maten geeft, als ook
vraag of men alleen in nieuwe, of ook in oude aan de materiaalwisseling in lichte en donkere

52
vlakken - om slechts enkele ongeschreven regels
uit de architectuurtraditie te noemen.
Als wij hoog of laag willen bouwen, kunnen zelfs
Romeinse resten ons te hulp komen. Hoe formeel
juist is de immense Villa Hadriana of deDomus
Augustiana niet gesitueerd en geconcipieerd.
Een bezoek aan deze monumenten gaf mij de
overtuiging dat wij nog steeds niets fundamenteel
nieuws hieraan hebben kunnen toevoegen. Voor
mij staat vast dat de ontwerper van een hoog of
laag, lang of kort gebouw, om het even of het op-
gebouwd is uit beton, staal, metselwerk of kunst-
stof, niet voorbij kan gaan aan de juiste toepas-
sing van de elementaire regels, die gelden bij elk
ingrijpen in de materie. Dit geldt zowel materieel
als ideêel. Of hij wil of niet, de ontwerper zal
zich moeten engageren met de topografie, de ty-
pologie, het licht en de duisternis, met weer en
wind. Het zijn juist deze zaken die architectuur
maken.
Met respect kijk ik naar de oplossingen van Bru-
no Taut of Hans Scharoun voor de huisvestings-
problemen in Berlijn. Simpel maar fraai hebben
deze architecten vorm gegeven aan gigantische
woonwijken. Zij onttrokken zich niet aan de tra-
ditionele architectuurbeoefening. Het is mij dui-
delijk dat zij zich niet tevreden hebben gesteld
met het tegenover alom geprezen criterium voor
stijl: de rationele consistentie.

De architect, een anachronisme?


Om een compleet beeld van de actuele stijlopvat-
ting te kunnen schetsen, is een toekomstperspec-
tief van ons beroep onontbeerlijk. Zoals de zaken
er nu voor staan, zie ik het schip van de architec-
tuur stranden. Het gevaar komt zowel van buite-
naf als van binnenuit. Om met het laatste te be

53
het synoniem voor architectuur.

Schoolvorming, die in vroeger tijden stijlen en


stromingen mogelijk maakte, zoals de Amster-
damse, Delftse of Bossche School, is uit den bo-
ze en leidt per definitie tot verstarring; een brede-
re kijk op stijl is per slot van rekening intelligen-
ter.

Het is duidelijk dat deze drie overwegingen tot


opheffing van het oude beroep van bouwmeester
zullen leiden. Dit blijkt al uit reacties uit de ons
omringende bouwwereld. Aannemers en projec-
tontwikkelaars spelen in op het langzaam afbrok-
kelen van ons beroep. Terwijl architecten vluch-
ten in sociologische, technologische en economi-
sche onderzoeken en hun eigen verantwoorde-
lijkheid -het probleem van ruimte maken- ontwij-
ken, verklaren zij heel beleefd dat zij de architec-
ten bij kunnen staat in de totstandkoming van een
ginnen: in onderwijskringen heeft de gedachte gebouw. Voor een groot deel wordt ons fUQctio-
post gevat dat het totale bouwgebeuren te com- neren overgenomen door het "bouwteam". Indien
plex is geworden en daarom onmogelijk nog de architectenstand dit station laat passeren, bete-
door één persoon beheerst en gecontroleerd kan kent dit een testimonium paupertatis voor de di-
worden. Er leven drie overwegingen: scipline.
- Bouwkundigen moeten zo breed mogelijk op- De huidige generatie kan wat dit betreft veel
geleid worden onder het motto: van alles iets, recht zetten, mits op de juiste manier. Indien wij
is beter dan vakidioten. ons tevreden stellen met en beperken tot de es-
- Het vak moet opgesplitst worden in diverse thetica van de architectonische tekening, dus
disciplines, die alle een ontwerpende activi- slechts nog de grafiek voor ogen hebben, zal ons
teit bevatten. Dientengevolge is er sprake van beroep ook van binnenuit uithollen. De verwe-
een stedebouwkundig ontwerper, een con- zenlijking van de grafiek in een drie-dimensiona-
structief ontwerper, een bouwfysisch ontwer- le suggestie alléén, heeft te weinig body, en leidt
per enzovoort. De architectonisch ontwerper slechts tot het aankleden van constructies die
wordt in die opvatting enkel nog belast met door anderen reeds bepaald en uitgezocht zijn.
het deelaspect, de esthetica, en krijgt de naam De architect wordt dan vanwege zijn eigen argu-
van esthetisch vormgeving. Esthetica wordt mentatie terug verwezen tot het ontwerpen van

54
--,

de gevel en eventueel mag hij nog enkele binnen- pas definitief "in beeld", nadat ik een kloeke op-
wanden aankleden. Dit laatste behoorde al tot het zet heb gevonden in die oriëntatie en herkenning
domein van de interieurarchitect, dus rest de ar- verschaft.
chitect (esthetisch vormgever) nog maar bar wei- Uit deze opsomming moge blijken dat ik aan-
nig. De voorbeelden hiervan zijn reeds aanwijs- dacht besteed aan het hoe en waarom van plaats
baar. Volgens Venturi's theorie verschijnen er in- en omvang van de ruimtes. De verfijning ge-
derdaad steeds meer "decorated sheds", waarbij schiedt altijd met behulp van de doorsnede, en
de gevel letterlijk de inhoud niet meer dekt, om- heeft als belangrijkste motief de transparantie.
dat deze ervoor is geplakt. Hoewel dit soort ge- De route geeft een beweging aan, die in verdere
vels een symbolische uitstraling kan hebben op uitwerking extra accenten krijgt. Met name in de
onze expressie-arme omgeving, is dit een erg route schuilen mijn belangrijkste stijlelementen:
goedkoop effect, dat op den duur slechts kan lei- -een voorliefde voor een patroon van geometri-
den tot karikaturen. Stijl is dan alleen nog maar sche figuren
decoratie en het beroep van architect een ana- - waarop noodzakelijke afwijkingen worden aan-
chronisme. gebracht
- de compactheid van de figuur
Stijl van werken - de horizontale, vloeiende en doorgaande lijn
De verantwoordelijkheid van de architect is het van de route
maken van ruimte. In het kort volgt hier een op- - die plaatselijk verticale verbijzonderingen
somming van de stappen die ik zelf maak bij het krijgt.
. scheppen van een architectonische ruimte. Aller- Ik zoek altijd naar een maatvoering die krachtig
eerst is er de plek, de context met zijn betekenis- is, omdat de gewenste ruimte-ervaring pas waar-
sen en associaties. Deze context draagt de basis- gemaakt wordt bij een precieze proportie en een
lijnen aan voor het ontwerp, dat een verankering juist aantal. Van plek tot plek moet na te gaan
vindt in zijn omgeving door middel van een rou- zijn waar de grens van aantal en grootte ligt.
te. In de zo geboren basisidee zorgt deze route Daarom wil ik alles gedefinieerd zien en niets
voor de functionele samenhang en waarborgt zij aan het toeval overlaten. In dit proces spelen uit-
de "rust". eraard situationisme en "historische" herinnerin-
Ruimtelijk wordt hieraan expressie gegeven door gen een verbeeldende en verbindende rol. De
een ruimtelijk interessant systeem van verbindin- route, gekoppeld aan doorsnede en massa, resul-
gen, trappen en hallen. Vervolgens worden hie- teert in eenfiguur. Dit is een tekening waarin al-
raan, in overeenstemming met het programma les klopt, niet alleen in grafische, maar ook in
van eisen en op een logische wijze, ruimtes in ruimtelijke en plan-technische zin. Deze figuur is
een onderlinge samenhang toegevoegd. Hoe ik belangrijk, omdat ze de mogelijkheid geeft in de
de ruimte toevoeg, wordt tevens beïnvloed door derde dimensie een doorsnede op te bouwen, die
de massa en de omvang van de onderdelen in re- een massa laat ontstaan die in de schaal van de
latie tot het op te roepen totaalbeeld. Dit komt omgeving past. De figuur is dus het resumé van

55
het gebouw in al zijn karakteristieken. Indien de ruimtelijkheid in Luigi Snozzi's architectuur sterk
figuur duidelijk is, is ook de idee van het gebouw tot mijn verbeelding. Hoewel gebouwen van
op praktisch en theoretisch niveau duidelijk. Snozzi minimaal opgebouwd zijn uit het eerlijke
en brutale beton, ontstaan sterke ruimtes met on-
Referenties eindige en immateri~le dieptes.
Het werk van Borromini, Wagner, Kahn, Le Cor- Post-moderne stijlgrappen vind ik pas interessant,
busier en Snozzi vormt mijn referentiekader. Met wanneer ze een ironische functie vervullen. De
name Borromini is voor mij actueel vanwege zijn Neue Staatsgalerie te Stuttgart (1984), het intel-
geniale verbouwingstechniek. Zijn exacte plaat- ligente gebouw van James Stirling, geeft volledig
sing van nieuwe, complete ruimtes in een gege- aan waar ik op doel. Verwijzingen die onderge-
ven, ingewikkelde, stedelijke context, komt mij schikt blijven aan de kracht van de totaal-idee,
bij het haast dagelijks oplossen van het kunnen dienstbaar zijn en vertellen het verhaal
"oud/nieuw probleem" te hulp. Ondanks de zwie- van de continuïteit van de architectuurtraditie als
rige lijnen verkeren de ruimtes, de strenge sym- een der belangrijkste cultuuruitingen. Kopiren of
metrie en het correcte basisschema van Borromi- letterlijke citaten daarentegen werken grotesk.
ni in volledige rust. Door de creatieve uitbuiting Niet mis te verstaan in dit verband zijn de archi-
van het licht, roept hij de illusie van de ruimte in tectonische producten van Robert Stem en Clau-
de ruimte op, ofwel de ruimte zonder zichtbare dio d' Amato.
begrenzingen. Ditzelfde thema, transparantie, Op een serieuze manier moeten wij de architec-
vindt ik ook terug bij Kahn, Le Corbusier en tuurgeschiedenis benaderen niet als een aaneen-
Snozzi. Wagner toont ons met zijn werk een schakeling van incidenten en karikaturen, maar
voorbeeld van eerlijke en perfecte materiaalbe- als het resultaat van harde en intelligente inspan-
heersing, en met name in zijn werk is het plezier ningen, waarbij de ethiek van ons beroep voorop
van het bouwen afleesbaar. Wagner is juist nu ac- staat
tueel, omdat hij aantoont dat door een precieze
samenstelling van geprefabriceerde onderdelen Het misverstand de wereld uit
een zelfs hoogstaand architectonisch product mo- Onze positie in de consumptieve, westerse sa-
gelijk is. Bij Wagner -evenals bij Mies van der menleving is uiterst kwetsbaar, is het nog moge-
Rohe- blijven de gebouwen toch een sfeer van lijk voor de architect om eerlijke en oprechte an-
traditie ademen, die mij onontbeerlijk lijkt De twoorden te blijven geven, nu onze samenleving
architectonische taal hoeft niet steeds opnieuw zich zo onduidelijk en vormloos aan ons manife-
ontdekt te worden; in mijn werk zoek ik mijn steert? Het zoeken naar heldere antwoorden is de
"meesters", en met mijn werk kan ik hooguit iets enge juiste beroepsethiek die ons rest. Een hou-
toevoegen aan de taal van de architectuur. ding die ontsnappen wil aan de oppervlakkige en
Naast de genoemde transparantie, spreken ook materialistische denkschema's die onze wereld zo
het sterk sculpturale karakter van het werk van duidelijk overschaduwen, geeft de mogelijkheid
Le Corbusier en de aandacht voor de plek en de om een persoonlijke stijl te

56
speelt op de nieuwe tijd en die tegelijkertijd de - is de architectuur van het Nieuwe Bouwen (de
verworvenheden van de architectuurtraditie in machinestijl) door de postmoderne kritiek ach-
zich draagt. De post-moderne opvatting van stijl terhaald?
(een pure optelsom van letterlijke verwijzingen - of wordt zij door deze kritiek pas echt actueel
en modieuze citaten ter vermaak en ten behoeve en inzetbaar?
van effect) heeft geen enkele zinnige inhoud en - of zijn wij toe aan fundamentele verschuivin-
zal snel leiden tot een dood spoor. gen?
Ik ben geneigd het laatste te beamen, omdat de
In een tijdperk waarin de maatschappij verbrok- tendens hiernaar steeds duidelijker wordt. Men
keld is en een eenheid van principes, die ons zou- wil met weinig middelen grote spanning oproe-
den kunnen bezielen, ontbreekt, lijkt het bestaan pen. Men vermijdt de overdaad en het kunstmati-
van één karakteristieke stijl onmogelijk. 2Deson- ge, maar zoek doortasten en subtiel naar het es-
danks zie ik lichtpuntjes voor een nieuwe archi- sentiële en het authentieke. De architectuur is te-
tectuur en ik denk daarbij aan Le Corbusier die rughoudend, bescheiden en toch indringend.
schreef: "L'architecture n'a rien à faire avec "les Haar spanning ontstaat niet door toevoeging,
styles".3 Resten nog de vragen: maar juist door reductie of het schijnbare gebrek
aan perfectie en harmonie. Misschien groeit deze
tendens uit tot een stijl, maar dan een stijl die
met weinig veel uitdrukt.

1 Rene Descartes, Discours de la methode, 1637. Rene De-


scartes, Over de methode. Meppel, Boom, 1977
2 Wij noemen zulk een wel, waar alle scheppingen van een
volk aan schijnen le gehoorzamen: "stijl". (... ) De regels die
de gehele Egyptische kunst beheersen, verlenen aan ieder in-
dividueel welk het effect van evenwicht en strenge harmo-
nie.' Uil: E. H. Gombrich, Eeuwige schoonheid. Bussum,
Unieboek, 1969
3 Le Corbusier , Vers une architecture, 1923

Deze text is eerder gepubliceerd in Forum, 2ge


jaargang, nr.2
Foto Maquette Villa Haans: Sybold Voeten
Foto Bibliotheek Heerlen: Arie Landman

57
58
Leen van Duin
l
De Januskop van het post-modernisme
Vier Nederlandse architecten

Het post-modernisme in de architectuur heeft privatisering genoodzaakt zien om zichzelf in de


zich in Nederland nog nauwelijks ontwikkeld. markt te prijzen (en zich daarom met name in de
Het is zelfs de vraag of post-moderne media weer als kunstenaar presenteren), is het
architectuur in een door welstandscommissies post-modernisme in aanzet een belangrijke
bewaakte bouwproduktie eigenlijk wel denkbaar progressieve beweging zowel in -
is. Het zijn vooral de architectuurcritici die de architectuurtheoretische als
internationale discussie rondom het pos- maatschappijkritische zijn. Met zijn streven naar
modernisme hier introduceren en met het werk heterogeniteit 1 vormt het een commentaar op het
van "jonge architecten" (Amsterdamse Biënnales een commentaar op het homogene project van
1983 en 1985) een post-moderne beweging in het moderne, dat in een aantal opzichten geen
Nederland proberen te proclameren. Als er al van adequaat antwoord heeft op de problemen
een dergelijke beweging gesproken kan worden waarvoor de architect zich in de post-industriële
dan kenmerkt die zich juist door het ontbreken informatiemaatschappij gesteld ziet.
van gemeenschappelijke noemers. Ik: gebruik met opzet het woord "commentaar",
Het zou interessant zijn om na te gaan waarom er omdat het post-modernisme, maar ten opzichte
geen gemeenschappelijkheid in doelen, daarvan een verschuiving laat zien, waardoor de
procedures, produkten en methoden bestaat, tegenspraken die inherent zijn aan het project
waarom er geen groepsvorming rondom een van moderne, bloot komen te liggen en
programma plaatsvindt. In dit opzicht valt een produktief gemaakt kunnen worden. Omdat ik
duidelijke breuk te constateren met de traditie het modernisme niet beschouw als een afgerond
van de moderne architectuur. Deze laat een en historisch afgebakend project, spreek ik van
opeenvolging zien van duidelijk te markeren (dis )continuïtei ten:
groepen die zich rondom een programma -in het project van het moderne zelf: weliswaar
verenigen. Omdat er geen sprake is van kent dit in zekere mate een constante
groepsvorming, neigen sommige critici ertoe ontwikkeling in zijn vorm experimenten, maar
post-moderne architectuur te beschrijven in ook zijn er talloze tegenspraken en breukpunten
termen van individueel meesterschap. Hierdoor inherent aan;
wordt de suggestie gewekt dat post-moderne -tussen het modernisme en het post-modernisme
architectuur per definitie een terugval betekent in zet vaak in waar het post-modernisme verstrikt is
de romantische ideologie van de architect als geraakt in zijn eigen tegenspraken, en brengt zo
bevlogen kunstenaar en dat rationele analyse opnieuw beweging in de nog altijd progressieve
ervan niet mogelijk is. Hoewel er zeker een uitgangspunten ervan;
samenhang bestaat tussen het post-modernisme -in de post-moderne architectuur zelf: het post-
en het verschijnsel dat architecten zich in de modernisme is op zijn beurt geen afgebakend
huidige tijd van economische recessie en project, maar in de kritiek bestaat de tendens om

59
de progressieve inzet ervan - het streven naar terwijl het systematische vormonderzoek
heterogeniteit - tot norm te verheffen, waardoor aanvankelijk streefde naar gestandaardiseerde,
het post-modernisme wordt gereduceerd tot een typische en abstracte elementen om seriële
stijlkenmerk en ontdaan van zijn kritische h {- produktie mogelijk te maken,is het steeds meer
implicaties. r een esthetische norm geworden. De architect
c; houdt zich niet meer bezig met het oplossen van
Onder moderne Nederlandse architectuur versta problemen die het materiaal hem stelt, maar gaat
ik het werk van Nederlandse architecten die zich spelen met de fysieke verschijningsvorm van
in het voetspoor van de internationale avantgarde bouwwerken. Deze verschuiving volgt de
uit de jaren twintig verenigden in stromingen als ontwikkeling binnen de avantgarde zelf, waarin
Nieuwe Zakelijkheid en Structuralisme zich al snel verschillende groeperingen
(Forumgroep). Zij leggen de nadruk op een aftekenen. Met name de dadaïsten en de
analytische en rationele benadering van het surrealisten breken met de strenge eisen van het
bouwen en zij geloven in de mogelijkheden van vormonderzoek: het dadaïsme neemt procédés en
een democratische, intersubjectief controleerbare materiaal over uit de massacultuur, het
artistieke produktie, die gebaseerd is op surrealisme benadrukt het belang van de spontane
systematisch onderzoek naar kenmerken en inval en het oncontroleerbare. Het homogene
wetmatigheden van architectonische vormen. De concept van het modernisme en het post-
vorm van bouwwerken kan volgens hen in modernisme.
belangrijke mate op logische wijze afgeleid Maar het project van het moderne wordt vooral
worden uit functionele en technologische uitgehold door een tegenspraak die er van meet af
overwegingen. Een gebouw is modem, wanneer aan inherent aan is. Enerzijds wordt het
het geen iconografische referenties meer geeft, vormonderzoek vaak als norm gehanteerd voor
maar het programma van eisen belichaamt, of (formele) objectiviteit, anderzijds wordt een in
direct een sociaal-cultureel doel uitdrukt. Voor de morele termen geformuleerde eis aan de architect
moderne architecten is het geloof in de gesteld: als bevrijder van de mensheid moet hij in
rationaliteit van de wetenschap en de staat zijn door middel van zijn ontwerpen de
beheersbaarheid van de vormen nog ongehavend. maatschappelijke structuren te veranderen. De
In hun ogen lijkt technologische vooruitgang per post-moderne architectuur vormt hierop een
definitie een progressieve ontwikkeling te duidelijke reactie. Volgens denkers als Foucault,
impliceren. Met het streven naar een Derrida en Lyotard zijn modernistische ideeën
controleerbare en voorspelbare produktie- over de bevrijding van de mens door rationele
consumptiecyclus willen zij aansluiten op kennis omgeslagen in hun tegendeel: een
industriële produktiemechnismen; vandaar de technocratische normalisering, waarbij het
grote nadruk op consistentie en systematiek, die rationalistisch humanisme vaak de legitimatie
tot homogeniteit in de theorie en de vormt van nieuwe machtstechnieken. Er bestaat
architectonische vormentaal heeft geleid. Maar volgens hen geen homogene en universele
waarheid. Elke ordening in wetenschap, kunst of choqueren met een op direct effectbejag
architectuur is de uitdrukking van een berekende taal, die zij vooral aan beelden uit
machtsspel, een tijdelijke constructie van codes, massacultuur ontlenen. Daarmee leveren zij
en moet daarom telkens wanneer zij in een commentaar op hiërarchie die nog altijd gemaakt
systeem van regels verstart, ontregeld, wordt tussen "hoge" en "lage" kunst. De
gefragmenteerd, gedeconstrueerd worden. overdaad aan beeldmateriaal is vaak ook bedoeld
Post-modem architectuuronderzoek ontwikkelt als (ironisch) commentaar op de overkill aan
dan ook niet één theorie, maar gebruikt beelden in de postindustriële
elementen uit verschillende bestaande theorieên. informatiemaatschappij. Het commentaar kan
Het streeft niet naar een sluitende interpretatie ook de vorm aannemen van het afbreken van
van een ontwerp, maar laat de sporen van andere beelden, het creêren van een "stilte", een
architectonische werken in een ontwerp zien: de "leegte", een "dodelijke ruimte", waar geen
betekenis van een werk of dit in bepaalde enkele interpretatie meer mogelijk is.
opzichten herhaalt, citeert of becommentarieert. Volgens Lyotard is het post-modernisme in
De beeldtaal van de post-moderne architectuur aanzet een kritiek op het proces van
verwijst niet naar een werkelijkheid buiten de gelijkschakeling en stroomlijning
beelden, maar maakt toespelingen op bestaand (homogenisering), dat onder invloed van de
beeldmateriaal. Zo kan een ontwerp commentaar informatietechnologie ongekende vormen heeft
leveren op een reeds bestaand, volgens een aangenomen. 2 Volgens hem wordt door een
homogeen concept geconstrueerd gebouw door anarchistische recycling van beeldtalen duidelijk
brokstukken ervan ironisch te citeren of te dat geen enkel teken meer naar een vaste
parodiêren. Post-modernisme levert een dubbele betekenis verwijst. Alle zingevende ideologieën
blik, die gericht is op het onderkennen van (humanisme, marxisme enzovoort) zijn
discontinue, heterogene elementen in wat onmogelijk geworden, evenals de illusie dat
ogenschijnlijk homogeen is. kunst naar een waarheid zou verwijzen.
Het meest opvallende aan post-moderne Maatschappelijk gezien is het post-modernisme
architectuur is de onstuimige beeldtaal. Deze de uitdrukking van enorme verschuivingen
pretendeert niet de uitdrukking te zijn van een binnen de economische orde, waardoor de positie
waarheid of een utopie zoals dat in het project van intellectuelen, en dus ook van architecten en
van het moderne het geval was, maar moet als architectuurtheoretici, ingrijpend gewijzigd is.
een spel gezien worden. In navolging van Het vrolijke anarchisme dat Lyotard bepleit heeft
dadaïsten en surrealisten benadrukken de post- daarom zeker ook een aspect van vertwijfeling in
moderne architecten door middel van montage en zich: kennis en kunst die niets meer waard is, kan
een vaak eclectische opeenstapeling van stijlen, net zo goed te grabbel worden gegooid.
dat de selectie van beeldmateriaal subjectief Terwijl Lyotard kritiek levert op Habermas
bepaald is. In tegenstelling tot de abstracte omdat deze volgens hem vasthoudt aan een
vormentaal van het modernisme willen zij achterhaalde universele moraal, verwijt

61
Habermas Lyotard en het post-modernisme dan kunnen onderscheiden. Zo kan volgens mij het
ook geen progressief potentieel. 3 Naar aanleiding loslaten van het streven naar één waarheid als
van de Bi~nnale in Veneti~ (1980) concludeert progressief opgevat worden, in zoverre daardoor
hij dat wat post-moderne architectuur genoemd het vermogen toeneemt om verschillen te zien en
wordt, een avantgarde met verkeerde fronten te accepteren. Tegenover de tweespalt in het
vormt. Volgens hem stellen post-moderne moderne project tussen morele eisen en
architecten zich ondubbelzinnig als anti- objectieve normen plaatst het post-modernisme
modernen op. "Modem" zou voor hen niets meer een meer pragmatische analyse en een flexibele
inhouden dan "modieus" en "eigentijds", een opstelling ten opzichte van de verschillende
streven naar het "nieuwste van het nieuwste". factoren die het bouwproces bepalen. Meer dan
Een markteconomie die voortdurend vraagt om een stijlkenmerk is het post-modernisme dan ook
innovatie en geraffineerde marketingtechnieken een complex van vakopvattingen van een
biedt de meeste kansen aan ontwerpers die architect en zijn keuze voor een bepaalde
handig op een nieuwe trend weten in te spelen of werkwijze, methode enzovoort. Zo kun je de
beter nog, zelf trendsetter zijn. keuze om in kleine en flexibele bureaus te
De opeenstapeling van citaten uit verschillende werken, die veel architecten juist nu in Nederland
stijlen die uit is op direct effectbejag leidt maken, zien als het van de nood een deugd
volgens Habermas tot een coulissenarchitectuur maken, maar ook als een vooruitgang ten opzicht
met monumentale vormen, die opnieuw in dienst van hiërarchisch georganiseerde, grote bureaus,
staat van de representatie van machtinstituties. die verantwoordelijk zijn voor talloze
Door beelden aan de massacultuur te ontlenen middelmatige architectonische produkten.
wordt een schijn van democratie gegeven aan Het gaat mij erom post-moderne architectuur op
projecten die in wezen antidemocratisch zijn. Het zodanige wijze te analyseren dat
spontaneïstische en vitalistische van het post- (dis)continuïteiten met de moderne architectuur
modernisme dragen volgens Habermas de onderkend worden en er een discussie over
kenmerken in zich van een regressief nostalgisch overeenkomsten en verschillen, over
verlangen naar een maatschappij waar mensen progressieve en regressieve tendensen in het
spontaan en direct met elkaar zouden kunnen post-modernisme kan ontstaan. Ik ga in op werk
omgaan. Het inzicht dat dit in de huidige van vier Nederlandse architecten dat, hoe
maatschappij niet mogelijk is, verdwijnt achter verschillend ook, post-modem genoemd kan
een façade van beelden en kleuren. Uiteindelijk worden, omdat het wat betreft uitgängspunten,
wordt zo politieke uitzichtloosheid als een werkwijze en beeldtaal niet vanuit één consistent
stijlprobleem opgevat en ~rhuld. concept gedacht is, maar eclectisch is en daarmee
Ik kan hier niet op alle implicaties van het vaak paradoxaal van aard. Deze architecten
Lyotard-Habermasdebat ingaan, maar neem van beschouw ik als min of meer representatief voor
beide auteurs inzichten over om progressieve en een viertal richtingen die zich in de ontwikkeling
regressieve tendensen in het post-modernisme te van het post-modernisme in Nederland beginnen

62

..
1

af te tekenen.
Ik beperk me hier tot commentaar op één aspect I
van de vorm: het beeld van een gebouw, omdat Vaak verWijst architectuur die post-modem
dit het meest opvallende kenmerk is. Elders ben genoemd wordt, met nostalgie naar de
ik ingegaan op concepten die ten grondslag monumenten van techniek en de daarin vervatte
liggen aan de manier van ordenen (homogeen of utopie. Deze zogeheten high-tech-revival houdt
heterogeen) binnen aspecten als gebruik, de mythe in stand dat in de bouw van een
ruimtevorm en materiële vorm van gebouwen. 4 industriële produktiewijze sprake zou zijn. Maar
Daar heb ik eveneens aangegeven in hoeverre de technische beeldtaal van bijvoorbeeld
deze concepten ten opzichte van elkaar Archigram is ontdaan van de oorspronkelijke
verschuivingen laten zien waardoor ze worden maatschappijkritische doelstelling, waardoor het
gerelativeerd en architectuur een ambigu, gebruik ervan alleen nog opportunistisch
heterogeen karakter kan krijgen. gemotiveerd wordt.
Het werk van Benthem en Crouwel staat volgens
mij voor deze vorm van post-modernisme.
Benthem en Crouwel streven ernaar
geavanceerde technologieën in de
verschijningsvorm van hun gebouwen tot
uitdrukking te brengen en plaatsen zich daarmee
in het voetspoor van de high-tech. Deze van
oorsprong Britse stroming creëerde in de jaren
zestig de mythe van het gebouw als industrieel
massaprodukt. Volgens Jluchanan is de high-
tech-revival vooral gericht op exploitatie van de
mogelijkheden die de technologie op het gebied
van de vorm biedt en nauwelijks op het
ontwikkelen van een technologisch potentieel dat
oplossingen biedt voor de complexe problemen
van de post-industriële maatschappij, zoals dit
oorspronkelijk gebeurt in Archigramproject als
Cedric Price's Fun Palace (1965). Buchanan stelt
·1
dat de herleefde belangstelling voor high-tech in
Engeland in elk geval npstalgisch van aard is, dat
wil zeggen de uitdrukking is van een paradoxaal
.verlangen naar een post-historisch science-
fiction-futurisme en een prehistorische hang naar
het beloofde land. De obsessie in de high-tech-

63
revival voor techniek als verschijningsvonn van
gebouwen gaat volgens Buchanan ten koste van
de sociale en ruimtelijke aspecten ervan. Hij pleit
ervoor om bij elke afzonderlijk bouwopgave de
juiste balans te vinden tussen "high" en "low"
technologie en beoordeelt hoogtepunten van de
high-tech als Piano & Rogers' Centre Pompidou
en Forsters Associates' Sainsbury Centre dan ook
negatief, omdat deze niet voldoen aan criteria van
functionele e%f constructieve doelmatigheid. s
Ook Benthem en Crouwel onderkennen het
belang van de doelstellingen van de moderne
architectuur met betrekking tot het streven naar
functionele constructieve doelmatigheid. Maar in
hun ontwerp voor het douane gebouw te
Hazeldonk citeren ze met name de beeldtaal
ervan. Het meest in het oog springend aan het
douanecomplex zijn de uit metaalelementen
opgebouwde, groene open-vakwerkconstructies
boven het gebouwen de visitatiestraat. De
fragiele staketsels die van veraf zichtbaar zijn,
tekenen het "visitekaartje van Nederland" en
maken dat het complex waargenomen wordt als
exponent van de high-tech.
De doos die de kleinere ruimten bevat, heeft een
gevel van geïsoleerde stalen sandwich-prefab-
panelen die onderling uitwisselbaar zijn. Ramen
en deuren zijn in de panelen opgenomen. De
gevelelementen zijn elk voor zich als esthetische
eenheid ontworpen en in serie geschakeld. De
samenstellende delen leveren na montage een
homogeen gevelbeeld: een optelsom van
identieke elementen. De doos met de grotere
ruimten is volgens een ander constructief
principe vonngegeven. De gevel bestaat uit
(vertféale) stijlen en (horizontale) regels,
waardoor rechthoekige, identieke openingen

64

L
l

ontstaan, die afhankelijk van functionele eisen


worden ingevuld met dichte .sandwich-panelen,
vaste glaspanelen of ramen en/of deuren. Dit
geveldeel maakt een lichte, transparante indruk
tegenover de meer massieve gevel van
geïntegreerde panelen. Je zou zeker van een
heterogeen beeld kunnen spreken als niet overal
dezelfde kleur groen was toegepast. Deze kleur
heft het verschil in massa en materiaal op en
veroorzaakt mede het homogene beeld van het
geheel.
Benthem en Crouwel laten de verschijningsvorm
van hun gebouw niet zozeer bepalen door het
streven naar constructies met een zo economisch
mogelijke arbeid-materiaal verhouding, maar door
de visuele aantrekkingskracht van superdunne
constructies, die zijn opgebouwd uit elementen
met een hoge mate van uniformiteit. Rationele
overwegingen van economische aard spelen
kennelijk geen rol. Het minimaliseren van de
hoeveelheid materiaal is immers vaak kostbaar in
verband met de relatief hoge arbeidskosten die
eraan verbonden zijn. De kritiek van Buchanan
op de Britse high-tech is mijns inziens daarom in
verregaande mate van toepassing op dit project.
Het voegt zich in de beeldwereld van de high-
tech, terwijl het doel en de betekenis daarvan
verdwenen zijn.

TI
Wanneer heterogeniteit wordt ingezet om elke
vorm van systematiek te ondermijnen, dan kan
dit leiden tot anarchistische anti-systematiek. Dit
levert weliswaar spectaculaire ontwerpen op,
maar het "anything goes" ontaardt vaak in het .......'! · ~l
willekeurig aan elkaar plakken van stijlcitaten,
die de functie van ornament krijgen. De architect

65
I
I treedt hierbij op als een mondaine causeur, die bijzondere, heterogene iconografie, maar als
cynisch, zonder enige analytische pretentie het aaneenrijging van evenementen. Hier wordt
bijpassende verhaal levert. duidelijk dat diversiteit een nieuwe vorm van
Als representatief voor deze vorm van post- eentonigheid op kan leveren en op zichzelf geen
modernisme beschouw ik het werk van Soeters, garantie biedt voor het openbreken van
die zich verzet tegen een systematisch en homogene systemen.
controleerbaar ontwerpproces en een architectuur Het exterieur, met name de langsgevel van het
propageert die vooral aangenaam voor het oog bouwblok aan de straat maar ook de gevel van
moet zijn. Volgens hem moet het beeld niet als het monumentale tempeltje, verwijst naar
één eenheid waargenomen worden, maar steeds coulissenarchitectuur van Venturi en Moore. Het
andere eenheden vormen, een opvatting die gevelmetselwerk van het bouwblok aan de straat
kenmerkend is voor het post-moderne pleidooi bevat een aantal grote en kleine gaten.
voor de meerduidigheid van het beeld. Soeters Betrekkelijk onafhankelijk van deze geleding is
zoekt zonder bewuste intentie en methode naar de gevel gedecoreerd met twaalf gekleurde
een vorm vanuit een aanvankelijk volstrekt banden, steeds onderbroken door een witte band.
ongedifferentieerde vermenging van Het effect van de combinatie van de kleuren en
programmatische eisen, groepen van functies en de kleursoort geel, bruin, lila en wit is, dat je de
beelden. Het project voor twintig woningen en indruk krijgt van een slecht afgestemde
een kinderdagverblijf in de Kinkerbuurt van kleurentelevisie. Dit wordt versterkt doordat
Amsterdam is een goed illustratie van Soeters' gekleurde voegspecies zijn gebruikt.
opvatting dat monotonie moet worden vermeden: Het ornament dat in een raamopening op de hoek
het straalt een vitale opgewektheid uit in een van het bouwblok is geplaatst, lijkt me ironisch
buurt die volstaat met de in Soeters' ogen een bedoeld: een knipoog naar een ieder die van
dimensionale stadsvernieuwingsarchitectuur. mening is dat de architectuur van het
Het dagverblijf roept associaties op met de vooral kinderdagverblijf al te serieus zou moeten
voor kinderen fascinerende beeld wereld van worden genomen.
Engelse drop, zuurstokken en felgekleurd
speelgoed. Door middel van pasteltinten, m
gekleurd plexiglas en spiegeltjes wordt de Van een minder willekeurig eclecticisme lijkt
geleding van de binnen ruimten benadrukt en sprake, wanneer bewust naar de traditie wordt
tegelijk ontkend. Kleurstellingen voor details verwezen. Vaak gebeurt dit onder het. mom van
verschillen van plek tot plek, waardoor de ambachtelijkheid, terwijl in feite de mythe van de
functionele hoofdverdeling van rood, groen, geel expressionistische kunstenaar-architect nieuw
en blauw voor de onderscheiden groepsruimten leven wordt ingeblazen. De nostalgie naar de tijd
wordt afgezwakt. Dit is waarschijnlijk de reden dat de wereld nog een vaste betekenis had, is
dat ik mij het interieur van het kinderdagverblijf hiermee nauw verwant.
niet zozeer herinner als een binnenruimte met een Het werk van Coenen, die met Koolhaas en de

66

L
architectengroep VDL de Nederlandse inbreng
verzorgde op de voor de verspreiding van het
post-modernisme zo belangrijke Venetiaanse
Biênnale van 1980, beschouw ik als een
voorbeeld van deze vorm van post-modernisme.
Het werk dat hij daar presenteerde - een manifest
en een ontwerp voor het Ween in Rotterdam -
sloot direct aan op het thema van deze Biênnale
"La presenza del passato", de aanwezigheid van
het verleden.
Uit het project blijkt duidelijk dat Coenens
voorkeur uitgaat naar een sacrale ordening met
een sfeer van veiligheid en rust. Hij sluit in dit
opzicht aan bij werk van Krier, voor zover deze
zich verzet tegen de wegwerpcultuur en zich
beroept op de nog altijd bestaande sporen van de
pre-industriêle Europese stad. Coenen gaat
achterom kijkend de toekomst tegemoet. Hij
probeert zijn ontwerpen een spirituele lading
meer te geven door de betekenis die aan het beeld
van historische gebouwen kleeft nieuw leven in
te blazen. Vooral gebouwen die volgens
ambachtelijke bouwwijze zijn vervaardigd
spreken hem aan: monumenten van bedrijf en
techniek zoals die in de regio Limburg worden
aangetroffen. Coenen werkt op ambachtelijke
wijze aan zijn ontwerpen. Serieproduktie, waarbij
bouwplannen volgens een homogene systematiek
als het ware buiten de ontwerper om worden
ontwikkeld, is hem vreemd. Kenmerkend voor de
ontwikkeling die zijn werk te zien geeft is de
uitbreiding van een school te Sittard. Door te
refereren aan historische (voor)beelden geeft het
project uitdrukking aan een verloren gegane
traditie en verzet zich tegen elke vorm van
frivoliteit.
Zo worden verschillen in ruimtelijke opzet onder

67
controle gebracht door delen in te kaderen in een
vlakke, massief ogende passe-partout van ruwe
textuur. Deze is uitgevoerd in twee kleuren
betonsteen, grijs en wit, gemetseld in een patroon
van horizontale banden, dat onder andere
verwijst naar de architectuur van Botta. In de
straatgevel van de school zie je in dit passe-
partout de lokalen: eveneens opgebouwd uit de
relatief massieve betonsteen, echter in één kleur.
Ze hebben het uiterlijk van classicistische
tempeltjes. Met name in de gang roept een reeks
gemetselde kolommen die gang en lokalen van
elkaar scheidt, een nogal plechtige sfeer op,
ondanks het feit dat de openingen ertussen zijn
gevuld met moderne materialen als glazen
bouwstenen. Een vergelijking met de architectuur
van de Bossche School dringt zich onmiddellijk
op. De monumentale, zwaar aangezette beeldtaal
laat geen ruimte voor ironie.

1111
Wanneer in het werlc van post-moderne
architecten heterogeniteit wordt nagestreefd om
openingen te maken in homogene systemen door
middel van een bewust spel met de historische
conventies, is het niet anti-modem, maar denkt
verder in het spoor van het moderne, zonder
echter discontinuïteit te verbergen.
In dit licht kun je het werk van Van Schijndel
zien. Van de vier architecten die ik hier als
voorbeeld noem, is Van Schijndel de enige die
zichzelf een post-moderne architect noemt. De
anderen zien de aanduiding post-modem als een
negatieve kwalificatie. Van Schijndel vat het
post-modernisme niet op als iets waar je al of niet
op als iets waar je al of niet voor kunt kiezen, als
iets waar je vóór of tegen kunt zijn, maar als een

l
68
l

gegeven maatschappelijke situatie: hij kiest niet monumentale beeldtaal van het ne<rclassicisme
zelf voor het post-modernisme, maar het heeft naast elkaar zien, een wereld van stilte naast die
hem gekozen. De vorm is voor Van Schijndel van de massacultuur, die elk hun betekenis
bijna willekeurig geworden, een meer of minder ontlenen aan hun plaatsing ten opzichte van
bewust spel met historische conventies. Zijn elkaar. De combinatie van classicistische
architectuur heeft bewust spel met historische motieven in de gevel aan de Ganzenmarkt en het
conventies. Zijn architectuur heeft daarom vele stille, anonieme interieur erachter lijkt van
;' gezichten. Zoals veel post-modernisten heeft hij dezelfde orde als Piranesi's combinatie van
er geen moeite mee om de behoefte aan barokke voorzijde en stomme, anonieme
nostalgische vormen commercieel uit te buiten. achterkant in het altaar in de Santa Maria de
In deze zin moet zijn bewering gezien worden Priorato te Rome. Zowel bij Piranesi als Van
dat hij zoekt naar harmonie en stilte, terwijl hij Schijndel zien we een pleidooi voor ordenende
tegelijkertijd ruimte opeist voor "popcultuur, lol, concepties die meervoudig, heterogeen van aard
satisfactie, (visueel) genot, comfort en zijn.
decadentie". Mede doordat Van Schijndel Vanuit het motief dat het LOKVeen organisatie
gebruik maakt van de nieuwste technologische voor kunstzinnige vorming is, laat Van Schijndel
middelen om verbindingen te maken (onder de gevel aan de Ganzenmarkt naar diverse
andere siliconenkitten) voegen zijn ontwerpen culturele achterlanden verwijzen en verweeft hij
zich ten dele in de beeldtaal van de high-tech. In een aantal historische thema's op een complexe
tegenstelling tot veel zogenaamde technologische manier. Hij maakt het principe van de ruïnebouw
ontwerpers is Van Schijndel niet gericht op het in de gevel zichtbaar met behulp van middelen
uitwerken van de beeldtaal van de high-tech in als zuil, ruïne, tegenstelling cultuur/natuur, cliché
pure vorm, maar streeft hij in zijn architectuur en ambivalentie. Met name voor dit
naar een pragmatische combinatie van het oude gevelfragment geldt dat je tot in het oneindige
en het nieuwe, van "high" en "low" technologie. door zou kunnen gaan met het aangeven van
Aan het begrip "historische continuïteit" geeft hij verwijzingen. Het historisch beeldmateriaal is
inhoud door na te gaan welk historisch materiaal bewust ingezet, waarmee voorkomen wordt dat
in een gegeven situatie bruikbaar is. Hij maakt de gevel slechts de reproduktie van de
sporen van andere architectonische werken in beeldenchaos van de massacultuur oplevert. het
zijn eigen werk zichtbaar en combineert is op doelmatige wijze vervaardigd met behulp
monumentale vormgeving, die zich manifesteert van in hoofdzaak "Iow" technology (geschilderd
binnen een gegeven context, traditie en stucwerk). Massieve elementen van afwisselend
massacultuur, met de meer abstracte vormgeving gladde en ruwe textuur zijn gecombineerd met
van het modernisme. het meer fragiele aluminium en glas in een
Aan de verbouwing van het LOKV te Utrecht verfijnde detaillering. In de grovere gevels van de
valt dit duidelijk af te lezen. Het laat de abstracte ernaast staande panden maakt het gevelfragment
beeldtaal van het modernisme en de een decadente indruk.

69
lensibility ofthe worl< of Alvar Aalto", in: Arcllitec/uTa/ mo1WgrapJr.r
Achter de sprekende gevel heerst stilte. Het 4 (1978), introduceert D. POlphyrioo, in navolging van M Foucault
interieur is als het ware gevouwen uit vlakken die (zie Versus, 1987, nr. 2), de begrippen hcterotopia en hcmotopia in het
architectonisch ond=oc:k. POlphyrioo verwijst de Moderne Beweging
op het eerste gezicht wit lijken, maar in feite licht naar het rijk van hcmotopia. Dat cmvat volgens hern het rijk van de
gekleurd zijn. In de bouwmuren zijn doorbraken gelijkheid, de plek waar verschillen opzij worden gezet en waar
uitgestrekte eenheden women gevestigd. Hornotopia' s zouden troost
afgeschuind om de massa van de muur op te schenken omdat ze contui'leit ·en het bekende uitbeelden. Ze zinspelen
heffen. Alle toegepaste materialen zijn ontdaan op de gelijkmatigheid van de maatschappelijke verhoudingen en het
universum. Aan het andere uiterste van de omenende concepties zou
van hun eigen materi~le structuur om de eenheid iets denkbaar zijn dat de meervoudigheid van de dingen verdeelt in
en continuïteit van het beeld geen afbreuk te categorieën die de orthodoxe blik van de architecten van de Moderne
Beweging en hun volgelingen niet zou kunnen benoemen of bedenken.
doen: het project voegt zich wat dit betreft in de Porphyrios doelt op fragmenten waarbinnen een aantal mogelijk
serene beeldwereld van post-moderne Japanse samerthangen aanwezig kunnen zijn zonder een verl<larende bron van
eertheid. Deze (wan)orde noemt hij hcterotopia. Het wcrlc van de Finse
architecten. Het gedifferentieerde beeld van het architect Aalto zou volgens Porphyrios vanuit hetcrotopische principes
LOKV dat in de vlakke straatwand verschijnt, moeten women begrepen. Hcterotopia is het ordenende principe waar
onafhankelijke verbanden worden onderscheiden tussen delen en
verdwijnt in de witte plastiek van het interieur. Je waarbij de cohesie tussen die delen alleen door nevenschikking en
kunt je afvragen in hoeverre een dergelijk ruimtelijke nabiJ'heid worden bepaald. De omening tussen deze
zelfstandige delen is van dezelfde orde, namelijk nevenschikkend in
harmonische omgeving aansluit bij de plaats van onderschikkend, als die van de Chinese encyclopedist waar
complexiteit van de post-industri~le Foucault in De woortUn en tU dingen (Bilthoven 1973) naar verwijst:
"... de dieren kunnen women verdeeld in:
maatschappij. a. die de Keizer toebehoren, b. gebalsemd, c. tamme, d. speenvarlc:ens,
e. sirenen, f. fabeldieren , g. loslopende honden, h. die in deze indeling
voorlc:omen, i. die in het rond slaan als gekken, j. talloze, k. die met een
Het verzet tegen post-moderne architectuur is in fijn kameelharen penseeltje getekend zijn, l. etcetera, m. die juist een
Nederland nog altijd groot. Zo wordt met de term kruik gebroken hebben, n. die uit de verte op vliegen lijk".
2. J.F. Lyotam, La conditionpostmo<kme. Parijs 1979.
"nieuwe mooiigheid" de ontwikkeling van het 3. 1. Habermas, 'Het moderne-een onvoltooid', in: Raster nr. 19 (1981),
post-modernisme wel afgezet tegen de traditie PP. 126-143; J. Habermas, 'Moderne und Postmoderne Architektur', in:
Arcll+, 61 (1982), pp. 54-59
van het Nieuwe Bouwen, alsof post-moderne 4. L. van Duin, "(Dis)continui'leit van het moderne", in:
architectuur en het streven naar prachtvolle ArchitectoniscM studies J, Delft 1985, pp. 67-100; L. van Duin,
"Nostalgisch Utopia", in: Architectonische studies 3, Delft 1986, pp.
gebouwen per definitie anti-modem zouden zijn. 23-48.
De inzet van historisch beeldmateriaal kan - zelfs 5. P. Buchanan, "Nostalgie Utopia', in: Arcllitectural Juoma/, sept.
1985, pp. 60-69
als dit gebeurt in een monumentale beeldtaal of
in een frivole beeldtaal met een overmaat aan deze tekst is eerder gepubliceerd in Arie Graaf-
esthetische prikkels - een progressieve ingreep land (red.) De Bevrijding van de moderne be-
zijn wanneer het (esthetische) normen ontregelt weging ,SUN, Nijmegen 1988
en plaatsvindt binnen de context van een
functionele architectuur: "jazzing up the
functional" .

Noten
1. De tcnn "heterogeen" moet women begrepen tegenover
"homogeen". In Sources of M otUm Ec/ecricism. Studies of A/var
Aa/to. Londen 1982, en "Hcterotopia, a study in the ordening

70

L
Joris Molenaar

Herbergzame ongenaakbaarheid
Woongebouwen van DKV in Rotterdam

De ontwikkeling van de lift tot een volwaardig Voor de hoogbouwstudies uit de jaren twintig
middel om hooggelegen etages te ontsluiten van bijvoorbeeld Wiebenga en Duiker, resulte-
heeft het wonen op hoogte reeds lang bereikbaar rend in hun Nirwanaflat te Den Haag (1927-
gemaakt. Het stadsappartement dat tengevolge 1930), of voor de hoogbouwprojecten van Van
hiervan aan het begin van de twintigste eeuw in den Broek aan het Ungerplein (1928-1931) en
Amerika werd ontwikkeld tot een gangbaar wo- van Van Tijen aan de Parklaan (1932), beide te
ningtype bood belangrijke technische voordelen Rotterdam, zijn de Amerikaanse voorbeelden
zoals een centrale stofzuiginstallatie en -verwar- een inspiratiebron geweest, hoewel zij het hoge
ming, en met gemeenschappelijke luxe zoals niveau van comfort niet wisten te realiseren.
een portier in een ruime fraaie lobby op de be- Daarnaast is er een geheel eigen Europese hoog-
gane grond, een gemeenschappelijke wasserij, bouwtraditie in de woningbouw ontstaan, die
huishoudelijke en onderhoudsdienst, een dakter- van de galerij- en corridorflats, beginnend bij
ras of gemeenschappelijke tuin. Met al deze ge- het Duitse Laubenganghaus dat begin deze
makken is het tempo van het stadsleven beter bij eeuw als alternatief voor de portiekbouw van de
te houden dan in meer traditionele stadswoon- woonkazernes in de grote steden werd voorge-
huizen met hun minder efficiënte woonmoge- steld. De galerijbouw te Spangen van Michiel
lijkheden. Brinkman is hiervan de beroemde Nederlandse
versie. Ook de experimentele Russische ontwer-
pen voor communehuizen uit de jaren twintig
hebben geïnspireerd tot het ontwikkelen van
nieuwe woonvormen. Deze laatste projecten,
met als meest bekende voorbeeld het Narkom-
fin-gebouw (1928-1929) van M. Ginzboerg te
Moskou, kenmerken zich door toevoeging van
gemeenschappelijke voorzieningen aan de zui-
vere woonfunctie, waardoor een project pro-
grammatisch en in vorm meer een eenheid
wordt. De invloed hiervan op met name CIAM-
architecten in het begin van de jaren dertig was
groot. De eerste Nederlandse realisatie van een
galerijflat met gemeenschappelijke voorzienin-
gen was de Bergpolderflat van Van Tijen met
het bureau Brinkman & Van der Vlugt (1934).
Na de Tweede Wereldoorlog tijdens de wede-
ropbouw, wordt dit model de basis van talloze

71
uitbreidingen, hetgeen in de jaren zestig uit- woonomgeving helemaal in de weg. Achteraf
mondde in de kraanbaan- en montagebouw, met kan gezegd worden dat in deze twee perioden uit
als meest treffende voorbeeld de ERA-flat, kort- de geschiedenis van de woningbouw de archi-
weg "de ladenkast". Het galerij type is hier ech- tecten er zelden in slaagden de samenvoeging
ter gereduceerd tot een zuiver economisch en or- van woningen als één totaalbeeld vorm te geven.
ganisatorisch antwoord op een zuiver kwantita- In recente woningbouwprojecten tekent zich een
tief gestelde vraag naar sociale woningbouw. geheel andere tendens af. Architecten lijken zich
Van een programmatische of architectonische weer bewust te zijn van zichzelf, en resistent te
eenheid is dan geen sprake meer. Deze banalise- zijn geworden voor kritiek op de (onvermijde-
ring van het galerijtype, en de eveneens ver- lijk) autoritaire kant van het architectenvak. Ja,
schraalde uitvoeringen van het corridor- en het zelfs lijkt het publiek meer waarde te zijn gaan
torenbouwtype, bepalen nog steeds het karakter hechten aan een uitgesproken persoonlijke
van willekeurige woonwijken in het land, zoals vormgeving, een "eigen stijl".
Alexanderpolder of Ommoord in Rotterdam. Dit wordt mede gestimuleerd door bestuurders
Hoewel deze wijken vanwege hun stedebouw- die de waarde van een meer uitgesproken archi-
kundige principes interessant zijn, en ze na jaren tectuur (mede ter meerdere eer en glorie van
zelfs een zekere kwaliteit hebben gekregen als zichzelf) lijken te hebben herontdekt. Men zou
nieuw landschap om in te wonen, mist de be- kunnen spreken van een tendens tot "corporate
bouwing er vaak die kwaliteiten die woningsta- identity" in woningbouw- en stedebouwprojec-
pelingen de meerwaarde kunnen geven van een ten.
duidelijk herkenbaar woongebouw. Hoewel hierin het gevaar schuilt van de wille-
De reactie op deze telramen van technocratische keur van architectonische prestigeprojecten en
woonruimtedistributie, de "humane" woonwij- het verlies van aandacht voor de goed woning-
ken van de jaren zeventig en de daaropvolgende plattegrond en redelijke huren, die verworvenhe-
stadsvernieuwingspraktijk van begin jaren tach- den van de Nederlandse woningbouwtraditie,
tig, wordt gekenmerkt door een versnipperde biedt deze ontwikkeling aan een nieuwe genera-
stedebouwkundige en architectonische vormge- tie architecten de ruimte om hun door studie ver-
ving, een reactie die eerder een dwaalspoor dan worven inzichten tot een eigentijdse woningbou-
een uitweg is geweest. De zozeer verlangde her- warchitectuur uit te werken. Een architectuur die
kenbaarheid van de woonomgeving werd juist misschien minder ideologisch gefundeerd is dan
niet op deze wijze bereikt. Bood de respectloos de klassieke voorbeelden, maar die zeker de re-
technocratische vormgeving van de flat uit de sultaten van de verschillende stromingen in de
jaren zestig de bewoner al weinig aanknoping- woningbouwarchitectuur van deze eeuw in zich
spunten tot identificatie met "zijn" woonge- vereningt. Het gevaar van een willekeurig mo-
bouw, de "omgevallen ladenkasten" waarop wij- dem eclecticisme in de woningbouwarchitectuur
ken als bijvoorbeeld Capelle Schollevaer lijken, (als zoveelste spruit van het veelkoppige post-
staan een herkenning van het persoonlijke in de moderne monster) is daarmee niet denkbeeldig,

l
72
hoewel recent opgeleverde en nog in aanbouw De lokaties waarop de projecten zijn gesitueerd
zijnde woningbouwprojecten tot enig optimisme verschillen sterk maar zijn beide kenmerkend
aanleiding geven. voor bouwopgaven in de huidige Rotterdamse
Twee onlangs gerealiseerde woningbouwprojec- situatie. Het Ammersooiseplein en omgeving be-
ten van het Rotterdamse architectenbureau Dob- treft stadsvernieuwing in een buurt van ronde de
belaar de Kovel de Vroom (DKV) zijn hiervan eeuwwisseling; het project Kop St. Janshaven
voorbeelden. Met de woongebouwen op het maakt deel uit van een groot nieuwbouwcom-
AmmersooisepleinfRidderstraat in de Agniese- plex op een vrijgekomen haventerrein.
buurt (1984-1988) en het woongebouw Kop St. Voor de nieuwbouw aan het Ammersooiseplein
Janshaven op de Zuidoever (1986-1988), en omgeving werd in 1984 een besloten prijs-
vraag georganiseerd. De opgave bestond uit het
ontwerpen van een bebouwing aan de zuid-oost-
zijde van een nieuw aan te leggen plein in de
Agniesebuurt. Dit project vormt het sluitstuk van
de stadsvernieuwingsoperatie in deze buurt.
Voor het plein en de nieuwbouw was tweederde
van een gesloten bouwblok naast het spoorweg-
viaduct van de Hofpleinlijn gesloopt.
Het ontwerp waarmee DKV de prijsvraag won
bestaat uit een blok van vier verdiepingen dat sa-
men met de bestaande bebouwing een gesloten
bouwblok vormt en uit een losstaande hoog-
bouw aan het nieuwe plein van negen lagen op
beide te Rotterdam, heeft dit bureau zich voor een souterrain. De twee gebouwen liggen tege-
het eerst gepresenteerd op het terrein van de so- nover elkaar en begrenzen samen een nieuwe
ciale woningbouw. Beide projecten zijn pro- straat. In de onderbouw van het lage blok zijn de
grammatisch van gelijke orde; gestapelde bouw bedrijfsruimten ondergebracht. Daar bovenop is
van een vijftigtal drie- en vierkamerwoningen, een laag met driekamer galerijflats en daarop
op enkele bedrijfsruimten na zonder bijzondere weer twee verdiepingen galerijmaisonnettes. De
gemeenschappelijke of bijkomende functies. De flats zijn over twee beuken, de maisonnettes
financiering is in beide gevallen volgens het gel- over een beukbreedte ontworpen. De laatste heb-
dende NormKostenSysteem, dus zonder extra ben de woonverdieping boven.
bijdragen of subsidies. Dit is een belangrijk ge- De hoogbouw aan het plein heeft een basement
geven voor de vergelijking met andere realisa- bestaande uit een half verdiepte kelder met ber-
ties. Immers, hierdoor is er geen sprake van pre- gingen en daarop drie afwijkende woningen aan
stigebouw, gedragen door incidentele extra bij- de straatzijde, een anderhalve verdieping hoge
dragen. colonnade ligt onder het gebouw aan de pleinzij-

73
de. Vervolgens zijn er acht lagen galerijflats van hoekjes of restruimten zijn er nauwelijks. In de
drie en vier kamers en een terugspringende da- ontwerpen zijn duidelijk zones bepaald voor
klaag met tweekamerwoningen. woon-, slaap- of nevenruimten zoals sanitair,
Het project Kop St. Janshaven bestaat uit een keuken of hal, maar deze zonering wordt niet
kopgebouw dat het bestaande galerijblok aan de mechanisch toegepast, zoals in de SAR metho-
Maas beëindigt. diek. Daarvoor zitten de plattegronden te soepel
Het uitgangspunt voor dit ontwerp, waarvoor en hecht in elkaar. De ruimten zijn wat afmetin-
DKV werd uitgenodigd, was dat er geen open gen, raam- en deurplaatsing en inrichtingsmoge-
galerijen zouden worden toegepast vanwege de lijkheden betreft goed doordacht. Ook de onder-
sterke wind in het buitendijkse gebied. DKV linge scheiding van ruimten is eenvoudig maar
voegde hier nog de wens aan toe om de wonin- doeltreffend. Deuren zijn meestal tegenover el-
gen tweezijdig te oriënteren, omdat het uitzicht kaar geplaatst zodat ze in geopende toestand een
aan beide zijden bijzonder is. Het woongebouw lange zichtlijn opleveren. Tezamen met de door-
dat zij hiervoor ontwierpen staat volgens DKV gang vanuit de woonkamer via de keuken naar
"als een locomotief voor de trein van de galerij- de eethoek, en door de doorloop die via de serre
flats, een steekt als een boeg dwars in de Maas". of wintertuin mogelijk is, is er een rondloop in
Het bevat tweezijdig georiënteerde woningen, de woningen ontstaan die de ruimtelijkheid ver-
gelegen boven of onder een entreelaag waarop sterkt. Aan de eenvoud van deze plattegronden
zich per woning een slaapkamer bevindt en waar moet wel de overtuiging ten grondslag liggen dat
de corridor met een volledig glazen gevel is ge- het helder en ruimtelijk oplossen van de basi-
situeerd. splattegrond een even helder en goed ontwerp
Een hoofdtrappehuis met lift, gelegen aan de van het gebouw als totaal mogelijk maakt.
kop van het gebouw, ontsluit de corridors en is De plattegronden bieden tevens diverse schakel-
tevens een panoramatoren voor alle bewoners. lingsmogelijkheden. Zo is in de hoogbouw in de
Aan het andere einde haakt het gebouw met een Agniesebuurt de voor dat project zo kenmerken-
vluchtweg aan de bestaande galerijbouw. de spiegeling van de woning oriëntatie bereikt
door bij het basistype kamers toe te voegen of
De superioriteit van de heldere plattegrond weg te laten. De mogelijkheden hiertoe vindt
Zowel op de schaal van een woning als van het men vooral in de aansluitingen op de trappehui-
totale complex maken de plattegronden en door- zen, en de randen van de gebouwen. Een een-
sneden van de gebouwen in beide projecten een voud in ontwerp die geen alles overheersende
eenvoudige indruk. De sanitaire ruimten, het methodiek nodig heeft.
keukenblok, de bergkast met cv-installatie zijn In het lage woningblok in de Agniesebuurt is de
zo in de woning geplaatst dat de woning simpel- eenvoud van plattegrond en schakeling minder
weg wordt gedeeld in toegangs-, woon- en goed geslaagd. De complexiteit van een stape-
slaapruimten. De plaats van de leidingschacht en ling van twee maisonnettes op één flat, en een
van de meterkasten is even strategisch. Nisjes, erg late wijziging in het ontwerp waarbij de toe-

74
gang tot de maisonnettes werd gewijzigd in een Ook de colonnade aan de pleinzijde onder de
galerijontsluiting, hebben duidelijk sporen nage- hoogbouw legt een direct verband tussen het ge-
laten in de plattegronden. bouwen de aangrenzende omgeving, naar analo-
gie met de bogen van het spoorwegviaduct.
Eenheid van woning, gebouwen omgeving Het gebouw aan de Janshaven is eveneens alzij-
De samenhang tussen de woningplattegrond en dig georiënteerd. Dit lag al aan het begin van het
de indeling van het gebouw als totaal heeft in ontwerp vast en is niet zozeer het gevolg van de
beide projecten tevens betekenis voor de situe- schakeling van de woning alswel van de keuze
ring. Door de spiegeling van de galerijflats, met van het woningtype. Anders dan in de Agniese-
de panoramische combinatie van woonkamer en buurt heeft het basement van dit woongebouw
wintertuin, krijgt het hoge blok in de Agniese- waarin de bergingen zijn ondergebracht, weinig
buurt de expressieve tweezijdige oriëntatie. Met te betekenen voor zijn omgeving. Door de ber-
de onderbouw gericht op het plein, de boven- gingen steeds per groep van vier een toegang va-
bouw op de stad heeft het gebouw geen uitge- naf het buitengebied te geven, is er wel gepoogd
sproken voor- en achterkant; het is alzijdig geo- enige aanzet te geven tot activiteiten zoals ge-
riënteerd en vrijstaand. sleutel aan brommers of iets dergelijks, maar de
Door de balkonstrook aan het lage blok en de sfeer van de kale kade overheerst.
twee galerijen met afzonderlijk trappehuis van Aan de straatzijde kraagt het gebouw over, waar-
de hoogbouw aan de nieuwe Ridderstraat zijn de door een gaanderij is gevormd die 's avonds goed
laagbouw en het onderste deel van de hoogbouw is verlicht. Hier liggen ook de entrees naar de
beide op de straat betrokken, terwijl het boven- woningen op de eerste verdieping en de toegang
deel van de hoogbouw hieraan ontstijgt. tot het trappehuis en de lift. Deze zijde is naar de
kop toe dan ook meer op zijn omgeving georiën-
teerd. De relatie met de omgeving en de inrich-
ting daarvan (buiten de opdracht van DKV) zijn
de minst uitgewerkte aspecten van het project.
De belangrijkste betekenis van het gebouw qua
situatie ligt toch vooral besloten in de panorami-
sche kwaliteiten van de toegang en de liftporta-
len op de verdiepingen tezamen met de tweezij-
dige oriëntatie van de woningen. Vooral 's
avonds komt dit goed tot zijn recht wanneer het
gebouw aan alle zijden volop licht uitstraalt in
contrast met het monotone lichtjespatroon van de
galcrijbouw ernaast.

75
Eenheid van programma, massa en grafiek
De uiterlijke vorm van de twee projecten ver-
schilt sterk. Het gebouw Kop St. Janshaven is
een gladde massief aandoende kolos. De kern
van de compositie ligt eigenlijk al besloten in het
woord "kop". Het gebouw is als een havenhoofd
dat de "pier" van de galerijbebouwing volumi-
neus beêindigt Dit is althans bij de corridorgevel
het geval. De uiterst regelmatige gevelindeling
aan deze zijde, met het ritme van afwisselend
woonkamerpuien en corridorstroken, wordt niet
door uitzondering verstoord. Daar waar een
woonkamer is vervangen door twee slaapkamers
is het middendeel van de pui simpelweg met een
zwart paneel dichtgezet.
De gevel aan de St. Janshaven is meer statisch
van karakter, en tegelijkertijd minder gesloten
uitgevoerd. De regelmatige plaatsing van de
slaapkamerramen op de entreelaag is de compo-
sitorische pendant van de corridorstroken in de
regelmatig stramien te onderwerpen.
andere gevel. Hier is het echter een gesloten ele-
De woongebouwen Agniesebuurt worde~.geken­
ment en als horizontaal minder dominant in de
merkt door een compositie van afzonderh]ke ele-
compositie. Daarbij is er meer verticaliteit in de
menten die licht en rank van karakter zijn. De af-
gevel toegelaten door de grotere invloed van de
zonderlijke gebouwen zijn op een welove~ogen
kopgevels in de compositie en door het ritme van
wijze in de gegeven situatie geplaatst: Belde fa-
woningscheidende wanden dat tussen de twee
cetten, de zelfstandigheid van de architectuur en
verdiepingen hoge gevelvullingen zichtbaar is
de uitgesprokenheid van de situering, versterken
gehouden. De zwarte panelen van de gevelvul-
elkaar. Het hoge gebouw is te zien als een ele-
lingen vormen weer een achterliggende horizon-
ment dat in zichzelf een compositorisch geheel
tale strook zodat er als het ware een vlechtwerk
vormt. De opbouw met basement, dakopbouwen
van verticalen en horizontalen is ontstaan dat de-
een groot midden deel is klassiek. Om het mid-
ze, overigens uiterst vlakke gevel, de suggestie
dendeel is een lijst van wit pleisterwerk getrok-
van enige diepte verleent. Dit wordt nog ver-
ken. De gevels zijn horizontaal geleed maar blij-
sterkt door de onregelmatige raamindelingen die
ven ondergeschikt aan deze lijst. De horizontale
op de woon verdiepingen is toegelaten. Hier is,
I anders dan in de overige geveldelen, geen po-
geleding van het gebouw wordt doorsnede~ ~oor
de liftschacht die de verticaal in de composItIe
ging gedaan om de pui-indelingen aan een strak
vormt, een effect dat wordt versterkt door de
I
76

l
zichtbare beweging van de liftkooi achter het Het totaalbeeld van beide projecten is zakelijk,
glas. De strepen van de galerij vloeren en de lift welhaast ongenaakbaar te noemen. Niets aan de
vormen een expressief geheel; de ontsluiting als buitenzijde van de gebouwen verwijst naar enige
beeldvormend onderdeel van de compositie ken- huiselijkheid. Dit wordt nog versterkt door de af-
merkt het werk van DKV. wezigheid van balkons, die vaak iets van het per-
Ook in de detaillering van de gevelvlakken soonlijke interieur aan de buitenkant prijsgeven.
wordt het gebouw als geheel vormgegeven. Geen Op het eerste gezicht lijkt het hoge woongebouw
enkel element is afzonderlijk benadrukt, winter- aan het Ammersooiseplein een maanlander in de
tuin, woonkamer, eethoek en entree zijn onlo- Agniesebuurt, een effect dat zo kenmerkend was
smakelijk verbonden met de totale compositie voor de bedreigende nieuwbouw ten tijde van de
van het gevelvlak. Dit wordt bereikt door aan de saneringspraktijken uit de jaren zestig. Toch is er
woonkamerzijde een strak ritme van glasopenin- bij dit project eerder sprake van een verweving
gen toe te passen en aan de galerijzijde een dan van een verdringing van het bestaande. De
ononderbroken zwart vlak achter de galerijvloe- hoogbouw vormt in de buurt als het ware weer-
ren door te zetten. De schijnbaar willekeurige klank van de hoogbouw elders in de stad, niet al-
toevoeging van kleur op de voordeuren versterkt leen van de kantoor- en woongebouwen aan
de bundeling van gevel tot vlak. Weena, Coolsingel, Westblaak en omgeving,
Er zijn duidelijk parallellen in de compositori- maar juist ook van de al oudere bebouwing zoals
sche uitwerking van beide projecten. Steeds zijn de BergpolderfIat, het woontorentje aan de
er volumes onderscheiden waarin afzonderlijke Noordsingel, de toren van Van den Broek aan het
programma-onderdelen zijn opgenomen. Het ge- Ungerplein en de hogere flats in Blijdorp.
kozen ontsluitingssysteem wordt toegevoegd als De schaal van de onderbouw, met de colonnade
expressief element in de compositie. De gevels in het hoge blok, en het ritme van de bedrijfspui-
worden als compositorische eenheid gezien en in het lage blok leggen een directe relatie met
waarbinnen de afzonderlijk wooneenheden niet de bebouwing rondom, vooral met het spoorweg-
een eigen "gezicht" hebben gekregen. Dit totaal viaduct en met het ritme van de eind negentien-
van vlakken, volumes en transparante ruimten is de-eeuwse woningbouw. Met de omringende
zo samengesteld dat het afwisselend als grafi- voorbeelden van nieuwbouw uit de stadsvemieu-
sche compositie en als samenstel van volumen wingspraktijk, de nogal futloze baksteen blokjes
en ruimten kan worden beschouwd. De alzijdige met dakvlakjes en raamvormpjes, elementen van
oriëntatie van de gebouwen wordt composito- vertwijfelde architectuur, heeft dit project niet te
risch benut. Onder elke hoek levert de aanblik maken. De woongebouwen aan Ammersooise-
van het gebouw een nieuwe lezing van het ge- plein en Ridderstraat vormen zo in de Agniese-
heel op, maar alle aanzichten hebben wel een buurt de echo van de moderne stad op de schaal
duidelijk verband met elkaar. van de buurt, er gaat een kloeke en verfrissende
uitstraling op de directe omgeving vanuit.
Echo van de stad in de buurt Als men de gebouwen nadert, onderscheiden

77

.J
zich gaandeweg elementen die de toegankelijk- tuatie verankeren. De ongenaakbaarheid is hier
heid ervan vergroten. Met name de colonnade nog sterker dan in het project Agniesebuurt. De
met de gaanderij van de eerste woonlaag, en het toegang tot het gebouw heeft iets weg van het
half eronder geschoven entreepaviljoen vormen bestijgen van een oceaanstomer langs de
een toegangsgebied. Op de verdiepingen zet zich scheepshuid via de loopplank. In de hal op de be-
de overgang van straat naar huiselijk interieur gane grond is dit motief ook herkenbaar in de de-
voort door de verzorging van de chique galerij- taillering van de leuningen van de onderste trap
gevel en roosterhekken, tezamen met de verschil- midden in de hal.
lende kleuren van de voordeuren. Terwijl de con- De corridors liggen als dekken boven de kade.
soleloze afwerking van de galerijen juist een Daar is het echte toegangsgebied tot de wonin-
vliedend perspectief oproept vormt de duidelijk gen waar de huiselijkheid zelfs tot buiten de wo-
begrensde galerij een goed toegangsgebied. ning kan treden. In de detaillering van de corri-
dors is daartoe een aanzet gedaan. Er is een ver-
Verankering in weer en wind deling in een openbaar loopgedeelte en een meer
Bij nadering van de Kop St. Janshaven rijst on- privé-entreegebied. Het loopgedeelte is afge-
willekeurig de vraag wat mensen ertoe beweegt werkt met groen-grijze marmoleum en een dub-
om daar te gaan wonen. De voetganger kan zich bele aluminium railing langs de glazen gevel.
maar beter verre houden van dit verlaten en toch- Ook hier is het plafond consolevrij gehouden.
tig oord, en ook de fietser zal goed geoefend Tussen de woningscheidende wanden die als
moeten zijn om zich een weg te kunnen banen schijven de corridor insteken ligt steeds het en-
door deze uitgestrektheid. Tegelijkertijd ligt treegebied van twee woningen dat ook in dit ge-
daarin ook een kwaliteit van het gebied verscho- val zwart is afgewerkt met daarin een rode en een
len: een woning in een weerbarstig klimaat met blauwe voordeur. Door de schijven loopt vlak
een fabelachtig mooi uitzicht, volstrekt kale oe- onder het plafond een fel gele gasleiding.
vers waar de grote golfslag van de voortdurende Juist deze verzorging van de entreegebieden in
voorbij glijdende scheepvaart op stukloopt. Het beide projecten en de aandacht voor de wijze
is de melodie van de rivier die voor dit goed be- waarop men de gebouwen betreedt geeft ze een
schermende en geconditioneerde woongebouw is herbergzame kwaliteit die doet denken aan de
benut om de enkele "pioniers" te verleiden zich theorieën van Team X en de Forum-groep.
hier te vestigen in het buitendijkse. De bescher- De echo van het collectieve
mende corridors, de gladde onaantastbaarheid Hoewel hierboven is gewezen op overeenkom-
van de gevels, de op het uitzicht georiënteerde sten met zowel communegebouwen van de Rus-
toegangsroute (waarin eigenlijk de glazen lift sische avant-garde als met westerse voorbeelden
nog ontbreekt) tot de woningen en de bijna toe- van woongebouwen met gemeenschappelijke
vallige entree tot het gebouw onder het overstek voorzieningen, moet worden gesteld dat dit al-
van de corridorgevel, het zijn allemaal antwoor- leen de verschijningsvorm van de gebouwen be-
den van de architecten die het gebouw in zijn si- treft. Het lijkt alsof in deze tijd ieder geloof in

78
collectiviteit op het vlak van het programma van weest. HIeraan dient op programmatisch vlak in-
eisen vervlogen is. Zelfs iets neutraals als blok- houd te worden gegeven, de architect alleen staat
verwanning is passé sinds de ontwikkeling van hier machteloos. Wil gestapelde bouw echt alle
de perfecte hoogrendement gaswandketels: het is voordelen opleveren in de vorm van gemeen- .
eenvoudiger als ieder zijn eigen kacheltje stookt. schappelijke voorzieningen en extra comfort, dan
In het project Agniesebuurt heeft DKV aanvan- moet de opdrachtgever meer inhoud durven ge-
kelijk een groepswoning op het dak en een kin- ven aan een programma dan enkel het bepalen
dercrèche in de onderlaag voorgesteld. Ook heeft van een woningaantal en een bijbehorende diffe-
DKV gepoogd om winkels in de onderbouw op rentiatie en de eis dat het geheel onderhoudsvrij
te nemen, hetgeen gezien de centrale ligging van moet zijn.
het gebouw in de buurt denkbaar zou zijn, maar
deze voorstellen haalden het niet. Dat uiteinde-
lijk het enige collectieve element van het ge-
bouw, de containerruimte, de transparantie van
het entreepaviljoen onder de colonnade heeft ver-
stoord, kan als een speling van het lot worden ge-
zien.
Dat er vervolgens bij het project Janshaven geen
enkele aanzet meer te bespeuren is tot collectieve
voorzieningen is vanuit deze achtergrond te be-
grijpen maar niet goed te praten. Nu gaan er
stemmen op om de van glazen bouwstenen voor-
ziene containerruimte van dit gebouw in te rich-
ten tot lokaaltje voor de bewonersvereniging.
Ook is het jammer dat het punt dat het mooiste Nu ligt het kopgebouw St. Janshaven als een
uitzicht biedt, de bovenste etage van het trappe- lijnboot zonder "salon en eetzaal" afgemeerd aan
huis, een dichte, lege onbenutte ruimte is. de oever van de Maas, en staat het woongebouw
Het duidelijkste rudiment van het collectieve aan het Ammersooiseplein als een luxe hotel zon-
blijft wel de colonnade aan het Ammersooise- der "lobbyen lounge" in het hart van de Agniese-
plein. Het valt te bezien of deze aanzet tot een buurt. Beide gebouwen zijn echter wel beeldbe-
openbare activiteit aan de voet van een woonge- palend voor de omgeving geworden, en elke be-
bouw ooit tot meer zal dienen dan als schuil- woner kan dan ook met trots zeggen: "Kijk, daar
plaats voor rondhangende jeugd. Ook als DKV in woon ik!"
de gelegenheid was gesteld om de inrichting van
het plein en de bestrating rond hun projecten te Dit artikel is eerder verschenen in Archis 2-89
ontwerpen, iets wat in beide gevallen helaas niet
gebeurd is, dan nog was dat niet voldoende ge-

79

I
I
, I
Ij

80
Hans Ibelings

Ben van Berkel

Het eerste gerealiseerde ontwerp van Ben van vinden voor die vormen en ruimtes, een uitdruk-
Berkel (Utrecht, 1957) is de inrichting van het king die de fysieke realiteit benadert. Zoals Hans
terrein rondom het nieuwe Huis van Bewaring in van Dijk heeft omschreven zijn het "analoge on-
Arnhem (1989). Uit veiligheidsoverwegingen en derzoeken naar de wijze waarop de architectuur,
misschien ook morele motieven zijn de terreinen als ze eenmaal is gebouwd, wordt ervaren". De
waar gedetineerden worden gelucht en op uitkij- resultaten hiervan zijn werkelijk prachtige teke-
ken altijd even kaal als de cellen waarin zij hun ningen, die een ander aspect van Van Berkels ar-
tijd moeten doorbrengen. Het door chitectuur tonen. Voor hem zijn het "maakwerk"
Van Berkel ingerichte gebied onderscheidt zich en de lenigheid van de hand bij het ontwerpen
hiervan. De bomenrijen, de variatie in het blok- even belangrijk als de intellectuele en conceptue-
kenpatroon van verschillende bestrating en gras le kant van zijn werk.
en de hier en daar aanwezige niveauverschillen De vergelijking van het gevangenisterrein met
geven het terrein een landschappelijk karakter. een stadslandschap is op een bepaalde manier
Het is echter geen landschap in de traditionele toepassélijk, omdat Van Berkel zich in zijn werk
zin van het woord, maar een afgeleide van de as- veelvuldig bezighoudt met begrippen als stede-
faltjungle waarin de natuurlijke elementen - de lijkhei . Dit is vooral te zien in de ontwerpen die
bomen en de stukken gras - ondergeschikt zijn hij heeft gemaakt tijdens zijn studie van 1982 tot
gemaakt aan de orde van het stadslandschap. De en met 1987 aan de Architectural Association
artefacten daarentegen onttrekken zich hieraan. School in Londen. Zijn afstudeerproject betrof
De vijf beelden van Han Schuil en de lichtmasten een ontwerp voor de Docklands, het Londense
negeren zowel de orthogonale orde die uitgaat havengebied. Kenmerkend is dat hij in dit plan
van het door architectenbureau Hein van Meer & de orde in het gebied niet creëert door een groot
René van Veen ontworpen gevangenisgebouw gebaar. In Van Berkels optiek is het idee dat een
als het blokkenpatroon van de bestrating van het architect of stedebouwer een eenheid kan schep-
gebied. pen in een stad, laat staan in een metropool, irre-
Voor een architect als Ben van Berkel moet de ëel en bovendien overbodig, omdat iedereen die
opdracht voor tweedimensionaal ontwerp nogal zich door die stad begeeft een eigen eenheid cre-
vreemd zijn, omdat door de platheid van speci- ëert uit fragmenten. Dit uitgangspunt vindt een
fiek architectonische, de ruimtelijkheid, groten- weerslag in zijn ontwerpen, waarin fragmenten
deels ontbreekt. De ruimtelijkheid en de zintui- orde scheppen.
glijke ervaring daarvan spelen bij hem juist altijd Het resultaat hiervan roept soms reminiscenties
een essentiële rol tijdens het maken van een ont- op aan het werk van een van zijn docenten aan de
werp. Zijn ontwerptekeningen zijn daarom niet AA, Zaha Hadid, op wiens bureau hij heeft ge-
in de eerste plaats beschrijvingen van vormen en werkt. Behalve Hadid is ook Santiago Calatrava
ruimtes, maar pogingen om een uitdrukking te (bij wie hij eveneens heeft gewerkt) voor hem

81
van betekenis, zoals bijvoorbeeld is te zien aan
het complexe gewelfde plafond in het vooront-
werp (1989) voor de verbouwing van het toe-
komstige onderkomen van de Amsterdamse Van
Rooy Galerie. De explosiviteit van Hadids teken-
wijze en Calatrava's magnifieke betonconstruc-
ties of de sporen van het expressionisme van de
Amsterdamse School - die zijn terug te vinden in
het ontwerp voor een woonblok in Amsterdam-
West (1988) - domineren de architectuur van Ben
van Berkel echter geenszins. Het zijn uiteindelijk
de originaliteit en de daarin vervatte virtuositeit,
die de kwaliteit van zijn werk bepalen.

Deze tekst verscheen eerder in Jan Brand, Han


Janselijn (red.), "Architectuur en verbeelding",
uitgeverij Waanders, Zwolle, 1989

f···;
~~---l

, .. -- ~_ . '-r·"l

_. J
. :.
, .
" i

82
Hans van Dijk

Bernarde Muze
Gevestigde architectuur en onderdrukte schoonheid.

De foto's en tekeningen die op deze pagina's zijn In deze twee gebouwen en in dit ene ontwerp is
afgedrukt zijn van twee recente, Nederlandse ge- van alles te herkennen dat we in de geschiedenis
bouwen en één gebouwontwerp: de nieuwe vleu- van de architectuur, de discussie erover, het
gel van het Amsterdamse concertgebouw van Pi oeuvre van de ontwerper en diens denkbeeld
de Bruijn, de optiebeurs van Cees Dam en Carel over het vak, als niet eerder zijn tegengekomen.
Weebers ontwerp voor een kantoorgebouw aan Maar de confrontatie met geen van deze drie pro-
de Park straat in Den Haag. Daarmee wordt de in- jecten leidt tot een radicale hèr-kenning van de
druk gewekt dat dit artikel een verhandeling is verrassende en uitdagende vermogens van de ar-
over deze drie projecten die, enkel en alleen om- chitectuur zelf. Geen van deze gebouwen of ont-
dat ze door een architectuurtijdschrift worden ge- werpen bracht dat éne, onherroepelijke moment
publiceerd, voortaan aanspraak kunnen maken op teweeg - noem het maar bij gebrek aan een beter
de status van architectuur met een grote A. Die woord schoonheidservaring - waarmee het be-
indruk is tegelijkertijd juist en onjuist. Onjuist staan van de architectuur zich opnieuw, als was
omdat ik het liefst aan deze gebouwen voorbij ze herboren, in het bewustzijn aanwezig stelt
zou willen zonder er iets over te schrijven, juist (hier en nu, via het rechtstreeks kanaal van de
omdat ik het desondanks doe. zintuigen en het onbewuste) en, op datzelfde mo-
ment, het bewijs levert dat ze zich kan handha-
Geen van de drie projecten spreekt me aan. Dat ven, tegen alle krachten en invloeden in die haar
is op het eerste gezicht een volstrekte privé-aan- willen inperken en bezweren.
gelegenheid. Maar voor een criticus die een ver- Geen van deze gebouwen verleidt me dan ook
haal wil schrijven dat ook voor anderen van be- om een zo hèrkende architectuur onder woorden
lang zou kunnen zijn vormt het een probleem. te brengen, letterlijk te vertalen. Ze is eenvoudig
Om over architectuur te kunnen schrijven moet in geen velden of wegen te bekennen. En ik durf
hij haar kunnen herkennen. Als hij met een een dure weddenschap aan dat toekomstige histo-
bouwwerk of een ontwerp wordt geconfronteerd rici deze projecten hooguit tot hun notenapparaat
is een minimum aan - hoe moet ik het noemen - zullen toelaten. Het liefst zou ik er daarom over
emotionele geraaktheid een onmisbare aanleiding willen zwijgen. Het zou me de mogelijkheid bie-
en een noodzakelijke bron van energie. den te ontsnappen aan de verwachting die men in
Bij geen van de drie projecten heb ik iets beleefd. laatste instantie van een architectuurkritische be-
Geen ervan riep de ervaring op van een architec- schouwing heeft. Want ondanks alle analyses,
tuur die - zelfbewust, ambitieus, jong, sterk en beschouwingen, redeneringen en hypothesen die
bekoorlijk, potent en vruchtbaar - morrelt en de criticus ten beste geeft wil men van hem uit-
wrikt aan haar beperkingen. Beperkingen die eindelijk toch een eenduidig oordeel horen: beve-
haar zowel van buitenaf worden opgedrongen als stigend of afwijzend, lovend of misprijzend,
die ze zichzelf heeft opgelegd. goed of slecht, mooi of lelijk.

83
r
I
I De vraag naar het mooi en lelijk wordt echter in toe deze gebouwen aanleiding hebben gegeven
het vertoog van de architecten en de architectuur- kun je daar maar één antwoord op geven: zijn
I critici onderdrukt en het is precies die onderdruk- gebouwen moeten ook nog mooi zijn. In
king die in dit artikel centraal staat. Om niet zelf interviews die volgden op zijn geruchtmakende
aan die onderdrukking ten prooi te vallen zal ik, nieuwjaarstoespraak stak ir. W.A. Oskam, direc-
zij het met tegenzin, dan ook nagaan en uitleggen teur van de Amsterdamse Dienst Ruimtelijke
waarom ik geen van deze drie gebouwen of ge- Ordening, zijn afkeer van de nieuwe gebouwen
bouwontwerpen mooi kan vinden. in zijn stad niet onder stoelen of banken. l De op-
tiebeurs van Cees Dam getuigde volgens hem
Verwachtingen van een "platvloerse pretentie", de "toeters en
Vooropgesteld dit: de twee gebouwen en het ene bellen" van dat gebouw waren hem te veel, ze
ontwerp zijn geen van allen slecht. Behoudens waren er te dik bovenop gelegd. De Bruijns toe-
enkele details, waarvan de ontwerpers zich meer voeging aan een zo gekoesterd voorwerp van
dan wie ook bewust zullen zijn, voldoen ze heel burgertrots als het Concertgebouw moest voor-
goed aan datgene wat de maatschappij, de op- spelbaar leiden tot een controverse. Vanaf de
drachtgevers en het publiek ervan verwachten. publikatie van de eerste maquettefoto is er dan
Zelfs als er stemmen weerklinken die zeggen dat ook getwist - overigens op gematigde wijze,
de gebouwen tegenvallen, dan nemen die niet want een interessante rel is het nooit geworden -
weg dat de architecten eerzaam hebben gepro- over de schoonheid, gepastheid en zelfs de
beerd aan de gestelde verwachtingen voldoen. noodzaak van de nieuwe vleugel naast Van
Het muziekminnende publiek heeft gezien hoe Gendts honderdjarige schepping. Weebers plot-
zijn Concertgebouw voor verdere verzakking is selinge bekering van betonpaneelarchitectuur tot
behoed. De akoestiek van de zaal is ongeschon- postmodern classicisme riep de vraag op of deze
den, men krijgt er een aantal broodnodige facili- architect altijd na tien, vijftien jaar omarmt wat
teiten bij, voor het Concertgebouwbedrijf is het men inmiddels lelijk is gaan vinden. 2
gebouw makkelijker en flexibeler uit te baten en
de orkestleden, solisten en personeelsleden heb-
ben de ruimte gekregen die ze jarenlang hebben
moeten ontberen.
De optiebeurs is gehuisvest in een representatief
pand op een lokatie die haar voorkeur geniet en
de opdrachtgevers van het Haagse kantoorge-
bouw kunnen op vergelijkbare manier tevreden
zijn over het plan dat Weeber hen heeft voorge-
legd.
Wat mag men nog meer van een architect ver-
wachten? Uit het geredekavel in de kranten waar-

84

l
- ----------,

Maar ondanks al deze kritische stemmen uit de maakt, want door het oplichtende karakter doet
publieke opinie hebben alle drie architecten op het de lage ruimte hoger schijnen dan ze is.
hun eigen wijze getracht er een "mooi" gebouw Maar haalt juist de opdringerige verzadigdheid
van te maken. Dat is dan ook iets wat de maat- van die kleur geel dat vlak niet juist naar bene-
schappij, de opdrachtgevers en het publiek van den? Wat prachtig trekt die lichtplek de gebrui-
hen verwacht. Eveneens is het een eis die archi- ker door die lange gang heen! Ik kan me voor-
tecten aan hun eigen ontwerpprodukten stellen. stellen datje dat sterke punt ook op de boven-
Geen enkele architect zal, ironieloos, pretende- verdieping nog had kunnen uitbuiten!"
ren doelbewust naar iets lelijks te streven. In dit soort gesprekken weten de architecten zich
op hun gemak, want ze veronderstellen dat ze al-
Consensus len - en zijn alleen - een begenadigd oog hebben
Over architectuur bestaat op het meest funda- voor de Schoonheid en haar componenten: Ver-
mentele niveau een consensus. Zowel in de houdingen, Licht, Kleur en vooral Ruimte. Het
maatschappij als in de architectenwereld is men zij ze gegund, want het vormt een onderlegger
het er over eens dat een bouwwerk zowel een voor hun beroepsverbondenheid en het geeft
dienstbaar artefact als een esthetisch object moet aanleiding tot hechte vriendschappen. Architec-
zijn. tura et Amicitia.
Schoonheid en dienstbaarheid: vaak is gepro- Dit soort conversaties krijgt een twijfelachtige
beerd deze tegen elkaar uit te spelen, vooral in bijsmaak als ze worden ondersteund door een
deze eeuw. Maar zelfs het radicale manifest van machtspositie en binnen dat gezellige architec-
De 8 sloot de mogelijkheid "schoon te bouwen" tenwereldje tot betutteling leiden, zoals in wel-
niet uit en veelvuldig werd de dienstbaarheid standscommissies. Geert Bekaert heeft er ooit de
aangeprezen als het enige pad dat naar de staf over gebroken, maar er welwillend aan toe-
schoonheid zou leiden. gevoegd dat die welstandscommissie (toch maar
Architecten werpen zich op als de hoeders van liever het minder versluierende woord schoon-
de schoonheid, al eeuwenlang. Hun beroeps- heidscommissies) eerder als collegiale onderon-
saamhorigheid wordt er door bepaald. Elke keer sjes moeten worden geïnterpreteerd dan als cen-
wanneer een architect een gebouw van een col- surerende instellingen. 3
lega binnenloopt barst hij los in commentaar. Of Maar behalve de paternalistische bijsmaak bin-
het venijnig of wellevend klinkt is afhankelijk nen het beroep hebben de architectengesprekjes
van het evenwicht tussen temperament en colle- over mooi en lelijk een veel verwerpelijker, re-
gialiteit. pressieve kant, wanneer het alleenrecht op deze
"Die ruimte is te hoog, die kamer is te diep, die discussie wordt opgeëist. Wanneer iemand van
balustrade is te dik, dat venster is te breed. Die buitenaf zich erin mengt, treedt een krachtig af-
rode kleur, is die niet al te activerend, ik bedoel weermechanisme in werking. De tegenstem
voor deze kerkruimte die toch tot bezinning wordt het zwijgen opgelegd door een beroep op
moet stemmen? Dat plafond heb ik geel ge- de eigen deskundigheid, de beter ontwikkelde

85
smaak, of de status van artistiek avantgardist, die Zijn filippica's tegen de lelijkheid van de heden-
nu als ziet waarvoor de ogen van de massa nog daagse architectuur werden goeddeels genegeerd.
gesloten zijn. De scherpte van zijn formuleringen werd opgevat
Architecten willen buiten hun beroepssfeer al- als een agressieve inbreuk op de beroepsintegri-
leen nog over hun vak discussiëren als hen dat te teit. Aan de boodschap kon zo worden voorbijge-
pas komt in het circus van de opdrachtverwer- gaan.
ving, of als ze al zo'n reputatie hebben datze
zich betrekkelijk comfortabel in het lezingencir- Eros en dood
cuit kunnen storten waar een gretig publiek hen Komrij heeft zo de architectuur op haar meest
verwelkomt. Maar een architect die iets heeft ge- fundamentele niveau aangesproken, een verdien-
maakt waar een hele stad schande van spreekt en ste waar maar weinig architecten en critici aan-
die vervolgens het initiatief neemt om ten over- spraak op kunnen maken. Een uitzondering is
staan van een zaal met tweeduizend mensen een Bemard Tschumi, die erotiek en dood betrok bij
confrontatie aan te gaan met de publieke opinie, het zoeken naar een uitweg uit een fundamentele
is zeldzaam. Ik verwijs hierbij natuurlijk naar paradox van de architectuur: het denken over de
Adolf Loos' openbare verdediging van zijn huis "ideale ruimte", over concepten, de produkten
aan de Michaelerplatz in Wenen op 11 december van mentale processen, staat los van de "werke-
1911.4 Dit was niet alleen een daad van moed, lijke ruimte" , die direct en zintuiglijk kan worden
maar het getuigde ook van het vertrouwen dat ervaren. 6 Ook de erotiek is iets waar men zich
één man in kwesties van mooi en lelijk de over- cerebraal mee bezig kan houden; men kan er de
grote meerderheid wel eens zou kunnen overtui- geschiedenis van beschrijven, evenals de sociale
gen. taboes die haar omgeven. De erotiek kan ook zin-
Het gaat bij die discussies tussen de architecten nelijk genot worden beleefd. Maar niet gelijktij-
en hun publiek niet om het vaststellen van een dig.
ultieme waarheid, maar om het effectief in rou- Met een beroep op de populaire definitie dat ero-
latie brengen van woorden, redeneringen en re- tiek niet het exces van het plezier is maar het ple-
torische tïguren waarmee het mooie en het le- zier van het exces, stel,t Tschumi dat het zinnelijk
lijke, van geval tot geval, hun eigen taal krijgen. plezier juist een bewustzijn van die historisch en
Het gaat niet om het "bespreekbaar maken" maar cultureel bepaalde taboes veronderstelt. Ook, de
om het daadwerkelijk bespreken van deze kwe- dood wordt omgeven door taboes. Het gaat daar-
sties. bij niet zozeer over de gedaante van de dood als
De weigering van de architecten om buiten hun een wit en steriel gebeente, dat uiteindelijk over-
professionele ei over mooi en lelijk te spreken blijft en de vergankelijkheid juist heeft weten te
kost hen niet zoveel moeite. Ze zijn er zich vaak trotseren, maar om het proces van ontbinding,
niet eens van bewust. De afweerreactie komt pas verrotting, bederf en verval. De villa Savoye van
goed aan het licht als een begaafd woordkunste- Le Corbusier, een van de meest canonieke bouw-
naar tegenover zich vinden, zoals Gerrit Komrij. werken van de moderne architectuur, bevond

86
zich in 1965 in verregaande staat van verval. haar onvervreemdbare identiteit behouden en
Toen Tschumi de villa in die toestand bezocht, zich tegelijkertijd aanwezig stellen. De architec-
leidde dat bij hem tot een ervaring waarbij de re- tuur kan alleen maar overleven door steeds in een
den het zintuiglijke een verbinding aangingen. nieuw werk zich te presenteren: hier ben ik weer,
Op dit ene moment onderging hij dit gebouw - ja ik ben veranderd, je had me niet verwacht,
waarvan het concept op elke architectuurschool wel?
wordt besproken en waarvan de volmaakte, ste- Het gaat Tschumi bij zijn pleidooi voor grenso-
riele verschijningsvorm via talloze publikaties verschrijding en transgressie niet om het vernieti-
gemeengoed is geworden in het mentale beeldar- gen van de regels en taboes, of om avantgardisti-
chief van de architecten - weer als iets fascine- sche subversiviteit. Die grenzen blijven bestaan,
rends. Dankzij het verval ontsnapte het bouw- maar er kunnen nieuwe articulaties ontstaan tus-
werk aan datgene wat er steeds van werd ver- sen binnen en buiten, tussen concept en ervaring.
wacht: een hygiënische woon machine en een Evenmin gaat het Derrida om het bestrijden, di-
voorbeeld van modem-architectonische perfectie. skwalificeren of vernietigen van de door hem ge-
Ineens leefde het weer. Op paradoxale wijze had schetste metafysica van de architectuur. Hij be-
Eros, dankzij de verrotting, de steriliteit van de pleit de dislokatie ervan, hij wil haar in een ande-
dood overwonnen. re tekst trekken, de inertie en weerstanden erin
De heerschappij van de doelen waaraan de archi- uitdagen. Alleen dan is de architectuur opnieuw
tectuur voortdurend moet beantwoorden is, zo kenbaar, hèr-kenbaar.
zegt Jacques Derrida, de heerschappij van de
dood. 7 Want de paradigma's waarbinnen de ar- Gevestigde architectuur
chitecten werken, en waarvan ze de historisch Die fundamentele overschrijding, dat mainte-
bepaalde regels en taboes vaak als vanzelfspre- nant, is wat ik in de drie hierbij afgebeelde ge-
kend aannemen, worden allemaal bepaald door bouwen mis. Ze kunnen besproken worden aan
normen en betekenissen die de architectuur van de hand van hun dienstbaarheid, of aan de hand
buitenaf krijgt opgelegd. Het gaat daarbij steeds van conventies die het architectonische werk als
om de dienstbaarheid van de architectuur, die esthetisch object omringen. Maar ze kunnen me
zich vertaalt in eisen omtrent finaliteit, bruik- niet in vervoering brengen. Een passionant avon-
baarheid, functionaliteit, haar plaats in de gods- tuur, waar Geert Bekaert ooit over sprak, is er
dienstige, politieke of institutionele huishouding niet aan te bevelen.
en ook in eisen omtrent formele schoonheid. Het De Bruijns herindeling van Van Gendts oude
zijn alle attributen die tot essentie worden ver- Concertgebouw is een puzzel die hij behendig
klaard. Door architectuur uit dit veld van niet- en heeft opgelost. Van de noodzaak om er een nieu-
buiten-architectonische voorschriften en normen we foyervleugel en ingangspartij aan toe te voe-
terug te trekken, maintenant (in de dubbele bete- gen heeft hij zijn opdrachtgevers met diplomatiek
kenis van nu en handhavend), kan ze zichzelf talent weten te overtuigen. Maar de architectuur
weer van haar handtekening voorzien. Zo kan ze van deze toevoeging eist niet een eigen aan-

87
wezigheid op die de verhouding, tussen het 19de
eeuwse gebouwen de 20ste eeuwse toevoeging,
tussen de oude en de nieuwe ingang, naar haar
hand zet. De vleugel is een supplement van het
bestaande gebouw, maar de architectuur ervan
excuseert zich voor haar aanwezigheid.
Van alle kanten werd van de ontwerper terughou-
dendheid, behoedzaamheid en voorzichtigheid
verwacht. Het liefst had men nog een onzichtbare
vleugel willen "zien". De transparantie van het
glas, de kleurverwantschap tussen het nieuwe
graniet en de oude baksteen, de nauwkeurige be-
paling van de helling van het dak - De Bruijn
heeft alle kneepjes van zijn vak aangewend om
aan die verwachting tegemoet te komen. Maar de
verwachting zelf is niet uitgedaagd door een stel-
lingnemend, architectonisch concept, terwijl daar
alle reden voor was. Het oude gebouw, in heel
zijn zichtbaarheid, zendt krachtige visuele signa-
len uit over gebruik en toegankelijkheid. Mèt de
verandering van de indeling en de verplaatsing
van de ingang hadden ook die visuele signalen
gereorganiseerd kunnen worden in het samenge-
stelde complex. Waar de Bruijn worstelde met de
nadrukkelijke aanwezigheid van een, misschien
niet mooi maar wel gekoesterd, oud gebouw,
kreeg Dam te maken met de plotselinge afwezig-
heid van een vertrouwde gevel in de wand van
het Rokin. Hij ontwierp er een kantoorgebouwen
tijdens de bouw diende de optiebeurs zich als toe-
komstige gebruiker aan. De behoefte aan een rui-
me beurszaal deed de kern van trappen, liften en
toiletgroepen, die aanvankelijk midden in de plat-
tegrond was gedacht, exploderen zodat de frag-
menten tegen de gevel werden geslingerd. De
sporen daarvan zijn te zien in de dichtgezette
vensteropeningen, waarvan het patroon vastlag

88

L
wordt er door gedragen als een stel sieraden, in-
derdaad als "toeters en bellen". Het gaat niet om
schoonheid die je overvalt en haar herkomst in
raadselen hult (zoals in het werk van de door
Dam bewonderde Carlo Scarpa), maar om mooi-
makerij, die in één oogopslag is te doorzien.
Carel Weebers ontwerp voor een kantoorgebouw
aan de Parkstraat in Den Haag markeert volgens
velen een verrassende ommezwaai in zijn werk.
Maar zo verrassend is die niet. Vanaf zijn Prix de
Rome plan voor een stations-megastructuur is hij
veelvuldig van positie gewisseld. Nu houdt hij
zijn studenten voor dat ze het best drie of vier
r stijlen kunnen beheersen, omdat ze zo de ver-
schillende opdrachtgevers beter ter willen kunnen
zijn. Weeber zegt "niet meer te weten hoe hij
moet bouwen"; ieder verband tussen stijl en in-
houd is immers verdwenen. Stijl is slechts een
, "cultureel-commerciële component", een smeer-
middel om soepeler aan de verwachtingen van de
opdrachtgevers en het grote publiek te voldoen.
dankzij het gebruik van betonnen gevelelemen- Met heimwee noemt hij de naam van Durand,
ten. van wie je nog wèl gewoon kon leren hoe je
Maar veel storender is de manier waarop is ge- moest bouwen.8 Maar, helaas voor Weeber, is
probeerd een "mooi gebouw" van te maken. Cees het fundament van regels en voorschriften in het
Dam, zeker in dit gebouw, zoekt het mooie in a.!: neoclassicisme steeds verder verzakt en het post-
trlbÎÏiëiï toevoe ingen die verwijzen n moderne classicisme heeft ze zelfs helemaal af-
ilijI~oop der tijden, of in de wisselin van het geschaft. Omdat er geen regels meer zijn kunnen
modebeeld, als mooi is aangemerkt: de kleur en ze ook niet op betekenisvolle wijze worden over-
tiet reliëf van ëbeionge~els doen dënken aan de schreden, doorbroken of geherformuleerd. Stijl is
Renaissancepaleizen in de Veneto, de ronde, gla- niet alleen een van het strikte bouwen onafhanke-
zen hoekrisaliet - een van de handelsmerken van lijk attribuut, maar ook een betekenisloos attri-
Dams gebouwen - kreeg een Rossi-achtig kegel- buut. Ze heeft niet meer het vermogen de woor-
tje, de belettering is goudkleurig. Het gaat steeds den waarmee de architectuur geschreven moet
om "verrijkingen" van een in wezen utilitair kar- worden - de materiële, functionele en esthetische
kas. Het is het principe van de "decorated shed". verwachtingen waarbinnen ze moet opereren - te
De schoonheid regeert de noodzaak niet, ze herschikken.

89
Supplement 1981 nr. 4,pp. 8-17.
4. AdolfLoos, "Mijn huis aan de Michaelerplatz", Archis 1986 nr. 7,
Met de opkomst van de conceptuele kunst en ar-
pp. 9-16
chitectuur in de jaren '70 raakte opnieuw de He- 5. Gerrit Komrij, Het Boze Oog, Amsterdam, 1983.
geliaanse definitie weer in zwang van de archi- 6. Zie vooral Bemard Tschumi, "Architecture and Transgression ",
tectuur als "artistiek supplement", dat aan het Oppositions, 1977 nr. 7, pp. 56-61 en "'The Pleasure of architecture",
doelmatige bouwwerk wordt toegevoerd. Maar Architectural design, 1977 nr. 3, pp. 214-218.
7. Ja<Xjues Derrida, "Point de folie - Maintenant l'architecture", AA-
deze logica van het supplement is een merkwaar-
flles, 1986 nr. 12, pp. 65-75.
dige. Enerzijds wordt de architectuur erdoor be-
8. Zie noot 3.
stempeld als marginaal ten opzichte van iets dat
in zichzelf compleet is. Anderzijds is het supple- dit artikel is eerder gepubliceerd in archis nr. 7,
ment iets dat die veronderstelde volledigheid aan- 1988
tast: kennelijk is "architectuur" in het simpele
bouwwerk afwezig en moet ze het complemente-
ren, doordringen of gaan bezetten.
Architectuur kan niet bestaan buiten de verwach-
tingen, normen en eisen die de maatschappij, de
opdrachtgevers en het publiek haar opdringt. Het
is het materiaal waarmee ze moet werken, de
substantie waarin ze zich moet onderdompelen en
zich moet weten te handhaven. Niet door er in op
te lossen en zo onzichtbaar te worden. Maar door
in de herschikking, herformulering en betekenis-
volle doorbreking van die verwachtingen haar
heerschappij daarover te bevechten en haar af-
stand daartoe te bewaren. Alleen zo kan ze ver-
schijnen in het dienstbare bouwwerk zelf. In de
woorden van Le Corbusier: in een machine die
tegelijkertijd dient en ontroert.

Noten
1. Ir. A.W. Oskam. Nieuwjaarsspeech. uitgesproken 4 januari 1988.
Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam. Zie ook Tanja van Bergen ,
"Lopen langs flapdrollen en gemiste kansen", Het Parool. 8 januari
1988. Ids Haagsm., "Het dreigende verval van onze huiskamer", de
Volkskrant, 9 januari 1988
2 Voordracht Care! Weeber tijdens het symposium "Whether Europe",
TU Delft 15 april 1988; zie ook Joris Molenaar, "Whether Europe",
Archis, 1988 nr. 5, p.4.
3. Geert Bekaert, "Het recht op architectuur", Wonen-TABK,

90

l
l
Ed Taverne

Een nieuw Museumplein In Amsterdam:

een fragiele constructie van het heden


Het Museumplein te Amsterdam is vanaf het mo- Museumplein in in niet mindere mate het pro-
ment van ontstaan - rond het midden van de 1ge dukt van een typisch lokale vorm van stadson-
eeuw - een teken van tegenspraak geweest; een twikkeling, welke haar oorsprong heeft in de late
symbool van verwarring en onbehagen over de Middeleeuwen en welke in pregnante wijze
Nederlandse stedebouw . Telkens weer opnieuw zichtbaar is in het beroemde grachtenplan uit de
'slachtoffer' van de zoveelste nieuwe visie op de 17e eeuw. Een historische terugblik op de ont-
stedebouw , vertoont het in fysieke zin alle sporen staansgeschiedenis van het Museumplein kan
van slijtage en vermoeidheid; is het een toon- nooit voldoende substantiële ingrediënten aanrei-
beeld van verwaarlozing, welke ook zoveel ande- ken voor de oplossingen die nu ten aanzien van
re Nederlandse steden karakteriseert: verzakte de inrichting van het gebied moeten worden ge-
trottoirs, modderige gazons, versleten zitmeubi- maakt. Maar ook de blik naar de toekomst van
lair, verregende billboards en groezelige graffiti. Amsterdam, en die van het Museumplein in het
Maar evenals andere grote Europese steden is bijzonder, biedt weinig houvast; is ongewis en
ook Amsterdam op dit moment geïnfecteerd door staat open voor tal van speculaties.
de grote slogans van de 'stedelijke vernieuwing'. Vandaar dat in het laatste deel van dit essay niet
En voor de zoveelste keer wordt het Museum- wordt gepleit voor een futuristische benadering
plein opgenomen in een lucratieve planning, en evenmin voor een behoudende, op reconstruc-
waarbij haar dit maal de nieuwe uitbreiding van tie afgestemde visie, maar voor een tot de ver-
het Stedelijk Museum en zelfs een geheel nieuw beelding sprekendefragie/e constructie van het
'Museum voor de 1ge eeuw' in het vooruitzicht heden, waarbij terloops enkele voorbeelden van
worden gesteld. een dergelijke aanpak - zoals die in Barcelona
Zoals in Nederland gebruikelijk spelen overwe- zijn ontwikkeld - ter illustratie worden opge-
gingen van historische aard nauwelijks of in het voerd.
geheel geen rol bij de herinrichting van openbare
gebieden. Desalniettemin leent het Museumplein
- als belangrijk fenomeen in de recente geschie- De Wiener Ringstrasse als voorbeeld voor het
denis van de stad - zich bij uitstek voor een der- Museumplein
gelijke beschouwing. In dit korte essay willen Het Museumplein draagt met de omringende,
wij het Museumplein presenteren als een naar monumentale gebouwen, als ruimtelijke schik-
Nederlandse maatstaven klassiek voorbeeld van king, in haar vorm en detaillering, onmiskenbaar
het 'urbanmodernism', zoals dat in Wenen, se- de sporen van de grote 1ge-eeuwse traditie van
dert de tweede helft van de 1ge eeuw, is ontstaan het 'Urban Modernism'. In zeker opzicht lijkt het
en dat in belangrijke mate de huidige fysionomie Museumplein op een segment van de Wiener
van menige Europese stad heeft bepaald. Daar- Ringstrasse, waar vanaf het midden van de vori-
naast zijn de vorm en de architectuur van het

91
-------- -----------------------------------------------------

losraken van het aloude verband tussen gebouw


en straat als een regelrechte bedreiging. Als een
ontoelaatbare aantasting ook van historisch ge-
groeide, nationale ideeên over de stad en de ste-
delijke ruimte en kwam vervolgens in verzet te-
gen deze bureaucratisch ingestelde, louter ver-
keerstechnische, utilitaire en op speculatie belu-
ste vorm van planning. De belangrijkste woord-
voerder van deze groep was Camillo Sitte, die in
1889 zijn Der StUdtebau lUlch seinen kUnstle-
rischen Grundsätzen publiceerde, de eerste co-
herente formulering van een esthetisch-sociale
theorie van de stedebouw. In Nederland hebben
de architecten Dr.P J.H. Cuypers en Dr.H.P.
ge eeuw in hoog tempo de symbolen verrezen Berlage bij hun voorstellen voor het Museum-
van een nieuwe, progressief-liberale burgerij, zo- plein zich in niet onbelangrijke mate laten leiden
als het theater, het museum, de universiteit en het door Sitte's opvattingen over het herstel van het
parlement Typerend voor zowel Amsterdam als oorspronkelijke verband van de stad.
Wenen is de uitgesproken wil om al deze monu- Tegelijkertijd roerde zich in Wenen een andere
mentale gebouwen ('Prachtbauten') los te weken groepering, niet minder polemisch van aard, die
uit het oorspronkelijke verband van de stad; ze juist ageerde tegen de royale aanwezigheid van
vrij te leggen en te isoleren, door ze te oriênteren hetgeen Camillo Sitte in de Wiener Ringstrasse
op pleinen of boulevards van een uitzonderlijke zo node miste, namelijk het historicisme, dat wil
maat, waardoor de gebouwen de indruk wekken zeggen de kaleidoskoop van historische bouw-
te 'drijven' in een zee van ruimte. Een indruk, die stijlen: 'Grieks' voor het parlement, 'gothisch'
nog eens extra wordt versterkt door een overda- voor het stadhuis, 'renaissance' voor de universi-
dig - maar daardoor niet minder gecalculeerd - teit, die de eigenlijke moderne, zuiver techni-
gebruik van de natuur. sche functies van de Ringstrasse als verkeers-
Naarmate echter de bebouwing van de Wiener boulevard op oneigenlijke wijze voorzagen van
Ringstrasse vorderde en de contouren van het ste- een inefficiënte 'make-up'. Fervent voorvechter
debouwkundig bouwwerk zich steeds definitiever van deze beweging was de zeer succesvolle ar-
begonnen af te tekenen, groeide in vakkringen chitect-stedebouwkundige Ouo Wagner, die la-
echter de onzekerheid over de beginselen, die aan ter belast zou worden met de aanleg van de
het oorspronkelijke concept ten grondslag lagen. Weense Stadtbahn en de regulering van de Do-
Een aantal - overwegend kunsthistorisch gerichte nau. Het waren vooral deze technisch-utilitaire
- architecten zag de extreme maatvoering van de opvattingen van Wagner, die de sympathie kre-
Ring, de open vlakten rond de gebouwen en het gen van - wederom - Berlage: een sympathie,

92
I
-------------,

die aan zijn ontwerpen voor het Museumplein gekenmerkt door een tweetal thema's, te weten
dat merkwaardige karakter van gespletenheid en die van het ordenen van incidentele gegevens en
dubbelzinnigheid hebben gegeven. anderzijds die van het spiegelen van het be-
staande. Het eigenlijke centrum van de stad, de
Dam, is voor wat betreft haar ontstaan een goed
Het Museumplein en de mechanismes van de voorbeeld van het eerste motief; de wordingsge-
Amsterdamse stadsontwikkeling schiedenis van de befaamde grachtengordel illu-
streert op perfecte wijze het tweede. De
Met de interpretatie van het Amsterdamse Mu-
Dam is - zoals zoveel openbare ruimten in de
seumplein als een treffend voorbeeld van een
stad, met inbegrip van het Museumplein - een
1ge-eeuws 'cultuur-eiland' is aan de historische
typische restruimte, welke haar ontstaan te dan-
betekenis van deze plek nog niet voldoende
ken heeft aan gedetailleerde beslissingen van be-
recht gedaan. Haar onbestemde vorm en niets-
stuurlijke en administratieve aard, die naderhand
zeggende inrichting verwijzen evengoed naar
door een landmeter of architect zijn gefatsoe-
een typisch Amsterdamse variant van stede-
neerd. Pogingen naar aanleiding van de bouw
bouw. Vanaf de late Middeleeuwen wordt deze
van een nieuw stadhuis (het huidige Koninklijk

93
Paleis) om de min of meer toevallige verschij-
ningsvorm van het plein visueel aantrekkelijk te
organiseren aan de hand van een streng architec-
tonisch plan mislukten, toen men vanuit stadspo-
litieke overwegingen besloot het nieuwe stad-
huisblok een slag te draaien waardoor ook de
Nieuwe Kerk de gelegenheid kreeg zich met
haar zuidelijke transeptingang aan het plein te
manifesteren.
Het motief van de optische spiegeling, dat zo in
het oog springend geillustreerd wordt door het
eindeloos weerkaatsen van de luxueuze heren-
huizen in de Amsterdamse grachten, bean-
twoordt op ondubbelzinnige wijze aan een ma-
thematiek van spiegelen, die het eigenlijke be-
ginsel is van de Amsterdamse stadsuitleg. Vanaf
de zestiende eeuw voltrekken de achtereenvol-
trekken de de achtereenvolgende stadsvergrotin-
gen zich niet door middel van het van buitenaf
toevoegen van nieuwe gebieden -het principe
van accumulatie- maar veeleer door vanuit het
centrum de bestaande, oude stad tespiegelen
langs de as van een buitengracht. Amsterdam
heeft zich aldus zowel in oost- als in westwaart-
se richting kalm ontwikkeld volgens vopuwlij-
nen, onderwijl zichzelf steeds herhalend en door,
bij wijze van spreken, zichzelf onafgebroken te
fotograferen en te filmen. Een proces, dat zich
niet heeft beperkt tot de ruimtelijkeontwikkelin-
gen in de 17e eeuw, maar dat zich tot diep in de
1ge eeuw, en met name ook bij de totstandko-
ming van het Museumplein, heeft voortgezet.

94
. --------,

Museumplein als de 'fragiele constructie van theaters, muziekzalen en musea te zien en te ho-
het heden' ren is, heeft niets meer te maken met de repre-
sentatie van de grote mythen van de burgerlijke
Op dit moment biedt het Museumplein zich niet
cultuur. Daar zijn immers allang de vertrouwde
aan als een vitale openbare ruimte, maar veeleer
concepten van homogeniteit in ruimte en tijd
als een archeologisch veld van de Nederlandse
doorbroken en worden nieuwe, metropolitane er-
stedebouw, als de plek bij uitstek, waar alle ar-
varingen verkend en beproefd.
chitectonische dromen over een harmonieus
stadsbeeld schipbreuk hebben geleden. Tegelijk Architectuur en stedebouw zouden op dezelfde
is het ook de plek waar Amsterdam zich even manier op zoek moeten gaan naar de actuele
van haar harde, metropolitane kant laat zien: de betekenis van het plein voor de stad. Een eigen
auto's rijden er hard en trefzeker; veel gebouwen antwoord moeten vinden op de urbane realiteit
keren het plein resoluut de rug toe; het gras en van vandaag zonder zich te verliezen in
de bomen zijn er altijd kaal en ongevoelig, een gedateerde neo-provo-achtige fantasieën over de
indruk die nog eens wordt versterkt door het van grootste huiskamer van Nederland, welke
gemeentewege geplaatste straatmeubilair. Of- steevast verzanden in braderie-achtige
schoon zowel de bevolking als de vakwereld on- kermisterreinen. Geconfronteerd met de
afgebroken hun frustraties hebben uitgesproken toenemende ontbinding van zulke traditionele
over deze ruïneuze staat en metropolitane hard- noties als plek, centrum, ruimte - noties die tot
heid, moeten deze toch onvoorwaardelijk tot de voor kort het architectonisch denken over de stad
primaire geslachtskenmerken van het Museum- bepaalden - staan volgens de Spaanse
. plein worden gerekend. architectuur-criticus Ignasi de Sola-Morales de
In het oog springende eigenschappen, die niets architect twee wegen open: enerzijds die van de
anders dan de eigenlijke substantie kunnen zijn herinnering van het historische stadsbeeld,
van een toekomstig stedebouwkundig ontwerp, anderzijds die van de retorische visualisering van
dat niet zozeer gericht is op de esthetische verta- metropolitane conflicten.
ling van een denkbeeld of wensdroom alswel op
De eerste optie, die van de herinnering, streeft
een interpretatie van de urbane realiteit zelf.
allereerst de idealisering en reconstructie na van
Anders dan honderd jaar geleden, toen over het
het oude centrum en de 1ge-eeuwse
Museumplein nog kon worden gedacht in ter-
volksbuurten met hun grachten, straten en
men van een scenario voor een waardige rituele
pleinen. Vanuit deze visie zou het Museumplein
representatie van de nationale culturele heilig-
opnieuw moeten worden ingericht met behulp
dommen, onderhoudt het plein op dit moment
van de traditionele zetstukken van de
geen enkele binding met het Concertgebouw,
Amsterdamse 'Civic Art'. Meer concreet
noch met de aanwezige musea, voor welke het
geformuleerd beoogt een dergelijke benadering
Museumplein niet veel meer is dan een lokatie,
de reconstructie van een echt Amsterdams plein,
een geschikte plaats voor toekomstige nieuw-
waar alle verloren gewaande ingrediënten van de
bouw. Bovendien: wat er dagelijks in de grote

95
openbare ruimte zoals stoepen, banken, naar een retoriek die op adequate wijze nieuwe
pisbakken, badhuis, kiosken etc. weer hun v stedelijke ervaringen, de veranderende noties
van nabijheid, beweging en communicatie niet
ertrouwde plaats in het stadsbeeld kunnen
zozeer verbeeldt alswel visualiseert; dat wil
innemen. Onnodig te zeggen, dat dit een
zeggen voelbaar, hoorbaar en zichtbaar maakt
uitzonderlijke krachtsinspanning vereist van het
door middel van een voorzichtig, verkennend
gemeentelijk apparaat, dat zojuist in het kader
vocabulair van vormen, die op zichzelf geen
van de stadsvernieuwing - op vaak brute wijze -
betekenis hebben, niet verwijzen naar verleden
veel van deze herkenningstekens van het
of toekomst, doch die niets anders verlangen dan
openbare leven heeft weggesaneerd en op de
een 'fragiele constructie' van het 'heden'. In deze
schroothoop heeft gegooid. Het vereist ook een
visie wordt het Museumplein, als urbaan
grondige kennis van de stad op het niveau van
element, even serieus genomen als de artistieke
het maaiveld een een groot eigen creatief
experimenten, die dagelijks in de omringende
vermogen, bij ontstentenis waarvan menig
instellingen van moderne cultuur kunnen worden
Amsterdams ontwerper beter eerst zijn licht zou
gadegeslagen en krijgt de architectuur eindelijk
kunnen opsteken in steden als Turijn of
de kans zich rechtstreeks te meten met de
Barcelona. Dáár kunnen we bijvoorbeeld zien
complexe realiteit van de stad. Kan zelfs dàn pas
hoe een per vergissing te ver in de stad
het eigenlijke proces van dematerialisatie en
doorgeschoten autosnelweg kan worden
'deconstructie' in de architectuur plaatsvinden,
opgevangen en vormgegeven. Hoe een heuse
waar momenteel zo vele critici de mond van vol
wandel boulevard met banken, lantaarnpalen en
hebben, maar waarvan vooralsnog - met
kiosken behoort te worden gecomponeerd of hoe
uitzondering van steden als Parijs (parc de la
met eenvoudige, goedkope middelen een
Villette) en Barcelona (plaça deIs Paisos
vertrouwd, sfeervol buurtpleintje weer in ere kan
Catalans) - slechts weinig voorbeelden te vinden
worden hersteld.
zijn.
De tweede optie behelst een diametraal
tegenovergestelde attitude; een die zich niet Dit artikel is eerder gepubliceerd in de Architect
zozeer bekommert om herstel en reparatie of om nr. 5, 1989
het opnieuw ensceneren van een bestaand
stadsbeeld, maar welke uit is op een beeldende
confrontatie met de nieuwe condities van de
grote stad; met de toestand van 'telescopering en
telecommunicatie, die niets meer van doen heeft
met de vormen, de schaal, de maatvoering en de
structuren' (paul Virilio), waarmee architecten
totnogtoe de stad te lijf zijn gegaan. Sola-
Morales spreekt in dit verband over het zoeken

96

l
Bart Lootsma

A Universe of Clues

Beeldende kunst "Das einzige, das zu etwas toelegden op een nauwgezette analyse: van de
führt, ist die lage erkennen und konstruktiv da- kunstmarkt, musea en het tentoonstellen (Daniël
ran arbeiten". Thomas Schütte.! Buren), het maatschappelijk functioneren van
Bovenstaand citaat gebruikte Jean Hubert Martin beeldende kunst en de esthetiek van toegepaste
als motto voor zijn tekst in de catalogus bij de kunst en vooral architectuur (Dan Graham) en
tentoonstelling Konstruierte Orte die in novem- van stijl (Gerhard Richter). Een theoretische ba-
ber 1983 in de Kunsthalle Bern te zien was2 • Op sis, die aan de andere kant, die van de receptie,
de tentoonstelling was werk te zien van zes werd aangevuld door de sterk Marxistisch geori-
kunstenaars die van de Düsseldorfer Akademie ënteerde kunstcriticus Benjamin Buchloh, ie-
kwamen. Ludger Gerdes, Thomas Huber, Harald mand die de ontwikkelingen in de actuele kunst
Klingelhöller, Wolfgang Luy, Reinhard Mucha voortdurend op de voet volgt, en die met name in
en Thomas Schütte aangevuld met Scott Burton 1983 ook een van de eersten was die de golf van
uit New York, om te suggereren dat de geest die nieuwe schilderkunst historisch analyseerde en
de Europeanen inspireerde ook aan de andere veroordeelde onder de kop "Vormen van Autori-
kant van de oceaan rondwaarde. Wat verbindt teit, Tekenen van Regressie".3
deze kunstenaars met elkaar? In de inleiding van
Martin komen een aantal punten naar voren die 3. De kritische houding van de kunstenaars ten
ik hier, vijf jaar later, op een vrije manier verder opzichte van hun voorgangers en leermeesters
. uitwerk. leidt ertoe dat zij zich in hun werk niet tot de
koele analyse beperken, maar dat ze ook con-
1. Het feit dat zij zich, een jaar na de Dokumenta structieve "voorstellen" doen. Dat doen ze wel-
7 van Rudi Fuchs, waarin de kunst haar eigen sa- licht voorzichtig, op een bescheiden schaal: met
krale ruimte terugkreèg, teruggetrokken van en de kennis die hun leermeesters aanboden probe-
beschermenden voor de banaliteit van alledag en ren ze zorgvuldig de nu bekende valkuilen te ver-
zich op het hoogtepunt van het nieuwe expressio- mijden, en dan met name ook die van de utopie
nistische schilderen, bezig hielden met het na- en de avant-garde, maar ze compenseren dit door
denken over de functie van kunst in de samenle- een persoonlijk engagement. Het gaat, in tegen-
ving, over architectuur, gebruiksvoorwerpen en stelling tot de conceptkunst van het eerste uur,
het alledaagse leven, in de breedste zin van het niet langer vooral om het tonen van een status
woord. quo, maar om het op kleine schaal en met chirur-
gische precisie sleutelen aan die status quo.
2. Verder gaat Martin in op de solide theoreti-
sche basis van het werk, gevormd door de con- 4. "So versuchen ihre Werke zunächst intellektu-
ceptkunst uit de jaren zeventig, en dan met name eU und dann auch physisch zu konstruieren". In
die kunstenaars die zich in hun beeldende werk dit werk wordt niet, zoals in de conceptkunst, het

97
kunstwerk zo veel mogelijk gedematerialiseerd, afbeeldingen en stijlen die echter (soms op het
zodat het in het ideale geval alleen het minimale perverse af) aan het eigen idee dienstbaar ge-
middel is om het kunstwerk in het hoofd van de maakt worden.
beschouwer te construeren (Gerhard von Graeve- Zijn deze punten in de eerste plaats opgezet aan
nitz beschouwde om die reden de kunst van de de hand van zes kunstenaars uit Düsseldorf in de
jaren zeventig als de legitieme nazaat van het tentoonstelling Konstruierte Orte (Scott Burton
constructivisme)' maar er wordt ook een zichtba- bleek uiteindelijk toch een ander verhaal), en de
re, tastbare ervaring aangeboden, zij het op ware situatie aan de Kunstakademie aldaar, waar Beu-
grootte of als model. Het construeren wordt ook ys, Richter en Buchloh docent waren, ze zijn in
weer verstaan in de zin van maken: er wordt iets grote lijn karakteristiek voor een veel bredere
toegevoegd aan de werkelijkheid. groep kunstenaars die het gezicht van de kunst in
En in dit verband is het toch ook goed Joseph de jaren tachtig bepalen5 • Te denken valt aan
Beuys' te noemen: wat betreft het betrekken van kunstenaars als Günther Förg, Gerhard Merz,
persoonlijke ervaringen in het werk:, maar vooral Bemhard Prinz, Hubert Kiecol om een aantal van
waar het zijn keuze voor en omgang met bepaal- de bekendste te noemen. Buiten het Duitse taal-
de materialen en voorwerpen betreft gebied mensen als Guillaume Bijl, Didier Ver-
Bij Beuys ging het dan om materialen als koper, meiren en de Nederland Ton Zwerver, John Kor-
vet en vilt en om archetypische voorwerpen, die meling en Tom Puckey.
binnen zijn persoonlijke mythologie werden op-
geladen met betekenissen. Betekenissen en ge- Architectuur
schiedenissen die een onwetende toeschouwer "Het zal dus nodig zijn de totaliteit van deze on-
echter ook altijd kan vermoeden door het patina aangename realiteit te accepteren en onbevoor-
dat zijn beelden hebben, zoals je achter Beuys oordeeld de verdere ontwikkeling ter hand te ne-
doorgroefde ascetische gelaat iemand verwachtte men. Het hier aanwezige triviale potentieel is de
die veel had meegemaakt. Bij de kunstenaars van grondstof waaruit de cultuur van de nieuwe tijd
Konstruierte Orte gaat het niet altijd om een pa- wordt gemaakt." Laurids Ortner. 6
tina dat de beelden hebben, maar er wordt ge- I. Net als in de beeldende kunst bestaat er ook al-
speeld met de psychologische en associatieve tijd een onderstroom in de architectuur die zich
kwaliteiten van materiaal, kleur, object en op- verzet tegen het idee dat deze discipline vanuit
pervlak, die een plaats krijgen in een eigen teken- haar eigen traditie, van binnenuit te redden zou
systeem. zijn. De afgelopen jaren duiken er verspreid over
Europa allerlei architecten op die zich afzetten te-
5. Dat eigen tekensysteem kan echter van project gen de restauratieve pogingen van het postmoder-
tot project wisselen en neemt niet de vorm aan nisme om de architectuur te reduceren tot een di-
van een stijl. Voor de realisatie gebruiken ze alle scipline die uitsluitend nog over zichzelf spreekt
mogelijke technieken op een vrije manier. Wel en zich daarbij een passant heilig verklaart. Ook
benutten ze vaak bestaande vormen, voorwerpen, hier waren het een tentoonstelling (Forum Design

98

l
Linz, 1980f en een school, de AA-School in geten stedelijk gebied: de periferie. Tot voor kort
Londen, die aan de basis van deze ontwikkeling een vergeten oord met nieuwe en oude fabrieken,
stonden, hoewel er geen verband tussen de één open plekken, rangeerterreinen en veel onkruid,
en de ander was. Maar daarnaast duiken bijna met een formeelordeningsprincipe dat tot stand
onverwacht, met name in Zwitserland en Portu- is gekomen onder invloed van een interessante
gal architecten op die in dezelfde geest werken. mengeling van liberalisme en anarchie. Voor zo-
Om te vermijden deze tendens in algemene ter- ver deze gebieden binnen de stad zijn komen te
men te moeten omschrijven, en haar daarmee liggen wil men ze meer bij het wonen betrekken,
meteen onder een noemer te vatten die veel te voor zover ze er net buiten liggen zijn ze door
grof is om aan al haar verfrissende genuanceerd- hun goede bereikbaarheid een interessante vesti-
heden recht te doen zullen we ons beperken tot gingsplaats voor allerlei grote en kleine bedrij-
een kleine keus, waarvoor de criteria overeenko- ven. In Almere is te zien hoe zot het is voor een
men met de punten zoals we die net voor "Kon- modem hamburgerrestaurant de oude typologie
struierte Orte" in de beeldende kunst hebben af- van een Duitse bierhal te kiezen: Jo Coenens
geleid. Dat is geen geforceerde poging: het zal Bunburgerhouse doet denken aan junkfood in de
blijken, zoals ook al uit het bovenstaande citaat kerk, en in Amsterdam Zuidoost is te zien hoe
van Laurids Ortner (Haus Rucker Co) naar voren
komt, dat ze elkaar in werkelijkheid ook ontmoe-
ten: letterlijk soms, maar zeker op het geestelijk
vlak.
Toch alvast wat namen, zoals Doris en Ralph
Thut (D), Schwarz und Meyer (CH) en Edoardo
Souto Moura (P), Raplh Thut en Alvaro Siza (P),
Mecanoo (NL) en Peter Wilson (GB); op een
aantal anderen kom ik dit artikel terug, zoals
Haus-Rucker-Co (Au), Jean Nouvel CF) en Her-
zog/de Meuron (CH) en Rodolphe Luscher (P).
Ook deze architecten proberen weer opnieuw na
te denken over de veranderende rol die de archi-
tectuur in de samenleving speelt. Oorzaken daar-
voor zijn waarschijnlijk in de eerste plaats het
geconfronteerd worden met volstrekt nieuwe
bouwopgaven, waarvoor in de klassieke architec-
tuur-typologie geen voorbeelden bestaan: de bio-
scoop, de supermarkt, grote kantoren voor beleg-
gingsmaatschappijen en hoofdkantoren voor flf-
ma's; en daarbij de ontdekking van een bijna ver-

99
potsierlijk het is om in de periferie een monu- tecten krijgt zijn ze niet zonder meer toepasbaar.
mentaal symmetrisch gebouw neer te zetten; het Wat betreft het gebied - de periferie - niet9 en wat
ziet eruit alsof het gebouwd is door een architect de grootte van de opdrachten betreft niet. Laurids
die in de woestijn nog moeite heeft met fIleparke- Ortner schrijft daarover treffend: "Kleine Archi-
ren. De wijze waarop een groeiend aantal archi- tektur kannformal und ideel nur Bestandteil ei-
tecten aan deze problematiek denkt te ontkomen nes grosseren Zusammenhangs (Konzepts) sein.
is, net als bij de beeldende kunstenaars, in de eer~ Versucht sie in kleineren ein in sich geschlosse-
ste plaats door een analyse van de ongeschreven nes Ganzes zu bilden. so haltet ihr etwas Affen-
wetten van de anoniem tot stand gekomen ge- gesichtig - Possierliches an. Vieles an Qualität-
bouwde omgeving, en in de tweede plaats door te sarchitektur weist diese Eigenheit des Affenge-
kijken naar de beeldende kunst sichts au!, auf engen Raum zusammengedruckt.
ausdrucksstrack und so verbluffend ähnlich mit
2. Ook in de architectuur kunnen de architecten Erinnerungen an Bekanntes" .10
tegenwoordig over een brede theoretische kennis Daarnaast realiseerden zij zich dat, hoewel de ar-
beschikken. Waarschijnlijk is er geen periode in chitectuur in dit tijdperk haar culturele status te-
de architectuurgeschiedenis als die van de laatste rugkreeg, die status in feite correspondeerde met
dertig jaar, waarin zoveel theorieên ontwikkeld een stand van zaken in de rest van de cultuur die
werden over de stad, zoals het structuralisme, jaren terug lag. Goed: via Venturi kwam de Pop-
contextualisme, de analoge stad, allemaal theo- art binnen bereik, maar Michael Graves borduur-
rieên die de kwaliteiten van de traditionele stad de in zijn schilderijen nog altijd voort op de
proberen te formuleren. Hetzelfde geldt voor de schilderkunst van het kubisme, Rossi op die van
architectuur en met name de betekenis ervan: ook de metafysische schilderkunst en de sculpturen
weer het structuralisme, het postmodernisme, het waar Krier zijn gebouwen mee voorzag laten zich
rationalisme, high-tech, en alle andere catego- uitsluitend als ouderwets betitelen. Zo oriênteer-
rieên die Jencks bedacht heeft. Door de uitgebrei- den zij zich bewust op wat er in de beeldende
de publicaties in boeken en tijdschriften heeft een kunst gaande was: de conceptuele kunst, met de
ieder daar kennis van kunnen nemen. De archi- landart, de kunst van het environment en de in-
tecten waar het hier om gaat zijn allemaal zo ach- stallatie wel te verstaan. Om in dit verband aan te
ter in de dertig, begin veertig jaar oud, en hebben sluiten bij de nieuwe golf van schilderkunst lag,
het hele debat vaak vanaf de eerste rij gevolgd. zoals duidelijk zal zijn, niet voor de hand. De
Tafuri, die het terugtrekken van de architectuur in groep Haus-Rucker-Co functioneerde lang in de
haar bourdoir als laatste mogelijkheid zag, werd eerste plaats in het kunstcircuit, en was op vrij-
met verbijstering gelezen. 8 wel alle Documenta's vertegenwoordigd. Herzog
schrijft in een boek voor zijn vriend, de schilder
3. De methodes en theorieên van hun leermee- Federle. ll Jean Nouvel refereert graag aan Yves
sters werden zeker geassimileerd, maar voor het Klein en Daniêl Buren, en allen spreken over
soort opdrachten dat deze jonge generatie archi- film.

l
100
l

onderwijs afspeelt zich voor het grootste deel op


papier afspeelt, iets waarop in de laatste twintig
jaar met de zogenaamde papieren architectuur
door een grote groep architecten zonder omhaal
op is ingespeeld. En ook architecten als Tschumi
en Koolhaas leggen in hun theoriren over de ar-
chitectonische ervaring de nadruk niet meer al-
leen op de fysieke constructie zelf, maar veel
meer dan vroeger op wat daar in gebeurt. 12
De architecten die Konstruierte Orte realiseren
leggen de nadruk wel degelijk op de materialisa-
tie van een concept Die materialisatie maakt het
mogelijk om de samenhang met het grotere con-
1,_-','I cept, waarover Ortner sprak en wat ook zo be-
'I ! langrijk is voor de eerder behandelde kunste-
;1
naars, te fixeren. Dit gebeurde met name door ge-
voelig in te spelen op topografie, door richtingen
daarin over te nemen in het gebouw of het daar
juist vanaf te keren en door met zichtlijnen een
eigen selectie te maken uit de potentiêle referen-
tiepunten in de omgeving, die het gebouw ook
" ,
r\A
,1
\-ï.
'"
, betekenis verlenen. (Het is niet voor niets, dat
ook het werk van Aalto weer zo in de belangstel-
","
ling staat). Het belang dat gehecht wordt aan de
materialisatie komt ook naar voren in de precieze
materiaalkeuze, waar in de postmodernistische en
Rudolphe Luscher centrum P'IT, Ecublen (CH),1988 rationalistische architectuur alles steeds meer on-
der een al dan niet gekleurde stuc laag verdween.
En ook hier komt weer het belang van Beuys
4. "So versuchen ihre Werken zunächst intellek- naar voren. Herzog maar ook de leden van Haus-
tuel und dan auch physisch zu konstruieren". Rucker-Co spreken onomwonden hun bewonde-
Het construeren en het bouwen zijn zaken die ring over hem uit.
vrijwel onlosmakelijk met de architectuur ver-
bonden zijn, driedimensionale ervaring op groot 5. Deze architecten zijn niet meer te karakterise-
formaat als zij is. Toch moeten we niet vergeten ren met een stijl, hoewel er vaak een voorkeur
dat het officiêle architectuurdebat zoals zich dat lijkt te zijn voor de vroege modernen. Als je zon-
in tijdschriften, tentoonstellingen, symposia en der iets te weten geconfronteerd wordt met een

101

J
aantal willekeurige projecten van Haus Rucker A Universe of dues
Co, Jean Nouvel en Herzog/de Meuron zou je Als doel van de wetenschap wordt in het alge-
niet denken dat ze van één bureau zijn: van een meen verstaan het aan de hand van feitelijke ge-
persoonlijke stijl of handschrift is geen sprake gevens ontwikkelen van hypotheses, theorieên en
meer, maar al naar gelang de opdracht wordt de wetten op grond waarvan de wereld verklaard
in die context meest adequate stijl gezicht, inder- kan worden en die een onweerlegbare algemene
daad op het perverse af, maar niet in de beperkte geldigheid hebben. Natuurlijk zijn er wat dat be-
zin van Carel Weeber, die poneert dat architecten treft verschillen tussen een natuurkundige theorie
in minstens drie verschillende stijlen moeten kun- en een kunstzinnige theorie maar dat neem niet
nen bouwen. 13 Het is geen kwestie voor de op- weg dat kunstzinnige theorieên tot voor kort ei-
drachtgever van zoeken uit een catalogus, maar genlijk ook altijd met hetzelfde doel -het opstel-
eerder vergelijkbaar met het werk van de opti- len van wetten met op zijn minst een redelijke
cien, die zijn klanten een bril aanmeet die bij het mate van algemene geldigheid- werden ontwik-
gezicht en de persoon past. Die persoon kijkt er- keld. Een groot deel van het opwindende karakter
door en wordt ermee gezien. Wat aan dit verhaal van de Konstruierte Orte wordt bepaald door de
vooral opvalt is dat er niet zoiets bestaat als een Wetten die gebroken worden -door de onbegrij-
theorie van de Konstruierte Orte, een recept dat pelijke discontinuïteit, een realiteit waarin myste-
men probleemloos toe kan passen in een ontwerp. rieuze elementen in hun isolatie raadselachtig
Aan de andere kant zou zich een dergelijke ten- verschijnen, en door de fictieve continuïteiten-
dens niet hebben kunnen ontwikkelen zonder de misleidende bewijzen, verkeerde verbanden, ina-
theorieên die de afgelopen jaren in zo'n overv- dequate hypotheses, verleidelijke fictie, fouten
loed zijn ontwikkeld, maar, om Wittgenstein te ook, die opzettelijk gemaakt lijken te zijn. Het is
parafraseren, de kunstenaar en architect die zo het opwindende karakter van het detectivever-
werkt heeft de ladder omvergeworpen nadat hij haal, het universum van Sherlock Holrnes, een
erop geklommen is. 14 En daarmee is er weer de "universe of c1ues".16 Ook Holrnes streefde naar
mogelijkheid nieuwe ontdekkingen te doen. Jac- een verwetenschappelijking: "the positivistic
ques Herzog zie daarover in Forum 32-1: "Het mind dreams of extending rational and checka-
zou gewoon belachelijk zijn als wij zouden zegen bie procedures to the domain of traces . symp-
dat ons architectonisch werk de zo node gemiste toms. c/ues. that is to the dominion ofindividual
nieuwe weg naar een utopie is. Integendeel. toen {acts. By this definition we mean all those enti-
we het hiervoor over onze conceptuele werkwij- ties (or better: micro entities) whose meaning
ze hadden bedoelden we dat ons denken. ons does not seem to depend upon a relationship
werken. ons leven stapje voor stapje vooruit with a generallaw. but on the link with a certain
komt. zodat het overzichtelijk blijft. maar we portion ofreality".17 Dit is vergelijkbaar met de
proberen wel bij onze architectuur het geheel in wijze waarop de kunstenaars en architecten die
de gaten te houden".ls wij hier bij elkaar brengen ook proberen te wer-
ken en het is ook een methode om hun werk te le-

102

l
zen. Het is een proces dat Sherlock Holroes -zo- Noten
als wij allemaal weten "deductie" noemt, hoewel 1 Thomas Schütte, in een inteIView met Jörg Johnen, Badi-
sche Zeitung 15/16jan. 1983, gepubliceerd in catalogus Kon-
het volgens de wetenschappelijke terminologie
struierte Orte 6 x D x NY, Kunsthalle Bern, 1983.
beter is het naar Charles Peirce "abductie" te 2 Jean Hubert Martin, voorwoord catalogus Konstruierte Or-
noemen: "Abduction is based on a singlefact, te,opcit.
which sometimes presents itself as an enigma, 3 Benjamin H.D. Buchloh, "Vormen van Autoriteit, Tekenen
something unexplainable: at this point the ob- van Regressie", Museumjournaa128/4, 1983.
4 Gemard von Graevenitz, introductie catalogus Pier Ocean,
server postulates a hypothesis, that is, he puts
Otterloo, London, 1980.
an idea into reality by asking himself ij it can be 5 Met name in Europa dan; in Amerika moet vooral de inv-
demonstrated. Facing mysterious cases, abduc- loed van Beuys door die van de Pop- en Minimal Art veIVan-
tion can be so described: x is extraordinary; ho- gen worden. Een grotere selectie van voornamelijk Duitse
wever, ij would be true, x would not be extraor- kunstenaars presenteerde Jörg Johnen in zijn "Goldener Okto-
ber", Kunsûorum, Bd. 65, 1983, en in de tentoonstelling Der
dinary any more; so, x is possibly true".18
versiegelte Brunnen, Lijnbaanscentrum Ronerdam, 1983,
cat.). In deze publicáties en tentoonstelling legde Johnen nog
Het verhaal van de Konstruierte Orte is dus ook nadrukkelijker een nadruk op de samenhang met architectuur,
en misschien vooral een verhaal van tekens, maar die áls meest treffende karákteristiek van deze beweging in
geen tekens die op een direct inzichtelijke manier het oog springt. Zie verder de catalogus Von Hier Aus, (Du-
montKöln,1984).
hun plaats hebben gevonden in een zin. Nu is
6 Laurids Ortner, Amnesty voor de gebouwde realiteit, Forum
sinds het eind van de jaren vijftig de invloed van 31-1-1986, Werk: Architese 17-18, 1978.
de semiotiek in de beeldende kunst, architectuur 7 Zie voor de achtergronden: Laurids Ortner, Lemen von
en design enorm toegenomen. 19 Over het alge- Linz, Jahrbuch fur Architektur 1983, Hrsg. H. Klotz, Frank-
meen werd daarbij echter de nadruk gelegd op de furt 1983 en Design ist unsichtbar, Hrsg. Helmut Gsöllpoint-
ner, Angela Hareiteren Laurids Ortner, Verslag, Wien, 1981.
semantiek en de syntaxis, maar door het spel dat
8 Manfredo Tafuri, 'TArchitecture dans Ie boudoir, De taál
nu gespeeld wordt met verschillende contexten van de kritiek en de kritiek van de taál", Oppositions 3.
die wisselend van belang zijn, als we alleen maar 9 Zie o.a. "De Voorstad, de vanzelfsprekendheid met Jacques
denken aan gegevens als het belang dat gehecht Herzog en Pierre de Meuron", Mortiz Küng, Forum 32-1,
wordt aan de locatie en het moeiteloos werken in 1988.
10 Laurids Ortner, Haus-Rucker-Co, "Das Bedürfnis nach
verschillende stijlen, dan lijkt het erop dat deze
Grosszügigkeit", Archithese, 1987.
ontwerpers meer geïnteresseerd zijn in het veel 11 Bart Lootsma/Tony Goossens, Haus-Rucker-Cö, Projecten
mysterieuzere gebied van de pragmatiek. We 1967 -1985, Kunst en architectuur, een deus ex machina of het
krijgen dan te maken met vragen naar het waar- Trojaanse paard, Eindhoven 1985.
om van dit soort constructies, naar wat er achter Iedeze Zeichen ein Zeichen für andere Zeichen, Zur Aesthe-
tik von Helmut Federle, Hrsg. Gálerie nächst St. Stephan, Rit-
zit, of het incidenten zijn of niet en ook naar wat
ter Verslag, Klagenfurt, 1986.
onze eigen vooronderstellingen zijn voordat we 12 Zie 0 .8 . Bart Lootsma, "Cán a new concept of space
het werk interpreteren. .2fJ We hebben heel wat te bark?" en "The strategies of OMA"; beide Forum 29-3,1985.
ontdekken. 13 Zie Hans van Dijk, "Benarde Muze", Archi 7-88.
14 Ludwig Wiugenstein, Tractatus Logico-philosophicus, 6

103
r
I
54. Amsterdam. 1975.
15 Jacques Herzog/Pierre de Meuron. op cit
16 Gian Paolo Carettini, "Peirce, Holmes, Popper", in: The
sign of three, Dupin, Holmes, Peirce, edited by Umberto Eco
en Thomas A. Serbeok,lndiana University Press, 1983.
17 idem.
18idem.
19 Zie o.a. Charles Jencks, The language of Post-Modem Ar-
chitecture.
20 Aart van Soest, Semiotiek, Baarn, 1978.

dit artikel is eerder gepubliceerd in Forum, 32e


jaargang, nr.2
Noten bij
J. Meuwissen, 'Autobiographical Architecture'

1 Geert Bekaert - "A l'école du dieu du goût", in Marc-


Antoine Laugier - Essai sur l'architecture, Observations sur
l'architecture. Edition intégrale des deux volumes, Pierre
Mordaga, Brusse1s-Liege 1979
2 "Bridgebuilding No. 4, Ponte dell "Acadernia" • AA Files
No. I1, Spring 1986, p. 51
3 "I hypothesized that the longer the distance and the length
of the cavity formed, the more transparaent the things would
become through the creation of a void, and the more rea!
would the relative aspects of things become through
separation.... ": Itsuko Hasegawa - "Distance and the Long
Cavity", Space Design No. 247, April 1985. p. 87
4 "Each room is entered from the courtyard. This space is a
bit of the exterior introduced into the building....": Tadao
Ando, in Yukio Futagawa ed. - Tadao Ando, GA Architect 8,
A.O.A. Edita, Tokyo 1987, p. 43
5 Laurids Ortner!Haus Rucker Co - "Lineares Haus", in Haus
Rucker Co - Lineares Haus, Verlag der Georg Büchner
Buchhandlung, Oarmstadt 1987, p. 13
6 as was done by Kenneth Frampton - "The Work. of Tadao
Ando", in Futagawa. pp. 8-11. Also Wiel Arets speaks of a
"classical condition" on behalf of the Row House: "Gold for
Tadao Ando", Wiederhall No. I , 1986, p. 26

104

L
Joost Meuwissen

Autobiographical

Au1obiography in architecture, the theme of this other words: needs no systemalization, and will
collection, has a long history concealing tragedy consequently have a wide range of application.
and malaise -dissatifaction with architecture- but Consequently the great -but through the intrinsic
also joy and surprise about the unexpected novel- theory and systematics of proportion and order,
ty. mIes and taste nearly intangible issue of architec-
In the past, the term autobiography in architec- ture in those days- can be dealt with: the city.
ture has not always been used, and although the Next, autobiography, be it in the context of dilet-
history of the term itself and the particular appro- tantism or not, can be described in theoretical
ach 10 architecture have been left unrecorded, its terms as a schematized argument, a reasoning.
origin could be the discovery of the image in Mostly in connection with the city -schematized
eighteenth century dilettantism. Laugier's primi- architecture- which in the context of the graphics
tive hut an example of an architectural work that, of architecture, e.g. the draft, can be rather weU
in order to be effective, does not need realiza- and accurately determined and which is, therefo-
tion; nor does the term that stand for it needs 10 re, clear as an idea but vague as a concept. An ar-
be admitted 10 the contemporary system of pro- chitect entering upon such argument, touches
portion and order - especially so since it wants to upon a problem. The problem does not deal with
understand the system's origins.! architecture, but is schematized "in1o" architectu-
Although the application of the primitive hut is re. In this context the difficulty concerns the de-
of a theoretical nature within the context of the termination of the "I" of the architect. Historical-
controversy whether architecture should be as- ly, the architect is prepared 10 design the buil-
sessed by the mIes or by good tast, the effect ac- dings, streets and squares in wich he hirnself pre-
tually is that, for the first time in architecture, a fers not to dwell. The problematic level of archi-
mental image is being produced which is neither tecture does not tolerate estrangement. As a pri-
part of a larger system (since it aims at encom- vate person, and thereby gradually as the archi-
passing the system) nor a draft. A draft which tect who communicates. the architect enters obs-
does indeed stay in memory for its adequate re- curity. He does not want 10 dwell in public space.
presentation of an idea, but which in itself is not he wants 10 be public space himself. Until recent-
formalized for the purpose since it is no more ly this was reflected in the architect's features
than a draft for a building which is eventually to which always showed a certain amount of pussil-
include all other aspects of architecture. On the lanimity and anonymity: a theme hardly investi-
other hand, the primitive hut, as a problem of gated systematically in the history of architectu-
theory (the problem of origin), was formalized as re. The estimated age of the architect in the nine-
a representation of a building assignment. The teenth and first half of the twentieth century is al-
result is both a coincidence of concept and image ways about half his real age. Only very recently
and the notion that a concept can be vague, in au1obiography started 10 count on positive treat-

105
ment, since architects started to actually explore nandai Cultural Center, and Rem Koolhaas for
it, with results, and stopped considering it as a his treatment of materials. As far as that con-
possible apology or escape. At the same time it cerns they are in good company: the English Ne-
makes it one of the very few positive, or potenti- ogothics (for their lack of style) and Mies van
ally positive, concepts of contemporary architec- der Rohe (for his constructions) were ostracized
ture, which is charged with negative formulations similarly, as was Dudok in Holland. Criticism
such as "no longer" , "no longer modem", "no usually comes at the point when the object of
longer constructive" and "no longer the composi- criticism, i.e. the architect, broadens the field of
tion ". Formulations with a definite pointe within the profession through his works, or when he in-
architecture and the discussion, but quite incon- cludes aspects that were hitherto not reconized
structive in the dertermination of the importance as belonging to archiecture, freeing them, so to
of architecture as a phenomenon of today's cultu- say, from restraints and adding to them a poten-
re. tially wider perspective. Or, to quote Peter Wil-
son at the occasion of his design for a bridge for
Autobiography is also an eloquent theme. In the the Venetian Biennale of 1985: "The choice of
past it was always closely related to attempts to the bridge as (a) subject (...) implied the rescue
define architecture as acultural rather than an ar- of this artefact from the specialist discipline of
tistic activity and with the lines of reasoning em- production, and its reconnection to wider di-
ployed to this purpose, together with a certain de- scourses. Reinvestigation of the bridge as a mul-
tachment of professionalism within the professi- tivalent construction (...) is a very different exer-
on, as is the case of dilettantism in the eighteenth cise from the modernist refinement of a single,
and early nineteenth century and in some of the unambiguous structural system .... ".2
architects presented here. It is not that these ar-
This way, the issue is practically that of the un-
chitects are not professional, quite on the contra-
fashionable and certainly oldfashioned question
ry, but in order 10 determine their outlines we be-
of ethics, of what the architect brings about
ter forget about the "amateur doing his very best"
through his efforts, and not so much that of aes-
and concentrate on the sincerity of the dilettant
thetics or rationality. It is least about the ack-
who is not interested in professionalism and who
nowledgement of a morality that might contain a
will consequently come to a differently formula-
certain amount of aesthetics and morality, a mo-
ted approach, giving attention to aspects which
ral effect of architecture as a phenomenon on the
have so far been neglected within the routine of
architect as a individual, subsequently including
the profession. It is typical in this context that a
autobiography. The three most important publis-
number ofthe architects presented here have ei-
hed works of post-war architecture, Giorgio
ther realised too few building or have been
Grossi's Constructione Logica, Rem Koolhaas'
branded as unprofessional by superficial critics
Delirious New York and, non less, Louis Kabn's
for the building that have been realised, as Itsuko
Complete Works, actually all revolve around
Hasegawa experiencd with her design of the Sho-
this problem, the problem of the "I" of the archi-

106
l

tect which is not only a basic methaphor in the sively overstyled detail. In fact these architects
story of the architect or in the image that he of- are, to use the words ofValéry's Eupalinos once
fers, but, as the story, the story of the buildings, again, "unaware of the details of realisation ".
is being told, it is being freed of its metaphori- Hasegawa's attention to "the skin of the city" is
cally and analogical character in order to be not a result of an organic metaphor which con-
transformed into its conclusion, its plot. ceives the building as a functioning organism,
neither is it the optics of the city. It is an alterna-
Autobiography in architecture has an intrinsic
tive for the tactile hardness of the many large,
nature, on the condition that the life of the archi-
newbuildings in the city. It is therefore not an
tect is described in his building in terms of men-
organic element, no system of facades, but a
tality, programme and contents and not so much
new fact within architecture, a plane, a plateau,
in the desribable form of it. A building of Tadao
whose programme is sufficiently mental -she
Ando does not teil us that the architect was once
calls it "symbolic"- to shape figures on top of it,
a boxing champion, although this fact might co-
and from within, figures which are individual,
me to the light after intensive psycho-analytical
new, forming a mental image, consequently lea-
research of his architecture, but the building of-
ving any kind of foramlism behind.
fers what Wiel Arets caUs a "mental condition"
which does not explicitly exclude a boxing As a matter of fact the course of Hasegawa's
champion. Wim van den Bergh's cycling, Rem works might be designated as typical for autobi-
Koolhaas' jogging, Mies' sleeping in "Loos" de- ographical architecture as a phenomenon. Just as
afness, it may remind one that the ulimate "I" of is the case with Tado Ando, it all starts with a
the architect is of a physical condition. Or to use primary house, a small house, a program me of
the all too much used and wom-out words of dwelling reduced to a mental image which ex-
Paul Valéry's Eupalino: "By building, the archi- presses a certain cultural aspect of dwelling at
tect builds his own body". What sport is to the the expense of others. It is usually concemed
architect, is the programme to the building, the with the sequence of spaces, be it that they do no
scenario, or, as we could say: the extent to follow a functional circulation pattem but in her
which, within materiality, the condition has been representation to hieratic and hierarchic too, in
created for yet unexepected spiritual possibili- any case: detached processional. In that way a
ties. patent ideal movement within the house beco-
mes connected with a latent urban stream of vi-
It is for this reason that the material is of such
cissitudes outside the house, particularizing one
importance in nearly all architectures published
aspect and formalizing it within architecture to a
here. At the same time, the represented buil-
concept, a concept that does not belong to the
dings are conceived as nearly abstract, light and
programme of dwelling in the strictest sense and
airy, of an almost relieving immaterality. What
which seems to try to immidiately withdraw
counts is a building's nearly cinematic, abstract
from its positioning, its positioning within the
tactility and not the directing optics of the obses-

107
house, and which will eventually not be suppor- exactly here that the primary house is autobio-
tive in any further development of theory. In Ha- graphical: not because the architect would want
segawa's Kimura House in Yaizy, 1972, it is the to create such an interior for himself, but opposi-
"cavity" or the "void"3, in Ando's Row House in tely, just because he definitely wouldn't want
Sumiyoshi (1975-1976) it is the "exterior"4(in- such an interior, he creates something else. And
cluded in the house), and, we might add, in Aret- exactly because this "something else" wouldn't
s' and Van den Bergh's here presented Social necessarily have to include everything -does not
Villa it is the "transparancy from public to priva- need to he interior- the primary house could he-
te", and, mutatis mutandis, in Rem Koolhaas' Pa- come a reduction, a differenciation, down to
risian Villa, it is the "swimming pool". The latter idea. At the same time this reduction provides
is not so much an aspect of dwelling, but an ele- the solution to the problem to which Laurids
ment which formulates the distance hetween the Ortner pointed: that of the scale of small houses;
separate house within the villa, and which, by it- the smaller the architecture, the more the archi-
self, is defined as the ultimate spot for a view tect could express throught it. Which is some-
from the house over the city. The swimming thing he wants, since the function of the small
pool is the actual and mentaI window of the hou- house can he pushed to the background. "The
se. The view on Paris can, if one wants to see it smaller the architecture, the more it has to con-
at all, best he seen during swimming - an involu- vey. These vast numbers of miniature tempIes,
tion of the idea of the roof garden of Le Corbu- tiny pavillions, cottages, smal1jewellers, shops
sier's Bestégui Villa. However many windows etc. were obviously designed as vessels for an
the house has, they only make is more closed. elevated substance of ideas (... ). The litde is we-
aker than the powerfull ( ...). In form and idea,
All primary houses have a certain closeness in
small architecture can but he part of a larger co-
common. The exterior space is included in the
herence or concept... .. ,,5. It is the latter which the
house itself, as a court yard, inner yard, or more
force of the autobiographical primary houses can
conceptually -in Hasegawa- as a void, as an ele-
be found. They are always once-only.
ment that empties the programme of dwelling,
making it transparant, making the house concep- For that reason it is justified to compare Ando
tually plane or recticular. Actually, all concepts Row's House with Laugier's primitive hut, but
denoting exterior space and exterior space wi- not in order to next extend this comparison to in-
thin the house are negatively charged. Or at least clude the general classical condition of the me-
opposing possible ideas of interiors. It is as if the garon types, if only because of Ando's Row Hou-
primary houses form primary architectural as- se's for toa specific use of materials.
signments, which make the architect, if he really
The emphasis on cavity or materiality, excava-
puts his mind to it. start listing everything he
tion, which many of the discussed primary hou-
doesn't want. It is in the line of what Rem Kool-
ses show, gives raise to the establishment of a
haas calls "the cultivation of allergies". It is
gothic rather than a classical condition. What

108
-----------.,

matters is what the negative notion, "ca.vity", inclusion of place and orientation, within the
"void", the excavation, procreate in a material very shape. These are shapes which have their
sense, and the question into what these voids get appropriate place, no matter when or where,
shape. Not only these shapes relatively new in since their position is determined form inside, as
architecture, they have hardly been recipiated as is their position, their minority position, within
wen - possibly since they are still too much a re- culture.
flection of their voidness. Nevertheless, they In my opinion, it is Hasegawa who, of the
have activity within the works of the architect, architects presented here, is the most explicit in
as in the case of Rem Koolhaas, whose swim- this approach. The concept of the dwelling as
ming pool in the design of the Parisian Villa "void" and the idea of the city as "skin", resuIts,
gave cause to a palette shaped owning -after all, through the coincidental rendez-vous with a steel
waht does it mean the palette as a shape within merchant who displays his house as a steel
architecture? - which consequently shaped the advertisement -her famous house in Kuwabaro
awning of the Rotterdam Bus Station (1987) and Matsuyama (1980)- in the shape of undulating
finally a complete building, his design for the steel frames which, in the house in Nerima,
Dutch Museum of Architecture (1988). In the overwhelm the entire void as a cross-section.
latter, the idea of the awning evolutes to the def- After thorough reflection this is only a slight step
inition of the building itself. In combination with - Rem Koolhaas took a similar slight but
the metropolitan definition of the block, softly decisive step towards the unison of the taming of
following the street pettern, it leads -at least the- the void of the dwelling with the architectural
. oretically speaking- to one if contemporary ar- determination of the building as a whole in his
chitecture's most magnificent assets. In a way, design for the Dutch Museum of Architecture. In
Arets' and Van den Bergh's "Social Villa" in The the design of Hasegawa's Shonandai Cultural
Hague forms its mimicrial nation because, here Center, the builing -in as far it is "modern
too, any idea of materializing is implemented architecture"- is buried in the ground only to ~
form the abstraction of the primary house reveal its skin, offering the shapes an
through an awning of Daniel Burenesk quality, opportunity to write down their "topography" on
but which is purposely projected as extra-archi- the surface only. Though thoroughly enough all
tecturally as a result of their hyperconsciousness architecture, including the architecture of Loos -
of architecture. which would make him turn in his grave, in his
All shapes coming into being along these lines "architecture"- becomes gothic, tattoo. Tattoo is
are palettes, undulating lines, wavy cloth, flags. the final form of autobiographical architecture.
Or rather: ovals and egg-shapes, as in the case of
the floating balcony of Koolhaas' Dance Theatre
in The Hague (1987), or as in the here presented Dit artikel is eerder gepubliceerd in Wiederhall
Churches by Haus Rucker. These shapes do not nr.9
refer to movement but to completion, to

109

j
Mo, '- J I L

6 " / -0
..........",
IHV'-.'L- _.---D.,
6IV..- ..~l. .. .H...

......,,-.--:
-- -
._ ... -.n ._~:::::.
"""';
,4,. ......-.'-1._. _, . ~

.._ '-.~
6ft,_~~

........... -..-.c...
4' .......-......u
::::::
k.;...-:"4....... _. 1--"-
~
~Á",,,.

_'4
-
.n.
..
c:::::J. n~

[0
_ . ~L
. d _

.r-v~, ..il
....... ~ ,; t.' In ,~ n In.
~~-I ~_ n nm
~ -Ir 'Cl.

n nim >:
;.;::.,:.
;:;Z;-":' n , ~~~~
:;;1:;- • n -rl
fi:::r;:,-"....
..IJ. ..IJ. ..IJ. n r,

il-"""-L.. n n nn
I*"'/ ,- n n , -'--
....;'H~ ,....
:r;::;,....
\
.'.;: . .,.,:J f1-,
tl . t~
~~i
M . .,~~ .

:':::-':'1~ ' I------.


:';;:~-;,;.6 !i J
I
I
u.;f'~.".A-
n, n
I
~l~;.,_ L:.-S J I

*'
...J'S'/#)< Lll
, ~.

• LINO<" /~,

Het majestueuze zwembad dat onaangetast de tijd


weerstond

110
Arie Graafland

Beckett en Duchamp in Manhattan


Koolhaas diagnose van de moderniteit in New Vork

twee gescheiden activiteiten zijn. Zijn fasci-


De même, Lulu-Anne a tous les attributs de la natie voor het amerikaanse pragmatisme en
M ariée mise à nu par ses célibataires, même:
zijn cynisme ten aanzien van de Morele
moité robot moité à quatre dimensions, une sor-
te d' "automobilisme" qui actionne tout seul son Waarden van de Architectuur hangen ten
"moteur à combustion interne" et se relance par nauwste samen.
des "mises à nu". Et même si, au lieu d"être De constructivistische poëzie, de verwerking
vierge, Lulu s'avèrse une femme à clientèle trop van het Nieuwe Bouwen en zijn amerikaan-
bruyante, Ie "circuit de refroidissement" qui
se en engelse ervaringen vormen het amal-
agence son mécanisme amoureaux avec celui de
l'exilé campe les deux protagonistes du coït, à
gaam van waaruit veel van de ontwerpen
tout jamais et comme chez Duchamp, dans une van het OMA te begrijpen zijn.
communication glaciale. Que, loin d'être esqui-
vé, l'acte sexual soit assumé mais en tout De tijd is daarin een belangrijke factor. Deli-
qu'impossible rapport dont les protagonistes rious New York verschijnt in 1978, de tijd
sont condamnés à l'exil perpétuel qui les enfer-
waarin in Nederland de luchtspiegeling van
me dans l'auto-érotisme: voilà ce que Becken, à
la Duchamp, vient tire après et contre les céliba- het "autonome" architectonische beeld nog
taires militants du début du siècle. nauwelijks ontdekt was. Het boek veroor-
zaakt nogal wat rimpelingen in de vijver van
het nederlandse architectuur debat waar de
Julia Kristeva
condition humaine de dominerende signifi-
(Le père, l'amour, l'exil)
cant was. Koolhaas "immorele" boek ver-
dient een andere benadering. De "communi-
cation glaciale" van Julia Kristeva uit het
Koolhaas' positie ten opzichte van de Mo- motto boven mijn tekst is eveneens van toe-
derne Beweging (en het Nieuwe bouwen) passing op de vergelijking die ik een paar
kan op twee manieren duidelijk gemaakt jaar geleden maakte tussen Duchamps Grote
worden. De eerste is aan de hand van de pro- Glas en Koolhaas beschrijving van de
dukten van het OMA, de tweede aan de Downtown Athletic Club in New York.
hand van het boek Delirious New York dat Architectuurkritiek is er voor om de ring van
aan de wieg stond van de oprichting van zijn aura rond ontwerp en tekst te doorbreken en
buro. Dit essay beperkt zich tot de laatste deze in een nieuwe - speculatieve - samen-
mogelijkheid, de eerste zal ik uitwerken op hang van taal te reconstrueren. Iedere analy-
het symposium. Dat betekent niet dat het se heeft iets "sadistisch", het verbreekt en

111

j
verknipt het bestaande dat nog maar net een verschijnt opnieuw in San Francisco. Is het toeval
identiteit had gevormd. De kritiek zit zowel dat de New Yorker Marshall Berman Goethe's
dicht op de huid van haar object als er mij- Faust gebruikt om de tragedie van het zich ont-
lenver vanaf in filosofie, kunst en weten- wikkelende kapitalisme in kaart te brengen 2• Het
schap. Morele waarden zijn hierbij van be- kapitalisme dat iedere vaste identiteit vloeiend
lang voor zover de architectuur inlost waar- heeft gemaakt. In de moderniteit ervaren we onze
leefwereld en onszelf in voortdurende desintegra-
voor zij bestemd is, onderdak, beschutting en
tie en vernieuwing, problemen en kwelling, am-
een voorwaarde van thuiszijn en plaatsge-
bigue en paradoxaal, we maken immers deel uit
bondenheid. Dat betekent niet automatisch van een universum waarin alles wat een vaste
een Heideggeriaanse gedachtengang. Hoog- vorm heeft aangenomen, even zo snel weer over-
stens het opnieuw bezien van datgene wat gaat in een vloeiende, aldus Berman. Om moder-
"ontwerp" en "context" ons nog te bieden nist te willen zijn moeten we onszelf op de een of
hebben in de maalstroom van de moderniteit. andere manier zien thuis te voelen in deze maal-
stroom. Hoewel Berman Goethe gebruikt om de-
ze tragedie te kunnen vertellen, zijn zijn meest
Baudrillard's 'reisnotities' van zijn tocht per auto indringende en persoonlijke voorbeelden ameri-
dwars door Amerika geven ons een prachtig kaans. Zijn beschrijvingen van het Parijs van
beeld van de amerikaanse cultuurl. Tegelijk ver- Baudelaire en Pushkin's Petersburg verschillen
breekt het boek - en dat is zeldzaam - het zelfge- niet veel van die van de europeese intellectueel.
noegzame beeld dat de europese intellectueel Hij herinnert zich nog hoe hij in tranen voor de
heeft van zijn eigen cultuur. Het mes snijdt aan bouwplaats staat van de Cross-Bronx Express-
twee kanten. Alles waarvan aan deze zijde van de way waarvoor hij zich wil wreken uit woede over
Atlantische Oceaan is gedroomd, heeft kans ge- de kaalslag van de wijk waar hij geboren is en
zien zich aan de andere kant te realiseren. Voor zijn jeugd heeft doorgebracht. Maar tegelijk is er
ons Europeanen komt Amerika nog altijd overeen die ambivalentie die de modernistische intellectu-
met een soort ballingschap, met het fantasme van eel kenmerkt, hij worstelt met de ambiguiteit en
de emigratie, en dus met een vorm van verinner- tegenstellingen waarvoor Robert Moses high-way
lijking van zijn eigen cultuur. Tegelijkertijd aldus project hem plaatst. Staand op de Grand Con-
nog steeds Baudrillard, komt het overeen met een course ziet hij hoe de prachtige woningen ge-
gewelddadige extraversie en dus met de nulgraad sloopt worden. Appartementen uit de dertiger ja-
van diezelfde cultuur. Amerika is in zijn ogen de ren, prachtig vormgegeven in een stijl die we te-
oorspronkelijke versie van de moderniteit, wij genwoordig Art Deeo noemen, maar toen
zijn de nagesynchroniseerde of ondertitelde ver- 'modem' genoemd werden. Deze gebouwen aan
sie. De Verenigde Staten zijn de gerealiseerde de Concourse waar zijn ouders altijd vol trots
utopie. Wat in Europa wordt bedacht, wordt gere- naar konden verwijzen als onderdeel van hun
aliseerd in Amerika - wat in Europa verdwijnt, buurt verdwijnen om plaats te maken voor Robert

112
Moses Cross-Bron x Expressway. 'As I saw one La mariée mise à nu par ses célibalaires. même
of the loveliest of these buildings being wrecked realiseerde. Julia Kristeva ziet Duchamp's kunst-
for the road, I feit a grief that, I can see now, is werk als een verbanning van de liefde en sex -
-'endemie to modem life. So often the price of on- van Beckett tot Duchamp was dit een belangrijke
going and expanding modernity is the destruction impuls in het denken van een aantal intellec-
not merely of "traditional" and "pre-modem" in- tuelen aan het begin van deze eeuw. Beide
stitutions and environments but - and here is the 'machines' - als ik zo provisorisch mag aanduiden
real tragedy - of everything most vital and beau- - draaien om het principe van de aansluiting.
tiful in the modem world itself. Here in the Want daar draait alles om, de aansluiting, aldus
Bronx, thanks to Robert Moses, the modernity of Baudrillard.
the urban boulevard was being condemned as ob-
selete, and blown to pieces, by the modernity of 'Het gaat er niet om een lichaam te zijn, niet eens
the interstate highway. Sic transit! To be modem om een lichaam te hebben, maar om op je li-
turned out to be far more problematical, and mo- chaam aangesloten te zijn. Aangesloten op de
e perilious, than I had been taught'3. seks, aangesloten op je eigen verlangen. Verbon-
den met je eigen functies alsof je was verbonden
In die zin las ik enkele jaren geleden Rem met een spanningsverschil, of een videoscherm.
Koolhaas' zeer gewaardeerde boek 'Delirious Hedonisme van de aansluiting: het lichaam is een
New York' over Manhattan. Dit retroactieve ma- scenario waarvan de merkwaardige hygiënisti-
nifest voor Manhattan is ook het duidelijkste ma- sche melopee in zwang is bij de ontelbare clubs
nifest geworden van het OMA. De nederlandse voor fitnesstraining, body-building, stimulatie en
architectuur werd opgeschrikt door een ondub- simulatie die je van Venice tot Tupanga Canyon
belzinnige bevestiging van wat als het toppunt tegenkomt en die wijzen op een collectieve asek-
van amerikanisme werd ervaren. De inzet van het suele obsessie' (pag. 59). De Downtown is het
boek is dezelfde als bij Baudrillard. De Verenig- pröto-type van deze clubs, haar genese en evolu-
de Staten, met Manhattan als ultiem project, zijn tie kenmerkend voor alle clubs. Er zijn geen dui-
de gerealiseerde utopie. Wat in Europa wordt be- delijke aanwijzingen dat de architecten die de
dacht, wordt gerealiseerd in Amerika. In die zin Club ontwierpen geïnspireerd waren door deze
voorzag ik enkele jaren geleden één van de hoog- europese opvattingen. Dat zou al te 'europees'
tepunten uit het boek van een noodzakelijke zijn, theorie en praktijk in hun samenhang ge-
tweede betekenis4 • Koolhaas beschrijft de Down- dacht en 'toegepast'. Het is het pragmatisme en-
lown Athletic Club als machine waar de New na realisering- het eindeloze optimisme en vast-
Yorkse 'bachelor' zijn lichaam in topconditie houdendheid die de Club tot nu toe de stormen
brengt Dat impliceerde dat er een europese vari- van de moderniteit deed doorstaan en haar vrij-
ant was in het denken die een identieke opvatting wel ongeschonden doet voortbestaan. De idee
representeerde. Die tweede machine vond ik bij van de 'bachelor machine' is nooit meer dan een
Marcel Duchamp die een paar jaar daarvoor zijn virtueel aanwezig beeld geweest in de bijzondere

113
opbouwen werking van de Club. Het specifiek wicht van het zwembad dat bestaat uit een gelaste
'masculine' van de Club zit niet alleen in het ge- stalen doos. In 1929 begon de constructie. De
bruik van de sportaccomodatie maar zeker ook in franse chefkok Jean ChanterelIe werd aangetrok-
het karakter van herensociêteit met haar specifie- ken en maanden later de legendarische directeur
ke codes en gebruiken ten aanzien van de elites atletiek John Heisman.
die lid waren. Ongetwijfeld is de DAC een man-
nenclub, maar altijd zijn vrouwen van de partij De Club is gesticht in de crisesjaren van de ame-
geweest. De toelatings- en uitsluitingsregels rikaanse economie. Opvallend is dat ondanks de
rechtvaardigen de vergelijking met Duchamps grote en vaak in eerste instantie onoverkomelijke
vrijgezellenmachine waar 'het vrouwelijke' deel problemen de bouwen exploitatie door gingen.
uit maakt van een specifieke organisatie van aan- Toen de Club afgebouwd was zag alles er uitste-
trekking, regulatie en afsluiting. kend uit, alle accomodaties volgeboekt, de ver-
schillende diningrooms volgeboekt, de keuken
De Downtown Athletic Club staat op de oever voortreffelijk, maar de Club in feite failliet. Fred
van de Hudson rivier in de buurt van Battery J arvis verklaart dat volhouden uit het idee van de
park. De Club is afgebouwd in 1931, telt 38 ver- herensociêteit uit de twintiger en dertiger jaren.
diepingen en is 534 voet hoog. Van buiten af ge- Een hoge mate van zelfrespect en het hechte soci-
zien is er niets dat het gebouw onderscheidt van ale kaste-systeem zijn de pijlers waarop de Club
de omringende wolkenkrabbers. Het idee van de overleefde. De banden met Yale, Harvard, Prin-
Club is van James A. Kennard en Philip D. Slin- ceton, Andover en Exeter, de beurslidmaatschap-
gluff die dit bedachten als manier om snel rijk te pen, de partnerships in de advocatuur, de jachten
worden. Wall Street bezat weliswaar een keur en polo-ponies zijn de ingrediênten van het sy-
aan lunchclubs en private dining clubs, maar er steem waaruit de Club ontstond en uiteindelijk
was geen mogelijkheid voor de effectenhande- overleefde. 'It was a closed circle up on those
laar, bankier of shiptrader om te sporten. Central shaded verandas of summer cottages and private
Park was veel te ver weg, de tijd om er te komen golflinks. Very few Irish and Italians were gran-
te kostbaar. De Club werd opgericht als uiting ted entree, almost no Jews, and certainly na
van Berman's schets van de moderniteit, opportu- Blacks. The leading clubs of the period enforced
nisme en financiêle hebzucht waren de drijvers. this quiet but powerful WASP superstructure's In
Lidmaatschapskaarten werden verhandeld als maart 1931 had de Club 4000 leden. Het lidmaat-
aandelen. De life-membership kaarten waren schap van $525= plus de daarop te betalen NY-
overdraagbaar en werden verhandeld als op de tax maakte de Club toegankelijk voor welgestel-
markt. Het idee bleek een succes en in 1926 wer- den. Dat nam niet weg dat ieder dubbeltje omge-
den de architecten benaderd. Starrett en Van draaid moest worden. Er werd gevochten om het
Vleck, de architecten van het gebouw, waren zeer faillissement buiten de deur te houden. Men
trots op de unieke oplossingen die zij bedachten maakte dankbaar gebruik gemaakt van de ont-
voor de fundering en het opvangen van het ge- snappingsmogelijkheid die Section 77B van de

114

L
Faillisementswet bood. In moeilijkheden geraak- finitief de theoretische modificaties van de ver-
te ondernemingen konden blijven voortbestaan schillende twintigste-eeuwse avant-gardes voor-
via een petitie van hun Federal District Courts als bij, die voortdurend voorstellen deden maar nau-
ze voldoende perspectief hadden om te overleven welijks in staat waren ze ook te realiseren. Kool-
in de crises. Verschillende onderdelen van het haas legt terecht het verband met Ginsburgs soci-
gebouw leden verlies, het Golf Course, de Bow- ale condensator, de Club is een machine die ge-
ling Alleyen de Billiard Room zijn nooit erg wenste vormen van intermenselijk gedrag inten-
aangeslagen. De miniatuur golfbaan werd in siveert en genereert. 'In de financiêle jungle van
1934 al weer afgebroken. Maar juist in de crises- Wall Street levert de Club een compleet pro-
jaren was het erg druk. Men was gedwongen de gramma van hyper-verzorgde civilisatie, waar
hand te lichten met het lidmaatschap. In januari een volledig spectrum van voorzieningen - die al-
1933 had men nog 3000 leden. Althans dat was lemaal overduidelijk verbonden zijn met atletiek
de officiêle telling, want veel leden (tot soms - het menselijk lichaam weer herstelt.' De 38 ver-
zes) deelden een kaart wat oogluikend werd toe- diepingen zijn allemaal verbonden door 13 liften
gestaan. De nieuwe Tap Room was een enorm aan de noordzijde van het gebouw. De lager gele-
succes. Veel belangrijke handelsondernemingen gen verdiepingen bergen een relatief conventio-
als Moore-Mac Cormack, States Marine, Todd neel aanbod om het lichaam op peil te houden,
Shipyards, Bethlehem Steel, Corn Products en squashbanen, handbalveld, biljart, enzovoort, al-
US-lines hadden er hun vaste ontmoetingen. On- les omgeven door kleedcabines. De opeenvolging
geveer honderd grote bedrijven waren lid. Uitga- van de verdiepingen gaat gelijk op met de opeen-
ven van $2000= per maand per kaart waren volging van stadia waarin het lichaam getraind
gangbaar. Ondanks dat dreigde de Club in 1949 wordt. In hoger gelegen verdiepingen met zijn
gesloten te worden door de hypotheekbank. Wil- veronderstelde topconditie komen we wel op een
bur Jordan redde de Club door het gebouw in heel bijzonder territorium. Wanneer de bezoeker
1947 aan te kopen. Vanaf die tijd gaat het goed. op de 8ste verdieping uitstapt, stapt hij een door
Baudrillard's 'hedonisme van de aansluiting' van kunstlicht verlichte ruimte binnen waar geen da-
de jaren '70 heeft de voorspoed alleen maar gro- glicht kan toetreden. De lift komt gelijk uit in de
ter gemaakt. ruimtes waar men zich kan omkleden. De atleet
kleedt zich uit, trekt zijn bokshandschoenen aan
Is daarmee alles gezegd over de Downtown? Ik en zoekt één van de vele boksballen op. Mis-
denk het niet. Wanneer we Koolhaas' tekst over schien, zo zegt Koolhaas, vindt hij een menselij-
de Club lezen wordt in ieder geval het specifieke ke tegenstander. Aan de zuidkant is dezelfde
functioneren van het gebouw zichtbaar. Het sere- kleedruimte voorzien van een oesterbar met uit-
ne uiterlijk verbergt de apotheose van de wolken- zicht op de Hudson. Naakt oesters etend met
krabbers als instrument van de cultuur van de bokshandschoenen aan, dat is Koolhaas 'plot' van
congestie, aldus Koolhaas. Met de Downtown de 8ste verdieping. De 9de verdieping voegt een
Athletic Club streeft de American way of life de- element aan deze sociale condensator toe waar-

115
door deze zich onderscheidt van die van Barsc en riviertje, dat zich door de ruimte kronkelt. Gras,
Vladimirov. Naast een aantal preventief-medi- bomen, enzovoort, alles 'levensecht' maar volle-
sche voorzieningen zoals massage-afdeling, dig artificieel. De natuur door de metropool weg-
Turks bad, hoogtezon en de zes kappers die gewist, wordt binnenin de wolkenkrabber weer
'betrokken zijn op de mysteries van de mannelij- opgericht als technische dienstbaarheid aan de
ke schoonheid' (Koolhaas), is er aan de zuid- metropolitane mens, die hem nieuwe krachten
westkant een medisch centrum waar vijf geeft in zijn uitputtend bestaan. 'The Skyscraper
'patiënten' tegelijk geholpen kunnen worden. De has transformed Nature into Super-Nature' (Kool-
dokter die hier werkt is belast met het purgeren haas). De 12de tot en met de 18de verdieping zijn
van de atleten (C%niclrrigation). Niet alleen bedoeld om het getrainde lichaam te laten bijko-
de spieren worden op peil gebracht, ook het in- men, afdelingen waar men kan eten, rusten en
wendige van het menselijk lichaam (irrigatie van converseren. Er is een lounge, bibliotheek en er
de dikke darm) wordt hier door het inbrengen van zijn keukens en een restaurant. De 16de verdie-
bacteriologische culturen in een nieuw metaboli- ping lijkt me één van de meest cruciale in het ge-
sme gebracht. Het gezonde en gezuiverde li- hele gebouw. Het is de daktuin met zijn kleine
chaam is nu gereed voor hoger gelegen topspor- dansvloer en buiten terras. Hier worden twee stro-
ten, voeding en herstel van het lichaam. Dit ge- men gekoppeld en weer gescheiden, die van de
zuiverd lichaam heeft de breuk tussen mens en atleten en die van de vrouwen. Dit is het territori-
natuur achter zich gelaten en bevindt zich buiten um dat opengesteld is voor vrouwen, de andere
het model dat op deze onderscheiding is geba- verdiepingen waarin de atleten hun inspannende
seerd. Verkeerde Lenz nog in een natuurlijk land- oefeningen doen zijn voor hen verboden gebied.
schap van bergen, bomen en water, de atleet uit Ze passeren ze slechts met de liften die hen recht-
de Club kent slechts een artificiële wereld waarin streeks naar de 16de verdieping brengen. Vanaf
hij, evenzeer als Lenz dat was, ondergedompeld de 19de tot de 34ste verdieping zijn er slechts ho-
is6 • Evenals Lenz beleeft hij de natuur als produc- telkamers en suites.
tieproces.
DUC~SVRUGEZELLE~ACHTINE
Niet mens en natuur zijn voorhanden, aldus De- De grote celibataire machine van Marcel Du-
leuze en Guattari, maar slechts processen die het champ La mariée mise à nu par ses célibataires,
ene in het andere doen overgaan, processen die mmême (Ie Grand Verre) bestaat uit twee delen.
de ene machine aan de andere koppelen. Ik en In de bovenste helft van het Grote Glas vinden
niet-ik, binnen en buiten verliezen hun betekenis. we een amorfe vorm die door Duchamp melkweg
Anders dan bij de schizo Lenz die de natuur er- of inscriptie wordt genoemd (Voie Lactée en In-
vaart als productieproces, is hier de gehele natuur scription du haut) en welke gedacht moet worden
artificieel geworden. Het golf-court op de 6de als een driedimensionale ruimte. Daaraan hangt
verdieping was de transplantatie van een Engels' het 'vrouwelijk skelet van de bruid' die een moge-
landschap van heuvels, glooiingen en een klein lijke projectie van de vierde dimensie voorstelt.

116
Met één element wordt bijna de rand geraakt van
de onderste rand van de bovenhelft van het glas.
In de onderste helft bevinden we ons in de wereld
van het perspectief, de derde dimensie van de
vrijgezellen. De celibatairen (Les Moules Mali-
ques) zijn malvormig en vormen een kerkhof van
uniformen en livreien (Le cimetière des uni-
formes et des livrées). Ze zijn gemonteerd op een
slede. Hun stereotiepe bewegingen en de door
hen opgewekte energie worden door trechters
naar de chocolademolen geleid. De chocolade-
molen staat bij Duchamp voor masturbatie. De
ejaculatie die in het Grote Glas niet is uitgevoerd,
maakt de voyeur-energie vrij die door middel van
de eveneens niet uitgevoerde bokswedstrijd naar
de bovenste helft van het Glas teruggeleid wordt.
Op die manier wordt de 'bruid-helft' weer in be-
weging gezet. Deze gesloten kringloop, die voor
Duchamp overeenkomt met een verandering in
aggregaattoestand, veronderstelt de twee helften.
De bovenste diffusere vrouwelijke helft functio-
neert niet zonder die van de vrijgezellen.

Het Grote Glas is van verschillende kanten bena-


derd, door Breton als een hermetisch-erotische
machine, als een reis van de derde naar de vierde
dimensie door Jean Clair en als alchemistische
machine door Arturo Schwarz. Michel Carrouges
maakte een uitgebreide vergelijking met o.a. Kaf-
ka, Raymond Roussel, Alfred Jarry, Guillaume
Apollinaire, Jules Verne, Adolfo Bioy Casares,
Lautréamont en Edgar Poe.? Lyotard gaat in zijn
boek Les lRANSformateurs DUchamp vooral in
op het Grote Glas en de driedimensionale con-
Marcel Duchamp, La mariée mise à nu par ces celiba- structie met als titel Etant données, la chute
taires, meme (Le grand verre), schema 1915-1923 d'eau et Ie gaz d'éclairage.8 Deleuze en Guattari

117
r
situeren deze celibataire machine op het veld deze categorieên geen problemen kunnen ont-
waar een verbinding tot stand komt tussen de ver- staan. Duchamp heeft dat ingezien. Zijn celibatai-
langensmachines en het orgaanloos lichaam. en re machine bevat negen vrijgezellen. Deze kun-
zij verbinden de machine met de axiomatische re- nen als fragmenten van het mannelijk element
gulering van gedrag in de kapitalistische periode. beschouwd worden. In andere gevallen vinden
De celibataire machine is daarmee de opvolger we meer personen die het mannelijk element be-
van de paranoia-machine uit het despotisch tijd- lichamen. Hiertegenover staat één vrouwelijk
perk. 9 De celibataire machine is echter onder- element.
scheiden van de paranoia-machine. De celibataire
machine kent een onmiddellijke consumptie. een Het gaat om een specifieke belichaming. de com-
genoegen dat men auto-erotisch zou kunnen noe- positie is de projectie van een object dat we niet
men. waarin een nieuwe verbinding wordt aange- kunnen waarnemen met onze zintuigen. Het
kondigd. een nieuwe geboorte alsof de machinale Grote Glas is een raadsel dat we niet moeten be-
erotiek een andere kracht vrijmaakt. In die zin schouwen. maar ontcijferen. Het visuele aspect is
komt zij overeen met Bellmers Mitrailleuse. slechts een startpunt. l l Evenals Lyotard bespreekt
Evenmin als de verlangensmachines 'bevrijd' Octavio paz het Grote Glas in samenhang met
zijn. zijn de celibataire machines dat. De Etant données. Beide kunstwerken zijn aanzien-
'intensieve kwantiteiten' (des quantités intensi- lijk complexer dan ik hier weergeef. het gaat me
yes) leveren een schizofrene ervaring. die vrijwel om een specifieke betekenis van een deel van het
ondraaglijk is. een schreeuw tussen leven en Grote Glas of. beter geformuleerd. een deel van
dood. een gevoel van heftige overgang. Deze in- het processuele karakter van het Glas. Het gas
tensiteiten ontstaan volgens Deleuze en Guattari verschijnt als element van de vrijgezellen. aldus
door de krachten van aantrekking en afstoting. en Paz. Het gaat niet om een representatie van de
betekenen neergang en opgang. Duidelijker dan vrijgezel. maar om een realiteit die we niet kun-
Deleuze en Guattari is Carrouges van mening dat nen zien en die soms verschijnt als de sinistere
de celibataire machine de liefdesstromen juist machine van het Grote Glas en soms als het
verandert in een dodelijk mechanisme. De hoofd- naakte meisje in Etant données. De bruid is eve-
structuur van deze onwaarschijnlijke machine be- neens de projectie van een onzichtbare wereld.
rust voor hem op een mathematische logica. Iede- Opmerkelijk is de specifieke relatie die paz legt
re celibataire machine bestaat uit een dubbel sy- tussen deze projectie en die van de mallen. De
steem van beelden 10. Beide delen zijn op elkaar negen mallen. het gas van het Grote Glas en de
betrokken en wegen even zwaar. Het ene veld is fallische lamp die het meisje ophoudt. zijn de in-
betrokken op de seksualiteit. dat twee elementen strumenten waarmee de bruid geniet. zichzelf ziet
bevat. het mannelijke en het vrouwelijke. Beide en zichzelf herkent. Aan de hand van Dumézil
polen moeten opgevat worden als van elkaar on- maakt paz een vergelijking met de mythologie. Ik
derscheiden begripsmatige categorieën. aldus zal hier niet verder op ingaan. maar één opmer-
Carrouges. Dat betekent echter niet dat binnen king is van belang voor mijn context. Er bestaat

l
118
--------,

een belangrijk verschil tussen de mythologische mening dat de alchemist het archetype van de ce-
beelden en Duchamps beelden; de bruid wordt libatair vormt. Bachelard herinnert ons eraan, zo
geregeerd door de circulatie van solitair verlan- zegt hij, dat de alchemie uitsluitend een weten-
gen, mythische en rituele beelden zijn verbonderi schap van mannen is geweest. Mannen zonder
met de idee van vruchtbaarheid12• Dit is bij Du- vrouwen, die zich uit de maatschappij hebben te-
champ niet het geval. Naast het veld van de sek- ruggetrokken.
sualiteit is er het veld van de mechanica. Ook
weer verdeeld in twee mechanische elementen, Schwarz benadrukt de steriele vorm van het
mannelijk en vrouwelijk onderdeel op het veld functioneren van de machine. Deze eigenschap-
van de seksualiteit, overeenkomend en elkaar uit- pen zijn kenmerkend voor de vrijgezellenmachi-
sluitend. De 'bruid' bij Duchamp vinden we al- ne in het algemeen, en gelden in het bijzonder
leen in de bovenste helft, de 'vrijgezellen' alleen voor de alchemistische. Het product van deze
in de onderste helft. De maatschappelijke deling mooie en complexe machinerie is nutteloos en
van de geslachten is voedingsbodem voor beeld steriel. Steriel mag deze machine dan zijn, maar
en betekenis, aldus Roussel. paz legt een verband wel van de veredelde soort. Molens (bij Du-
met de Provençaalse hoofse poëzie uit de twaalf- champ de chocolademolen en de watermolen met
de en dertiende eeuw. Liefde betekende dienst- glijvoeten) en de destilleerapparaten van de al-
baarheid, het was de vrouw die het initiatief nam. chemist behoren tot een traditie van verandering,
De zorg in de liefde was een 'pelgrimage van transformatie zowel van de fysische wereld (ma-
laag naar hoog'. De troubadours waren in deze teria prima in goud) als van de psychische we-
poëzie veelal van lagere komaf13. Het seksuele reld. De alchemist laat er geen twijfel over be-
verlangen van de troubadours ondergaat evenals staan dat hij onder de materia prima de mens
het gas een sublimatie. Zij zoeken een andere verstaat. Het destilleerapparaat symboliseert te-
realiteit door middel van het lichaam. Duchamps vens hoofd, geest, verlangenIS.
Glas is een ironisch commentaar, het Glas is een
parodie op de hoofse liefde. Evenals Duchamp Keren we terug naar Downtown Athletic Club, de
zegt ook Beckett tegen de vrijgezellen van de ja- celibataire machine aan de oever van de Hud-
ren twintig dat ze de seks moeten opnemen in son. Koolhaas beschrijft vooral de potenties van
een onmogelijke relatie die een eeuwigdurende de Club. In de historie is de toren nooit gebruikt
verwijdering inhoudt, in plaats van haar geheel te door het soort celibatairen zoals ze beschreven
vermijden l4 • Kristeva legt een verband metFirst staan in Delirious New York. En natuurlijk heeft
Love en Not J. Een verbanning in de liefde. Duchamps Grote Glas nooit als 'voorbeeld' ge-
Schwarz haalt een brief aan van Duchamp, waar- diend voor Starrett en Van Vleck. De Club was
in deze zegt dat hij tot zijn 67ste jaar er altijd vooral club, een unieke ontmoetingsplaats voor
voor gewaakt heeft te trouwen; op dat moment WASP handelaren en bankiers die goede zaken
was het wel mogelijk, want de betrokken vrouw deden en vochten om hun wolkenkrabber te laten
was over de vruchtbare leeftijd heen. Hij is van voortbestaan. Het gaat ook niet om een zuivere

119

j
typologie. Het gaat om een meer dan opvallende de atleet. Ook hier dreigen de lichaamsgrenzen te
overeenkomst in functioneringsmogelijkheden vervloeien, 'waar andere mensen een huid heb-
die zichtbaar wordt wanneer we de twee abstracte ben, ontstaat er bij hem - onder bepaalde maat-
scenario's over elkaar heenleggen. Dan worden schappelijke verhoudingen - een
een aantal potenties zichtbaar die tot nu toe ver- lichaamspantser'. Het lichaamspantser dat bij Du-
borgen zijn gebleven en die Baudrillards' en champ weergegeven wordt door de celibatairen
Koolhaas' waarnemingen van de gerealiseerde (Les Moules Maliques) die malvormig zijn en
moderniteit in Manhattan bevestigen. Tot aan de een kerkhof vormen van een tweede mannelijke
zestiende verdieping verbergt deze wolkenkrab- huid; het kerkhof van de uniformen en livreien.
ber de rituele beweging van de atleten. Ze voeren Met grote scherpte heeft Duchamp deze beelden
een uitputtende, maar altijd dezelfde, veldslag om neergezet, ze 'representeren' Theweleits
het lichaam in conditie te houden. Evenals de 'soldatische Mann' waarbij de huid niet langer
chocolademolen en de watermolen op glijvoeten metafoor is maar concreet de plaats waar lust
die altijd dezelfde bewegingen maken, draaien de overgaat in angst.
atleten hun rondjes, de 'workouts'. Des te intenser
de 'workouts', des te beter het lichaam getraind is, De vraag is, waarom? De achtste en negende ver-
des te hoger het programma, des te hoger men diepeing (9th and 10th floor op de tekening,
gaat in het gebouw. De achtste verdiepeing (9th
floor) is eveneens een belangrijke laag in het ge- tap room
bouw, hier vindt de boksmatch plaats. Hier kan
men, naakt, oesters eten (met bokshandschoenen
aan). Op de negende verdieping vinden we de
purgeerafdeling, de Colonic Irrigation. We we-
ten nu dat de vrijgezellenmachine ook een alche-
mistische machine is, de purgeerafdeling zal ons
dus niet meer bevreemden, het lichaam wordt
hier gelouterd. De materia prima (de atleet) on-
dergaat een loutering die lichaam èn geest
schoonmaakt. De loutering versterkt het manne-
lijke element. De excrementen van het menselijk
lichaam staan in een negatieve verhouding tot het
lichaam, een omkering van de affecten die er oor-
spronkelijk mee verbonden waren, namelijk lust-
beleving. Theweleits veronderstelling dat de
grond voor deze negativisering van de lichaams-
stroom bij de 'soldatische Mann' bij het eigen li-
chaam moet liggen, raakt aan deze loutering van

120
- - - - - - - - - - - -- - - - -

lockers en medical baths) horen bij elkaar. De De ruimtes zijn gescheiden, de energie van de
negende verdieping (IOth floor) bevat de para- 'bruid' kan niet in de onderste lagen van het ge-
medische voorzieningen en de Colonic Irrigation, bouw doordringen. Deze 'stroom' gaat via de lif-
de achtste verdieping (9th floor) de oesterbar en ten op en neer. Gescheiden circuits.
de boksruimte. Drie belangrijke elementen in de-
ze celibataire machine. De oesterbar is een anti- Resteert een verklaring voor de boksruimte. Deze
cipatie op iets wat zij niet zelf is. Zij verwijst lijkt me ambigu te zijn. Zij kan verwijzen naar de
naar het vrouwelijke element dat niet hier aan- activiteiten zoals die op de andere verdiepingen
wezig is, maar op de zestiende verdieping (17th plaatshebben. De vraag is dan waarom deze be-
floor, roofgarden). De dansvloer waar als hoog- trekkelijk kleine ruimte op deze verdieping is on-
ste sport van de ladder het vrouwelijke zich lijkt dergebracht en niet op een lager gelegen ver-
te verenigen met het mannelijke, in de dans, wel dieping. Een andere verklaring is die welke we
te verstaan. Ook hier weer gestileerde bewegin- bij Duchamp vinden. Schwarz wijst op een schets
gen. Deze verdiepeing vormt het bovenraam van van Duchamp uit 1913, getiteld de bokswed-
dit grote Glas. Onderin de rituele bewegingen strijd. Het gaat om een voorbereidende studie
van de mannelijke vormen, de atleten, bovenin voor het Grote Glas. De schets lijkt op een tech-
de 'bruid-machine' die het geheel laat draaien. nische tekening, een ontwerp voor een nutteloze
machine. Echter, met grote precisie getekend. De
de kapsalon schets toont de imaginaire ontkleding van de
verdrongen door lockers en slechts bestemd voor een bruid in de vorm van een mechanisch ballet. De
. vluchtig make-up ontkleding komt tot stand door het verlangen van
de vrijgezellen. Ze slaan tegen de kogel, deze
schiet omhoog en zet het uurwerk van de boks-
wedstrijd in beweging. Via ingewitr.kelde bewe-
gingen wordt de bruid ontkleed. Op een afbeel-
ding van het Grote Glas uit 1965/66 is dit kleine
ingewikkelde apparaat aangebracht, precies op de
scheidende wand tussen de twee helften. Het pro-
beert de onmogelijke verbinding tussen de derde
en vierde dimensie tot stand te brengen. Deze
verklaring wijst in dezelfde richting als de oester-
bar: anticipatie op de onmogelijke vereniging in
de daktuin. Zoweloesterbar als boksruimte, die
zich op dezelfde verdieping bevinden, verwijzen
dan naar de hoger gelegen afdeling waar de man-
nen, na hun zware workouts, eindelijk in de vorm
zijn om het andere geslacht tegemoet te treden.

121
The plan is of primary importance, because on Boven: Op de plaats, waar ooit golf gespeeld werd,
the floor are performed all the activities of the hangt nu nog een foto. Met enige verbijstering bezien
human occupants.' Op deze manier definieerde door de moderne atleet die hier traint op roestvrij staal.
Onder: De boksring, inmiddels verplaatsd en vrijwel
Raymond Hood Manhattans versie van het func-
tionalisme. In de Downtown Athletic Club is ie- ongebruikt
dere plattegrond de abstracte compositie van acti-
viteiten die voor iedere laag een verschillend ge-
drag voorschrijft. De stroom atleten beweegt zich
als in 'een abstracte choreografie' (Koolhaas) op
en neer tussen de 38 verdiepingen in een sequen-
tie die alleen mogelijk is voor an elevator man.
Zoals bij iedere celibataire machine wordt ook
hier het subject (de atleet) als rest geproduceerd,
aanhangsel van de grote machine waarin hij scha-
keling is. Zoals we zagen typeerden Deleuze en
Guattari de celibataire machine als een machine
die een onmiddellijke consumptie kent, een ge-
noegen dat men auto-erotisch zou kunnen noe-
men. De machinale erotiek kondigt een nieuwe
verbinding aan, een nieuwe kracht wordt vrijge-
maakt. Koolhaas' typering lijkt hier goed bij aan
te sluiten, 'the Club has reached the point where
the notion of a "peak" condition transcends the
physical realm to become cerebral'. Hij noemt de
Club een broedmachine voor volwassenen (incu-
bator for adults). Een instrument dat de leden
van de Club, die te ongeduldig zijn om de uit-
komst van deze evolutie af te wachten, toestaat
om ongekende hoogtes te bereiken in hun ont-
wikkeling, waarin ze zich als nieuwe wezens ont-
poppen. Dat scheidt deze Metropolitanites die
het apparaat van de moderniteit tot hun beschik-
king hebben, van de rest van het menselijk ge-
slacht. De enige prijs, zo zegt Koolhaas, die deze
locker-room graduates moeten betalen voor hun
collectief narcisme is ... steriliteit. Deze mutatie
laat zich niet voortplanten. 'The bewitchment of

122
the Metropolis stops at the genes, they remain 13 Idem, pag. 157
14 J. Kristeva, The father,love, and banishment', in: Desire
the fmal stronghold of Nature.'
in Language, pag. 151.00rspronkelijk verschenen in Cahiers
de l'Herne (1976), opgenomen in Polylogue (parijs 1977),
Voor de echte Metropolitan is het celibataire be- pag. 137-147
staan de enige mogelijkheid. Het management 15 A. Schwarz, 'La machine célibataire alchemique, Die
van de Club heeft dit begrepen: 'with its delight- Alchemistische Junggesellenmaschine', in:
Jungesellenmaschinen I Les Machines célibataires, pag. 156-
ful sea breezes and commanding view, the 20
172
floors devoted to living quarters for members, zie ook Marcel Ducharnp, Notes and Projects for the Large
make the Downtown Club an ideal home for men Glass, A. Schwarz (ed.), (London 1969). Het latijnse cupa
who are free of family care and in a position to (schaal, kan) wordt in het nieuw-latijn cuppa, in het Engels
enjoy the last word in luxurious living.' 'The cup en in het Duits Kopf. Het latijnse tesa (pot, urn, teen)
wort in het Frans ti/e. Volgens Schwarz is het een kleine stap
Downtown Athletic Club is a machine for metro-
van deze semantische begripsvorming - hoof/vat - naar de
politan bachelors whose ultimate "peak:" conditi- alchemitiche vergelijking - hoofd/destileerapparaat, lm
on has lifted them beyond the reach of fertile hermeticum.
brides' (Koolhaas). 16 K. Theweleit, Männerphantasien, Dil, Frauen, Fluten,
Körper, Geschichte (Frankfurt a. M. 1977), pag. 525

N01EN
1 Jean Beaudrillard, Sideraal Amerika (ned.vert. van
Arnerique, Parijs 1986)
2 Marshall Berrnan, All that is solid melts into air,The
experience of modemity (New York 1982)
3 Berrnan, pagina 295-296
4 Arie Graafland, Esthetisch Vertoog en Ontwerp, micrologie
I,Downtown Athletic Oub, een celibataire machine, pag. 135
e.v. (Nijmegen, 1986)
5 Fred G. Jarvis, Crises in a skyscraper. The long struggle
and Eventual Triurnph of the Downtown A.C. (D.A.C.
Joumal, oct. 1976)
6 G. Büchner, 'Lenz', in: Werke und Briefe (Leipzig
I 968);geciteerd in Feleuze/Guattari, 'Prorarnrnatische Bilanz'
7 M. Carrouges, Les machine Célibataires (parij 1976)
8 J.F. Lyotard, Les TRANSformateurs DUchamp (parijs
1977)
9 G. Deleuze, F. Guattari, Anti-Oedipus, pag. 315-338
10 M. Carrouges, 'Mode d'emploi, Gebrauchsanweisung', in:
Jungesellenmaschinen/Les Machines Célibataires (Bern
1975)pag.21-48
11 O.Paz, Marcel Ducharnp, appearance stripped bare (New
York 1978), pag. 93
12 Idem, pag. 128

123
124
1

Hans Kollhoff

Modernity

Hans Kollhoff is vooral bekend als ontwerper van en- pure energy", as Scheffler formulated it. To
kele woongebouwen in West-Berlijn, die breken met create out of this notion of pure energy, to look
de 'Stadtreparatur'-ideologie die de grondslag vormde reality in the eye, to take note of the dynamic
voor de Internationale Bauausstellung. Zowel in het forces and represent them - this could be an atti-
ontwerp voor de door oorlog en wederopbouw zwaar
tude of "Sachlichkeit" (matter of factness).
verwoeste Südliche Friedrichstadt als in het ontwerp
I would like to refer to an essay by Karlheinz
voor het Luisenplatz in Berlijn-Charlottenburg geeft
hij vehement uitdrukking aan een moderne stedelijk-
Bohrer: "Suddenness", the fear of the unknown.
heid die de verscheurdheid van het naoorlogse West- On the mediating structure of the traditional and
Berlijn aanvaardt en gebruikt. Zijn activiteiten beperk- the modern". According to Bohrer, the unkown
en zich echter niet tot de praktijk. Na enkele jaren do- bore a mythical residue which the enlightenment
cent aan de Technische Universiteit in West-Berlijn te was unable to dispel. When it actually appears, it
zijn geweest is hij momenteel verbonden aan de ETH always spreads fear, and even aggression, pre-
in Zürich. Daarnaast schrijft hij regelmatig in architec- cisely because no-one expects it. Those awkward
tuurtijdschriften. In Amsterdam is hij aangetrokken moments develop which are generally called
om een deel van de woningen in de Oostelijke haven- "embarrassing", because people are basically ag-
gebieden te ontwerpen.
gravated by the fact that someone has said so-
mething which was not foreseeable, and which
"If you trace a form back to its origins" says Karl
did not correspond with the mIes. Usually chil-
. Scheffler, "you always arrive at a force". Yet
dren, not highly educated, but sensitive people, -
what are these forces which are capable of form-
and artists - provoke those uncomfortable mo-
ing our existence in the city as weIl as our archi-
ments.
tectural expression? Nostalgic and retrospective
This happens in the preliminary stages of aes-
strategies designed to assure us certainly do not
thetic production whenever a piece of reality be-
seem to help us very much, even if people prefer
comes visible, which is not yet certified by some
te ding to something tangible and historical, in-
moral or inteIlectual code. The profound fear
stead of the intangible and artistic. As Scheffler
which may surface lies hidden behind the mask
remarked: "Where great art is created the stylistic
of a violated convention. The artist-criminal
curtain is raised" and it is unimportant to ask
breaks through the cultural norm, because he
which style or stylistic nuance is being reffered
does not follow the tradition in the moment het
to here, and this indudes modernity after becom-
acts.
ing a style. The modemists were able to develop

~
NietzSChe even spoke of a terrible fear "which
their critical potential as long as they did not al-
grips man when he suddenly loses faith in tho
low themselves to become tied down by a stylis-
forms of known appearances". Nietzsche called
tic conception; as long as they were seeking their
this experience the Dionysian in art.
legitimation and their existence in the "notion of
-
125

You might also like