Professional Documents
Culture Documents
Afscheidscollege,
ter gelegenheid van het bereiken van de
pensioengerechtigde leeftijd, op vrijdag
28 april 1989, door
Typewerk/lay-out
Martin Schilt
Druk
NKB Offstet bv Bleiswijk
Cl P-gegevens
Koninklijke Bibliotheek
Den Haag
Eisma, W .A.
1
, ,
I I
2
teur iemand is voor wie het ontwikkelen van de juiste construc-
tie eigenlijk een spelmoment bevat. Dat was zo en dat moet zo
blijven, het is van niet geringe maatschappelijke betekenis.
De wip
3
luun uni{ RU
f::1 A f::1 B f::1 c Df::1
~_ _ _ _~ vrij opgelegd
"gaapmethode"
verende
inklemming
volledige
inklemming
"vasthoudmethode"
(f::1---~~)
((~ ~))
4
De ligger op vier steunpunten
Het portaal
5
q
InUtU! HU
êv EI /1 EI EI è
;, A'
h q h
EI
r- .,
i
i I I I
i 1 I
portaal a LiJ p ortaal b Li.....
n=8
1'0 eJi
ql2
1
ä q
1
12
1
16
1
h
rr1 '
, EI I EI
,r
Mveld
24 1= 4h
-------
1= 2h Ms
n
2 4 6 8 10 12
6
verdeling in het portaal is afhankelijk van deze verhouding. De
wijze van ondersteuning van het portaal, scharnier of inklem-
ming, speelt nauwelijks een rol en de lengte/hoogte-verhouding
Ilh speelt een slechts betrekkelijke rol.
Voor het geval dat n zeer groot is - portaal a - komt de krachts-
verdeling overeen met die van een vrij opgelegde ligger. Voor
het geval dat n zeer klein is - portaal b - zal de krachtsverdeling
overeenkomen met die van een ingeklemde ligger. In de praktijk
zal de waarde van n meestal gelijk of groter dan acht zijn - por-
taal c. Voor de regel is er dan sprake van een verende inklem-
ming. Het is via de theorie niet moeilijk om de grootte van het
veermoment te bepalen:
1 2 8
= MB = Me = 8 ql . 12 + 3n indien I/h =2
Aangezien = ~q12
8
1 12 4 + 3n
volgt dan voor
Mye1d = Bq 12 + 3n
Het raamwerk
Door middel van een grafiek is duidelijk gemaakt dat een portaal
op een eenvoudige wijze globaal is te dimensioneren. Indien dit
als een gegeven wordt beschouwd dan is ook een raamwerk,
b.v. als de constructie van een gebouw van honderd verdiepin-
7
-r- - - -- . _ - -~
- - ---- _.- -
EI
I,
-- -- nEl Î
EI h
r- ...
r-. ~
."
EI EI h
11111
q
11111111111 11111
,
-0. .,.,.rT 1- ....
h
I, I ....
V- -....: r-
- -
L-.,...._-- . - - - . L...
r-
~ . _------ -
.... "
L..
'7 ~,
C
":'h EI EI
2 q
B S'
n EI
":'h EI EI
2
Ä6 A'
L::::. 6
elastische lijn
q
l1li 111110 IIld St
nEl
2 Eli
A'
L::::.
8
gen, op een eenvoudige wijze te dimensioneren en wel als volgt.
Stel dat eerst alle knooppu nten worden vastgehouden, b. v. door
enaks. Door het aanbrengen van de belasting op de regels van
het raamwerk zullen op de knuisten van deze enaks aan de lin-
kerzijde rechtsom draaiende momenten worden uitgeoefend en
aan de rechterzijde linksom draaiende momenten. Worden ver-
volgens alle knooppunten tegelijkertijd losgelaten dan zullen
deze knooppunten een verdraaiing ondergaan als aangegeven
in de figuur. Dit betekent dat de elastische lijn (vervormingslijn)
van de stijlen niet anders zal kunnen zijn dan S-vormig, met een
buigpunt in het midden. In zo'n buigpunt is het moment, evenals
bij een scharnier, gelijk aan nul. Dit gegeven schept de moge-
lijkheid om de berekening van het raamwerk te benaderen van-
uit een vereenvoudigd schema. Het maakt voor de krachtsver-
deling in de regel niets uit of er zich onder en boven deze regel
een stijl bevind met een stijfheid EI, dan wel alleen onder de re-
gel een stijl met een stijfheid 2EI. Zo mondt het vereenvoudigde
rekenschema van een raamwerk uit in het schema van een por-
taal. De stijfheid van de stijlen is daarbij verdubbeld terwijl de
lengte is gehalveerd. Gold voor een portaal als praktijkwaarde
n > 8, voor een raamwerk moet worden gesteld dat n < 2. Uit de
grafiek volgt dan direct: M veer = Mveld = 1/16 q12.
De conclusie kan dus zijn dat de balken van een raamwerk, als
benadering, goed kunnen worden gedimensioneerd op een mo-
ment van 1/16 q12. Hierbij kan worden opgemerkt dat de elemen-
taire bezwijkanalyse ook tot deze waarde leidt.
Vlakke plaatvloeren
9
n "'",
+1
B'
n- o
n--
~Hh M-lijn
~Hh M -lijn
Hh
1
"2
H B B'
F}I nEl
E lA'
tv\!
..
1
--T~-----
MA
n
2 4 6 B 10 12
10
de kolomstrook tweemaal zo groot is als in de middenstrook.
Horizontale belasting
4 + 3n 1
M=
2 + 3n
"4. Hh (indien 0 < n < (0)
Met dit gegeven ka'n in een grafiek de grootte van het voetmo-
ment worden uitgezet als functie van n. Uit de grafiek volgt di-
rect dat reeds bij kleine waarden van n de grootte van het voet-
moment nauwelijks afwijkt van de grootte bij n = 00. Dit geldt on-
geacht de lengte/hoogte-verhouding van het portaal.
De conclusie kan dus zijn dat, als goede benadering, de kracht-
verdeling in een portaal tengevolge van de windbelasting snel
en zonder veel rekenwerk kan worden bepaald door de regel als
oneindig stijf te beschouwen.
Voor raamwerken is afgeleid dat deze voor de bepaling van de
krachtsverdeling tengevolge van verticale belastingen kunnen
worden beschouwd als een opeenstapeling van portaalachtige
constructies. Op overeenkomstige wijze kan worden afgeleid
11
6 5 4 3 21
0'
I I I' x f
00
r--"':;""'--
4
F 00 E'
4
E 00 F'
4
0 00 G'
EI EI 4
C 00 C'
4
B 00 B'
4 30
-4 ~ elastische lijn
...~~______~12~______~
J: m
148
129
208
~~ 93
162
12
dat dit ook geldt voor de krachtsverdeling tengevolge van de ho-
rizontale windbelasting indien daarbij alle regels als oneindig
stijf worden beschouwd . Aldus doende kan ook de horizontale
verplaatsing aan de top van het raamwerk op een eenvoudige
wijze worden bepaald. De afwijking in deze verplaatsing die met
deze methode zou kunen optreden zal meestal liggen binnen de
marge van de afwijkingen in de materiaalconstante E.
1 2 2
M = "8 ql . (3a - 6a + 4) indien a = all
Met dit gegeven kan in een grafiek de grootte van het steun-
puntsmoment worden uitgezet als functie van a . Uit het verloop
van de grafiek blijkt dat deze, als goede benadering, kan worden
geschematiseerd tot een tri-lineair verloop. Daardoor wordt dui-
delijk dat de plaats van het tussensteunpunt, binnen een zekere
marge, nauwelijks invloed heeft op de grootte van het vrijwel al-
tijd maatgevende steunpuntsmoment. Dit is een interessant ge-
geven, b.v. voor gebouwen met een symmetrische plattegrond
(kamerindeling). De middenkolom, altijd hinderlijk in het mid-
den van de gang, kan dan zonder bezwaar worden geplaatst in
één van de gangwanden.
13
3~----------------------+-----------------------t
q
exact
2~--------~------------~----------~~--------r
a
-4----~--+__r----_r----~+_--~--_+,_----,_----,__+--,_----t_--a=ï
0 ,2 0,4 0,6 0 ,8 1 ,0 1 ,2 1.4 1,6 1,8 2,0
0,3 0,85 1 ,15 1 ,7
L)
!:gaande kolom-balkverbinding
~
14
.. . .. . In het voorgaande is met een aantal voorbeelden duide-
lijk gemaakt dat het mogelijk is om snel en zonder veel reken-
werk globaal de krachtsverdeling in een constructie te bepalen.
Dit is nuttig voor de studenten aan de faculteit der Bouwkunde
als hulpmiddel bij de projecten en het afstuderen. Het is vrijwel
noodzakelijk voor de studenten aan de faculteit der Civiele
Techniek, zij moeten immers later de verantwoordelijkheid kun-
nen dragen voor de constructies die door hen zijn ontworpen en
berekend. Het is ook, misschien slechts ten dele, een antwoord
op de uitdaging aan het onderwijs in de Toegepaste Mechanica
na de intrede van de computer. In één van de laatste afleverin-
gen van het tijdschrift 'Cement' worstelt prof. Blaauwendraad
met deze uitdaging. Worstelen is een goede zaak, als er maar
geworsteld wordt! Daarbij is niet alleen belangrijk wat de docent
wil en denkt, maar ook de signalen uit de praktijk verdienen rui-
me aandacht . .... .
. . . . . EN ZO MOET HET
15
=~====
-B
w I Wapening
Krachtsve rloop
Scheurvorming
16
de kolom-balkverbindingen. Dit theoretische onderzoek is on-
dersteund door een experimenteel onderzoek dat in het Stevin-
laboratorium heeft plaats gevonden. Het rapport, waarin de on-
derzoeksresultaten zijn samengevat en geanalyseerd, is on-
langs gereed gekomen en zal leiden tot herziening van de be-
tonvoorschriften. In deze herziene voorschriften zal ook worden
vastgelegd hoe de verbindingen moeten worden gewapend. De-
ze wapening is conform de standaard-details die reeds jaren ge-
leden zijn voorgesteld door de CUR-commissie E2 "rationalisa-
tie van de wapening". Als lid van beide genoemde CUR-commis-
sies wil ik U de hoofdlijnen van de resultaten uiteenzetten.
17
-ij
~=*===
I Wapening
Krachtsverloop
Scheurvorming
18
gen, die worden opgewekt door en loodrecht staan op de radiale
drukspanningen ter plaatse van de ombuiging van de wapening.
Deze splijtscheuren kunnen zijdelings afsplijten veroorzaken
waardoor het knooppunt voortijdig bros bezwijkt.
De doorgaande kolom-balkverbinding
19
'-P
L
l)
=
b I Wapening
Krachtsve rloop
Scheurvorming
20
geconcentreerde trekkrachten uit de wapening van balk
en kolommen
21
Ikolom I
L
luswapening
I
L
~
Haarspelden + extra haarspelden indien nodig
I
~
Vr2= I
extra bijlegwapening
22
CONCLUSIES
23
Kolom-balkverbinding
I
~.".
k' ,,/ l
l p;
,,'
V J
I
/1 ~
" - - bij "opendraaiende" hoek
1
I
I
I----kolomkorf met grotere dekking
(bij meer verdiep i ngen om de on dere korf)
- - -- L- _ _
Doorgaande kolom-balkverbinding
- , -- , -- ~kolomkorf met grotere dekking
(bij meer verdiepingen om de and ere korf)
A steunpunt (losstukken)
/ ~Asteunpunt (lasstukken)
./ ./
... -
!IT t jf Ic<
I
~ \ iI
I \
1 I
i
, , 1
~haarspelden
\ \ 1\
oppervlakte van de door snede van de las-
stuk ken volgens arL E- 711.2 _3 van de VB 1974
L- _ _
\ losstukken
- '-- -- '--
24
SLOT
25