You are on page 1of 1

De ultieme bankroof, van binnenuit Banken verdienen goed aan risicos

Nassim Nicholas Taleb en Mark Spitznagel

oor de Amerikaanse economie, en voor veel andere ontwikkelde economien, is de spreekwoordelijke olifant in de kamer iedereen weet dat er een groot probleem is, maar iedereen negeert het de hoeveelheid geld die de afgelopen vijf jaar aan bankiers is betaald. In de Verenigde Staten staat de som inmiddels op een verbluffende $2,2 biljoen voor banken die geregistreerd staan bij de Amerikaanse beurstoezichthouder, de Securities and Exchange Commission (SEC). Als we dat voor het komende decennium extrapoleren, zou het bedrag de $5 biljoen naderen en veel groter zijn dan wat zowel president Barack Obama als zijn Republikeinse tegenstanders bereid lijken van het overheidstekort af te halen. Die $5 biljoen is dus niet genvesteerd in het bouwen van wegen, scholen en andere langetermijnprojecten, maar rechtstreeks getransfereerd uit de Amerikaanse economie naar de persoonlijke rekeningen van bankmanagers en -werknemers. Dergelijke overdrachten zijn eigenlijk het slimste soort belasting op alle anderen dat je je maar kunt voorstellen. Het voelt vrij onrechtvaardig dat de bankiers, die hebben bijgedragen aan het veroorzaken van de financile en economische problemen van vandaag, de enige klasse zijn die er niet onder lijden en er in veel gevallen feitelijk van profiteren. De grote megabanken zijn in veel opzichten verbazingwekkend. Het is (nu) geen geheim

Banken nemen risicos en verdienen daaraan. In geval van verlies wentelen ze dat af op aandeelhouders, belastingbetalers en gepensioneerden.
Illustratie: Max Kisman

Voor ze regeringshulp kregen, hebben de banken nooit rendement opgeleverd


meer dat zij tot dusver hebben geopereerd als grote, vernuftige compensatieprogrammas, die de waarschijnlijkheden van zogenoemde Black Swan-gebeurtenissen met een laag risico en grote gevolgen maskeren en profiteren van de gratis noodstop van impliciete overheidsgaranties. Het nemen van overdreven grote risicos in plaats van het bezit van bepaalde vaardigheden kan worden gezien als de bron van hun winsten, die dan in buitenproportionele mate naar de werknemers toe vloeien, en van hun soms enorme verliezen, die moeten worden gedragen door de aandeelhouders en de belastingbetalers. Met andere woorden: banken nemen risicos en verdienen daaraan, maar wentelen de negatieve aspecten af op de aandeelhouders, belastingbetalers en zelfs gepensioneerden. Om het bankenstelsel te redden heeft de Ame-

De auteurs ......................................................

Nassim Nicholas Taleb is hoogleraar risicobeheer aan de Universiteit van New York en de auteur van The Black Swan. Mark Spitznagel is een hedgefondsmanager. De auteurs hebben posities die profiteren als bankaandelen in waarde dalen. Project Syndicate 2011 Vertaling: Menno Grootveld

rikaanse centrale bank, de Federal Reserve, de rente zelfs op een kunstmatig laag niveau gezet; onlangs werd onthuld dat zij tevens geheime leningen ter waarde van $1,2 biljoen aan de banken heeft verstrekt. Het voornaamste effect is tot dusver geweest dat de bankiers zijn geholpen bonussen te vergaren (in plaats van leners aan te trekken) door de risicos te verbergen. De belastingbetalers moeten uiteindelijk voor deze risicos opdraaien, net als gepensioneerden en anderen die afhankelijk zijn van de rendementen op hun spaargeld. Bovendien schuift het lagerentebeleid het inflatierisico door naar alle spaarders en naar toekomstige generaties. Misschien is de grootste belediging van de belastingbetaler dan ook wel dat de bankiersvergoedingen vorig jaar terug waren op het niveau van vr de crisis. Uiteraard hebben de banken, vrdat ze door regeringen te hulp werden geschoten, in hun hele geschiedenis nog nooit rendement opgeleverd, ervan uitgaande dat hun bezittingen de juiste marktwaarde hebben. Ook zouden zij op de lange termijn geen rendement moeten voortbrengen, omdat hun bedrijfsmodel hetzelfde blijft als voorheen, met slechts kosmetische veranderingen met betrekking tot de handelsrisicos. De feiten zijn dus helder. Maar als individuele belastingbetalers zijn we hulpeloos, omdat we de uitkomsten niet controleren, als gevolg van de onderling afgestemde inspanningen van de lobbyisten, of erger nog de economische beleidsmakers. Het door ons subsidiren van bankmanagers is volledig onvrijwillig. Maar de puzzel herbergt een zelfs nog grotere olifant. Waarom koopt een beleggingsmanager de aandelen van banken die heel grote delen van hun winsten aan hun werknemers betalen? De belofte van het kopiren van rendementen uit het verleden kan dus niet de reden zijn, gezien de ontoereikendheid van die rendementen. In feite zou het afstoten van aandelen overeenkomstig de uitbetalingen de wissel op beleggingen in de financile sector de afgelopen twintig jaar met ruim de helft hebben verlaagd, zonder winstverlies. Waarom hopen portefeuille- en pensioenfondsmanagers niet door hun beleggers gestraft te worden? Is het hun niet duidelijk dat zij het geld van hun clinten vrijwillig naar de zakken van de bankiers doorsluizen? Schenden de fondsbeheerders niet zowel hun vertrouwelijke verantwoordelijkheden als de fatsoensregels? Missen ze niet de enige kans die we hebben om de banken te disciplineren en hen te dwingen te concurreren op het gebied

van het verantwoordelijk nemen van risicos? Het is moeilijk te begrijpen waarom het marktmechanisme zulke vragen niet wegneemt. Een goed functionerende markt zou uitkomsten opleveren die gunstig zijn voor de banken met de juiste risicoposities, de juiste compensatieprogramma's, het juiste mechanisme voor het delen van risicos en derhalve het juiste ondernemingsbestuur. Je zou je kunnen afvragen: als beleggingsmanagers en hun clinten geen hoge rendementen boeken op bankaandelen, wat wl het geval zou zijn als ze zouden meeprofiteren van het afschuiven door de bankiers van de risicos op de belastingbetalers, waarom houden ze er dan berhaupt aan vast? Het antwoord is de

Banken zijn heel deskundig in het n stap voorblijven van de toezichthouders


zogenoemde bta: de banken vertegenwoordigen een groot deel van de S&P 500, en beleggingsmanagers mten daarin beleggen. We geloven niet dat nog mr toezicht een wondermiddel is voor dit soort zaken. De grootste, meest vernuftige banken zijn heel deskundig geworden in het n stap voorblijven van de toezichthouders. Ze scheppen voortdurend complexe financile producten en derivaten die de grenzen van de regels opzoeken. In deze omstandigheden betekent ingewikkelder toezicht louter meer werkuren voor advocaten, meer inkomen voor de toezichthouders en meer winsten voor de derivatenhandelaren. Beleggingsmanagers hebben een morele en een professionele verantwoordelijkheid om een rol te spelen bij het disciplineren van het banksysteem. Als eerste stap zouden ze onderscheid moeten maken tussen banken op grond van hun compensatiecriteria. Beleggers hebben in het verleden wel vaker ethische normen gehanteerd door bijvoorbeeld tabaksfirmas uit te sluiten, of bedrijven die de apartheid in Zuid-Afrika steunden en zijn succesvol geweest bij het genereren van druk op de onderliggende aandelen. Het beleggen in banken vormt een dubbele schending van ethische n professionele normen. Beleggers, en wij allemaal trouwens, zouden veel beter af zijn als dit geld naar productievere bedrijven zou vloeien. Misschien zou er dan ook een bedrag, dat overeenkomt met de hoogte van de bankiersbonussen, naar goed gemanagede liefdadigheidsinstellingen moeten gaan.

You might also like