Suzanne Dekker A4B DRR/KCV 08-10-10

Vraag 1: Noem 3 orden(stijlen) in de Griekse bouwkunst, en noem het tijdperk (er zijn 3 antwoorden dus punt per antwoord) Antwoord: de Dorische orde(vanaf 600 v. Chr.), de Ionische orde(vanaf 570 v. Chr.)en de Cointhische orde (vanaf 420 v. Chr.) Vraag 2: Waarvoor diende de tempels op de Acropolis? (1 antwoord 0p, 2 antwoorden 0.5p, 3 antwoorden 1p) Antwoord: als huis voor de goden, de decoraties moesten herinneren aan de Griekse overwinning op de perzen, het moest de grootheid van Athene uitstralen. Vraag3: Wat voor kenmerken heeft een kouroi? Noem er 3. (p per antwoord) - Het is een symmetrisch beeld. - Het is een naakte rechtopstaande mannelijke figuur die recht voor zicht uit kijkt - Het ene been staat iets naar voren, maar het gewicht rust op beide voeten - De armen hangend langs het lichaam en de vuisten zijn gebald - De krullende haren zijn weergegeven als ronde kralen - Vaak heeft het gezicht een (expressieloze) glimlach, de zogenaamde archasche glimlach. Vraag 4: noem 2 kenmerken van het Nike-tempeltje en ook 2 kenmerken van het Parthenon zodat de verschillen zichtbaar worden. (per antwoord 0.25) Nike-tempeltje: - Gebouwd voor de god Athene-Nike. Is gebouwd in de Ionische orde. Het Parthenon: - Gebouwd voor de god Athene-parthenos. Is gebouwd in de Dorische orde. Vraag 5: Wie zijn Zeuxis en Parrhasius? Normering: 1 punt. Twee Griekse schilders die een wedstrijd deden wie de beste schilder was. Vraag 6.Wat is het verschil tussen grote ongedecoreerde vazen en sierlijke kleine vaasjes? Normering: 0,5 punt. In de grote ongedecoreerde vazen werden vloeistoffen en droogvoedsel opgeslagen, en in sierlijke kleine vaasjes werden olin of parfums gedaan.

Vraag 7: Noem 2 verschillen van beeldhouwkunst tussen de klassieke periode (490-323 v. Chr.) en de Hellenistische periode (323-27 v. Chr.) (0.5p per verschil) In de klassieke periode werden gedealiseerde, jonge mannen en vrouwen uitgebeeld, in de Hellenistische periode wilde de kunstenaar de werkelijkheid vormgeven, dus bijv. ook kinderen, oude mensen, lelijke mensen en laag-bij-degrondse, zoals dronken en gewonde mensen. In de klassieke periode maakten de kunstenaars vooral beelden van 1 persoon, maar in de Hellentische periode maakten ze ook beelden van een groep mensen.

Vraag 8: verwerkingsopdracht. Normering:1,5 punt. Maak nu zelf een ontwerp voor een schildering op een vaas. Vraag 9: verwerkingsopdracht. (tempel 0.5p, benoemen 0.5p) Teken een schets van de voorkant van een Griekse tempel en benoem: de architraaf, de fries, het tympanon. Vraag10: verwerkingsopdracht. (1p) Teken een kouroi en laat duidelijk de symmetrische patronen in het beeld zien.