Professional Documents
Culture Documents
2-2006 deel A
16-03-2009
14:52
Pagina 8
M e t h o d e n e n t e c h n i e ke n
marc kocken
ARCHEObrief
Inspiratie op papier
De theorievorming over het verbeelden staat nog altijd in de kinderschoenen. Wel verschijnen sinds het laatste decennium van de vorige eeuw met enige regelmaat publicaties en rapporten over aspecten van het verbeelden. Midden jaren negentig werd in het kader van het vrom-programma Kwaliteit op Locatie de cultuurhistorie aangedragen als kwaliteitsimpuls voor nieuwe
stadsuitbreidingen. Met het verschijnen van de nota Belvedere (1999) werd cultuurhistorie op de kaart gezet als inspiratiebron bij en kwaliteitsimpuls voor ruimtelijke ontwikkelingen. In de stroom Belvederestudies die in de jaren hierna het licht zag, bleek de archeologische component echter een bescheiden rol te spelen. Historische gebouwen, landschapselementen en -structuren blijken toch een grotere aaibaarheidsfactor te hebben dan enkele verkleuringen en wat losse vond-
16-03-2009
14:52
Pagina 9
M e t h o d e n e n t e c h n i e ke n
ARCHEObrief
conserveren
consolideren
restaureren
inpassen
reconstrueren
visualiseren
indirect visualiseren
informatie dragers
illustraties
maquettes
sten in de grond. Ook de publicatie Ruimtelijk ontwerpen en Archeologie (1998)1 bracht daar geen verandering in. In dit boek werd aan de hand van verschillende praktijkvoorbeelden volop inspiratie geboden voor ontwerpen met archeologie. Mogelijk was het te veel geschreven in ontwerperstaal of was de tijd nog niet rijp. Inmiddels zijn er aardig wat publicaties verschenen met voorzetten voor vormgeving en verbeelding van archeologische objecten en structuren. Te noemen zijn Staats-Spaanse Linies (2003), Limes Atlas (2005), De Romeinse Lijn (2005), Via Belgica (2006), Ontwerp Master-
plan Limes (2006) met de ontwerpgrammatica, Het Verhaal Verbeeld (2007) en het Werkboek Cultuurhistorie Meinerswijk (2008).2 Redelijk wat inspiratie op papier, maar met de uitgevoerde projecten loopt het nog niet zon vaart. Daarin zal de komende jaren verandering komen, zo is mijn verwachting.
Omgangsvormen
In 2008 werd bij Groenlo de Slag om Grol, die plaatsvond in 1628, nagespeeld. Het evenement trok ruim 35.000 bezoekers.
Het schema toont de ruimtelijke en niet ruimtelijke omgangsvormen met onder iedere omgangsvorm de termen zoals deze in verschillende studies worden gebruikt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ruimtelijke omgangsvormen voor de inrichting van een locatie (fysiek beschermen, zichtbaar maken en herinneren en verwijzen) en omgangsvormen voor de communicatie en het vermarkten van het verhaal naar het publiek (presentatie van de inhoud en branding). De verschillende omgangsvormen kunnen op zichzelf staan, maar worden vaak gelaagd en in combinatie toegepast.
Afhankelijk van situatie, onderwerp en programma zijn er verschillende manieren om archeologie te behouden en/of te verbeelden. Vanuit mijn ervaring in de erfgoedsector heb ik een schema ontwikkeld waarbij de termen en strategien zijn ondergebracht in vijf omgangsvormen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ruimtelijke omgangsvormen voor de inrichting (fysiek beschermen, zichtbaar maken, herinneren en verwijzen) en omgangsvormen voor de communicatie en het vermarkten van het verhaal naar het publiek (presentatie van de inhoud, branding). De verschillende omgangsvormen kunnen op zichzelf staan, maar worden >
Het badhuis aan het RmerMuseum in het Archeologisch Park Xanten (Duitsland) is een inspirerend voorbeeld waar meerdere omgangsvormen naast elkaar zijn toegepast. Het meest manifest zijn de eerste twee: de archeologische resten worden beschermd door een zogeheten Schutzbau (fysiek beschermen) die de vorm en bouwmassa van het originele bouwwerk volgt (zichtbaar maken). In het gebouw wordt vervolgens door middel van maquettes en (digitale) infopanelen het badhuis uitgelegd (presentatie van de inhoud). Hoe meer omgangsvormen naast elkaar worden gebruikt, hoe completer en informatiever de presentatie is.
16-03-2009
14:52
Pagina 10
10 M e t h o d e n e n t e c h n i e ke n
ARCHEObrief
vaak gelaagd en in combinatie toegepast. Hoe meer omgangsvormen naast elkaar worden toegepast, des te completer en informatiever de presentatie is. Met alleen een ruimtelijk ontwerp komt het educatieve effect van een visualisatie vaak niet optimaal uit de verf.
Fysiek beschermen
De omgangsvorm fysiek beschermen volgt eigenlijk rechtstreeks uit de bepalingen van het Verdrag van Valletta (Malta), dat als doel stelt het behoud van archeologische waarden in situ als bron van kennis en beleving. Fysiek beschermen is erop gericht het (verder) verval van archeologische waarden tegen te gaan en aangerichte schade, zo mogelijk, te herstellen. Hierbij worden maatregelen getroffen die actief of fysiek ingrijpen in de situatie waarin het archeologisch monument verkeert. Voorbeelden zijn het afdekken met grond, het verhogen van het grondwaterpeil, bomen afzetten of opnemen in een ruimtelijke structuur. Het ontwerpen met archeologie blijft in deze gevallen doorgaans beperkt tot verantwoorde inpassing van het object in een nieuw inrichtingsplan. Voordat kan worden overgegaan tot het treffen van maatregelen, wordt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie het opstellen van een archeologische visie op inrichting en beheer verlangd. In deze archeologische visie moet antwoord worden gegeven op wat (welke archeologische waarden), waar (in welk gebied) en waarom in stand moet worden gehouden. Werkzaamheden die in het kader van fysiek beschermen plaatsvinden, zijn de inrichting (conserveren en restaureren), het beheer, het schouwen, het onderhouden en het monitoren. In de archeologische visie kan met redenen omkleed worden aangegeven dat het archeologisch monument zich eveneens leent voor publieke ontsluiting. Sommige van de inrichtingsmaatregelen lopen hier al op vooruit. Zo is een grafheuvel, ontdaan van begroeiing en opnieuw aangevuld met grond, toegankelijker en beter te herkennen.
Zichtbaar maken
Onder zichtbaar maken wordt het reconstrueren ofwel letterlijk visualiseren van n of meerdere objecten verstaan op een locatie waar in veel gevallen geen feitelijke informatie (meer) in de grond aanwezig is. De door archeologen genterpreteerde verschijningsvorm en maatvoering van het oorspronkelijke object of structuur zijn doorgaans leidend. Zichtbaar maken ligt in het verlengde van fysiek beschermen en wordt vaak in combinatie met een beschermend gronddek uitgevoerd, wanneer nog archeologische resten aanwezig zijn. De locatie van zichtbaarmaken kan verschillen
16-03-2009
14:52
Pagina 11
M e t h o d e n e n t e c h n i e ke n
11
ARCHEObrief
van die van het oorspronkelijke object, als beschermingsmaatregelen of inpassing dat wenselijk maakt. Voorbeelden hiervan zijn reconstructies van Romeinse wachttorens aan de Duitse limes, die vaak enkele tien-
Herinneren en verwijzen
Bij herinneren en verwijzen gaat het om ontwerpen aan plaatsen van herinnering (lieux de mmoires, memorials of geheugenplaatsen). Deze omgangsvorm richt zich op het indirect visualiseren van het cultureel erfgoed, waaronder ook gebeurtenissen uit de recente geschiedenis moeten worden gerekend. De relatie met het archeologisch object is vaak speculatief. Architectonische citaten en verwijzingen worden in Nederland eigenlijk zelden
De ruim vijfduizend jaar oude vuursteenmijn aan de Plenkertstraat in Valkenburg aan de Geul is ontdaan van begroeiing. Armaturen lichten de resten van gangen en schachten op terwijl een tijdbalk op de balustrade van het hekwerk over de geschiedenis verhaalt. Op de muur van de Leeuwbrouwerij (rechts) geeft een wandschildering een beeld van het landschap toen.
>
Door de bruinkoolwinning in de Niederlausitz in Duitsland werden archeologische monumenten vernietigd, zo ook een burgterrein uit de negende eeuw na Christus. Nu is in de een op een gereconstrueerde Slawenburg Raddusch een museale presentatie te zien over het verdwenen archeolandschap.
In het natuurgebied bij Plasmolen geven moderne materialen een indruk van de omvang en hoogte van de Romeinse villa op de Sint Jansberg.
Architectonische citaten moeten ons wijzen op het Romeinse verleden. De klassieke orde aan de buitengevel van het stadhuis van Heerlen is daar een voorbeeld van.
Een stalen plaat met gravure herinnert aan de vondst van de loden grafkist met de stoffelijke resten van een Romeinse dame. Moderne statussymbolen verwijzen naar haar hoge status.
16-03-2009
14:52
Pagina 12
12 M e t h o d e n e n t e c h n i e ke n
ARCHEObrief
toegepast. Meestal krijgt herinneren en verwijzen vorm door beeldende kunst of (straat)naam-geving. Uit het publieksonderzoek bij het Utrechtse kunstproject roman blijkt dat de inzet van kunst wel voldoende prikkelt en verwondert, maar om een verhaal te vertellen, zal altijd nog aanvullende informatie moeten worden aangeboden. Het ontbreken van informatie kan leiden tot onbegrip en afkeuring, zoals ook blijkt uit reacties van bewoners en
publiek bij de visualisatie van een wachttoren in Leidsche Rijn en het Romeinse graf Loden Lady in Nijmegen.
De omgangsvorm presentatie van de inhoud doelt op de inzet van fysieke media om ter plekke het verhaal
10
11
16-03-2009
14:52
Pagina 13
M e t h o d e n e n t e c h n i e ke n
13
ARCHEObrief
van de locatie aan de man te brengen. Een zeer traditioneel, maar nog altijd probaat middel is het informatiepaneel. Overigens gaan dit soort panelen met de tijd mee en hebben de afgelopen jaren een grote gedaantewisseling ondergaan. Deze vorm van informatievoorziening blijkt op veel plekken onontbeerlijk om tekst en uitleg te geven over wat er te zien en te beleven is. Andere media zijn kaarten, boeken en brochures, (digitale) maquettes en tijdvensters. Een informatieve publicatie waarin veel voorbeelden van deze omgangsvorm staan, is Archeologie Presenteren (2003).3
Branding
Branding tot slot slaat op het toeristisch-economisch vermarkten van het erfgoed door middel van marketingplannen, toeristische arrangementen, routeontwikkeling, evenementen (living history), merchandising et cetera. Publieksevenementen, als het Gebroeders van Limburgfestival in Nijmegen en de Slag om Grol in Groenlo, trekken al gauw enkele tienduizenden bezoekers. Men staat dan oog in oog met een levendig gereconstrueerd verleden. Nu de digitalisering een grote vlucht neemt, worden ook verschillende gps-routes ontwikkeld, waarvan het succes echter nog niet vaststaat.
12
Het is nog steeds wachten op een breed opgezet publieksonderzoek naar de waardering van archeologische reconstructies en visualisaties. Wel hebben verschillende studies al geleid tot aandachtspunten voor een geslaagd ontwerpproces. Het is goed om hier enkele te noemen. Een recente studie is Levend verleden (2008)4, waarin een reflectie wordt gegeven op de inzet en het handelen van de cultuurhistorische sector in Leidsche Rijn en enkele andere casussen in Nederland. De aandachtspunten die hier werden geformuleerd, kwamen ook al naar voren bij het Belvederepro-
ject Ontwerpen aan een Vreemd Land (2006).5 Het bleek dat een aantal dilemmas dikwijls voor misverstanden en onduidelijkheden tijdens het ontwerpproces zorgde. Daarmee waren ze ook van directe invloed op het resultaat, namelijk een voor alle betrokken partijen meer of minder geslaagd ontwerp. Door in een zo vroeg mogelijk stadium van het ontwerpproces nadrukkelijk aandacht te besteden aan deze dilemmas, kunnen veel misvattingen worden weggenomen. Dat komt zowel het proces als het ontwerp ten goede.
Evenementen waarbij de geschiedenis tot leven komt, staan volop in de belangstelling. Zo ook de Slag om Grol (Groenlo) die in 2008 ruim 35.000 bezoekers in een weekend trok.
12
Cultuurhistorische kennis is van vitaal belang bij ruimtelijke opgaven. Uitgangspunten hierbij zijn: vroegtijdig, integraal, gerelateerd aan de plek en aansprekend gepresenteerd. Maar met welke kennis gaan we het ontwerpproces in? Archeologen vinden het bijzonder als meerdere verledens op n plek samenkomen. Het Belvederebeleid legt ook de nadruk op het laten zien van al die tijdlagen door middel van een nieuw ontwerp. Kiezen voor n bepaald verleden en daarmee > andere verledens uitsluiten, is voor archeologen vaak
16-03-2009
14:52
Pagina 14
14 M e t h o d e n e n t e c h n i e ke n
ARCHEObrief
De belangen kunnen bijvoorbeeld van culturele, wetenschappelijke, politieke of persoonlijke aard zijn. Het is goed om dan te kunnen teruggrijpen op de keuzes die eerder zijn vastgelegd.
Samen optrekken
13
moeilijk te accepteren. Voor ontwerpers zijn al deze verschillende tijdlagen juist een complicerende factor, die ervoor kunnen zorgen dat het ontwerp vertroebeld raakt. Het is van groot belang dat het selecteren van verledens vroegtijdig tijdens het ontwerpproces aan de
Vroegtijdige inbreng van kennis betekent nog maar al te vaak dat de archeoloog dan zijn taak heeft volbracht en de ontwerper het overneemt. Verschillende projecten, zoals Leidsche Rijn (Utrecht) en Ravense Hoek (Hellevoetsluis), laten echter zien dat juist het samen optrekken van bevlogen archeologen met in cultuurhistorie geinteresseerde ontwerpers tot grote successen leidt. Als dan ook nog in een vroeg stadium de juiste keuzes worden gemaakt over de locaties, omgangsvormen, inhoud en toegepaste middelen, heb ik er vertrouwen in dat de archeologie in Nederland een stuk beleefbaarder wordt.6
Noten
1 2 Marrewijk, D. van, A. Haytsma, W. de Visser en J. Wychers (eds., 1998), Ruimtelijk ontwerpen en Archeologie, Den Haag. h+n+s Landschapsarchitecten (2003), Staats-Spaanse Linies. Valorisering van frontierland Zeeuwsch-Vlaanderen, Utrecht, studie in opdracht van Provincie Zeeland. Colenbrander, B. en must (red., 2005), Limes Atlas, Rotterdam. Paalvast, E. en A. Vernooij (eds., 2005), De Romeinse Lijn. De limes van Levefanum naar Laurum. Ontwerpideen, Utrecht, uitgave van Provincie Utrecht. dla+ landschapsarchitecten (2006), Via Belgica. Verleden op weg naar de toekomst, Groesbeek, studie in opdracht van Provincie Limburg. Luiten, E., M. Kocken, C. Visser, P.P. Witsen en E. Joosting Bunk (2006), Tijdgrens. Ontwerp Masterplan Limes, Arnhem/Utrecht/Nijmegen, uitgave door Provincie Gelderland i.s.m. Stadsregio Arnhem Nijmegen en Programmabureau de limes. Parklaan landschapsarchitecten (2007), Het Verhaal Verbeeld, Den Haag, uitgave door Provincie Zuid-Holland. m a r c erfgoed adviseurs (2008), Werkboek Cultuurhistorie Meinerswijk. Ontwerpen aan 2000 jaar geschiedenis in het licht van toekomstige ontwikkelingen, Bemmel/Arnhem, studie in opdracht van de gemeente Arnhem. Meer studies zijn te vinden op de websites van het Projectbureau Belvedere en Programmabureau de limes. 3 Ginkel, E. van en A. Cruysheer (2003), Archeologie Presenteren. Ervaringen, voorbeelden, adviezen, kosten, Amsterdam (Archeologie leidraad 2), uitgave van het College voor de Archeologische Kwaliteit. 4 Groffen, B. en A. Posthuma (2008), Levend verleden. Een reflectie op inzet en handelen cultuurhistorische sector in Leidsche Rijn e.a. casussen, Utrecht, uitgave van Projectbureau Belvedere i.s.m. racm en gemeente Utrecht. 5 Heijden, P. van der, C. Matla, S. Mudde, A. Cruysheer en E. Ennen (2006), Ontwerpen aan een Vreemd Land. Een Belvedere kennisproject over ontwerpen met archeologie, Amersfoort/Amsterdam (adc Heritage rapport h20). 6 Auteur Marc Kocken is directeur van m a r c erfgoed adviseurs. Daarvoor werkte hij bij de rob (thans racm) en adc Heritage.
Bestuurlijke borging
De keuze wat precies te doen of te laten met het archeologisch erfgoed is vooral een politieke keuze, en die is weer afhankelijk van de grootte van het bestuurlijk draagvlak. Op welke wijze archeologie zal doorwerken in het planproces valt of staat met het vroegtijdig borgen van het besluit hiertoe. Hiervoor zijn verschillende instrumenten aan te reiken zoals een Nota van Uitgangspunten of een Programma van Eisen. Het ontwerp zelf is een proces dat tot stand komt in een spanningsveld van personen, partijen, posities en belangen.
<